Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Fabriekskinderen door J.J. Cremer

Zeker Weten Goed
Foto van Vivian
Boekcover Fabriekskinderen
Shadow
  • Boekverslag door Vivian
  • Zeker Weten Goed
  • 23 december 2014
Zeker Weten Goed

Boekcover Fabriekskinderen
Shadow
Fabriekskinderen door J.J. Cremer
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Feitelijke gegevens

  • 1863
  • 40 pagina's
  • Uitgeverij: Thieme

Flaptekst

Eerste zin

't Is winter.

Samenvatting

Op een vreselijk koude, vroege winterochtend moeten Saartje, Evert en Sander zoals elke ochtend vertrekken naar de wolspinnerij, waar ze heel hard moeten werken in slechte omstandigheden. Saartje heeft al vanaf het opstaan een tikkend gevoel in haar hoofd en krijgt tijdens het werken koorts. Sander wordt door zijn grote broer Evert op straat achtergelaten wanneer hij niet meer verder wil en valt op de stoep in slaap. De jonge baron Willem van Hoogstadt vindt hem en neemt hem mee naar huis: hij geeft hem eten en kleren en laat hem vertellen over het miserabele leventje dat hij leidt. Daarna neemt de baron Sander in huis, zodat hij nooit meer arm hoeft te zijn. Intussen is Saartje weer thuis en zo vreselijk ziek dat ze 's nachts in haar bedje overlijdt.

Dit verslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Personages

Saartje

Saartje is 12 jaar en daarmee het op een na oudste kind van het gezin. Ze heeft zich neergelegd bij het feit dat ze hard moet werken en klaagt niet, maar doet wat er van haar verwacht wordt omdat dat nu eenmaal moet. Ze wil graag gehoorzaam zijn en hoopt stiekem dat de dingen wel beter zullen worden, maar helaas gebeurt dat niet: ze overlijdt.

Sander

Sander is 10 en daarmee een van de jongste kinderen. Hij wil in tegenstelling tot Saartje helemaal niet werken en wordt heel verdrietig en ellendig van de kou, de honger en de moeheid. Hij wordt door de andere kinderen op straat achtergelaten als hij weigert verder te gaan en wordt geholpen en geadopteerd door een oudere heer: hij krijgt dan een leven vol van heerlijk eten, warmte en genoeg slaap. Hij komt nooit meer iets tekort.

De ouders

De ouders van Saartje, Sander en de andere kinderen zijn harde mensen. Hun vader drinkt erg veel, lijkt helemaal niet van ze te houden en wil dat ze zo hard mogelijk werken om zoveel mogelijk geld binnen te halen, want zelf heeft hij geen werk. Hun moeder houdt wel van ze en heeft medelijden met hoe zwaar ze het hebben, maar stuurt hen toch naar de fabriek omdat ze niet anders kan. Wanneer Saartje heel ziek is en op sterven ligt, roept ze om haar moeder, maar die slaapt te vast om het te horen en kan haar dochter geen troost bieden in de laatste momenten van haar leven.

Baron van Hoogstad

Jan van Hoogstad is een jonge baron die rechten studeert. Hij heeft een kamer bij de melkboer en zijn vrouw en het ontbreekt hem aan niets, maar hij is helemaal niet verwaand. Wanneer hij op een dag een fabrieksjongen uitgeput en uitgehongerd op straat vindt, neemt de baron het jongetje, Sander, onmiddellijk in huis om hem te verzorgen. Hij is erg lief voor Sander en adopteert hem: vanaf dat moment probeert de baron door met de jongen in het openbaar te verschijnen de mensen bewust te maken van kinderarbeid. Hij is hier namelijk fel tegen.

Quotes

"En ja, hij gevoelt wel de juistheid dier woorden; maar ach! koortsachtig jaagde hem het bloed door de aders, want ziet ge - men heeft hem die wonde getoond! Van hem heeft men een woord begeerd aan den vader der lijdende stad; een smeekwoord om hulpe, om spoedige redding. Was het wonder dat hij moeite had al aanstonds den juisten toon te treffen, beseffend het hoog gewigt zijner roeping. Nogtans van nu aan zal hij trachten eenvoudig te zijn, o n t z e t t e n d eenvoudig." Bladzijde 4
"‘Maar weet je waar zu'k gespuis van afkomstig is,’ - en zij wijst met haar vleezigen vinger op den armen Sander, die in Willems ledikant zoo kostelijk te slapen ligt, ‘van 't repalje weet je, uit de febrieken; van ouwers die zuipen en luijeren en d'r eigen onmondige vleesch voor den kost laten zorgen, zie je, weet u menheer, van zu'k repalje.'" Bladzijde 21
"Naar school gaat hij niet, want het dagloon zou dan minder worden en voor vader en moeder te schadelijk zijn. Boeken? Neen, boeken heeft hij nooit gezien." Bladzijde 30

Thematiek

Maatschappijkritiek

Een maatschappelijke aanklacht vormt de rode draad in het verhaal. In de schrijfstijl komt steeds naar voren hoe verschrikkelijk de schrijver het vindt hoe de kinderen moeten leven en hoe onrechtvaardig dat wel niet is: hij roept de lezers voortdurend op om er iets aan te doen, om de situatie te verbeteren, om zich te schamen voor wat er allemaal gebeurt. Daarmee gaat hij als schrijver eigenlijk in tegen wat het lezerspubliek uit deze tijd wilde lezen: de mensen hielden van eenvoud en rust in boeken, maar de schrijver had in de maatschappij gezien hoe zwaar veel mensen het hadden en dat liet hem niet meer los.

Motieven

Armoede

Armoede is eigenlijk de veroorzaker van de kinderarbeid en de kinderarbeid is weer de aanleiding voor de schrijver om het boek te schrijven als maatschappelijke aanklacht. Alleen de kinderen van zeer arme, werkloze ouders moesten in de fabrieken werken en zelfs de kinderarbeid lost deze armoede niet op: de kinderen krijgen namelijk zo slecht betaald dat ze het thuis nog steeds erg arm hebben, ook al werken alle kinderen van een gezin in de fabriek.

Kindertijd & kinderleed

Het boek gaat over de kinderarbeid die in de negentiende eeuw in de grote Hollandse steden heerste. De schrijver vertelt over hoe de kinderen die in de fabrieken moesten werken thuis leefden, hoe vroeg ze moesten opstaan, hoe koud het was op weg naar de fabriek, hoe weinig ze te eten kregen en hoe gevaarlijk het werk in de fabriek was, hoe snel ze ziek werden en hoe arm ze het thuis hadden. De schrijver vertelt vooral veel over dat kinderarbeid een grote veroorzaker was van kindersterfte door het zware leven. Hij geeft bovendien heel veel mensen de schuld: de ouders omdat ze hun kinderen niet beter beschermen, de werkgevers omdat ze geen rekening houden met de belangen van de kinderen en de machthebbers omdat ze alles maar gewoon laten gebeuren.

Trivia

Het boek was aanvankelijk niet bedoeld als boek, maar als voordracht voor spreekavonden.

Titelverklaring

De titel Fabriekskinderen was in de negentiende eeuw een bekende term: het woord werd gebruikt voor arme kinderen die in de fabrieken moesten werken in zware omstandigheden. Die kinderen werden gemakkelijk herkenbaar op straat, men kon dan zo zeggen: kijk, daar lopen fabriekskinderen. Dit verhaal gaat precies over deze kinderen, die een heel zwaar leven leiden doordat ze zo hard moeten werken en vrijwel geen toekomstperspectief hebben vanwege hun armoede.

Structuur & perspectief

Fabriekskinderen is een novelle van maar 40 bladzijden inclusief het voorblad. Het boekje bestaat uit 39 hoofdstukken van elk iets minder dan een halve bladzijde lang. Het verhaal is erg eenvoudig: in het eerste gedeelte, ongeveer de eerste tien hoofdstukken (bladzijden) maak je als lezer kennis met de arme kinderen, hun ouders en hun leven in de fabriek, en ook met de rijke baron. In het tweede gedeelte wordt duidelijk hoe slecht de leefomstandigheden zijn en wordt een van de kinderen door de baron opgevangen, en in het laatste deel, de laatste tien hoofdstukken, wordt dit jongetje definitief door de baron geadopteerd terwijl zijn zusje Saartje overlijdt door de gevolgen van het zware werk.

Het verhaal wordt steeds verteld uit het perspectief van de schrijver, die als een soort alwetende verteller steeds inzoomt op verschillende personages en situaties.  Daardoor krijg je als lezer een goed algemeen beeld van het leven in deze tijd en in deze omstandigheden, maar je leert geen van de personages echt goed kennen omdat het verhaal daarvoor te kort is.

Decor

Het verhaal speelt zich af in de tweede helft van de negentiende eeuw, in de jaren zestig om precies te zijn. De stad Leiden vormt het decor: dit is een van de steden waar in deze periode heel veel fabrieken waren met erg veel kinderarbeid en waar je dus gemakkelijk fabriekskinderen kon aantreffen. Er wordt weinig verteld over Leiden als stad, alleen de fabriek waar de kinderen moeten werken, het krot waar het gezin woont en het huis waar de jonge baron verblijft. Dit alles bevindt zich in een achterbuurt. 

De periode die beschreven wordt is niet meer dan een dag: dit is eigenlijk een heel gewone dag in het leven van de fabriekskinderen, alleen verloopt deze anders voor een van hen en eindigt anders voor een van de anderen.

Er zit een bijzonder verhaal achter het ontstaan van het boekje. Een man die door de regering was ingehuurd om een rapport te schrijven over kinderarbeid, riep op zijn beurt de hulp in van de schrijver (die al erg geliefd was bij het publiek). De ingenieur vond namelijk dat het te lang duurde voordat er een wetgeving omtrent kinderarbeid kwam en liet J.J. Cremer zien hoe het er in een textielfabriek in Leiden aan toe ging. Zes weken later had de schrijver het boek af. Leden van het parlement en de regering waren uitgenodigd om op 11 maart 1863 te komen luisteren hoe hij het boek voordroeg, maar er kwam geen enkele minister opdagen. De regering reageerde bovendien helemaal niet op de woede van de burgers over kinderarbeid die ontketend was door het boek, ook al werden er heel veel verzoekschriften ingediend. Pas jaren later kwam het Kinderwetje van Van Houten, het verbod op kinderarbeid voor kinderen onder de twaalf jaar. Maar ook dat veranderde weinig: als die kinderen eenmaal twaalf waren geworden, gingen ze meteen van school af en de fabriek in.

Stijl

De schrijfstijl van de auteur draait heel duidelijk om een ding: hij wil een maatschappelijke aanklacht indienen door dit boek te schrijven. Met het korte verhaal, dat hij eigenlijk bedoeld had als voordracht op spreekavonden en lezingen, wilde hij de mensen bekend maken met de verschrikkelijke omstandigheden waarin fabriekskinderen leefden en hen oproepen daar iets aan te doen. In vrijwel elk hoofdstukje komt dit naar voren, doordat hij steeds benadrukt hoe ellendig de situatie is met veel uitroepen en medelijden voor de personages. Het is een beetje te vergelijken met de stijl van Charles Dickens in Oliver Twist: hij schetst de wereld om hem heen op een pijnlijk realistische manier en probeert door zijn eigen emoties erin te verwerken het publiek aan te sporen er iets aan te doen.

Slotzin

Wél u, dat gij hebt zaâmgewerkt - niet tot leniging, maar ter voorkoming van ellende en jammer; wél u, dat gij der Nederlandsche Nijverheid een schoonere toekomst hebt gewaarborgd; en wél u, wél u bovenal, dat Gij die armen daar ginder - en nu zonder geld - naar ziel en ligchaam gered en WAARLIJK HEBT LIEFGEHAD.

Beoordeling

Ik vond dit boekje niet echt heel goed of slecht: het ontbrak teveel aan personages en een echte verhaallijn voor mijn smaak. Wel vond ik het erg mooi hoe de schrijver er zoveel emoties in heeft weten te leggen, daardoor voelde ik me heel erg betrokken bij de arme kinderen. Ik vind het er bijzonder hoe krachtig de aanklacht is geworden die de schrijver met het boek heeft willen maken en ik denk dat het een heel goede historische roman zou zijn geworden als hij de dingen uitgebreider en interessanter had uitgewerkt, zodat je nog meer met de personages mee had kunnen voelen.

Bronnen

Analyse van het boek op Literatuurgeschiedenis.nl
http://www.literatuurgesc...19045.html
Je hebt nog 2 Zeker weten goed verslagen over.

Wil je onbeperkt toegang tot alle Zeker Weten Goed verslagen? Meld je dan aan bij Scholieren.com.

35.453 scholieren gingen je al voor!

REACTIES

G.

G.

Hallo. Ik vind dit een erg mooi boekverslag.

8 jaar geleden

S.

S.

prachtig gerrie mooi gezegd

6 jaar geleden

P.

P.

Ik vind het helemaal mo... genieten.

8 jaar geleden

B.

B.

prima, alleen in de personagebeschrijving staat 'Jan van Hoogstad' en het is eigenlijk 'Willem van Hogenstad'

6 jaar geleden

J.

J.

Mooi verslag. Cremer heeft Fabriekskinderen slechts een keer voorgedragen. Hij heeft via de pers met regelmaat zijn ongenoegen laten blijken over kinderarbeid. Thorbecke heeft niets gedaan om kinderarbeid te verbieden. Hij vond kinderarbeid een zaak van het bedrijfsleven. Een waar liberaal dus.
Zie voor J.J. Cremer www.jacobcremer.nl

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Fabriekskinderen door J.J. Cremer"

Ook geschreven door Vivian