Bezonken rood door Jeroen Brouwers

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
Boekcover Bezonken rood
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 1324 woorden
  • 14 november 2001
  • 30 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
30 keer beoordeeld

Boekcover Bezonken rood
Shadow

Samen met zijn moeder bracht Jeroen Brouwers zijn kleuterjaren door in het Japanse interneringskamp Tjideng op Java. In de roman Bezonken rood heeft hij op aangrijpende wijze zijn herinneringen verwerkt aan deze periode uit zijn jeugd.

Bezonken rood werd door de critici unaniem lovend besproken. Inmiddels zijn er vertalingen verschenen in Frankrijk, Duitsland, Enge…

Samen met zijn moeder bracht Jeroen Brouwers zijn kleuterjaren door in het Japanse interneringskamp Tjideng op Java. In de roman Bezonken rood heeft hij op aangrijpende wijze zijn …

Samen met zijn moeder bracht Jeroen Brouwers zijn kleuterjaren door in het Japanse interneringskamp Tjideng op Java. In de roman Bezonken rood heeft hij op aangrijpende wijze zijn herinneringen verwerkt aan deze periode uit zijn jeugd.

Bezonken rood werd door de critici unaniem lovend besproken. Inmiddels zijn er vertalingen verschenen in Frankrijk, Duitsland, Engeland, de Verenigde Staten, Zwitserland, Noorwegen, Zweden, Polen, Portugal, Turkije en Servië.

Bezonken rood werd in 1995 in Parijs bekroond met de prestigieuze Prix Fémina Étranger.

Bezonken rood door Jeroen Brouwers
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titel: Bezonken rood Schrijver: Jeroen Brouwers Uitgeverij: Wolters-Noordhoff BV Groningen Aantal bladzijden: 129 Soort boek: Autobiografische roman
A. Dit boek heb ik samen met nog een aantal “Grote Lijsters” van mijn neef gekregen. Ik heb de achterkant gelezen en het leek me een leuk boek. Ik had nog nooit van dit boek en de schrijver gehoord. Eigenlijk lees ik nooit oorlogsboeken, maar daar wilde ik verandering in brengen. Deze verandering was niet positief. Misschien doordat het door een ik persoon verteld werd. Ik kon mijn aandacht moeilijk bij het lezen houden. Dit verbeterde wel naarmate ik verder in het boek kwam. B. Samenvatting De ik persoon krijgt op 18 februari 1980 een telefoontje dat zijn moeder op 72 jarige leeftijd is overleden aan de ziekte Parkinson in het bejaardentehuis waar ze haar laatste jaren doorbracht. Op de televisie bij zijn moeder stond altijd een foto van haar man. De ik persoon had lang niets meer van zijn moeder gehoord. Ze belde hem wel eens op en dan legde ze gelijk neer. Op de avond dat ze stierf kijkt de ik persoon naar de Duitste versie van de onthoofding van “Macbeth” dit doet hem denken aan de onthoofde kampcommandant, Kenitji Sone. Na het horen van het overlijden van zijn moeder neemt de ik persoon zijn pillen voor zijn angstaanvallen die hij overgehouden heeft aan het kamp. De ik persoon heeft namelijk samen met zijn moeder, grootmoeder en zus drie jaar in het Jappenkamp Tjideng gezeten tijdens de oorlog. Dit vrouwenkamp (voor vrouwen en jongens tot tien jaar) was een wijk met verschillende huizen. In één huis zaten ongeveer tien mensen. De familie van de ik persoon leefde aan het aanrecht in het huis. Grootmoeder sliep hierin en is hier ook in gestorven. De familie heeft veel mensen zien sterven en van de familie zijn alleen moeder en de ik persoon overgebleven. De mensen in de kampen maakten verschrikkelijke dingen mee. Mensen moesten urenlang in de zon blijven staan met de zon als martelwerktuig, of iedereen moest hurksprongen maken (of kikkeren) en dan kwaak, kwaak roepen. Ze moesten beiden martelingen zolang doorstaan totdat er een groot aantal gewonden vielen. Het sterven in het kamp was “dood-gewoon”. De ik persoon voelt niets, wanneer zijn grootmoeder, kampvrienden en andere kampbewoners overlijden. In het kamp kwam een keer een grote voedselzending van het Rode Kruis. Iedereen was blij, maar uiteindelijk moesten de vrouwen kuilen voor elkaar graven. Het voedsel werd dan bij hun begraven. De moeder van de ik persoon had rijst in haar bh meegesmokkeld. Maar ze wordt betrapt en door de kampcommandant flink getrapt. Vanaf dan houdt de ik persoon niet meer van zijn moeder. Hij vindt zijn moeder niet mooi meer en voor hem is ze kapot. Nu neemt de ik persoon Liza als beeld van zijn moeder. Hij heeft 3 dagen een verhouding met haar gehad nadat hij haar in het stadje *** ontmoet had. Dit is alweer bijna 7 jaar geleden. Op de dag van de crematie rijdt hij rond in zijn auto, zonder dat hij zijn pillen heeft ingenomen. Hij verlangt naar Liza. Hij verdwaalt in de mist. Dan stapt hij uit en begint te lopen door het bos. Hij komt aan bij een zwart meer aan. Hier denkt hij aan zijn moeder. Ook denkt hij terug aan het kamp. Hij wilde zijn moeder wel verzorgen, maar hij kon niets meer voor haar doen. Nu zijn moeder dood is, hoopt hij dat Liza verschijnt. Thuisgekomen krijgt de ik persoon een nalating van zijn moeder. Ze liet hem de foto van de tv na en fotoalbums. De ik persoon komt bijna niet voor in de fotoalbums, maar hij lijkt heel erg veel op de foto die altijd op de televisie stond. De ik persoon gaat verder met zijn studie over zelfmoord, maar hij begint te drinken en blijft drinken. Hij denkt dat hij hierdoor niet meer trilt.
Motieven haat/liefde relatie met zijn moeder: De moeder is voor de ik persoon tijdens zijn jeugd heel belangrijk. Er wordt in het boek bijna geen aandacht aan de vader geschonken. Alleen door een brief die zijn vader aan zijn moeder stuurt. dood: De dood van naasten van de ik persoon in het kamp doet hem weinig. De ik persoon gaat zelfs niet naar de crematie van zijn moeder, die ongeveer 30 jaar na de kampervaring sterft. omstandigheden in het kamp: Naar aanleiding van de straffen en martelingen in het Tjideng kamp vallen er veel slachtoffers. De ik persoon geeft naar aanleiding van de slachtoffers zijn gevoelens weer. mist en webmotief: verwarring
wind: leven
vliegen: vliegen waren een teken van de dood. Je moest vliegen weghouden van de mensen. Personages: Jeroen Brouwers: ik persoon
Hij is de hoofdpersoon in het boek en is schrijver. De gebeurtenissen in het Tjideng-Kamp blijven zijn hele leven achtervolgen. Hierdoor heeft hij veel last van angstaanvallen. Hij zat samen met zijn moeder, zus en oma in het kamp. Zijn zus en oma zijn in het kamp gestorven.Zijn moeder heeft hem na de oorlog in het rk. jongenspensionaat geplaatst. Dit ziet hij als verraad. Hij had de laatste jaren weinig contact met zijn moeder. En voelde niets bij haar dood. Hij heeft nooit geleerd te voelen. De ik persoon zoekt in zijn leven naar een moederfiguur en beschouwt Liza (vriendin) als zijn moeder. Tijdens het verhaal valt hij vaak terug op Liza. Moeder van de ik persoon
Henriette Maria Elisabeth van Maaren is de moeder van de ik persoon en is op 72 jarige leeftijd overleden, in een bejaardentehuis, aan de ziekte Parkinson. Ze heeft ook veel meegemaakt in het Jappenkamp. Ze was getrouwd, maar haar man is toen Henriette 45 was overleden. Liza: De ik persoon ontmoet Liza in haar woonplaats: stadje ***. Liza woont boven een klokken-winkel in een appartement. Liza en de ik persoon hebben drie dagen een verhouding, maar dan verlaat de ik persoon haar weer. Een paar dagen na de dood van de ik persoon zijn moeder zien de ik persoon en Liza elkaar weer. Perspectief en verteller Het is een autobiografisch boek. De ik persoon beschrijft zijn leven in het kamp. De schrijver was nog jong toen hij zich in het kamp bevond en heeft daardoor een andere visie op het kamp dan een ouder iemand. Dit kan het boek beïnvloed hebben. Het hele boek wordt door de ik persoon verteld, op een brief van zijn vader na.
stijl Er worden veel symbolen, uitdrukkingen en poezie door elkaar gebruikt. Dit vond ik moeilijk om tot een samenhangend verhaal te brengen. tijd Het boek is in de verleden (tijdens de oorlog) en tegenwoordige tijd (de dood van de ik persoon zijn moeder) geschreven. In het kamp tijdens de oorlog tussen 1940 en 1946
In het stadje *** van Liza ongeveer 1947
Bij de ik persoon thuis ongeveer 1980 Ruimte -In het Jappenkamp Tjideng
Tijdens de oorlog zitten de hoofdpersonen in het vrouwenkamp. Hier vinden veel gebeurtenis-sen plaats. Het kamp is een wijk met verschillende huizen met ongeveer tien inwoners per huis. -Het stadje*** In het stadje*** ontmoet de ik persoon Liza in een café. Liza woont boven een klokkenwinkel in een appartement. -Bij de ik persoon thuis
De ik persoon werd daar wel eens door zijn moeder gebeld. Verder is het huis omgeven met mist. Thema -De gevolgen van het Jappenkamp voor de overlevenden. Men kan hier een trauma aan over-houden (angstaanvallen) en voor hun hele leven psychisch geraakt blijven. -De zoon moederrelatie komt in het boek erg goed naar voren door het overlijden van de ik persoon zijn moeder.
Titelverklaring De titel is op verschillende manieren te verklaren. Rood is de kleur die vaak vernoemd wordt in het boek. -Rood is de kleur van het bloed en de dood -Angst zakt als een waas van bezonken rood voor de ogen: een uitspraak van de ik persoon -De Japanse vlag is wit met een rode zon. De rode zon wordt ook wel als een bloedspat gezien. -Wanneer de ik persoon Liza ziet heeft hij het over het bezonken rood van haar lichaam.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Bezonken rood door Jeroen Brouwers"

Ook geschreven door deze scholier