Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2011
- 91 pagina's
- Uitgeverij: De geus namens: Stichting CPNB
Flaptekst
Een makelaar in koffie, gevestigd aan de Lauriersgracht in Amsterdam, verdeelt zijn dag over zijn werk en zijn passie. Overdag staat hij in zijn winkeltje waar hij zowel Nederlanders als migranten ontmoet, ’s avonds schrijft hij verhalen die laten zien hoe hij als jongen in Perzië opgroeit. Door heden en verleden, realiteit en verbeelding, Perzië en Nederland met elkaar te verbinden, schept de schrijver een nieuwe realiteit. Met de kraai als objectieve getuige…
Eerste zin
Lezer! Ik ben makelaar in koffie, en woon op de Lauriergracht no. 37.Samenvatting
De novelle is onderverdeeld in 20 korte hoofdstukken.
1. De winkel
De ik-verteller, die later Refiq Foad blijkt te heten, zegt dat hij makelaar in koffie is en aan de Lauriergracht no 37 woont. Dat is meteen een verwijzing naar de Max Havelaar met zijn verteller Batavus Droogstoppel. Later in het verhaal blijkt dat Refiq dat boek van Multatuli heel vaak gelezen heeft om Nederlands te leren. Hij zegt verder dat hij in Perzië een droom had om schrijver te worden. Hij gaat nu aan de lezer vertellen hoe een en ander gekomen is. Perzische mensen drinken overigens vrijwel nooit koffie, maar altijd thee.
2. Het portret
De vader van de verteller was timmerman: hij kon echter ook portretten tekenen. Hij heeft een mooi portret van de sjah gemaakt dat werd opgehangen. Ook heeft hij een keer een portret gemaakt van de betovergrootvader van de verteller. Die was een beroemd kroniekschrijver. Refiq wil eigenlijk ook schrijver worden. De tekening van de vader komt in de lokale krant.
3. De verbeelding
Een oom van de jonge verteller geeft hem het advies alleen maar zijn verbeelding te gebruiken. Een kunstenaar moet eerst iets in zijn hoofd hebben: een beeld vormen van wat hij wil bewerkstelligen. Dat brengt Refiq in praktijk. Vanaf het dak van de moskee kan hij een meisje Leela zien, op wie hij verliefd is geraakt. Later mag hij invallen voor de muezzin (voorzanger van de moskee). Hij zingt speciaal voor haar, maar na een aantal dagen laat ze zich niet meer zien. Het is aanleiding voor zijn eerste verhaal, dat toch in de lokale krant kan worden afgedrukt.
4. De kleine boeken
Het vertrekpunt is het heden in Amsterdam. Van daaruit vertelt Refiq over de situatie in Perzië, toen er ineens Amerikanen in het land waren. Bij toeval krijgt hij later een Amerikaans boek onder ogen dat hij met behulp van een woordenboek kan vertalen. Hij is erg verbaasd dat je over een heleboel zaken een verhaal kunt schrijven.
5. Ispahan
In Nederland heeft de ik-verteller heel vaak het boek van Multatuli gelezen. Maar hij heeft ook “Mei” van Gorter bestudeerd. Wat de dichter beschreef kan zo worden overgeplaatst naar Ispahan, een prachtige plaats met veel schone natuur in Perzië. Ook daar ontmoet Refiq een meisje met wie hij een bijna verboden relatie heeft. Hij studeert dan al in Teheran en natuurlijk is dat een bètastudie, want literatuur studeren telt niet echt mee. Hij reist heel vaak op en neer tussen Teheran en Ispahan. Het meisje is eigenlijk zijn “muze.” Maar er breken roerige tijden aan in Perzië. Wanneer hij na de eerste revolutie (de Amerikanen worden verjaagd) haar terugziet, ziet hij dat ze een mooie jonge vrouw geworden is. Maar wel de vrouw van een ander.
6. Koerdistan
In die tijd scheidt de provincie Koerdistan zich af van Perzië. De verteller die linkse opvattingen heeft, reist er als een soort verslaggever naar toe en tekent de feiten op in verhalen. Na een half jaar heeft hij genoeg materiaal om een boek te schrijven, maar er is geen uitgever die het wil/durft uit te geven. Toch komt er een illegale druk onder de schuilnaam Refiq Foad. Het boek wordt wel op straat maar stiekem verkocht. Het wordt luid geprezen.
7. Amerikanen
Maar zijn oom (van hoofdstuk 3) keurt de inhoud af. Het zijn eigenlijk niet je eigen teksten, maar die van een ander opnieuw opgeschreven. Dat moet anders als hij iets wil bereiken. Refiq is het in zijn binnenste wel eens met zijn oom. De geestelijken die de macht van de sjah (de koning), willen overnemen in Perzië, bestormen de Amerikaanse ambassade. De verteller loopt stiekem mee omdat hij van die historische gebeurtenis verslag wil maken. Maar een imam vindt het verdacht en hij wordt door de andere bestormers geschopt en geslagen. Een jonge vrouw redt hem. Hij vertelt trots dat dit zijn huidige vrouw in Amsterdam is die hem een dochter heeft geschonken die Nederlandse literatuur bestudeert.
8. De oorlog
Perzen en Arabieren hebben eigenlijk een grote hekel aan elkaar. De verteller beschrijft de acht jaar durende oorlog tussen Iran en Irak. Hij verwijt dat de mohammedanen bij hun invallen in het verleden de Perzische cultuur hebben vernietigd.
Na de oorlog met Irak werden alle linkse elementen in de Iranese samenleving geweerd omdat de geestelijken de macht overnamen. Toch wil de verteller het liefst in zijn eigen land blijven omdat hij nu eenmaal schrijver wil worden. Wel gaat hij steeds meer de grote Russische schrijvers waarderen.
9. De werkkamer van Lenin
De koffiemakelaar zegt dat hij vaak naar Duitsland reist om zijn producten te verkopen. Tot zijn spijt ziet hij vaak dat gevluchte landgenoten daar taxichauffeur zijn, terwijl ze vaak een goede opleiding hebben. De tweede generatie doet het vaak veel beter qua studie.
Daarna wordt de vlucht uit het land beschreven. Via de grens met Afghanistan komt hij in Turkije terecht; de Turkse politie is heel corrupt. In Istanboel gaat hij naar de Russische ambassade waar hij een geheime code kan overhandigen. Hij mag van de ambassadeur over een week terugkomen.
10. Dwalen
Maar intussen is ook in de Sovjet-Unie de chaos uitgebroken en zijn alle ambassadeurs terug geroepen. Hij dwaalt maar wat door de hoofdstad en gaat steeds naar een kleinere hotelkamer, omdat hij vrijwel geen geld meer heeft. Dat duurt ongeveer zes maanden. Op het laatst logeert hij in een wc waarbij over het rioolgat een plank is gelegd. Hij kan de ratten ’s nachts horen rommelen.
11. De nachtmerries
Refiq zegt dat hij nog al eens last heeft van nachtmerries. Die gaan over de periode in Turkije. Zoals gezegd is de politie daar corrupt en Iraniërs protesteren bij de VN voor meer gerechtigheid. Zo ziet de verteller dat een demonstrant zich in brand steekt. Hij wordt tijdelijk gered door een landgenoot die hem onderbrengt in een huis van een Iranees echtpaar. Maar hij wil nu naar het westen. Daarvoor heb je geld nodig. Zijn grote wens is natuurlijk Amerika, maar dat land is voor hem te duur. Hij kan zijn vrouw nog tweeduizend dollar laten oversturen en voor dat geld kun je hooguit naar Nederland worden gebracht. Maar dat is een klein land waar het altijd regent. Dat geld moet hij aan de mensensmokkelaars overhandigen.
12. Orde in de chaos
Via een grote vrachtwagen wordt hij met andere vluchtelingen naar het westen gebracht. Hij wordt in Nederland los gelaten waar hij direct asiel moet aanvragen. Hij wordt opgenomen in een asielzoekerscentrum (AZC) in een polder. Dat valt niet mee: sommige gezinnen zitten er al jaren te wachten op de afhandeling van hun verzoek. Vrijwilligers helpen hem met het leren van de Nederlandse taal.
13. De klucht van de koe
Na een tijdje mag Refiq uit het centrum en kan hij een boerderij betrekken met enkele anderen. Maar die gaan snel weg en hij heeft de woning voor zich alleen. Hij wil nog steeds schrijver worden en hij luistert naar de troonrede van de Koningin. Zo zou hij Nederlands willen schrijven. Hij wil geen romans meer schrijven in het Perzisch, maar in het Nederlands, wat natuurlijk een moeizaam proces is. Hij gaat o.a. De klucht van de Koe uit de 17e eeuw lezen.
14. Een groot Nederlands bed
Er zijn mensen die flink geld verdienen aan de verkoop van tweedehands spullen aan asielzoekers. Dat gaat Foad ook opschrijven in verhalen. Zo is er bijvoorbeeld een vrouw die een veel te groot bed koopt voor 700 gulden, terwijl ze dat bij Ikea veel goedkoper had kunnen kopen. Maar ze wilde per se een groot Nederlands bed hebben. Miranda, een vrijwilligster, helpt hem bij het corrigeren van de verhalen. Hij gaat naar de redactie van een plaatselijke krant en die publiceert een verhaal van hem.
15. Busselinck & Waterman
In dezelfde straat wonen ook de beroemde koffiehandelaren Busselinck & Waterman. Die zijn nogal discriminerend en ze maken altijd spottende opmerkingen over Perzische vrouwen. Hij wordt ook nooit uitgenodigd op feestjes bij hen. Ze zullen het nooit kunnen uitstaan wanneer ze ooit zouden moeten zeggen dat de Pers van de Lauriergracht no 37 een roman in het Nederlands zou hebben geschreven.
16. Prinsengracht 263
Wanneer Refiq somber gestemd is, gaat hij naar het Anne Frank Huis. Ook zij is een groot voorbeeld voor hem. Op het plein daar staat een grote boom en in die boom zit een oude kraai die waarschijnlijk al heel veel heeft meegemaakt (de oorlog, de Jodenvervolging). Hij is getuige van een deel van de wereldgeschiedenis. De kraai staat ook enkele keren vermeld in de hoofdstukken die over Perzië gaan. Ook daar is hij steeds getuige van een bijzondere gebeurtenis.
De kraai zal ook zien dat er veel buitenlandse winkels zijn bijgekomen in Amsterdam. De ouders hebben een winkel. De doorgaans bloedmooie Perzische vrouwen willen als tweede generatie vluchtelingen vaak wel studeren.
17. Koffie
Refiq wil werken omdat hij ook zijn vrouw en dochter naar Nederland wil halen. Hij komt in loondienst bij een Amerikaanse koffiebranderij. Hij moet het productieproces controleren en daarbij verstrijkt de tijd maar heel langzaam. Hij vraagt aan Miranda of ze voor hem geen Nederlandse gedichten heeft. Die kan hij dan tijdens het werk leren en neuriën.
18. De weg
Na jaren lukt het hem om zijn vrouw en dochter naar Nederland te laten overkomen. Maar man en vrouw zijn uit elkaar gegroeid. Zijn vrouw heeft in Iran geen leuk leven achter de rug. Dat brengt nog al wat ruzie te weeg. Ze hebben het erg moeilijk met elkaar, maar Refiq is niet van plan zijn gezin in de steek te laten.
19. Kameraden van vroeger
Refiq heeft nog contact met enkele kameraden van vroeger: drie linkse studenten uit Teheran. Die hebben een goede baan gekregen (resp. huisarts, hartchirurg en productmanager). Hijzelf is bezig manuscripten te schrijven (opnieuw een vergelijking met Max Havelaar). Hij schrijft over van alles en nog wat. Aan het einde van dit hoofdstuk citeert hij een flinke passage uit de nieuwste roman van Kader Abdolah (De Koning) die een bezoek heeft gebracht aan Amsterdam (De Koning werd op 11 maart 2011 gepubliceerd).
20. Het beeld
Na de zoveelste ruzie met zijn vrouw loopt hij de straat op. De politie wijst hem de weg naar het Leger des Heils. Daar verblijft hij enkele dagen, maar hij gaat dan terug. Hij is erg ambitieus: hij wil nog steeds schrijver worden. Hij sluit een deal met het Amerikaanse bedrijf door alle afgekeurde koffie op te kopen en hij wordt koffiemakelaar aan de Lauriergracht. Hij wil echter meer: hij is niet uit Iran vertrokken om koffie te gaan verkopen. Hij wil schrijver worden en hij denkt aan de opdracht van zijn oom: “verbeelding.”
Hij heeft ook een beeld in zijn hoofd, dat Beatrix hem komt melden dat ze zijn eerste roman heeft gelezen. Dat beeld wil hij dus helemaal waarmaken. Er zit ook nog een ander beeld in zijn hoofd, maar dat wordt niet meer vermeld.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
P.
P.
dikke shit
7 jaar geleden
AntwoordenN.
N.
aai zieke recentie
7 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
het is Esfahan, Isfahan is ook goed maar Ispahan kan echt niet
5 jaar geleden
Antwoorden