Feitelijke gegevens
- 2010
- 297 pagina's
- Uitgeverij: Querido
Flaptekst
Zomer 1936. Janna, een jonge Nederlandse schermster, wordt door haar vader op de trein gezet om in de leer te gaan bij zijn oude vriend, maître Egon von Bötticher. Egon, een huzaar die gewond en verbitterd is teruggekeerd uit de Eerste Wereldoorlog, slijt zijn dagen op een verlaten landgoed bij Aken. Hier geeft hij les aan twee beeldschone tweelingbroers en organiseert hij bloedige duels voor studenten. Binnen de poorten van deze eigenaardige wereld gaat Janna, geïntrigeerd door haar ontoeschietelijke maître, op zoek naar antwoorden. Wat is er tussen hem en haar vader voorgevallen, en wie moet de rekening vereffenen? Gaandeweg dringt de buitenwereld het leven op het landgoed binnen en komt het tot een dramatische ontknoping.
Eerste zin
Je zou kunnen zeggen dat Von Bötticher verminkt was, maar na een week merkte ik zijn littekens al niet meer op. Zo snel went een mens aan uiterlijke afwijkingen.Samenvatting
Deel I:
De 18-jarige Nederlandse maagd Janna heeft in september 1936 de trein vanuit Maastricht genomen naar Aken. Het is maar twintig kilometer ver en ze heeft een brief van haar vader Jacq meegenomen voor de man bij wie ze enige weken zal intrekken om schermles te krijgen. Janna is de beste schermster in de regio, Egon is een wereldbekende schermer geweest. Egon en Jacq kennen elkaar uit de periode van de Eerste Wereldoorlog.
Egon von Bötticher is een vreemde man, die een rare tic heeft overhouden aan de oorlog, waaruit hij gewond is teruggekomen. Hij had zich als huzaar heldhaftig willen opstellen, maar er was iets naars gebeurd. Jacq heeft in zijn verleden een rol gespeeld, maar welke? Op zijn landgoed leeft hij alleen met een echtpaar dat al duidelijk onder invloed is van de nieuwe nazistische denkbeelden. (Heinz und Leni) Egon zelf moet daar niet veel van hebben. Hij geeft Janna les op een wat afwijkende manier dan ze gewend is, omdat hij er een andere levensfilosofie op na houdt. Hij is een zeer strenge leermeester. Hij hecht bijzonder veel waarde aan structuren en aan alle uiterste vormen van symmetrie.
Janna is gaan schermen, omdat ze ooit onder de indruk was van de Duitse schermster Helena Meijer, die ze in 1928 in Amsterdam tijdens de Olympische Spelen had zien optreden. Over haar dagdroomt ze vaak. Na enkele weken ziet ze de littekens van Egon von Bötticher niet meer en dagdroomt ze ook over de bijzondere verliefdheid die ze voor die vreemde man opvat. Het wordt allemaal nog wat prettiger, wanneer er ook een bloedmooie tweeling op het landhuis verschijnt: Siegbert en Friedrich (mooie symbolische namen in een boek over de oorlog). Ze zijn niet van elkaar te onderscheiden. Hun moeder Julia komt ook mee, het is een mooie vrouw en ze heeft in de oorlog voordat Egon naar het front vertrok een liefdesrelatie met hem gehad. Omdat hij nooit aan haar schreef, dacht ze dat hij was gesneuveld en had ze met een andere man de tweeling gekregen. Ook die jongens (sabreurs genoemd omdat ze met de sabel vechten) krijgen elke dag les van Egon von Bötticher. Voor hem zijn ze natuurlijk het toppunt van symmetrie. Ze zijn immers onderling uitwisselbaar.
Maar er gebeuren nog meer vreemde dingen op het landgoed. Janna is getuige van een Mensur. Dat is een studentenwedstrijd met schermers waarbij niet de overwinning van belang is, maar het doelbewust oplopen van een litteken. Dat staat namelijk symbool voor heldhaftigheid. Het is een oud ritueel waarbij studenten een diepe hoofdwond moeten oplopen. Janna mag de dokter helpen met hechten van de wonden. De jonge tweeling moet op dat moment uit het landhuis verdwijnen. Na de Mensur praten ze over de vader van Janna en ze laat de foto zien waarop Egon en Jacq samen staan in 1915. Egon ontkent dat hij de man op de foto is. Heinz zegt later dat Egon wel degelijk op die foto staat.
Janna moet ook tegen de tweeling vechten: na een goed begin delft ze het onderspit, volgens Egon omdat ze haar tegenstander ging onderschatten. Bovendien heeft hij de tweeling getraind om totaal verschillend te vechten. De tegenstander weet niet wie hij voor zich heeft, want schermers dragen immers een masker. Janna maakt nadat ze weer opgeknapt is, een boswandeling met Egon. Ook rijdt ze vaak paard met hem. Ze blijft nieuwsgierig naar zijn verleden en ze heeft in een kast een envelop gezien met brieven van Egon von Bötticher gericht aan haar vader die echter nooit verzonden zijn. Op de envelop prijkt een zegel van De Nederlandse Maagd(!). Wanneer ze stiekem de eerste brief opent en leest, staat Egon achter haar. Hij pakt haar beet en kust haar,
Deel II:
Dit deel begint met een brief van Egon en Jacq (nooit verzonden dus) en Janna vertelt de inhoud aan de lezer. Egon was gewond in de Eerste Wereldoorlog en vader Jacq die arts was, heeft hem gered door hem te opereren. Daarna heeft hij hem het neutrale Nederland binnengesmokkeld waar Egon in een interneringskamp werd opgenomen tussen deserteurs en krijgssoldaten. Hij ervoer dat als een schande. Bovendien is hij zijn lievelingspaard Fidèle kwijtgeraakt en dat kan hij helemaal niet verkroppen. Hij zou liever dood zijn.
Janna vertelt dan terug dat hij haar gesnapt had met de brief en dat ze daarna seks hadden gehad. Hij doet dat op een macho-achtige, maar kille manier. ’s Morgens doet hij of er niets gebeurd is, maar de Nederlandse maagd bestaat niet meer. Regelmatig heeft Janna daarna ’s avonds seks met Egon, ook na een avond waarop Julia is verschenen en er veel drank werd genuttigd en er werd gedanst. Als Egon daarna in slaap valt, pakt Janna weer andere brieven uit de verboden la. Egon vraagt daarin o.a. aan haar vader of hij op zoek wil gaan naar zijn mooie paard.
Bij het volgende Mensur komt het tot een harde woordenwisseling tussen de scheidsrechter (in het boek De Onpartijdige genoemd) en Egon. Hij heeft een hekel aan het nieuwe nazisme en uit dat ook waar de studenten bij zijn. De Onpartijdige pikt het niet en gaat boos en Egon de les lezend heen. Hitler zorgt immers goed voor zijn volk. Julia vertelt Janna over de frustraties van Egon: zijn opname in het kamp tussen de losers, het verlies van zijn paard en het uiten van een geestelijke afwijking. Hij heeft zich nooit als een held kunnen gedragen en voor een schermer die de aanval kiest, is dat een erezaak.
Er komt een derde Mensur, maar Egon von Bötticher is daar niet bij. Vlak voordat het feest zou plaatsvinden, is hij weggegaan. Later blijkt hij naar Amsterdam te zijn gegaan. De studenten gaan het op een zuipen zetten en er is voldoende te eten op het landgoed. Janna verbergt zich in de opkamer van waaruit ze alles in de gaten kan houden. Ze hoort ook weer de bizarre gesprekken over Hitler en zijn aanhang. Ook de mooie Friedrich heeft zich daar in het kamertje afgezonderd. Het is een broeierige sfeer: ze was ook al eerder op hem gevallen en in het kleine opkamertje wordt er gevreeën, maar ook hier doet de minnaar daarna alsof er niets is gebeurd. Later vertelt Julia dat een vrouw die op de helft van een tweeling valt altijd maar een halve liefde krijgt. Zij ervaart min of meer hetzelfde als moeder van de eeneiige tweeling.
De meeste gasten zijn laveloos. Ook Janna gaat dronken naar haar bed. Wanneer Egon een dag later verschijnt, wordt duidelijk dat hij in Amsterdam geweest is en een klassiek werk van Thibault heeft bemachtigd. Hij gaat erin lezen en dan komt er een revolutie in het landhuis van hem. Er moeten op staande voet enkele dingen veranderen:
- alles wat niet nodig is, moet verdwijnen uit huis
- de tuin die mooi was aangelegd, wordt met de grond gelijk gemaakt
- het varken dat door de tweeling vaak was gepest, wordt ruw geslacht.
Deel III:
Het boek van Thibault uit de 16e eeuw gaat o.a over lichamelijke onschendbaarheid en Egon wil die ideeën overbrengen op de tweeling. De oude dokter Reich die Egon komt waarschuwen voor de nazi’s, gelooft er niet erg in, maar Egon wel. Op een morgen gaat Janna naar beneden om te schermen. In de zaal denkt ze dat ze Helena Meijer ziet staan en ze begint een gevecht met haar. Het is haar beste schermgevecht ooit, maar wanneer het masker afgaat, ziet ze dat het Julia is.
Op haar bed vindt Janna wat later een liefdesbrief van iemand, maar van wie?
Ze heeft het intussen wel gehad en ze zegt tegen Egon dat ze naar huis wil: ze zal haar vader vragen om haar te komen ophalen. Daarvoor moet een telegram maar Maastricht worden verstuurd en ze gaat met Egon naar het dorp om dat te doen. Als ze terugkomen, vertelt Egon aan haar wat de oorlog voor hem heeft betekend. Daarna hebben ze weer seks met elkaar. Maar Janna voelt dat er een gluurder is: de briefschrijver? Ze vermoedt dat het één van de tweelingbroers is en ze vlucht hem achterna. In de schermzaal zijn de broers bezig aan een duel op leven en dood. Friedrich wordt in zijn long getroffen door het bijzondere wapen dat ze gebruiken. Hij krijgt een doorboorde long en hij overlijdt. Wanneer ze net met het lijk van Friedrich zijn weggereden, komt Janna’s vader met de auto aan. Egon is er niet. Haar vader praat over de stoornis van Egon die alles altijd strak geregeld moest hebben: hij had een overdreven aandacht voor orde en symmetrie. Alles moest perfect zijn. Hij heeft ook nog een brief bij zich voor Egon, die hij in zijn kamer achterlaat.
Maar Janna vlucht nog een keer terug het huis in en pikt de brief mee. De brief vormt dan het slot van het boek. Jacq onthult dat hij op het slagveld als Rode Kruisarts het schitterende paard van Egon naast het vermeende lijk van Egon had aangetroffen. Om het dier uit zijn lijden te verlossen en te behoeden voor verder onheil had hij bij het dier de halsslagader doorgesneden. Toen pas had hij een teken van leven van Egon opgemerkt. Daarna had hij Egon bewusteloos meegevoerd naar Nederland. Het doden van het paard was dus niet nodig geweest.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden