Woutertje Pieterse door Multatuli

Beoordeling 4.3
Foto van een scholier
Boekcover Woutertje Pieterse
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 3179 woorden
  • 11 juni 2016
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 4.3
6 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Multatuli
Lezen voor de lijst
Niveau 4 (15-18 jaar)Lezen voor de lijst Niveau 4 (15-18 jaar)
Genre
Psychologische roman
Taal
Nederlands
Vak
Methode
Eerste uitgave
1862
Pagina's
220
Geschikt voor
vwo
Punten
4 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Kindertijd & Kinderleed,
School- en Studentenleven

Boekcover Woutertje Pieterse
Shadow

De geschiedenis van Woutertje Pieterse wordt door velen beschouwd als één van de belangrijkste Nederlandse klassiekers en doet voor velen zeker niet onder voor Max Havelaar. Deze roman over een dromerige, fijngevoelige jongen speelt zich af in het negentiende-eeuwse Amsterdam en is een grimmige en geestige satire op het bekrompen burgerdom. Echter zowel …

De geschiedenis van Woutertje Pieterse wordt door velen beschouwd als één van de belangrijkste Nederlandse klassiekers en doet voor velen zeker niet onder voor Max Ha…

Woutertje Pieterse door  Multatuli
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

  1. Titel: Woutertje Pieterse

Auteur: Multatuli                            

Uitgeverij: Hoogland en van Klaveren (Elsevier)                           

Plaats en jaar van uitgave: Hoorn, 2006 (Amsterdam, 1890)        

  1. Genre:

Psychologisch roman.

  1. Titel en Titelverklaring:

De titel is: Woutertje Pieterse. Het verhaal gaat over de jongen Wouter Pieterse. Ik snap niet helemaal waarom het Woutertje is geworden, maar ik denk omdat het gewoon goed klinkt. In het boek wordt namelijk niet verwezen naar Woutertje. Ik denk wel dat Wouter flink gekleineerd wordt in het verhaal en erg als kind wordt behandeld, ook later als hij al 16 is.

  1. Personages:

Wouter Pieterse (Karakter/Hoofdpersoon):

Wouter Pieterse is de jongen waaruit het verhaal wordt geschreven. Erg magere en bleke jongen. Niet erg groot, maar dit veranderd gedurende het verhaal. Hij is 10 en het boek eindigt als hij 16 is. Wouter is een slimme jongen, maar er wordt constant tegen hem gezegd dat hij dat niet is. Hij zorgt voor problemen, vindt zijn moeder. Hij is erg eigenzinnig en doet waar hij zelf zin in heeft, maar heeft daar later vaak spijt van, omdat hij dan op zijn kop krijgt van zijn moeder. Eerst houdt hij niet erg van leren, maar later (als Femke het aan hem opgedragen heeft) krijgt hij de smaak te pakken en wordt hij de beste van de klas. Hij weet niet goed wat hij wil worden later, wel iets met Afrika. Hij gaat in de handel. Hij houdt erg van roversverhalen, favoriet is Glorioso.

Femke (Type):

Femke is het wasjuffrouw die Wouter op en dag tegenkomt. Ze bezoekt hem als hij ziek is, maar wordt erg onaardig ontvangen door zijn moeder. Ze werkt bij de familie Holsma als dienstmeisje als het andere dienstmeisje ziek is. Ze is hun nicht. Wouter is erg verliefd op haar. Later gaan ze samen trouwen.

Mevrouw Pieterse (Type):

Mevrouw Pieterse is de moeder van Wouter. Ze is een erg strenge vrouw. Ze slaat haar kinderen (vooral Wouter) als ze iets fout hebben gedaan. Haar man is overleden en had vroeger een schoenenwinkel “met schoenen helemaal uit Parijs”. Ze is erg beïnvloedbaar. Ze luistert niet naar wat haar kinderen te zeggen hebben, maar als bijvoorbeeld de dokter het zegt draait ze helemaal om en geeft ze hem gelijk.

Stoffel (Type):

De oudere broer van Wouter. Hij is leraar. In de familie denkt iedereen dat Stoffel alles weet, omdat hij leraar is, maar dit blijkt niet altijd zo te zijn. Hij is het vaak met zijn moeder eens.

Mevrouw Laps (Type):

De buurvrouw van de Pietersen. Ze praat constant over het geloof en vindt dat de kerk van tegenwoordig maar niets is en dat de dominees er helemaal niets van kunnen. Ze nodigt Wouter een paar keer bij haar thuis uit, omdat hij volgens haar niet genoeg van het geloof weet. Hij gaat twee keer bij haar langs. De eerste keer krijgt hij allerlei lekkernij en hij wordt er bang van, omdat ze nooit zo aardig doet. De tweede keer, als hij 16 is, probeert ze hem te kussen, maar dit mislukt.

Dokter Holsma (Type):

Dokter Holsma is de gene die Wouter bezoekt als hij ziek is. Hij maakt hem beter en Wouter gaat bij hem op bezoek als hij beter is. Het gaat er erg vriendelijk aan toe in het huis van de Holsma’s. Wouter is helemaal verbluft hierover. Holsma helpt hem een paar keer door met hem te praten en hem onderdak te verschaffen.

  1. Ruimte:

Amsterdam: Huis van de Pietersens, huis van de Holsma’s, huis van mevrouw Laps, huis van Femke, de firma Motto, Handel en Compagnie, de firma Ouwetijd en Kopperlith, café tijdens de optocht van de koningen, de brug.

  1. Tijd:

Het speelt zich af eind 19e eeuw. Dit zie je vooral door de arbeidershuizen waar erg veel mensen op elkaar wonen.

Er is sprake van chronologie, want het verhaal speelt zich chronologisch af. Wel slaat het boek dagen over.

Er verstrijkt ongeveer 6 jaar.

  1. Handeling (gebeurtenissen) en Spanning:

Er is sprake van een climax, die helemaal aan het einde plaatsvindt. Wouters droom wordt eindelijk verwezenlijkt. Femke en hij hebben een soort van vrede gesloten en ze gaan trouwen. Dokter Holsma heeft ervoor gezorgd dat Wouter zijn Afrika krijgt in de vorm van een museum die hij mag beheren.

  1. Perspectief
  2. Slot:

Ik vind het een vrij gesloten einde. De dromen van Wouter komen allemaal uit.

Het kan ook een open einde zijn. Hoe gaat het verder met Wouter en Femke? Heeft de moeder van Wouter hem eindelijk geaccepteerd? Krijgt hij nog last van mevrouw Laps? Hoe vindt hij het geloof nu, nu hij zelf kan nadenken?

  1.  Thema en Motieven:

Het thema is: De ontwikkeling van het denken van Wouter.

Motieven: Afrika, brug, fantasie, ziekte, handel.

  1. Samenvatting:

De verteller introduceert Wouter op het moment dat deze aarzelt op de stoep van de leesbibliotheek in de Hartenstraat. Hij heeft zijn exemplaar van het Nieuwe Testament verkocht aan een boekenkoopman en is van plan om het geld dat hij daarvoor heeft gekregen te gebruiken als pand voor een roverroman, Glorioso. Zijn nieuwsgierigheid wint en met Glorioso onder zijn kiel loopt Wouter verder tot hij buiten de Aspoort bij een slootje komt. Met de brugleuning als lessenaar leest hij tot het avond wordt – alles onder het mom van een wandeling met de ‘’Hallemannetjes’’, die zo bijzonder fatsoenlijk waren. Met dat fatsoen valt het erg mee. Gus en Franssie Halleman maken schaamteloos gebruik van Wouters onnozelheid door hem op lepe wijze een gulden af te troggelen die zou zijn bestemd voor een pepermunthandeltje.

Wouter heeft het thuis niet gemakkelijk: zijn moeder, een dommige en babbelzieke vrouw, is ervan overtuigd dat er van Wouter niets terechtkomt; voor haar inhoudloze praat zoekt ze bij voorkeur steun bij Wouters broer Stoffel, die ‘derde ondermeester aan de stads-tussenschool’ is en geen kans onbenut laat om zijn stoffige schoolkennis te etaleren.

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen

Wouter is een dagdromer. Op de brug denkt hij in het draaien van de molenwieken een liedje te horen over Femke. Zo ontdekt Wouter ‘Femke’, en zijn ‘nam hem op en voerde hem mee’ en zette hem pas toen het al lang donker was weer op de brug neer.

Wouter gaat naar school bij meester Pennewip, een schoolmester met enkele eigenaardige hobby’s. Zo is Pennewip bezeten van de neiging tot classificeren. Ook is hij dol op ‘verzenmaken’. Hij heeft Wouter opgedragen een vers te maken met ‘de deugd’ als onderwerp. Maar Wouter raakt veel meer geïnspireerd door Glorioso. Een Roverslied maakt naar zijn mening vast en zeker meer indruk. En dat doet het: de gemoederen van de genodigden op het ‘salie-avondje’ van mevr. Pieterse zijn nog maar nauwelijks bekomen van de ergernis over het feit dat Stoffel buurvrouw Laps heeft ingedeeld bij de soort van de zoogdieren, wanneer meester Pennewip binnenvalt met Wouters roverslied. Algemene verontwaardiging. De aanwezige ‘juffrouwen’ spreken nog lang en met overgave schande van Wouters gedurfde poëzie. Meester Pennewip ontzegt Wouter de toegang tot de klas uit angst dat diens moorddadige opvattingen besmettelijk zullen blijken. Wouter is terneergeslagen en zoekt bij zijn brug naar Femke. Tevergeefs. Gelukkig wordt hij uitgenodigd op de verjaardag van Gus Halleman. Het feest zal plaatsvinden in de tuin van de Hallemannetjes aan de Overtoom. Bij het pandverbeuren met Wouter een fabel vertellen. Hij fabriceert een geheel eigen vertelling over een jongetje dat zijn zusje zoekt, maar de hemelpoort niet in mag.

Hoewel het roverslied Wouter straf heeft bezorgd, heeft het ook geleid tot een zekere erkenning van zijn dichterlijke aanleg. Hij krijgt dan ook van juffrouw Laps de opdracht om een godsdienstig ver te maken ter gelegenheid van de verjaardag van haar oom. Broer Stoffel instrueert hem in het juiste gebruik van rijnschema’s en staand en liggend rijm. Wouter raakt daarvan danig in de war en zoekt zijn toevlucht bij de brug over de sloot. Daar wordt hij aangesproken door Femke, die haar moeder, vrouw Claus, helpt met het bleken van het wasgoed. Wouter denkt in har aan zijn Femke terug te zien en vraagt haar onmiddellijk om hulp bij zijn moeilijke opdracht, maar Femke kan hem niet helpen. Wouter verdedigt het wasgoed van Femke op Heroïeke wijze tegen een paar jongens die passeren en Femke beloont haar ‘ridder’ met een kus. Daardoor geïnspireerd vertelt Wouter haar de volgende dag de ‘Peruaanse vertelling’. Maar de verbeelding heeft te veel van hem gevraagd en hij wordt ziek. Femke bezoekt hem thuis, ondanks tegenwerking van juffrouw Pieterse en haar dochters. Juffrouw Pieterse is zeer ingenomen met de dokter die Wouter bezoekt, want ‘hij schrijft zijn receppies met een gouwe pen, en z’n koetsier heeft een bruine beer om z’n hals.

Langzamerhand knapt Wouter weer wat op. Hij vermaakt zich met het inkleuren vann de prenten die hij van dokter Holsma heeft gekregen. Deze prenten, met afbeeldingen van beroemde toneelpersonages, brengen zijn verbeelding weer op gang: in een afbeelding van Ophelia denkt hij Femke te herkennen. Juffrouw Pieterse stuurt hem naar dokter Holsma om deze te bedanken voor zijn genezing, maar buurvrouw Laps vindt dat hij daarmee moet wachten tot hij naar de kerk is geweest. Ze dringt erop aan Wouter na zijn kerkbezoek bij haar langs te sturen ‘ter oefening’. Wouter gehoorzaamt, maar weet al snel aan haar vriendelijkheid te ontsnappen. Hij besluit Femke op te zoeken. Eenmaal bij haar huis aangekomen durft hij niet aan te kloppen. In zijn verbeelding droomt hij van wat hij zou doen als hij ‘die gekke beschroomdheid’ maar kwijt was. Hij zou Afrika veroveren en koning worden en Femke zou hij tot koningin maken. Stoffel en zijn moeder mochten hem bezoeken en voor meester Pennewip zou hij een nieuwe school bouwen en hij zou hem toestaan van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat onderwijs te geven.

De volgende dag bezoekt Wouter de dokter. Daar gaat het heel anders toe dan hij thuis gewend is: de dokterskinderen stoeien met hun vader en iedereen is vriendelijk tegen hem, zelfs wanneer hij knoeit bij het eten. Wouter is vooral diep onder de indruk van een opmerking van mevrouw Holsma. Wanneer hij, zoals hij gewend is, voor het eten wil bidden, zegt ze: ‘Ieder moet handelen naar z’n overtuiging.’ Wouter is verguld met de gedachte dat hij ‘een overtuiging’ hebben mag.

Het bezoek aan de familie Holsma heeft Wouter duidelijk gemaakt dat er zoiets bestaat als zelfstandig denken en ‘dat er andere meningen bestonden dan die van z’n omgeving’. Wat hem bedrukt, is het besef van zijn gebrek aan kennis. Wel heeft hij voldoende moed om zijn Ophelia-prent aan Femke te brengen. Hij vertelt haar van zijn onkunde en ontvouwt zijn Afrika-plannen: hij zal de mensen lezen leren en kleren geven, en onrecht voorkomen en Femke zal koningin worden en ze zullen trouwen. Om dat laatste moet Femke hartelijk lachen. Wouter is onthutst en vraagt of hij dan tenminste ‘haar vrindje’ mag zijn. Femke stemt toe, op voorwaarde dat Wouter binnen drie maanden de eerste van zijn klas is.

Wouter houdt woord, maar over zijn toekomst wordt door Stoffen en juffrouw Pieterse anders beschikt. Zij zijn van mening ‘dat Wouter bijzondere geschiktheid had voor de handel’.

Wouter schrijft op een advertentie en krijgt werk in de snuifwinkel annex leesbibliotheek van ‘De Weledele Heren Motto, Handel & Cie’. Hij stilt zijn honger naar kennis met de boeken uit de leesbibliotheek – vooral romantische verhalen in de stijl van Walter Scotts Ivanhoe. Op zekere dag blijkt de voltallige ‘firma’ naar zee te zijn vertrokken. Wouter bezoekt opnieuw vrouw Claus en ontmoet pater Jansen. Hij is verbaasd over diens eenvoudige gedrag en ongedwongen maner van praten, maar is er niet gelukkig mee.

Amsterdam ontvangt hoog bezoek van de keizer en diverse vorsten en er worden allerlei festiviteiten georganiseerd. Wouter raakt in de Kalverstraat in het gedrang verdwaald en wordt door de feestvierende massa meegevoerd. De deuren van een koffiehuis begeven het en hij belandt bovenop het tafeltje waaraan de familie Holsma zit. De dokter neemt hem mee naar zijn huis, waar Wouter vermoeid in slaap valt. Hij schrikt wakker van een stem, die hij herkent als die van Femke, maar hij durft bij de doktersfamilie niet te bekennen dat hij het bleekmeisje kent. Hij verwijt zichzelf dit gebrek aan trouw aan zijn vriendinnetje.

Net als hij treurig naar bed wil gaan, belt juffrouw Laps aan met een verward verhaal over dieven in haar huis. Ze vraagt of een van de jongens Pieterse haar naar huis kan begeleiden, want ze durft niet alleen over straat. Wouter ziet zijn kans schoon om een ridderlijke daad te verrichten: Femke heeft hij verraden, maar dat kan hij hier goedmaken. Eenmaal thuis blijkt juffrouw Laps volstrekt niet angstig meer: ze verwent Wouter met likeur en wordt zeer aanhalig. Aan haar pogingen om Wouter te verleiden komt een abrupt einde wanneer passerende feestvierders een zevenklapper door het open raam naar binnen gooien. Wouter kijkt naar buiten en denkt in het gedrang op straat Femke te herkennen; hij stormt naar buiten om haar te helpen. Het meisje (niet Femke, maar prinses Erika, die na een wilde roei- en zwempartij de kleren van een boerenmeisje heeft aangetrokken) ziet hem aan voor haar broer, prins Erik. Wouter drukt een kus op haar hand en is gelukkig omdat ze hem ‘mein bruder’ heeft genoemd.

Verward en vermoeid dwaalt hij door de stad en valt eindelijk op het bleekveld bij Femkes huis in slaap. Daar maakt vrouw Claus hem wakker. Ook zij verwart hem met prins Erik. Ze laat hem uitslapen in het bed van Femke. De dokter, die langs komt om zijn nichtje Femke te bezoeken, neemt hem mee naar zijn huis en nodigt hem uit om mee te gaan naar de schouwburg, waar ter ere van het hoge bezoek een stuk van Rotgans wordt gespeeld. Daar denkt Wouter opnieuw Femke te zien. Holsma probeert hem duidelijk te maken dat dit meisje Femke niet is, maar een verre nicht, prinses Erika, maar Wouter is niet overtuigd. Wanneer hij omkijkt, werpt de prinses hem een tak met rozenknopjes toe. De volgende dag wijst de dokter Wouter op het verschil tussen droom en werkelijkheid, oftewel: tussen willen en kunnen. Wouters taak is te doen wat hij kan. Hij moet beloven dat hij zich vanaf nu zal concentreren op zijn naastbijliggende plicht.

Hij vertrekt naar Kopperlith, waar hij als jongste bediende gaat werken. Hij maakt kennis met de verschillende personeelsleden van de ‘firma’: de knecht Gerrit Sloos, de boekhouder Dieper en ‘de heer’ Wilkins en met de ‘jongeheren’ Eugène en Pompile Kopperlith.

Wouters taken bestaan uit het doen van boodschappen, het kopiëren van brieven en het inpakken van bestellingen. Verder moet hij de postbesteller opwachten om deze de brieven voor de firma te ontfutselen. Dank zij zijn ridderlijke natuur – hij helpt een klein joods meisje wanneer ze is gevallen – brengt hij ook de moeilijke opdracht van het incasseren van een wissel in de jodenhoek tot een goed einde. Wanneer de familie vertrekt naar het ‘buiten’ in Haarlem, mag Wouter mee, naar later blijkt als kinderoppas. Maar hij houdt het bij de Kopperliths niet meer uit, wanneer die blijven doorzeuren over een parasol die hij heeft kapot gemaakt: hij verkoopt zijn jas en hoed aan een kledingopkoper om met dat geld de kosten van een nieuwe parasol te vergoeden. Terwijl hij loopt te piekeren over een brief waarin zijn eerbesef en ridderlijkheid goed uitkomen, wordt hij door passanten bespot vanwege het ontbreken van zijn jas. Tevergeefs probeert hij bij de koopman zijn jas en hoed terug te krijgen. Hij loopt terug naar Amsterdam, maar is bang om naar huis te gaan. Als vanzelf komt hij bij het huis van Femke terecht. Van prinses Erica, die daar incognito verblijft, krijgt hij geld om zijn kleren terug te kopen. Samen met pater Jansen gaat hij per trekschuit terug naar Haarlem.

  1.  Minimaal drie meningen met argumenten bij je beoordeling:

De manier waarop mevrouw Pieterse met Wouter omgaat vindt ik echt niet kunnen en daardoor voor mij ook erg vreemd

Wouter trouwt ongeveer op zijn 16e en krijgt dan ook een eigen museum. Beetje onwerkelijk.

Je ziet heel erg hoe in die tijd met elkaar om werd gegaan: Onaardig.

  1.  Wat zou je de schrijver willen schrijven over dit boek?

Dat ik het heel knap vind hoe hij het leven in die tijd heeft neergezet. Ik vind het ook goed dat hij het vanuit een jongen heeft geschreven, omdat je dan ziet hoe het leven van de jongen is beïnvloedt door de behandeling die hij heeft gekregen thuis.

  1.  Wat wil je aan anderen vertellen en uitleggen over dit boek?

Ik zou dit boek lezen i.p.v. Max Havelaar. Ik heb daar een stuk uitgelezen en vond die erg saai. Als ze het met me eens zijn dan kunnen ze beter deze lezen. Hij is niet echt dik en het leest op zich goed door.

  1.  Zoek over minimaal drie andere titels van de schrijver informatie en bespreek die kort.

Max Havelaar:

(https://www.bol.com/nl/p/max-havelaar/9200000035844054/)

Op 4 januari 1856 werd Eduard Douwes Dekker benoemd tot assistent-resident van Lebak. Precies drie maanden later volgde zijn ontslag. De kwestie-Lebak was geboren. In 1859 zou Douwes Dekker op een Brusselse zolderkamer, in nauwelijks een maand tijd, over deze affaire de roman Max Havelaar schrijven. Dit onder het pseudoniem Multatuli verschenen werk bleek een genadeloze afrekening te zijn met zijn superieuren, en schetste bovendien een weinig verheffend beeld van de Nederlandse bemoeienis met het rijk van Insulinde. De titelheld van Max Havelaar is een bevlogen man, een idealist die voortdurend in conflict komt met zijn omgeving. Als Indisch ambtenaar doet hij een aanval op het koloniale systeem, eenmaal terug in Nederland zoekt hij de confrontatie met de profiteurs van dat systeem, belichaamd in de koffiemakelaar Droogstoppel. Het decor is historie geworden, maar Havelaars strijd voor gerechtigheid is nog steeds actueel. Deze uitgave is gebaseerd op de historisch-kritische editie door Annemarie Kets uit 1992 en bevat een betrouwbare, wetenschappelijk verantwoorde tekst. De toelichtingen, waarin vele nieuwe inzichten zijn verwerkt, maken het werk toegankelijk voor de hedendaagse lezer. 'Dat deze Havelaar het ijkpunt wordt van alle komende bemoeienis met de roman, is buiten kijf.' T. VAN DEEL, TROUW 'Eindelijk. Eindelijk is Max Havelaar recht gedaan.' HUGO BRANDT CORSTIUS, DE VOLKSKRANT 'Een uitstekende inleiding op het boek is te lezen in deze Max Havelaar-uitgave van Annemarie Kets.' GIJSBERT VAN ES

Op 4 januari 1856 werd Eduard Douwes Dekker benoemd tot assistent-resident van Lebak. Precies drie maanden later volgde zijn ontslag. De kwestie-Lebak was geboren. In 1859 zou Douwes Dekker op een Brusselse zolderkamer, in nauwelijks een maand tijd, over deze affaire de roman Max Havelaar schrijven. Dit onder het pseudoniem Multatuli verschenen werk bleek een genadeloze afrekening te zijn met zijn superieuren, en schetste bovendien een weinig verheffend beeld van de Nederlandse bemoeienis met het rijk van Insulinde. De titelheld van Max Havelaar is een bevlogen man, een idealist die voortdurend in conflict komt met zijn omgeving. Als Indisch ambtenaar doet hij een aanval op het koloniale systeem, eenmaal terug in Nederland zoekt hij de confrontatie met de profiteurs van dat systeem, belichaamd in de koffiemakelaar Droogstoppel. Het decor is historie geworden, maar Havelaars strijd voor gerechtigheid is nog steeds actueel. Deze uitgave is gebaseerd op de historisch-kritische editie door Annemarie Kets uit 1992 en bevat een betrouwbare, wetenschappelijk verantwoorde tekst. De toelichtingen, waarin vele nieuwe inzichten zijn verwerkt, maken het werk toegankelijk voor de hedendaagse lezer. 'Dat deze Havelaar het ijkpunt wordt van alle komende bemoeienis met de roman, is buiten kijf.' T. VAN DEEL, TROUW 'Eindelijk. Eindelijk is Max Havelaar recht gedaan.' HUGO BRANDT CORSTIUS, DE VOLKSKRANT 'Een uitstekende inleiding op het boek is te lezen in deze Max Havelaar-uitgave van Annemarie Kets.' GIJSBERT VAN ES

Verder geen werken bekend.

Boekenquiz 10 vragen

Nieuw! Open vragen worden nagekeken door AI
Juist of onjuist: Multatuli is niet de echte naam van de auteur.
Juist of onjuist: Prinses Erika en Femke zijn twee verschillende personen.
Hoe heet het dienstmeisje waar Wouter het goed mee kan vinden?
Waarom is juffrouw Laps ontzettend beledigd tijdens het 'avondje' bij de Pieterses?
Hoe lokt juffrouw Laps Wouter een tweede keer mee naar haar huis?
Welk boek haalt Wouter als eerste uit de leesbibliotheek?
Hoe heet de dochter van dokter Holsma?
Waarover moet Wouter eigenlijk een gedicht schrijven van meester Pennewip?
Wat doet Wouter om de zeven gulden en dertien stuivers bijeen te krijgen voor de paraplu die hij kapot heeft gemaakt?
Welk continent heeft Wouters bijzondere interesse?

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.