Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Zolang er leven is door Renate Dorrestein

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
Boekcover Zolang er leven is
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 4351 woorden
  • 15 augustus 2006
  • 26 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
26 keer beoordeeld

Boekcover Zolang er leven is
Shadow
Zolang er leven is door Renate Dorrestein
Shadow
Algemene informatie Schrijver: Renate Dorrestein
Titel: Zolang er leven is
Jaar van uitgave: 2004 tweede druk
Uitgever: uitgeverij Contact Amsterdam/Antwerpen
Aantal bladzijde: 320 Samenvatting: Iedere zomer houden de drie vriendinnen Beatrijs, Gwen en Veronica samen met hun mannen en kinderen, een week vakantie met elkaar. Maar dit jaar is alles anders want Veronica is plotseling overleden en haar man, Laurens en twee zoontjes, Niels en Toby, zijn nog in diepe rouw. Beatrijs, die jaren met Frank getrouwd was, is gescheiden en neemt nu haar nieuwe liefde Leander mee, een ziener. Samen met zijn helse dochter Yaya. Yaja is een brutale puber. Gwen heeft voor het eerst een kind gekregen dat geen deel is van een tweeling, Babette. Gwen, Timo en hun andere vier dochters, Marleen en Marise (de oudste tweeling) en Klaar en Karianne, wonen samen met de zus van Timo, Bobbie, in een landelijke woning met imkerij, die meer dan deze ene week per jaar een thuishaven voor iedereen is. Alles lijkt rustig te verlopen totdat ze gaan picknicken op de speelweide en Babette op klaarlichte dag verdwenen blijkt te zijn. De kinderen beschuldigen Yaja ervan dat ze de baby gestolen heeft of zelfs vermoordt. Om haar onschuld te bewijzen gaat ze samen met de kinderen de geest van Babette op proberen te roepen. Dit brengt Niels op een idee, zo kan hij misschien wel in contact komen met zijn moeder. Weken blijft ze spoorloos verdwenen. Leander weet door zijn boven natuurlijke krachten dat alles nog steeds goed gaat met haar. Als hij na 8 weken de plaats waar ze is door krijgt, waarschuwen ze gelijk de politie. Deze wil echter niet mee werken. Gwen gaat zelf op zoek. Als ze op de plaats komt waar Babette verdwenen is, treft ze daar Bobbie aan met de baby in haar handen. Iedereen is dolgelukkig. Alleen is het voor iedereen, ook de politie, een raadsel waar ze al die tijd geweest is. De volgende dag komt iedereen bij elkaar om het te vieren. De kinderen komen weer in aanraking met Yaja waardoor, ze op het idee gebracht worden om iemand te ontvoeren. Beatrijs wordt hier het slachtoffer van en verbrijzeld haar knieschijf. Door de lange tijd dat ze in het ziekenhuis heeft gelegen is ze gaan nadenken. Ze kan niet bevatten waarom Leander zijn dochter nooit straft. Want wat ze ook doet ze wordt altijd beschermd door haar vader. Hierdoor lopen de spanningen tussen Beatrijs en Leander hoog op. Ze verlangt zelfs terug naar haar vorige bestaan samen met Frank. Laurens heeft het nog altijd moeilijk met het accepteren van de dood van zijn vrouw. Hij gaat zelfs denken dat Veronica dingen aan het verplaatsen is in zijn huis om bepaalde signalen te geven. Hij probeert Leander om hulp te vragen maar die verklaart zich niet bezig te houden met het oproepen van doden en ook door het norse optreden van Laurens tegen over hem, vindt hij het niet prettig om in Laurens’ omgeving te zijn. Gwen heeft het heel moeilijk met haar situatie thuis. De imkerij is failliet gegaan en Timo is daardoor nog maar weinig thuis. In het weekend komt Yaja logeren omdat Leander zwaar uitgeput is. Het bevalt haar niet en ze belt haar vader op en wil opgehaald worden. Beatrijs gaat met Leander mee. Daar treffen ze Laurens, Niels en Toby ook aan. Laurens is Timo aan het helpen met een doorstart voor zijn bedrijf. Ondertussen heeft Leander Toby gevonden. Hij lag op de grond in een grote plas braaksel. Het blijkt dat Yaja samen met hem heeft gekeken of hij bezeten was door de duivel. Ze willen Yaja tot de orde roepen maar ze is verdwenen en Babette ook voor de tweede keer in korte tijd. Gwen gaat gelijk in paniek op zoek. Op de speelweide treft ze Yaja en Babette aan. Ze wordt woedend op Yaja die gelijk naar huis wil. Leander kiest weer eens partij voor zijn dochter en dat is voor Beatrijs het punt om Leander naar huis te laten gaan. Haar laatste woorden tegen hem zijn: ‘ik bel je nog wel’. Laurens bedenkt zich in de auto dat het tijd is om met de jongens naar de begraafplaats te gaan. Hij realiseert zich eindelijk dat zijn vrouw echt dood is. Maar als hij maar goed zijn best doet is het mogelijk om met haar in contact te komen. (702 woorden) Verhaaltechniek: -ruimte: Het speelt af in deze tijd want er wordt betaald met euro’s en er is een gothic meisje en dat is iets van de laatste jaren en er zijn computers en allerlei technische dingen die erop wijzen dat het in ieder geval vanaf 2000 zou hebben kunnen afspelen. In het verhaal gaat bijna driekwart jaar voorbij. Het begint in de zomer (deel I) dan komt deel II dat heet “Herfst” en het eindigt in deel III dat heet winter dus het is wel duidelijk. Het verhaal wordt wel in chronologische volgorde vertelt, maar soms wordt er een stukje tijd door drie verschillende mensen bekeken. Dus je krijgt wel drie keer de zelfde tijd, maar dan door de ogen van een ander. Er wordt soms ook wel een stukje overgeslagen en dan wordt er door een persoon terug gekeken naar de tijd die is overgeslagen. Het speelt zich het meest af in het grote huis van Timo en Gwen. Dat ligt ergens in een plattelands gebied bij kleine dorpjes en grote velden. Dat merk je omdat het duidelijk niet in een druk gebied afspeelt want er zijn weinig mensen en er is veel natuur. Beatrijs en Laurens wonen denk ik in Amsterdam, want daar houdt Leander zijn bijeenkomsten en ligt Beatrijs in het ziekenhuis. Laurens die woont dichtbij hun, want hij gaat een paar keer even langs. -verhaalfiguren: er zijn 9 belangrijke personen in het verhaal. 1. Gwen

Gwen is moeder van twee tweelingen en een baby en is getrouwd met Timo. Ze is heel erg gastvrij en staat voor iedereen klaar. Ze is wel slordig, bij hen thuis is het “een huishouden van Jan Steen”. Na een tijdje begint ze wel haar karakter te irriteren. Ze wordt gek van de chaos en krijgt het gevoel dat iedereen van haar gebruik maakt. Ze probeert dat ook te veranderen. 2. Laurens
Laurens was de man van Veronica. Hij is heel aardig voor iedereen, maar na de dood van zijn vrouw gaat het steeds slechter met hem. Hij heeft het gevoel dat het zijn schuld is dat ze is overleden en denkt dat ze bezig is hem te achtervolgen. Hij vlucht voor de herinneringen aan haar en is bang als zijn zoontje Niels zegt dat hij nog met zijn moeder praat. Hij wil zijn zoontje redden, maar later ziet hij dat hij fout zat. Zijn zoontje was alleen maar op zijn eigen manier de dood van zijn moeder aan het verwerken. 3. Niels
Niels is het zoontje van Laurens. Hij is heel slim voor zijn leeftijd. Hij ziet dat zijn vader alles wat aan zijn moeder doet herinneren weg wil gooien. Hij durft er gewoon over te praten, maar daar is zijn vader juist bezorgd over. Hij is ook bang dat zijn vader het niet red met het geld en zorgen voor hen, daarom probeert hij hem ook heel vaak te helpen. 4. Beatrijs
De tweede vriendin van de drie. Ze was eerst getrouwd met Frank, maar na de dood van Veronica is ze getrouwd met Leander. Hij zegt dat hij paranormaal is. Ze is helemaal gek van hem, maar gaat een beetje te ver. Ze maakt zichzelf bijna als slaaf van hem. Ze denkt zelf niet meer na, maar doet alles hoe het volgens Leander zit. Iedereen vindt Leander eigenlijk helemaal niet aardig. Hij doet telkens onaardig en alsof hij beter is dan de anderen. Elke keer als hij wat fout doet zoekt ze een excuus alsof hij het toch wel beter heeft gezien. Zo ontstaan er hevige ruzies. 5. Leander
Leander is getrouwd met Beatrijs. Hij is heel onaardig en doet alsof de anderen om hem heen minder waard zijn dan hij. Hij “is” paranormaal. Hij heeft hier ook zijn werk mee. Hij voedt zijn dochter Yaja heel slecht op, waardoor zij heel brutaal is. Vaak doet Yaja iets ergs en doet Leander alsof zij niks doet en iedereen haar altijd maar de schuld geeft. 6. Bobbie
Bobbie is de zus van Timo. Ze werkt voor hen. Ze is een beetje raar. Als je bijvoorbeeld een uitdrukking zegt begrijpt ze niet dat zoiets niet letterlijk is. Als je dan zegt door het oog van de naald kruipen, denkt zij dat je dat echt doet. Ze is wel heel behulpzaam en weet altijd goede makkelijke oplossingen voor anderen hun problemen te vinden. 7. Timo
Timo is de man van Gwen. Hij is altijd heel vrolijk en aardig. Laurens is daarom wel eens jaloers op hem, omdat hij zich nooit om alles zoveel zorgen maakt. Alleen Gwen irriteert zich steeds meer daar aan, omdat ze hem dan zo onverantwoordelijk vind. 8. Veronica
Zij is de derde vriendin van de drie. Ze was de vrouw van Laurens en de moeder van Niels en Toby. Ze is al vanaf het begin van het verhaal al dood, maar er wordt heel veel over haar verteld. Ze was heel aardig en iedereen kon altijd bij haar terecht als ze problemen hadden. Ze had op alles een oplossing en was heel gezellig. 9. Yaja
Yaja is de dochter van Leander. Ze is gotic. Ze is heel brutaal en doet vreemde sadistische dingen, zoals doden oproepen waar de andere kleine kinderen bijzijn. Ze doet wel heel stoer, maar op het eind blijkt dat ze eigenlijk verdrietig is, omdat haar vader zich nooit met haar bemoeid. -vertelwijze: Het boek heeft een meervoudig perspectief. Van veel hoofdpersonen kom je te weten wat ze zien, denken en voelen. Op deze manier kun je goed te weten komen hoe de personages over elkaar denken. In het boek zijn vier personale vertellers: we bekijken het verhaal vanuit Laurens (wiens vrouw is overleden) Gwen (van wie het dochtertje Babette is verdwenen) Beatrijs die zelf even verdwijnt en Niels (de zoon van Laurens) die denkt dat hij de verdwijning op zijn geweten heeft. De meeste keren dat het perspectief van het ene personage naar het andere binnen een hoofdstuk verschuift, gebeurt dit door middel van een regel wit. -motieven: Een belangrijk motief in het boek is hoop, hoop op betere tijden en dat alles weer zo is zo als het altijd al geweest is. Ook wordt de dood vaak genoemd. Door Veronica’s dood en door dat de onzekerheid bestaat of Babette nog leeft. -thema: zolang er leven is, is er hoop. -titelverklaring: Het boek heet Zolang er leven is. Ik denk dat ze bedoeld Zolang er leven is, is er hoop. Dus zolang er nog tekenen van leven zijn is er nog hoop dat het weer goed komt. In het verhaal raakt de baby Babette kwijt. Leander gaat dan elke avond om haar mediteren. Hij vertelt dan aan Gwen dat hij niet weet waar ze is, maar hij ziet wel dat ze nog leeft. Dus zolang hij nog ziet dat ze leeft is er hoop. Terwijl het eigenlijk juist omgekeerd is, zoals Gwen later bedenkt. Niets is zo erg als onzekerheid. Misschien wordt ze wel misbruikt of mishandelt. Dan kan ze beter dood zijn. En de rechercheur zegt: “Je kunt nog beter een graf hebben, onzekerheid is erger dan de dood.” -schrijfstijl: Dorrestein schrijft niet echt heel lange zinnen maar ook geen korte. ‘Maar opeens zag ze weer voor zich hoe ze met maagpijn van de spanning de vuilniszakken zo vlug mogelijk en in het wilde weg had gedumpt, en ze kreeg het warm van gene: zoiets moest je liefdevol doen, dat mocht je niet respectloos afraffelen.’ Ze gebruikt veel mogelijkheden om de tekst zo duidelijk in beeld te brengen. Ze beschrijft de situaties heel gedetailleerd. ‘Met Toby aan de hand liep Niels door de motregen naar huis, schoppend tegen de afgevallen bladeren op de stoep.’ Of ze maakt gebruik van veel bijvoeglijke naamwoorden. ‘Achter in de verwilderde tuin, op de grens met het bijenveld, waren de kinderen verwikkeld in een opgewonden spel waarvan ze de regels al doende bedachte. Bezweet joegen ze elkaar tussen de manshoge heesters achterna.’ Boordeling: Ik vond het een heel goed boek, want het was spannend en net echt. Ik zag alles voor me. Ik wilde het heel snel uitlezen. Het is ook heel leuk geschreven hoe zulke gezinnen zijn met die kinderen erbij. De emoties zijn ook heel goed beschreven. Je voelt bijna net als de personages zich voelen. Ik vind het ook heel knap hoe ze zich in al die verschillende personages heeft kunnen inleven. Ook in kinderen. Het was heel leuk om te lezen wat die kleine kinderen deden, want dat zich ik echt helemaal voor me. Het was ook heel realistisch, gewoon als echte gezinnen hoe die met elkaar leven en dan dat er zoiets ergs in gebeurt. Het verhaal was tot het eind aan meeslepend en je voelde de spanningen die de personages voelden. Het las heel makkelijk en er was geen moment dat je even van het verhaal afdwaalde. Dat heb ik als het te lang over een saai ding gaat, dan lees ik wel maar dan neem ik het niet in me op. Dan denk ik daarna wat heb ik nou gelezen en dan weet ik geen woord meer. Dat had ik bij dit boek geen ene keer.
Recensie 1 Schrijver: Dorrestein, Renate
Titel: Zolang er leven is
Jaar van uitgave: 2004
Bron: Nederlands Dagblad
Publicatiedatum: 28-01-2005
Recensent: Mieke Wilcke-van der Linden
Recensietitel: De deemoedige hoop van Renate Dorrestein
Renate Dorrestein heeft in haar romans steeds aandacht voor de nachtzijde van het leven. Schuld, lijden, chaos en ongerechtigheid zijn thema's die telkens weer opduiken. In haar nieuwste roman Zolang er leven is gaat het vooral om de onverschilligheid van het lot en de onzekerheden waarmee een mens moet leven. Drie vriendinnen staan centraal: Gwen, Beatrijs en Veronica. Elke zomer komen ze met hun mannen en kinderen een week bij elkaar in de boerderij van Gwen en Timo. Maar nu Veronica plotseling is overleden, is alles anders. Iedereen moet wennen aan de lege plek die zij heeft achtergelaten. "Juist door er niet meer te zijn was zij in zekere zin aanweziger dan ooit." De vakantie is dit jaar ook anders doordat Beatrijs, die gescheiden is, een nieuwe partner heeft: Leander, vader van een rebelse puberdochter. In Zolang er leven is lezen we hoe verschillende uiteenlopende persoonlijkheden op elkaar en op het verlies reageren en hoe ze het hoofd bieden aan onzekerheden in het leven. De roman krijgt na zeventig bladzijden een onverwachte wending. Na een gezellige picknick van de vriendengroep is Babette, de jongste spruit van Gwen en Timo, plotseling verdwenen. Er lijkt sprake te zijn van een ontvoering. Haar verdwijning zet de onderlinge verhoudingen van de vrienden nog verder op scherp. Gwen klampt zich vast aan Leander, die zichzelf bijzondere gaven toedicht en beweert dat hij de baby 'in goede gezondheid' ziet. De anderen reageren sceptischer. Na een paar maanden is de baby opeens weer terug, gezond en wel. Wat er in de tussentijd met haar gebeurd is, weet niemand. In de roman wordt het raadsel van Babettes verdwijning ook niet opgelost. Alle personages hebben te maken met een vorm van bestaansonzekerheid. Voor Gwen is het leven sinds het wonderlijke avontuur met haar dochtertje minder veilig en betrouwbaar geworden. "Wat was het bestaan broos. Van het ene moment op het andere kon alles je uit de vingers glippen.(...) je wist inderdaad maar nooit wanneer je leven ineens een wending zou nemen die je niet had voorzien." Met een onopgelost mysterie moeten leven holt haar zekerheid uit. Gwen raakt na de terugkeer van Babette steeds meer gebiologeerd door de ideeën van Leander, die verdriet een uiting van egoïsme en aardgebonden-heid noemt. Ze helpt hem bij de psychometriesessies' die hij leidt. Voor haar biedt dat een tegenwicht voor de wisselvalligheid en 'verschrikkelijke willekeur' van het bestaan. Later onderkent ze de zweverigheid van zijn ideeën en beseft ze dat er 'naast het onverschillige kwaad dat zonder aanzien des persoons toesloeg ook nog onheil bestond dat je zelf op gang bracht'. Aan het eind van de roman hervindt Gwen haar evenwicht. "Je had je er maar mee te verzoenen dat je nooit wist waar je aan toe was." Het verhaal wordt afwisselend verteld vanuit het perspectief van verschillende personages. Een van hen is Niels, het zevenjarig zoontje van Laurens, de man van Veronica. Iedereen lijkt zijn moeder vergeten te zijn, denkt hij. Zijn vader is voor hem van zijn voetstuk gevallen omdat hij niets heeft gedaan om de dood van zijn moeder te verhinderen. Door dit alles leeft hij in zijn eigen wereldje, waarin hij onbereikbaar is voor zijn vader. De gedachten van Niels zijn soms wat ingewikkeld voor een zevenjarige, maar toch geeft Dorrestein zijn verwarring en zijn (verborgen) agressie goed weer. Ondanks de spanningwekkende elementen, de afwisselende verhaallijnen en de onverwachte wendingen is Zolang er leven is niet zomeeslepend en aangrijpend als andere romans van Dorrestein. De bestaansonzekerheid van Gwen en andere verhaalpersonages wordt niet echt invoelbaar gemaakt en de plot is nogal ongerijmd. Bovendien worden niet alle personages levensecht neergezet. De gothic-dochter van Leander is zo'n ongeloofwaardig personage. Met haar pesterijen is ze een ware stoorzender, maar haar gedrag en grove taalgebruik komen geforceerd over. Andere verhaalfiguren zijn of heel naïef (bijvoorbeeld Gwen) of heel zweverig (Leander). Over het algemeen worden de personages wel vlot en op een laconieke manier gekarakteriseerd, maar worden de karakters niet echt uitgediept. Evenals in eerdere romans is de thematiek in Zolang er leven is voor een deel religieus getint. Er is een velangen naar orde, gerechtigheid en barmhartigheid. Na de ontvoering van Babette roept Gwen in haar gedachten: "Ontferm je over ons, neem ons op in je erbarmen." Dorrestein blijft niet stilstaan bij de nachtzijde van het leven, maar biedt ook in deze roman een glimp van hoop. Hoop is, zoals blijkt uit het motto en de titel, zelfs een belangrijk thema. Maar die hoop krijgt wel een minimale invulling. Op de laatste bladzijde van het boek denkt Laurens: "Dat er bijvoorbeeld altijd weer iets is wat ons hart ondanks alles van hoop vervult, al is het maar de deemoedige hoop dat onze kinderen een verbeterde versie van onszelf zullen zijn." Recensie 2 Schrijver: Dorrestein, Renate

Titel: Zolang er leven is
Jaar van uitgave :2004
Bron: NRC Handelsblad
Publicatiedatum: 19-11-2004
Recensent: Arjen Fortuin
Recensietitel: Jij zou toch op de baby passen? ; Renate Dorrestein bewijst wederom haar vakmanschap
Hoe heerlijk kan het leven zijn? 's Zomers met oude vrienden in korte broek aan een versleten tuintafel, mos onder je voeten, witte wijn in de koeler, loom pratend over koetjes, kalfjes en de bijen, baby slapend in de wieg, kinderen verderop met zijn zessen lekker aan het donderjagen. En hoe lang kan dat duren? Want de vrienden aan de tuintafel hebben de maanden daarvoor veel te verstouwen gekregen: Gwen en Timo hebben een vijfde dochter gekregen, (Babette, na de tweelingen Marleen en Marise en Karijn en Klaar). Laurens heeft zijn vrouw verloren (Veronica), waardoor hij zijn zoontjes Niels en Toby nu alleen moet opvoeden. Beatrijs heeft haar man (Frank) verlaten voor Leander, een professionele paragnost met een 13-jarige gothic dochter (Yaja). Bij die personages komt ook nog Bobbie, de verstandelijk gehandicapte zus van Timo, die het winkeltje beheert waar de honing en de kaarsen worden verkocht die hun bijen produceren. Een van de verdiensten van Renate Dorresteins nieuwe roman Zolang er leven is is dat al die personages toch heel behoorlijk uit elkaar te houden zijn. Een andere verdienste van de roman schuilt in de manier waarop Dorrestein die personages in het begin introduceert. Want hoewel ze niets noemenswaardigs misdaan hebben, gaan ze je vrijwel allemaal een beetje tegenstaan: de weduwnaar Laurens om zijn botte onhandigheid, de jonge moeder Gwen om haar dwangmatige geredder ('Zelf hoefde ze maar naar een bloemkool te kijken of hij was al gaar'), hun vriendin Beatrijs om haar ergerniswekkende ontdekking van haar ware, spirituele zelf en haar jaloerse paragnost Laurens omdat hij een onuitstaanbare zelfingenomen kwezel is (dat laatste negatieve oordeel wordt overigens door vrijwel alle personages gedeeld). Verdriet Met dat lichte gevoel van ongemak heeft Dorrestein je waarschijnlijk precies waar ze je hebben wil, want al snel begint ze de ellende met bakken over haar personages uit te storten: verdriet over en ruzie om de herinneringen aan de gestorven Veronica, conflicten met de humorloze ziener, het pesten door de puberdochter. En dan volgt de echte ramp. Tijdens een picknick is iedereen zo druk zijn eigen dingetjes aan het doen dat bij thuiskomst blijkt dat niemand de baby mee naar huis heeft genomen. In het vervolg komen alle onderlinge verhoudingen op scherp te staan. Het verhaal wordt afwisselend verteld vanuit het perspectief van vier van de personages, waarbij de schrijfster vooral veel werk heeft gemaakt van de 7-jarige Niels, die na de dood van zijn moeder is achtergebleven met zijn vader en zijn broertje van vier. Hoewel zijn gedachten soms wat ingewikkeld lijken voor een zevenjarige, geeft Dorrestein een mooi beeld van diens verwarring. Niels' verdriet vertaalt zich in onvoorspelbare aanvallen van aanhankelijkheid of juist agressie tegenover zijn omgeving. In een prachtige scene beschrijft Dorrestein hoe het jongetje ertoe is overgegaan zijn dinky toys een voor een in de tuin te begraven. 's Ochtends gaat hij voor zijn plankje met autootjes staan, grijpt er eentje en neemt het mee naar de tuin, waar hij onder de seringen een gat graaft: 'Zijn autootje stond klaar op de rand van de groeve. Hij voelde hoe zijn keel dik werd bij de aanblik van het karretje dat vanochtend nog van geen gevaar had geweten en dat nu voor altijd onder de grond moest verdwijnen.' In het algemeen zijn de kinderen geslaagde creaties, met de puberende, iedereen sarrende Yaja als aangename stoorzender. Ze zorgt voor verlichting door haar kwezelige vader dwars te zitten ('Badminton? Ga een cactus beffen, man.') en diens nieuwe vrouw te beledigen ('Van de ene dag op de andere ben je ineens iemands freaking stiefkind'). Ook de nog niet puberende kinderen in de roman zijn grof in de mond. En ongevaarlijk blijken ze ook al niet te zijn. Het vakmanschap van Dorrestein is alomtegenwoordig in Zolang er leven is. Steeds weer wordt de spanning opgebouwd om afwisselend te eindigen met een sisser (de baby heeft gewoon buikpijn van een onrijpe banaan) of juist niet (de kinderen pakken de 'ontvoering' van een van de volwassenen wat al te hardhandig aan). Hetzelfde geldt voor de afwisseling van ernst en luim in het boek. Het ene moment lijkt Dorrestein er een satanisch genoegen in te scheppen om alle culinaire activiteiten van een van de vrouwen te laten mislukken ('als was er iets duisters in haar relatie tot voedsel, iets wat verhinderde dat ingredienten zich aan de regels hielden'), even verder schetst ze met veel empathie hoe dezelfde persoon zich een gedroomde steun en toeverlaat toont: 'Iedere middag om klokslag vijf uur was ze aan de lijn, een baken, een zegen.' Zolang er leven is biedt het soort amusement van het betere televisiedrama: hoog tempo, veel personages worden vlot gekarakteriseerd, waarbij wel de suggestie van diepe gronden wordt gewekt, zonder dat die werkelijk worden uitgediept. Er zijn voorspelbare en onvoorspelbare amoureuze ontwikkelingen, aanvallen van jaloezie, momenten van verlichting en soms iets wat werkelijk dramatisch is. En een opeenvolging van gebeurtenissen die je het idee geeft dat het boek nog langer op dezelfde voet zou kunnen doorgaan. Zwartgalligheid Maar heeft de roman ook meer te bieden dan kwaliteitsamusement? Renate Dorrestein wil met Zolang er leven is wel degelijk dieper graven dan de oppervlakte. En [zolang] ze een zekere zwartgalligheid behoudt, slaagt ze daar ook in; elders neigt ze soms naar sentimentaliteit. Waar het in het boek uiteindelijk om gaat, is hoe mensen omgaan met onzekerheid. Het [leven] van Timo en Gwen (de bijenhouders met de vijf dochters) is op het oog ongeorganiseerd, maar is in werkelijkheid grotendeels vastgelegd en beschermd. De plotselinge dood van Gwens jeugdvriendin Veronica (Laurens' echtgenote) heeft de eerste schok in hun paradijs veroorzaakt, de verdwijning van hun dochtertje is de grote klap. Want hoe konden ze zo onvoorzichtig zijn dat ze een baby op klaarlichte dag kwijtraakten? De pessimistische les die Dorrestein haar personages, en dus de lezer, nogal hardhandig inpepert is dat wie onbekommerd doorleeft en zijn geluk als vanzelfsprekend ervaart, vroeg of laat voor zijn onvoorzichtigheid wordt gestraft. Vervolgens blijf je achter met een mengsel van schuldgevoel en onzekerheid, wat weer leidt tot agressie tegen anderen en een hang naar mystiek, geloof in geesten en andere hocuspocus - bij volwassenen en bij kinderen. Want Dorrestein maakt duidelijk dat [er] tussen de leeftijdsgroepen wat dat betreft niet veel verschil is. [Er] is ook een optimistischer les te trekken uit [Zolang] [er] [leven] is. De meeste karakters worden gelouterd door de rampen die over ze heen komen. Die troost wordt verbeeld door de titel, waaruit weliswaar het '...is [er] hoop' is weggelaten, maar die toch nadrukkelijk naar de mogelijkheid van een goede afloop verwijst. Vandaar ook dat een van de personages aan het einde van de roman concludeert 'al is het maar de deemoedige hoop dat onze kinderen een verbeterde versie van onszelf zullen zijn. En het vreemdste van alles is dat dat meestal nog uitkomt ook'. Zo krijgt [Zolang] [er] [leven] is een slotakkoord dat zo zoet is dat het glazuur je van de tanden springt, maar aan het eind van een roman die verder staat als een huis, is dat Dorrestein vergeven.
Bespreking recensie: Beide recensenten zijn het eens over het thema, hoop. Ze vinden wel dat het niet een geweldig boek is want het is niet echt diepgaand. Het is meer oppervlakkig. De ene recensent vind het boek wat beter als de ander. Recensent van recensie 1 vind het veel te oppervlakkig en de kinderen zijn iets te grof in de mond terwijl de andere recensent het juist goed geslaagde creaties vind. Ze zijn het er buiten ook over eens dat het een boek is met veel inhoud maar soms een beetje sentimenteel.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Zolang er leven is door Renate Dorrestein"