Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Het verrotte leven van Floortje Bloem door Yvonne Keuls

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
Boekcover Het verrotte leven van Floortje Bloem
Shadow
  • Recensie door een scholier
  • 5e klas havo | 2732 woorden
  • 3 maart 2009
  • 22 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
22 keer beoordeeld

Boekcover Het verrotte leven van Floortje Bloem
Shadow

Vijftien jaar is Floortje Bloem aan het einde van dit boek, waarin haar belevenissen worden verteld. Zij kan dan met recht zeggen:

‘Ik doe steeds dingen omdat een ander het wil. Ik ben pillen gaan slikken door een ander, met kerels begonnen door een ander, naar een dealer gesleept door een ander. Maar toch kan ik niemand de schuld geven, want ik had toch nee …

Vijftien jaar is Floortje Bloem aan het einde van dit boek, waarin haar belevenissen worden verteld. Zij kan dan met recht zeggen:

‘Ik doe steeds dingen omdat een ander he…

Vijftien jaar is Floortje Bloem aan het einde van dit boek, waarin haar belevenissen worden verteld. Zij kan dan met recht zeggen:

‘Ik doe steeds dingen omdat een ander het wil. Ik ben pillen gaan slikken door een ander, met kerels begonnen door een ander, naar een dealer gesleept door een ander. Maar toch kan ik niemand de schuld geven, want ik had toch nee kunnen zeggen, ik kies er toch zelf voor om mee te doen. Want de angst die ik dán heb, is altijd nog kleiner dan de angst om alleen te blijven als ik nee zeg. Ik zou best willen afkicken, ik ben nou vijftien jaar en ik wil best kappen met dit verrotte leven.  Maar ik ben als de dood dat ze mij dan met een KZ-verklaring in een gekkenhuis gaan stoppen. Want ze kunnen toch niet anders? Heroïnehoertjes passen nergens bij en er is toch niks voor zulke mensen als ik? Kan jij niet proberen of er wél iets komt, want ik leef toch nog… ik ben toch nog steeds niet verloren?’

Het verrotte leven van Floortje Bloem door Yvonne Keuls
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Ik heb van verscheidene mensen gehoord dat er geen recensies van Floortje bloem te vinden zijn, dit zijn twee goede recensies:

Titel
Verrotte leven van Floortje Bloem, Het

Jaar van uitgave
1982

Bron
PZC : provinciale Zeeuwse courant

Publicatiedatum
13-10-1982

Recensent
Inge van den Blink

Recensietitel
Verslaafd - boeken vol junkieverdriet

Boeken over aan heroïne verslaafde kinderen verkopen als patat met mayonaise. 'De moeder van David S.', van Yvonne Keuls bijvoorbeeld, dat in 1980 uitkwam, is inmiddels aan zijn twaalfde druk toe. Hetzelfde geldt voor 'Christiane F., verslag van een junkie', dat onder scholieren in West-Duitsland tot een waar cult-boek is uitgegroeid. Van de hand van Yvonne Keuls is inmiddels ook 'Het verrotte leven van Floortje Bloem' verschenen, waarin het leven van een heroïne-hoertje wordt beschreven. In de meeste boekenwinkels zijn deze boeken te vinden op de afdeling jeugdliteratuur. Eén overeenkomst valt meteen op, en dat is dat het in bijna alle gevallen niet om fictie gaat, maar om op zijn minst op de werkelijkheid gebaseerde verhalen; dagboeken, brieven of persoonlijke levensgeschiedenissen.

Al in 1972 verscheen 'Het onkruid en de bloem', een oorspronkelijk Amerikaans boek, bestaande uit dagboeken van een 15-jarig meisje dat verslaafd raakte aan verdovende middelen. Het boek (vertaald door Remco Campert) is inmiddels aan zijn 14e druk toe. In zekere zin is 'Het onkruid en de bloem' een verouderd boek, want het speelt in de periode van eind zestiger, begin zeventiger jaren, en het betreffende meisje gebruikte geen heroïne, maar voornamelijk LSD, een middel dat in de huidige drugscene nauwelijks nog een rol speelt. Uit het boek wordt heel duidelijk hoe het meisje uit onzekerheid en angst om niet aan de verwachtingen van haar ouders en medescholieren te kunnen voldoen, aan de drugs raakte. Het toont hiermee de negatieve invloed die het Amerikaanse denken (keep smiling, be positive) op jonge mensen kan hebben. Dit is een thema dat je ook veel in andere Amerikaanse jeugdboeken tegenkomt, en wat dat betreft heeft 'Het onkruid en de bloem' nog niet veel aan actualiteit verloren. In tegenstelling tot 'Het onkruid en de bloem' loopt 'Christiane F., verslag van een junkie' goed af. Misschien is dat wel een gedeeltelijke verklaring voor het succes van dit boek, dat op dit gebied tot nu toe zeker het beste is. Het geeft jonge mensen zowel mogelijkheden zich te identificeren met de hoofdpersoon, als inzicht in de uitzichtloze ellende die een heroïneverslaving met zich meebrengt.


David S.

Nu naar Yvonne Keuls. 'De moeder van David S.' gaat over een vrouw die, doordat haar zoon aan de heroïne gaat, zelf in een uitzichtloze situatie terecht komt, en haar gezin naar de knoppen ziet gaan. Uiteindelijk komt ze in een praatgroep van ouders van verslaafde kinderen terecht, waar ze leert dat ze, om haar eigen leven te redden, haar zoon los moet laten.

Alle goedbedoelde bemoeienissen en de hulp die zij haar kind wil geven, blijken toch niets uit te halen en eigenlijk een negatief effect te hebben, omdat de jongen moet ervaren dat hij zelf de verantwoordelijkheid draagt voor zijn eigen leven. Deze boodschap heeft Yvonne Keuls niet zomaar bedacht, maar het is haar conclusie na jarenlange ervaring in de begeleiding van dergelijke oudergroepen. Haar boodschap komt in het boek heel duidelijk over. Dat neemt niet weg dat je wel bepaalde bedenkingen tegen 'De moeder van David S.' kunt hebben. David is al vanaf het begin een probleemkind. Als baby huilt hij dag en nacht, zodat zijn moeder er bijna gek van word. Er is iets mis met dat kind. De moeder reageert daar echter op zo'n manier op dat je als lezer geneigd bent te denken dat er ook aan haar een steekje los is: "Dat David mijn straf is, maar ook mijn kans. Mijn straf omdat ik niet in staat was met mijn eigen moeder om te gaan... en ergens diep in me natuurlijk ook dat bombardement. Ik ben in 1939 geboren, misschien was ik in mijn vorige leven wel een fascist en David een slachtoffer van mij". Dergelijke 'psychologie' maakt de persoon van de moeder er niet overtuigender op, en de combinatie met de heftige emoties die op elke pagina het boek uitknallen, maken dit tot vermoeiende lectuur. Vervelender is nog, dat vooral in dit boek door Yvonne Keuls geen enkel onderscheid wordt gemaakt tussen hasj en heroïne en allerlei andere middelen. In de inleiding tot het boek zegt de schrijfster: "Ik heb het ook geschreven voor allen die op de een of andere manier met jongeren te maken hebben en die zich tolerant opstellen ten opzichte van de soft drugs. Want met Tom (een personage uit het boek) zou ik hen willen toeroepen: "Er is nog nooit iemand aan de heroïne gestorven, die niet met hasj begonnen is!" Deze stepping-stone-theorie is al jaren achterhaald, en Yvonne Keuls zou toch moeten weten dat er in Nederland duizenden brave burgers zijn die in het weekeinde hun stickie roken zoals een ander zijn glas wijn drinkt. Dat iedere alcoholist begonnen is met één glas bier of wijn is tenslotte ook geen reden om ons land dan maar droog te leggen.

Floortje Bloem

Beter, en ook beter geschreven dan 'De moeder van David S', is het boek 'Het verrotte leven van Floortje Bloem'. Het is de (fictieve) levensgeschiedenis van een jong heroïne-hoertje, alweer gebaseerd op feiten. Met dit verhaal heeft Yvonne Keuls een aanklacht willen schrijven tegen de bestaande toestanden in kindertehuizen.

Het leven van Floortje Bloem is een aaneenschakeling van ellende. Vanaf het moment dat haar moeder haar afstond: tehuizen, internaten, observatiehuizen, pleeggezinnen en ga zo maar door. Het open einde doet niet veel goeds vermoeden.

Ondanks alles is er in dit boek af en toe toch nog een (wrang) humoristische noot, die in David S. geheel ontbreekt. Zo is één van de personages een grove, maar lachwekkende karikatuur van 'de' welzijnswerker die wel goede bedoelingen heeft, maar geheel verstrikt zit in zijn vakjargon en niet te vergeten in zijn eigen problemen.

de cirkel

'De Cirkel' van Maria Meynen, dat verscheen in 1979, biedt eveneens weinig opwekkende literatuur. Inmiddels is er een vervolg uit: 'De Gebroken Cirkel'. De schrijfster doet in de twee boeken verslag van de heroïneverslaving van haar zoon, aan de hand van (haar eigen) dagboeken en van brieven.

Een overeenkomst met David S. is dat ook in dit boek de gebeurtenissen geheel door de ogen van de moeder worden gezien. Het is onmogelijk om als lezer enige sympathie te voelen voor de Paul waar alles om draait, en dat doet het boek geen goed. Naarmate het boek verder vordert, ga je je bovendien ergeren aan de eindeloze opofferende liefde van de moeder, die haar zoon meer gaat nalopen en vertroetelen naarmate het slechter met hem gaat. Haar 'definitieve' afscheidsbrieven zijn al even weinig definitief als de goede voornemens van haar verslaafde zoon om met de heroïne op te houden. Het boek geeft een beeld van een degelijk katholiek gezin uit de buurt van Roermond, waarin 'samenwonen' nog steeds niet geoorloofd is, en een jongen met een ringetje in zijn oor welhaast in de goot terecht móet komen.

Bouke


‘Bouke, leven en dood met heroïne', is gemaakt naar het VARA-radio programma 'Popdonder Plus'. Aan de hand van interviews met nabestaanden wordt een beeld opgeroepen van 'Bouke', een Amsterdammer die aan heroïne overleed, en van de Amsterdamse heroïnescene. Net als uit het radioprogramma komt uit dit boek de jongere naar voren als een onaangename, egoïstische half-crimineel, die sommige mensen voor zich innam, maar wiens dood uiteindelijk door haast niemand werd betreurd. Als enig mogelijke oorzaak van Boukes heroïneverslaving wordt zijn gefascineerdheid met de 'scene' van de penosejongens en de prostitutie genoemd. Het lijkt me dan ook een kwalijk soort romantisering om deze 'Bouke' als 'slachtoffer' te kenmerken, zoals op de omslag van het boek wordt gedaan. Wellicht is dit 'slachtofferschap' voor de samenstellers een manier om hun gefascineerdheid met de zelfkant te verantwoorden, maar erg fris vind ik het niet.

effect

Tot slot nog dit: de meeste van de hierboven genoemde boeken pretenderen geen 'literatuur' te zijn. De literaire vormgeving is dan ook ofwel afwezig, of nauwelijks interessant. De voornaamste functie is waarschijnlijk dat ze een afschrikwekkend effect hebben. Het is inderdaad nauwelijks voorstelbaar dat iemand die meer van deze boeken heeft gelezen ooit naar de heroïne zal grijpen. Een andere functie van deze lectuur, en waarschijnlijk een belangrijke oorzaak van de populariteit ervan, is het bevredigen van nieuwsgierigheid. En hoewel het onmogelijk is aan te geven waar 'gezonde' nieuwsgierigheid overgaat in 'ongezonde' en je de makers van de boeken niet van kwade trouw hoeft te verdenken, geven met name 'Bouke' en de boeken van Yvonne Keuls de lezer naar mijn smaak teveel gelegenheid te zwelgen in de ellende van anderen. Wie geïnteresseerd is in feiten, doet waarschijnlijk het beste met de aanschaf van een voorlichtingsboekje, bijvoorbeeld 'Druggebruik en -misbruik' van F. Hacker, of 'Verslaving' van Ivan Wolffers. Het eerste, zeer informatieve, boek is geschreven in tamelijk wetenschappelijk jargon, het tweede in populaire taal, soms op het kleuterachtige af. Beide verschenen bij uitgeverij Ambo.

Titel
Verrotte leven van Floortje Bloem, Het

Jaar van uitgave
1982

Bron
De Volkskrant

Publicatiedatum
23-03-1982

Recensent
Frank Bovenkerk

Recensietitel
Kansloze Floortjes

In het midden van de vorige eeuw wordt in Nederland de prostituée of liever: het vraagstuk van de prostitutie, ontdekt. Gezelschappen van verlichte dames en heren zijn van oordeel dat deze gevallen vrouwen "redding" behoeven en zij doen speciale inrichtingen oprichten, waar de betrokkenen een ordelijke wijze van levensvoering wordt bijgebracht. Deze moet hen in staat stellen intrede te doen in het burgerlijke milieu. Zo'n benadering is nu niet meer gangbaar. De Universiteit van Groningen nodigt ex-prostituée Violet uit om te vertellen over de hoerenvakbond die ze wil oprichten. Men ziet hoeren graag als ambachtsvrouwen, die als "seksueel werkster" waardering en respect verdienen. Of zo'n vakbond echt van de grond komt en of Violets streven dieper reikt dan alleen haarzelf en een aantal feministische zaakwaarneemsters, is in dit verband niet van belang. Het enkele feit dat op een dergelijke wijze aan hoeren aandacht wordt geschonken wijst op een verandering in de publieke opinie. Dit geldt niet voor de "heroïnehoertjes" in de grote steden. Algemeen gelden zij als het laagste echelon van de hoerenstand en professionele prostituées kijken op hen neer, al was het alleen maar om het feit dat deze op drugsloze ogenblikken bereid blijken te zijn om onder de prijs te werken. De filantropie van vandaag: de door de overheid gesubsidieerde welzijnswereld, heeft zijn belangstelling verlegd naar deze nieuwe verschijning. De "Prostitutie-Quaestie" van onze jaren tachtig is het vraagstuk van de hulpverlening aan heroïnehoertjes. Het nieuwe boek van Yvonne Keuls over Het verrotte leven van Floortje Bloem is een weerspiegeling van deze nieuwe objectbepaling van het welzijnswerk. De publikatie krijgt in de media veel aandacht en de schrijfster voert een kleine campagne om een bepaalde vorm van medisch-sociale hulpverlening te pushen. Dit boek geeft de levensgeschiedenis van de heroïnehoertjes Floortje Bloem en haar zusje Beppie. Hun moeder, een vrouw die weinig lijn in haar leven weet aan te brengen, kan Floortje niet gebruiken en zij groeit op in een pleeggezin tot ongeveer haar achtste jaar. Als de vader van dat gezin het leven laat bij een auto-ongeluk, wordt Floortje geplaatst op een rooms-katholiek in internaat. Na een paar jaar loopt ze daar weg en na omzwervingen bij haar echte moeder en bij een tante, komt ze terecht in een streng tehuis voor moeilijk opvoedbare meisjes. Het lukt niet om Floortje in het gareel te krijgen. Ze loopt weer weg en op zoek naar haar inmiddels verslaafde zusje valt ze in handen van een Turkse onderneming in Rotterdam, waar men haar dwingt tot prostitutie. Ze ziet ook daar kans om te ontkomen en samen met Beppie gaat ze tippelen op de Nieuwe Binnenweg. Nu raakt ook Floortje verslaafd aan de heroïne en op het ogenblik dat het boek eindigt, ze is dan 15 jaar, lijkt haar situatie al hopeloos. Het verhaal is knap gecomponeerd uit flarden van interviews met Floortje, Beppie en een hele reeks personen, die in hun leven een belangrijke rol hebben gespeeld. Het is geschreven voor een groot publiek, in een vlotte stijl en op een warm menselijke toon. Aan alles is duidelijk dat de schrijfster emotioneel sterk bij het probleem is betrokken. Er wordt een wrange en tegelijkertijd humoristische tegenstelling aangebracht tussen de kille, analyserende psychologische rapporten over haar en de door het object in kwestie levendig vertelde strategieën om al die gedragswetenschappelijke deskundigen om de tuin te leiden. Zo ook tussen het wezenloze gezwam van welzijnswerkers en het nuchtere, ongezouten commentaar daarop van Floortje. Ik vermoed dat Yvonne Keuls hier dezelfde procédés toepast als in een vorig boek: het samenstellen van één levensverhaal uit wat zij gehoord heeft van een groot aantal informanten, zowel heroïnehoertjes als mensen in haar onmiddellijke omgeving. Ik kan mij bij voorbeeld slecht voorstellen dat een intellectueel weinig ontwikkelde puber in staat zou zijn om te reproduceren wat vriend-welzijnswerker over de mogelijke opvang van heroïnehoertjes heeft gezegd: "Het is nog maar het voorstadium van de aanloopfase. De maatschappelijke discussie moet nog helemaal van de grond komen," etcetera. Ik veronderstel dat de woorden van een door haar geïnterviewde welzijnswerker in de mond zijn gelegd van de hoofdpersoon. Het verhaal loopt door dit soort ingrepen beter, de (wetenschappelijke) betrouwbaarheid ervan neemt erdoor af. Bij een onderwerp als dit ligt het voor de hand om een vergelijking te maken met de wereld-bestseller Christiane F. Het Berlijnse verhaal is niet alleen meer authentiek, het is ook interessanter omdat het echt over de opkomst van drugs-subcultuur gaat in de jaren '70. Ofschoon Floortje Bloem met nogal wat tam tam is aangekondigd als de waarheid over het leven van heroïnehoertjes, spelen de drugs in deze levensgeschiedenis slechts een marginale rol. Het is een beschrijving van het maatschappelijke verval van een jonge vrouw, die in de negentiende eeuw niet zou misstaan. Het opgroeien in een weeshuis, internaat of ten minste in een gebroken gezin, het weglopen, en het in handen vallen van brute kerels, die haar tot prostitutie dwingen, het komt er allemaal in voor. De sob story van Floortje Bloem biedt in aanleg weinig meer dan de dichterlijke uitwerking van de carrière-beschrijvingen in de notulenboeken van het in 1847 opgerichte Comité tot opbeuring van boetvaardige gevallen vrouwen, haar levensgeschiedenis is uitermate voorspelbaar. Het enige nieuwe gezichtspunt voor zover het met heroïne te maken heeft, lijkt mij de constatering dat de relatie met prostitutie anders ligt dan doorgaans wordt verondersteld: ze speelt eerst de hoer en pas daarna raakt ze echt aan de drugs. Hoe vaak zou dit voorkomen? Een dergelijke vraag is met behulp van één enkele levensgeschiedenis niet te beantwoorden.

Yvonne Keuls wordt veel gevraagd voor het geven van lezingen. Men kan zich voorstellen hoe in een zaal vol bezorgde ouders aan het einde van een avond met onthullingen over het geheime leven van moderne randgroepenjongeren, wordt gevraagd of zij wellicht ook een oplossing voor het probleem zou weten. De toehoorders en nu ook de lezer worden niet teleurgesteld. Op Floortje's wanhopige: "Heroïnehoertjes passen nergens bij en er is toch niks voor zulke meiden als ik? Kan jij niet proberen dat er wel iets komt, want ik leef toch nog... ik ben toch nog steeds niet verloren?", breekt Yvonne Keuls een lans voor het initiatief van de geneesheer-directeur van het Christelijk Psychiatrisch Centrum Bloemendaal in 's-Gravenhage, die een subsidieaanvraag heeft lopen voor het oprichten van een afdeling speciaal voor heroïnehoertjes tot 18 jaar. Dit is een volstrekt onbegrijpelijke conclusie uit het levensverhaal, Floortje Bloems leven wordt geschilderd als één lange, treurige tocht door observatieklinieken, opvangtehuizen en internaten en dat geldt ook voor de meest recente periode van het leven van de verslaafde Beppie. Als er uit dit boek iets duidelijk wordt, dan is het wel dat de omvangrijke medische en sociale infrastructuur, speciaal voor "meiden als zij", voor een groot deel verantwoordelijk is voor haar ellendige lot. Er is met heroïneverslaving in Nederland en in het buitenland al buitengewoon veel uitgeprobeerd, tot nu toe met weinig bemoedigend resultaat. Er wordt in dit boek op geen enkele manier duidelijk gemaakt waarop de verwachting berust dat het de geneesheer-directeur van Bloemendaal nu wel zal lukken. Het is een beleidsaanbeveling, die in de lucht blijft hangen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Het verrotte leven van Floortje Bloem door Yvonne Keuls"