Titel: De wereld van Sofie
Auteur: Jostein Gaarder
Samenvatting:
Dit boek gaat over een meisje, Sofie. Op een dag krijgt ze twee vreemde briefjes in de brievenbus waarop staat ‘Wie ben jij?’ en‘Waar komt de wereld vandaan?’ er staat geen afzender bij. Ook krijgt ze een kaart voor ene ‘Hilde Møller Knag’ hij is geschreven door Albert Knag. Even later beland er nog een brief op de deurmat, ze krijgt een filosofiecursus aangeboden. Sofie krijgt in de tijd daarna steeds meer brieven van de filosofiecursus, en ze vind onder haar bed een rode sjaal met ‘Hilde’ erop, die nooit van haar is geweest. Op een gegeven moment wordt ze nieuwsgierig wie haar geheimzinnige filosofieleraar is, dus besluit ze de ‘boodschapper’ van de brieven (Hermes, de hond van de leraar) te volgen. Dan komt ze bij een hutje ‘de Majorstua’, een klein hutje, wat al jaren niet meer bewoond was. Sofie gaat er naar binnen, en ontdekt dat haar filosofieleraar (Alberto Knox) daar woont. De cursus gaat ondertussen gewoon door. Sofie ontmoet Alberto Knox, en ze praten samen over de filosofie, Alberto legt alles uit aan Sofie. Ze ontmoeten elkaar steeds maar weer in de Majorstua, omdat haar ouders van niets mogen weten.
Vanaf 15 juni, de verjaardag van Sofie, word het verhaal vanuit de ogen van Hilde geschreven. Hilde krijgt voor haar verjaardag (15 juni) van haar vader een ‘boek’ cadeau, hij heeft het zelf geschreven en het heet ‘De wereld van Sofie’. Het boek gaat over een meisje, Sofie Amundsen, wat dus eigenlijk het eerste deel van het boek is. Hilde leest het verhaal, en daardoor leert ze veel over de filosofie.
Personages:
Hoofdpersoon.
De hoofdpersoon uit dit boek is Sofie Amundsen. Ze is veertien jaar, en ze is jarig op 15 juni, dan wordt ze vijftien jaar. Ze heeft veel huisdieren. Drie vissen, Goudkopje, Zwarte Piet en Roodkapje. Twee parkieten, Piet en Puk. Een schildpad, Govinda. En ten slotte de tijgerkat Shere Khan. De ouders van Sofie hebben nauwelijks tijd voor haar. Haar vader is kapitein op een grote olietanker, en hij is het grootste deel van het jaar weg. Haar moeder werkt elke doordeweekse dag van ’s ochtends vroeg, tot vijf uur ’s middags.
Sofie is een nieuwsgierig meisje, omdat ze alles van de filosofie wil weten. Ze is heel slim, omdat ze de meeste dingen die Alberto uitlegt meteen begrijpt. Sofie is ook volwassen, omdat haar ouders nauwelijks tijd voor haar hebben, moet ze veel dingen zelf doen. Sofie denkt goed na over dingen, maar is ook wel eens impulsief. Als ze bijvoorbeeld achter Hermes aan gaat, zonder erover na te denken wat er zou kunnen gebeuren. Sofie is vrolijk, vriendelijk en meestal ook wel eerlijk, ook al verteld ze haar ouders niet alles.
Sofie krijgt op een dag twee vreemde briefjes in de brievenbus. ‘Wie ben jij?’ En ‘Waar komt de wereld vandaan?’ Sofie probeert antwoorden op de vragen te vinden, en als ze later die dag nog eens in de brievenbus kijkt, ziet ze een grote envelop, die aan haar geadresseerd is. Ze krijgt een filosofiecursus aangeboden. Dan krijgt ze steeds meer brieven van de filosofieleraar. Sofie gaat opzoek naar haar geheime leraar. Dat doet ze door de boodschapper van de brieven op te wachten, en hem daarna achterna te gaan.
‘Terwijl ze zo zat, hoorde ze een paar dorre takken kraken aan de kant van de heg die aan het grote bos grensde. Was dat misschien de boodschapper? Sofie voelde haar hart in haar keel kloppen. Ze werd nog banger toen ze hoorde dat degene die dichterbij kwam, hijgde als een dier.
Het volgende moment kwam er een grote hond vanuit de kant van het bos het Hol binnen. Het was zo te zien een labrador. In zijn bek zat een grote envelop, die hij voor de voeten van Sofie liet vallen.’
Bijpersonen.
Alberto Knox is de filosofieleraar van Sofie. Hij stuurt Sofie brieven, met filosofielessen. Later praten hij en Sofie in de Majorstua over filosofie. Alberto is een kleine, oude man. Hij is erg aardig, en heeft veel verantwoordelijkheidsgevoel voor Sofie. Hij heeft een goed geheugen, en is heel slim. Hij legt de filosofie aan Sofie uit. Met veel details. Hij beantwoordt al haar vragen.
‘“De drie rivierstromen uit de oudheid vloeien weer tot een grote rivier samen.”
“Je hebt goed opgelet, Sofie. Maar nu heb ik genoeg gezegd over de achtergrond van de renaissance. Nu zal ik je over de nieuwe ideeën vertellen.”
“Ik luister. Maar ik moet wel voor het eten thuis zijn”
Alberto ging weer op de bank zitten. Hij keek Sofie strak aan.
“In de allereerste plaats leidde de renaissance tot een nieuw mensbeeld. De humanisten…’
Hilde Møller Knag is een meisje die ook veertien jaar is, en net als Sofie op 15 juni, vijftien jaar wordt. Van haar vader krijgt ze op haar verjaardag een boek. Ze is heel verrast.
‘Pas nu wier ze een blik op haar nachtkastje. Er lag een dik pak! Omwikkeld met prachtig hemelsblauw papier en een rood zijden lint eromheen. Een verjaardagscadeau! Was dat misschien het CADEAU? Het grote cadeau van papa, waar hij zo geheimzinnig over deed?’
Ze reageerde verward toen ze zag dat haar vader een kaart aan Sofie had gestuurd, maar die aan haar geadresseerd was!
‘Hilde Møller Knag, p/a Sofie Amundsen, Kløverveien 3.
Lieve Hilde. Hartelijk gefeliciteerd met je vijftiende verjaardag. Je begrijpt dat ik je een cadeau wil geven waar je nog jaren wat aan hebt. Vergeef me dat ik de kaart naar Sofie stuur. Dat was het gemakkelijkste.
Veel liefs, papa.’
Op haar verjaardag, en de dagen die daarop volgden, las Hilde iedere dag een groot deel. Ze ging niet naar de kerk, en haar moeder begon zich zorgen te maken.
Albert Møller Knag is de vader van Hilde. Hij is, net als de vader van Sofie, majoor, Hij is dus de meeste tijd van het jaar weg. Hij stuurt Hilde regelmatig kaarten, maar dat doet hij via Sofie. Albert schrijft een boek voor Hilde, voor haar verjaardag. Hij stuurt daarom ook de kaarten naar Sofie, zodat Hilde dat in het boek kan lezen. Hij heeft Sofie en Alberto bedacht.
‘“Stel je toch voor dat ik je de hele tijd Sofie heb genoemd, Hilde! Ik heb toch aldoor geweten dat jij geen Sofie heet.”
“Wat zeg je nou allemaal? Heb je een klap van de molen gehad?”
“Ja, een draaiende molen, m’n kind. Die draait maar door, als een duizelige planeet om een brandende zon.”
“En die zon is de vader van Hilde?”
“Zo zou je het kunnen zeggen.”
“Bedoel je dat hij voor ons een soort God is?”
“Zonder blikken of blozen. Hij moest zich schamen!”
“Hoe zit het dan met Hilde?”
“Zij is een engel, Sofie.”
“Een engel?”
“Hilde is degene tot wie de ‘geest’ zich richt.”
“Je bedoelt dat Albert Knag Hilde over ons verteld?”
“Of over ons schrijft. Want wij kunnen de stof van waaruit onze werkelijkheid is gemaakt, niet waarnemen, dat hebben we geleerd. We kunnen niet weten of onze uitwendige werkelijkheid van geluidsgolven of van papier en inkt is gemaakt.”’
Dat was een gesprek tussen Sofie en Alberto, waarin Alberto verteld dat ze maar verzinsels zijn. Dat ze verzonnen zijn, en zijn opgeschreven door Albert Knag, de vader van Hilde.
Afloop:
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden
W.
W.
Zou iemand aub eens kunnen zeggen op welke paginas dit fragment staat;
‘“Ons bestaan is dus niets meer en niets minder dan een soort verjaardagsvermaak voor Hilde Møller Knag. Want wij zijn allemaal verzonnen als een soort raamwerk rond het filosofische onderwijs dat de majoor aan zijn dochter geeft. …”’
Alberto trekt Sofie op een gegeven moment de bosjes in. Ze rennen, en rennen. Het hele bos door, in richting van de Majorstua.
‘“Snel!” riep Alberto. “Dit moet gebeuren voordat hij ons gaat zoeken.”
“Zijn we nu aan de aandacht van de majoor ontsnapt?”
“We zijn nu in het grensgebied.”
Ze roeiden het ven over en stormde Majorstua binnen. Alberto trok een kelderluik open. Hij duwde Sofie de kelder in. Toen werd alles zwart.’
Dank jullie wel!
12 jaar geleden
Antwoorden