Flaptekst
Een man stelt zijn leven op orde met een lugubere daad van verzet. Halverwege zijn leven wil Moncif maar één ding: terugkeren naar de normaliteit. Naar een leven met vrouw, kinderen, familie, in een stad die hij als de zijne kan en mag beschouwen. Voor iemand die altijd zijn eigen koers voer, is dat een bizar gevoel. Bizar genoeg om een radicale, illegale daad te stellen. In De man die niet begraven wilde worden laat Rachida Lamrabet genadeloos voelen wat er gebeurt als je een leven lang om de belangrijke vragen heen fietst. Op een harde wijze komt Moncif tot het besef dat niets vanzelfsprekend is. Dat traditie, religie en zeden een prominente plaats opeisen in zijn leven, of hij dat nu wil of niet. Lamrabet zet een onvergetelijk personage neer. In zijn wanhoop ziet Moncif zichzelf, zijn dierbaren en de samenleving met een scherpte die we hem moeten benijden. Lamrabet is een rasvertelster. Met deze roman bewijst ze opnieuw dat haar stem uniek is in de Vlaamse literatuur.
Eerste zin
“Ik moet bedachtzamer zijn met wat ik wens, met wat ik wil.“Samenvatting
Moncif Tarahi, een Marokkaanse veertiger, heeft zich op een avond in 2011 laten opsluiten in een Antwerps mortuarium. Hij is iets van plan wanneer de bewaker van het complex zal zijn verdwenen, maar wat er zal gebeuren, wordt nog niet bekend gemaakt. Hij denkt in de periode dat hij wacht op zijn vriend Bralle na over zijn leven. Zo vlak bij de dood heeft hij behoefte aan seks: hij denkt aan ene Awatif.
Recent heeft zijn vrouw Nora, ook een Marokkaanse, hem voor de derde keer verlaten en deze keer lijkt het definitief, omdat ze een deurwaarder hem een eis tot echtscheiding heeft laten bezorgen. Ze heeft de beide meisjes (een tweeling) meegenomen. Moncif voelt zich op dat moment wel een loser: hij is zijn vrouw, zijn kinderen en ook zijn baan kwijt.
Hij denkt na over zijn leven. Hij is achttien jaar getrouwd geweest met haar, maar gaandeweg het huwelijk voelde zij er steeds meer voor om Marokkaanse rituelen en gebruiken in hun leven in te voeren. Moncif daarentegen voelt veel meer voor het zich conformeren aan Belgische gewoonten. Aangezien Moncif een moeilijke periode achter de rug heeft (ontslag en arrestatie naar aanleiding van recent uitgebroken onlusten) is hij meer en meer gaan drinken en Nora heeft er nu genoegd van. Moncif kan op weinig begrip van zijn vader rekenen, die al eerder de kant gekozen heeft van Nora, die namelijk dezelfde ideeën heeft als hij: je moet hard werken om dingen te bereiken en niet proberen te integreren. Je blijft namelijk altijd een vreemde in een ander land.
De tweeling had een hamsterduo en omdat Moncif helemaal niet zo van dieren houdt, wil hij de twee dieren in de vrije natuur loslaten. Maar één van de hamsters (Ham) wordt meteen door een vrachtwagen doodgereden en de ander (Taro) neemt hij daarom maar weer mee naar huis. Hij verdrinkt zijn schuldgevoel in een kroeg met een biertje en wordt door een andere Marokkaan gewezen op zijn fout (geen alcohol). Deze Najib drinkt koffie.
In het mortuarium denkt Moncif steeds verder na over zijn verleden, o.a. zijn relatie met Margot, een studente die hem interesse in de kunstwereld geïnteresseerd bijbracht. Ze geeft hem een naaktposter die hij later weer ophangt, maar die door de preutse Nora weer wordt weggehaald. Hij sluit zich aan bij een groep die kunst propageert onder auspiciën van een vrouw voor wie hij namens zijn baas het vastgoed beheert (mevrouw Pondeville), maar de expositie loopt op een betoging uit naar aanleiding van een raciaal incident met een buschauffeur en een Marokkaanse vrouw. Er komen rellen waarbij stenen worden gegooid. Hoewel hij er niet bij is, wordt hij later wel vijf dagen vastgehouden vanwege mogelijke betrokkenheid bij deze rellen. Zijn tweeling vindt dat hij nu een slechte man is. Intussen is hij door de financiële crisis ook ontslagen en aan alle kanten zit het hem dus niet mee. Mevrouw Pondeville vraagt hem of hij bepaalde zaken voor haar wil blijven behartigen en ze geeft hem de huissleutels, zodat hij op haar poes Alexander kan passen. In haar tuin staat een prachtige vijgenboom. Die lijkt precies op de boom die hij en zijn broer Hamid vroeger in Marokko hadden, maar die plotseling was weggehaald. Die boom komt later terug in het verhaal.
Na zijn arrestatie en de echtscheidingsaanzegging bezoekt hij het ouderlijk huis, maar zijn vader spreekt nauwelijks tegen hem: die is namelijk op de hand van Nora. Hij denkt ook terug aan de dood van zijn zusje Nashida, die toen ze twee jaar was aan de mazelen gestorven was. Hij had gezien hoe ze in de grond gestopt was en hij had zijn moeder gesmeekt dat nooit bij hem te doen. Daarna had zijn vader hen naar België laten overkomen: zijn zusje was in Marokko achtergebleven. Hij had dat als verraad aan haar beschouwd.
Een ander soort verraad had hij gepleegd tegenover zijn tweede liefde Awatif. Ze was een Marokkaanse studente chemie die heel wat minder aan Marokkaanse rituelen en regels was gebonden. Ze is dus de tegenpool van Nora. Maar nadat ze elkaar enkele weken hadden verkend, had ze hem op een avond uit liefde gepijpt. Hij had het echter verschrikkelijk gevonden en haar beschouwd als een hoer: Marokkaanse meisjes mogen dat niet. Hij had haar enkele weken gemeden en toen ze hem was komen opzoeken, had hij de deur niet opengedaan. Ook dat was een soort verraad. Een jaar later was hij al met Nora getrouwd, maar dat was juist een vrouw die niet kon genieten. Ze is ambitieus, maar zeker niet sexy.
In zijn jeugd (net nog op de basisschool) is Moncif geschrokken van de opkomst van Vlaamse Nationalistische partijen die grote verkiezingsuitslagen boeken (vgl. het Vlaams Blok). Hij vindt het racisten en verzet zich ertegen. Zijn vader vindt dat dom. Die is blij dat hij met een echte Marokkaanse is getrouwd. Maar zijn twee jaar jongere broer Hamid heeft dat zeven jaar geleden niet gedaan. Hij heeft de van oorsprong Spaanse Isabel ten huwelijk gevraagd en Hamid vraagt Moncif of hij wil bemiddelen tussen ouders en broer. Maar Moncif is een bange twijfelaar en als mediator is hij niet echt geslaagd. Hij durft niet iets rechtstreeks bespreekbaar te maken.
Maar dan wordt onthuld waar het eigenlijk allemaal om te doen is in dit verhaal en waarom Moncif in het mortuarium verblijft. Zijn broer heeft een auto-ongeluk gekregen en is daarbij om het leven gekomen. Zijn vader wil dat het lichaam in Marokko wordt begraven, maar wanneer Moncif naar zijn schoonzus Isabel gaat om dat bespreekbaar te maken, zegt ze dat Hamid bang was om begraven te worden en dat zij afgesproken hebben dat hij gecremeerd zal worden. Die boodschap durft Moncif niet aan zijn ouders te vertellen en hij wil zijn schoonzus op andere gedachten brengen (niet Hamid, maar Moncif heeft zijn moeder gevraagd niet te worden begraven). Cremeren gaat ook hem te ver en dan komt hij op zijn idee om het lijk van Hamid uit het mortuarium te stelen. Hij heeft daarbij de hulp nodig van zijn vriend Bralle (Brahim) met wie hij telefonisch in contact staat. Die vindt dat het allemaal te lang duurt, maar eerst moet de bewaker weg gaan. Wanneer dat gebeurt, heeft Bralle nog een ander bezwaar: in de bestelwagen staat nog een koelkast. Die laden ze eerst uit en vervoeren daarna het gestolen lijk van Hamid erin naar het huis van mevrouw Pondeville. Moncif heeft immers de sleutels van haar huis nog steeds en ze begraven Hamid onder de prachtige vijgenboom in haar tuin (vgl. de boom in Marokko).
Wanneer hij thuiskomt, voelt Moncif zich eenzaam. Hij weet via Facebook dat Awatif inmiddels in Zwitserland woont als biochemica en getrouwd is. Hij boekt zomaar een vliegreis en gaat naar Geneve. Via Facebook maakt hij een afspraak. In een restaurant ontmoet hij Awatif en eet met haar een ananas basilica (erg zoet dessert). Tenminste, dat fantaseert hij als een wens.
Maar later blijkt dat hij die ontmoeting heeft gefantaseerd en dat Awatif de afspraak niet is nagekomen. Teleurgesteld in het leven gaat hij naar zijn hotelbed.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden