Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Fabriekskinderen door J.J. Cremer

Beoordeling 8.1
Foto van Mare
Boekcover Fabriekskinderen
Shadow
  • Boekverslag door Mare
  • 6e klas vwo | 2335 woorden
  • 5 april 2022
  • 57 keer beoordeeld
Cijfer 8.1
57 keer beoordeeld

Boekcover Fabriekskinderen
Shadow
Fabriekskinderen door J.J. Cremer
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Feitelijke gegevens van het boek

Titel: De fabriekskinderen
Auteur: J.J Cremer
Eerste uitgave: 1863
Bladzijden: 39
Genre: novelle, pamflet, streekroman, sociale roman/novelle, geëngageerde literatuur

Samenvatting

Het verhaal draait om de arme familie Zwarte, die in een mooi, maar bouwvallig huis in Leiden wonen. Op een koude ochtend in december worden de kinderen Evert, Saartje en Sander wakker gemaakt door hun ouders. Ze moeten gaan werken bij de Leidse wolfabriek. Ze zijn nog erg moe van hun werkdag gisteren en Klaartje is al een paar dagen ziek; ze heeft erge hoofdpijn. Wanneer ze naar de fabriek lopen, loopt Klaartje vooruit doordat ze zo snel mogelijk bij de warme fabriek wil zijn, en Evert trekt Sander met zich mee. Sander is moe en wil niet lopen, waardoor hij Evert bijt. Evert schrikt en loopt boos weg, Sander achterlatend.

Evert en Klaartje komen aan bij de fabriek. Het is een erg donkere fabriek en ze moeten erg gevaarlijk werk doen. Evert en Klaartje hebben het zwaar, onder andere doordat Sander er niet is. Sander is in slaap gevallen op de straat, in de kou, en wordt gevonden door Willem, een jurist aan de Leidse academie. Hij wil Sander naar zijn huis brengen, maar hij woont in een van de bovenkamers van een melkboer en de echtgenote van de melkboer wil dat niet. Willem trekt zich daar niets van aan en laat Sander in zijn appartement slapen, en doet hem schone kleding aan. Als Sander wakker wordt, geeft Willem hem wat eten en drinken. Wanneer ze met elkaar beginnen te praten, schrikt Willem van de armoede waar Sander in leeft. Hij komt erachter dat Sander niet naar school gaat, en in een fabriek werkt. Willem besluit Sander te adopteren en te onderwijzen en verzorgen.

Ondertussen zijn Saartje en Evert weer thuis en gaat het steeds slechter met Saartje. Haar ouders zien de ernst van de situatie niet in en haar moeder stopt haar ’s avonds wat beter toe. Die nacht heeft Saartje verschrikkelijke dorst en een brandende keel, maar niemand hoort haar gekerm en ze is te zwak om zelf water te halen. Een paar uur later overlijdt ze in haar slaap. Het verhaal gaat dan vanzelf over in een pamflet. De verteller zegt namelijk dat dit een situatie is waarin duizenden kinderen, fabriekskinderen, zich in verkeren. Hij roept mensen op om er wat aan te doen.

Personages

Alle personages zijn flat characters; hun innerlijk wordt niet uitgediept, ze zijn alleen een middel om een verhaal over te brengen.

Saartje Zwarte: Saartje is elf jaar oud, bijna twaalf. Ze is al vanaf het begin van het verhaal ziek, en gaat uiteindelijk dood aan haar ziekte. Ze moest net zoals haar broers elke dag in de fabriek werken. Ze is een harde werkster, en heeft zich er min of meer bij neer gelegd dat ze moet werken, maar hoopt nog steeds dat dingen beter gaan worden.

Sander Zwarte: Sander is tien jaar oud, maar zag er eruit alsof hij zeven was door het harde werken en gebrek aan eten. Hij is de enige van de kinderen van de familie Zwarte die een goed einde heeft gekregen, doordat hij door een aardige man werd geadopteerd.

Evert Zwarte: Evert is het oudste kind van de familie Zwarte. Hij is namelijk dertien jaar oud, waardoor hij het ook het lastigst heeft; hij moet bijvoorbeeld vaak op zijn jongere broertje Sander letten. Zijn zusje Saartje is overleden en zijn broertje Sander is geadopteerd, maar Evert moet waarschijnlijk nog gewoon blijven werken en een arm leven leiden.

Meneer Zwarte: Meneer Zwarte is de vader van Saartje, Sander en Evert, maar ook van twee jongere, niet bij naam genoemde kinderen. Hij is een alcoholist en wil dat zijn kinderen hard werken, maar hij heeft zelf geen werk. Hij is namelijk gestopt met zijn werk als timmerman. Hij is erg onaardig tegen de kinderen en lijkt niet van hen te houden.

Mevrouw Zwarte: Mevrouw Zwarte is de moeder van Saartje, Sander, Evert en twee jongere kinderen. Hoewel ze liever voor de kinderen is dan hun vader, bekommert ze zich nog steeds niet genoeg over hen. Zo geeft ze de doodzieke Saartje slechts een deken en gaat ze daarna gewoon slapen.

Willem van Hoogstad: Willem is de man die Sander heeft opgevangen. Hij is een jonge baron die rechten studeert, en hij leeft een goed leven; hij heeft een huis en genoeg geld om zichzelf, en later ook Sander, te onderhouden. Hij is een erg aardige, lieve man, omdat hij arme Sander zomaar van straat plukt en adopteert. Nadat hij Sander adopteert komt hij ook in actie voor het bestrijden van kinderarbeid.

Tijd

Het verhaal verloopt chronologisch en is in de tegenwoordige tijd geschreven. De vertelde tijd is ongeveer een dag en het tempo is constant; er wordt geen gebruik gemaakt van grote tijdsprongen, tijdsverdichting of tijdsvertraging. Er komen geen flashbacks en flashforwards in voor. De verteltijd is 39 pagina’s. Het verhaal speelt zich af in de tweede helft van de negentiende eeuw, rond 1863.

Ruimte & plaats

Het verhaal speelt zich af in Leiden. Dit kan je zien aan de genoemde straatnamen, zoals de Breestraat. In het verhaal gaat het nauwelijks over Leiden als stad, het speelt zich alleen af in de fabriek waar de kinderen werken, het huis van de familie Zwart, en het huis van Willem. Deze bevinden zich allemaal in een achterbuurt. Leiden is wel belangrijk voor het verhaal, doordat er in die tijd veel fabrieken waren en er dus ook veel kinderen in de fabrieken werkten.

(Schrijf)stijl

Er wordt gebruik gemaakt van lange zinnen en er worden veel beschrijvingen gegeven; er komen dus veel bijvoeglijke naamwoorden in voor. De verteller schetst als het ware de wereld waarin Saartje, Sander en Evert leven en verwerkt ook zijn eigen mening en medelijden erin. Ook komen er veel stijlfiguren, zoals metaforen, in voor.

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

“Ik weet niet of gij zoudt gelagchen hebben, indien gij Willem op nieuw met het altijd vreesachtige knaapje hadt zien tobben en sollen; wanneer gij gezien hadt, hoe hij hem tilde van ’t bed, hem dwong de voeten te steken in een paar wollen kousen, die nog veel langer dan zijn geheele beentjes waren; hoe hij de dunne armpjes door de mouwen van den ouden overjas trok en die mouwen, ter vrijmaking van de handjes, meer dan ter halverwege opsloeg; toen hij het arme zoo wonderlijk toegetakelde manneke in zijn zit- en studeerkamer op de canapé deed plaats nemen, hem overlaadde met vet geboterde broodjes eb krentebollen, en verder onthaalde op een enormen kop van de fijnste waterchocolade.”

Vertelwijze/ perspectief

Er wordt gebruik gemaakt van een auctoriaal perspectief. Zo wordt er verplaatst in verschillende personages. De verteller neemt de lezer mee van de ene scène naar de andere en geeft zelf commentaar op de gebeurtenissen, zoals dat hij Willem prijst voor het opvangen van Sander. In het begin beschrijft de alwetende verteller de gebeurtenissen vooral, maar op het eind, na Saartjes dood, schrijft de verteller in ik-vorm. Er is gekozen voor een auctoriaal perspectief om het lijden van de kinderen te benadrukken.

Thematiek

Thema’s van het boek

Het thema van dit boek is kinderarbeid, de kinderarbeid dat in de negentiende eeuw in de grote Nederlandse steden, zoals Leiden, heerste. Het laat zien hoe erg het werken in de fabriek is voor jonge kinderen en hoe het allerlei slechte dingen kan veroorzaken, zoals ziekte, verwondingen en kindersterfte. Deze novelle is geschreven om het publiek wakker te schudden over de angstaanjagende realiteit van kinderarbeid. Het verhaal pleit voor de afschaffing van kinderarbeid.

De abstracte motieven die nog niet zijn genoemd bij de thematiek van de tijd zijn:

  • De familie Zwarte is erg arm en dat is de reden dat Saartje, Sander en Evert in de fabriek moeten werken. Ze zijn diegenen die hun familie onderhouden, doordat hun moeder hun twee kleinere broertjes en zusjes moet verzorgen en hun vader een alcoholist is. Als ze niet arm waren, en uit de hogere klasse kwamen, hadden ze waarschijnlijk niet hoeven te werken en hadden ze zelfs naar school kunnen gaan.
  • Saartje is arm geboren en arm overleden, en Evert moet waarschijnlijk de rest van zijn leven blijven doorwerken om zichzelf en zijn familie te onderhouden. Sander daarentegen, ondanks dat hij precies uit hetzelfde milieu kwam, heeft een veel optimistischere toekomst. Dat komt doordat hij is opgevangen door een aardige, rijke man. Dit was puur geluk.

De titel is ‘Fabriekskinderen’. Dit was in de negentiende eeuw een veelvoorkomend begrip; dit waren kinderen die in de fabriek werkten. Ze waren makkelijk te onderscheiden van ‘normale’ kinderen die naar school gingen, doordat ze vaak magerder waren, armoedige kleding droegen en er viezig of moe uitzagen. Men wist dus dat er kinderen onder zware omstandigheden werkten in fabrieken, maar deden er niets als ze hen tegen kwamen op straat.

De ondertitel is ‘Een bede, doch niet om geld’. De kinderen hadden hulp nodig, maar niet per sé geld. Ze moesten simpelweg wegkomen van de fabriek waar ze zo slecht werden behandeld; de hulp die ze vroegen ging niet om geld.

Thema’s uit de Romantiek

Dit verhaal is geschreven in 1863, aan het eind van de Romantiek en tijdens de Industriële Revolutie.

  • Een belangrijk thema uit de latere Romantiek is non-conformisme, en opstandigheid. Non-conformisme is een levenshouding waarbij je je niet wil aanpassen aan de huidige normen en waarden van de maatschappij. De Romantische mens was namelijk niet tevreden met de huidige maatschappij. Schrijvers schreven vaak over hun kritiek op bepaalde opvattingen en kwamen in opstand. Dat zie je ook terug in ‘Fabriekskinderen’; de schrijver zet zich erg af tegen kinderarbeid, wat in die tijd normaal was. Kritiek en onrust is ervan af te lezen.
  • Maatschappijkritiek (geëngageerd). Een maatschappelijke aanklacht vormt de rode draad in het verhaal. In de schrijfstijl komt steeds naar voren hoe verschrikkelijk de schrijver het vindt hoe de kinderen moeten leven en hoe onrechtvaardig dat wel niet is: hij roept de lezers voortdurend op om er iets aan te doen, om de situatie te verbeteren, om zich te schamen voor wat er allemaal gebeurt. Daarmee gaat hij als schrijver eigenlijk in tegen wat het lezerspubliek uit deze tijd wilde lezen: de mensen hielden van eenvoud en rust in boeken, maar de schrijver had in de maatschappij gezien hoe zwaar veel mensen het hadden en dat liet hem niet meer los.”
  • Tijdens de Romantiek zijn de strakke vormen van classicisme, een stroming die zich richtte op de klassieke oudheid, verworpen. Ook werd er gevonden dat de Verlichting, een 18-eeuwse filosofische beweging, slechts had gezorgd voor eenzijdig intellectualisme. Ook was er kritiek op het rationalisme, een 17-eeuwse filosofische stroming die het verstand vooropstelde. Kortom, er waren veel stromingen voor de Romantiek die juist niet waren gericht op gevoelens en emoties, en in de Romantiek kwam dit juist weer terug. Dit komt ook voor in ‘Fabriekskinderen’; de schrijver voelt erg veel voor kinderarbeid en heeft er daardoor een verhaal over geschreven. Ook de verteller van het verhaal laat zich regelmatig uit over hoe erg het allemaal wel niet is.
  • De Romantici wilde van de wereld een kunstwerk maken met morele idealen op de voorgrond, op het gevoel inspelend. Deze esthetisering zien we in ‘Fabriekskinderen’ terug in het taalgebruik; het verhaal zit vol met stijlfiguren zoals metaforen en synesthesie, en maakt ook gebruik van uitgebreide omschrijvingen.
  • Ook werd het in het aan het eind van de negentiende eeuw normaler om te schrijven over de realiteit en het alledaagse leven. Voor de huidige lezer is ‘Fabriekskinderen’ natuurlijk geen stuk uit het normale leven, maar kinderarbeid was wel de realiteit voor veel kinderen tijdens de achttiende eeuw. De schrijver vond het belangrijk om realistisch over dit verschrikkelijke aspect van de achttiende eeuw te schrijven.
  • Maar de vraag is, waarom was er zo veel kinderarbeid in de achttiende eeuw? Veel mensen zagen de Industriële Revolutie als de schuldige, maar kinderarbeid bestond al veel langer; kinderen werkten bijvoorbeeld op het land of in de winkel van hun ouders. Maar tijdens de Industriële Revolutie gingen kinderen in fabrieken werken, niet in een gezinsverband, wat gevaarlijker was. Kinderen waren de perfecte arbeiders, doordat ze lenig, behendig, makkelijk te disciplineren en goedkoop waren. Door deze verslechterde werkomstandigheden groeide het verzet tegen kinderarbeid, wat je overduidelijk kan zien in ‘Fabriekskinderen’.

Auteur

Dit verhaal is geschreven in 1863, aan het eind van de Romantiek en tijdens de Industriële Revolutie.

  • Een belangrijk thema uit de latere Romantiek is non-conformisme, en opstandigheid. Non-conformisme is een levenshouding waarbij je je niet wil aanpassen aan de huidige normen en waarden van de maatschappij. De Romantische mens was namelijk niet tevreden met de huidige maatschappij. Schrijvers schreven vaak over hun kritiek op bepaalde opvattingen en kwamen in opstand. Dat zie je ook terug in ‘Fabriekskinderen’; de schrijver zet zich erg af tegen kinderarbeid, wat in die tijd normaal was. Kritiek en onrust is ervan af te lezen.
  • Maatschappijkritiek (geëngageerd). Een maatschappelijke aanklacht vormt de rode draad in het verhaal. In de schrijfstijl komt steeds naar voren hoe verschrikkelijk de schrijver het vindt hoe de kinderen moeten leven en hoe onrechtvaardig dat wel niet is: hij roept de lezers voortdurend op om er iets aan te doen, om de situatie te verbeteren, om zich te schamen voor wat er allemaal gebeurt. Daarmee gaat hij als schrijver eigenlijk in tegen wat het lezerspubliek uit deze tijd wilde lezen: de mensen hielden van eenvoud en rust in boeken, maar de schrijver had in de maatschappij gezien hoe zwaar veel mensen het hadden en dat liet hem niet meer los.”
  • Tijdens de Romantiek zijn de strakke vormen van classicisme, een stroming die zich richtte op de klassieke oudheid, verworpen. Ook werd er gevonden dat de Verlichting, een 18-eeuwse filosofische beweging, slechts had gezorgd voor eenzijdig intellectualisme. Ook was er kritiek op het rationalisme, een 17-eeuwse filosofische stroming die het verstand vooropstelde. Kortom, er waren veel stromingen voor de Romantiek die juist niet waren gericht op gevoelens en emoties, en in de Romantiek kwam dit juist weer terug. Dit komt ook voor in ‘Fabriekskinderen’; de schrijver voelt erg veel voor kinderarbeid en heeft er daardoor een verhaal over geschreven. Ook de verteller van het verhaal laat zich regelmatig uit over hoe erg het allemaal wel niet is.
  • De Romantici wilde van de wereld een kunstwerk maken met morele idealen op de voorgrond, op het gevoel inspelend. Deze esthetisering zien we in ‘Fabriekskinderen’ terug in het taalgebruik; het verhaal zit vol met stijlfiguren zoals metaforen en synesthesie, en maakt ook gebruik van uitgebreide omschrijvingen.
  • Ook werd het in het aan het eind van de negentiende eeuw normaler om te schrijven over de realiteit en het alledaagse leven. Voor de huidige lezer is ‘Fabriekskinderen’ natuurlijk geen stuk uit het normale leven, maar kinderarbeid was wel de realiteit voor veel kinderen tijdens de achttiende eeuw. De schrijver vond het belangrijk om realistisch over dit verschrikkelijke aspect van de achttiende eeuw te schrijven.
  • Maar de vraag is, waarom was er zo veel kinderarbeid in de achttiende eeuw? Veel mensen zagen de Industriële Revolutie als de schuldige, maar kinderarbeid bestond al veel langer; kinderen werkten bijvoorbeeld op het land of in de winkel van hun ouders. Maar tijdens de Industriële Revolutie gingen kinderen in fabrieken werken, niet in een gezinsverband, wat gevaarlijker was. Kinderen waren de perfecte arbeiders, doordat ze lenig, behendig, makkelijk te disciplineren en goedkoop waren. Door deze verslechterde werkomstandigheden groeide het verzet tegen kinderarbeid, wat je overduidelijk kan zien in ‘Fabriekskinderen’.

Auteur

Jacob Jan Cremer (1827-1880) was een Nederlandse schrijver, voordrachtskunstenaar en kunstschilder. In zijn jeugd had hij meer belangstelling voor kunst en toneel dan de lessen die hij op school kreeg, waardoor zijn ouders hem een kunstopleiding lieten volgen.

Hij trouwde in 1952 en kreeg vier kinderen, waarvan er twee voor hun eerste verjaardag stierven. Cremer’s talent trok van kunst naar letterkunde, maar hij bleef wel schilderen. Hij schreef novelles, romans en poëzie, en had belangstelling voor toneel. In zijn romans sneed hij serieuze thema’s aan, zoals stakingen en de uitsluiting van Joden. Maar dus ook kinderarbeid in ‘Fabriekskinderen’, waarmee hij veel politieke aandacht trok. Hij droeg de novelle in heel Nederland voor om aandacht te vragen voor de kwestie. Hij sprak de lezer aan en confronteerde hem met de walgelijke maatschappij, die zulke wantoestanden toeliet.

Cremer probeerde de realiteit niet te verdoezelen en sprak glashard over de huidige situatie van kinderarbeid in die tijd. Pas in 1874 werd het Kinderwetje van Van Houten ingevoerd, waardoor het verboden werd om kinderen onder de twaalf jaar in fabrieken te laten werken. Maar deze wet werd slecht gehandhaafd en kinderarbeid werd pas twintig jaar na Cremers dood, in 1900, effectief gestopt in Nederland door de invoering van de Leerplichtwet.

Bronnenlijst

https://www.dbnl.org/tekst/crem001fabr01_01/crem001fabr01_01.pdf
https://media.scholieren.net/downloads/50675.2ba78465dc93953578db6bcc3881a18c4d9a5bc0.pdf
https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-fabriekskinderen-door-jj-cremer-48644
https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-fabriekskinderen-door-jj-cremer-46682
https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-144017
https://15-18.jeugdbibliotheek.nl/lezen/lezen-voor-de-lijst/niveau-3/fabriekskinderen.html
https://www.scholieren.com/verslag/zekerwetengoed/fabriekskinderen-jj-cremer
http://leesdossierlennartvanderwielen.blogspot.com/2012/05/klas-5-verwerkingsopdracht-romantiek.html
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kinderarbeid
https://www.literatuurgeschiedenis.org/19e-eeuw/terug-naar-de-realiteit
https://amberbeerensleest.jouwweb.nl/nederlands/vwo-5/fabriekskinderen-1







REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Fabriekskinderen door J.J. Cremer"

Ook geschreven door Mare