3. Auteur
Renate Dorrestein werd op 25 januari 1954 geboren te Amsterdam in een rooms-katholiek gezin. Ze genoot naar eigen zeggen een redelijk gelukkige jeugd. Niet door de geweldige sfeer die binnen het gezin hing, maar doordat haar eigen fantasie haar in staat stelde haar leven kleur te geven. In 1972 behaalde zij haar gymnasiumdiploma aan het Keizer Karel College te Amstelveen, waarna zij zich met energieke gedrevenheid stortte op het vervullen van haar droom: schrijfster worden.
De eerste stap die zij ondernam, was het volgen van een stoomcursus tijdschriftjournalistiek bij de uitgeverij De Spaarnestad. Al spoedig hierna kreeg ze een aanstelling bij het weekblad Panorama. Door de vele reizen die ze mocht maken voor het blad en de ervaringen die ze opdeed, werd haar persoonlijkheid en daardoor ook haar schrijfstijl gevormd. Na een aantal jaren bij Panorama gewerkt te hebben, besloot ze in 1977 het tijdschrift te verlaten. Midden jaren zeventig was Renate al samen met een vriendin het productiebureau Proburo gestart, dat bijlagen verzorgde voor tijdschriften. In de periode 1977 - 1982 werkte ze als freelancer voor Het Parool, Viva en Opzij. Van Opzij werd ze in 1982 redactrice.
Renate probeerde met haar columns en artikelen in allerlei tijdschriften de wereld wakker te schudden en te provoceren. Ze zette zich in voor het feminisme en daaraan gerelateerde zaken en stelde door haar krachtige taal de positie van de vrouw in de maatschappij aan de kaak. Tussen 1982 en 1983 werd ze ook nog eens hoofdredactrice van het inmiddels opgeheven tijdschrift Mensen van nu en schreef ze columns voor De Tijd en Bzzlletin.
Niet alleen in Nederland is Renate Dorrestein een succes, ook in het buitenland is ze gewild. Haar boeken zijn al verschenen in het Engels, Duits, Spaans, Japans, Italiaans, Zweeds, Frans, Fins en Deens en de rechten van Een hart van steen werden in 2000 voor 220.000 gulden verkocht aan de Amerikaanse uitgeverij Viking.
4. Titelbeschrijving
Zolang er leven is, Contact, Amsterdam/Antwerpen, 2004-2, 319 blz.
(eerste druk 2004)
5. Titelverklaring
De titel wordt gevormd door de eerste vier woorden van de zegswijze: “Zolang er leven is, is er hoop.” Het wordt gebruikt in de betekenis van mensen die bijvoorbeeld ernstig ziek zijn, maar nog wel in leven zijn. Of over kinderen die verdwenen zijn, maar van wie het doodsbericht nog niet definitief is. Gezien het feit dat de baby Babette verdwijnt in het eerste deel van het boek, is deze zegswijze en de titel die ervan afgeleid is, dus heel toepasselijk. Toch blijkt in werkelijkheid vaak het omgekeerde waar te zijn. Er is niets zo erg als de onzekerheid, zeker bij de verdwijning van een kind. De ontnuchterende werkelijkheid (bijv. de ruwe constatering van de dood, moord of zelfmoord) is heel erg, maar de onzekerheid van ouders is vaak nog veel erger. De rechercheur tegen Gwen, wanneer de baby verdwenen is: “Je kunt nog beter een graf hebben, onzekerheid is erger dan de dood.”
6. Genre
Een roman.
7. Keuze
Ik heb voor dit boek gekozen, omdat ik Renate Dorrestein een goede schrijfster vind. Ik had hiervoor al eerder Verborgen gebreken en Een hart van steen gelezen en deze spraken mij erg aan. Toen ik dit boek ergens tegenkwam, heb ik het gekocht.
8. Samenvatting
Deel I Zomer (blz. 9 -104)
In hoofdstuk 1 Kannibalen maken we kennis met het echtpaar Timo en Gwen dat jaarlijks in hun huis een reunie voor drie vriendinnen organiseert.: Gwen, Beatrijs en Veronica. Timo heeft een imkerij en Gwen maakt ook nog eens kunstzinnige kaarsen van de bijenwas. Veronica is echter drie maanden geleden (op 36-jarige leeftijd) gestorven aan de gevolgen van een hersenbloeding en haar man Laurens is er nu alleen met zijn beide zoons Niels (7 jaar ) en Toby (4 jaar). Gwen heeft twee maanden geleden een baby gekregen, maar het is de eerste baby die in het gezin alleen wordt geboren: er zijn twee meisjestweelingen aan vooraf gegaan. Beatrijs, de derde vriendin, is in de loop van het afgelopen jaar gescheiden van haar man Frank en heeft een nieuwe vriend aan de haak geslagen. Ze heeft in haar leven al drie keer een miskraam gehad. Leander heeft profetische gaven en “ziet” bepaalde dingen. Hij heeft zelf een 13-jarige lastige puberdochter Yaja (een gothic girl) die hem bepaald niet respectvol behandelt en die ook de vakantieweek doorbrengt in het huis van Timo. De meisjes van Timo vinden haar niet aardig, omdat ze in een opwelling heeft gezegd dat ze de baby wel zou willen meenemen. Aan het begin van de roman zijn Laurens en Timo nogal verbolgen over de ruzie die er 's middags tijdens de lunch is geweest en waarvan Leander de aanstichter lijkt met zijn praatjes over de spiritualiteit. De zus van Timo, Bobbie, is geestelijk niet helemaal volwaardig en Leander had een opmerking gemaakt dat ook dit wezen een functie heeft in het leven. Op het allerlaatste moment als het eten al bijna klaar is, komen Beatrijs en Leander toch nog opdraven om mee te eten. Laurens negeert Leander volkomen, zeer tot verdriet van Beatrijs, want ze vindt Laurens een fijne vent. Na het eten gaan de beide jongens van Laurens verder in het spel dat ze spelen: ze hebben een grote ketel gevonden en spelen het spel van de kannibalen. Wie voorbijkomt, loopt kans in de ketel terecht te komen: ze beschouwen zich als kannibalen.
Hoofdstuk 2 Picknicken.
Laurens wordt vroeg in de ochtend wakker en zijn oog wordt getroffen door een vreemde zwerm dieren. Hij rent ze achterna en bij het huis van Bobbie aangekomen, ziet hij dat zij de dieren (een zwerm parkieten ) voert. Wanneer hij geluid maakt, verdwijnt de zwerm. Bobbie vraagt hem of hij koffie wil en vertelt hem o.a. over het spel dat de kinderen spelen: “mensenetertje”
Beatrijs is wakker geworden en denkt na over haar relatie met de vrienden en hoe ze Leander daarin moet passen. Ze is door Leander spiritueel geworden en heeft allerlei fantasieen wat er met de ziel van Veronica gebeurd is. Feit is wel dat er sinds haar sterven enkele dingen gebeurd zijn die het leven drastisch hebben veranderd: haar scheiding en de geboorte van Babette die er voor het eerst niet een van een tweeling was. Leander stelt aan Gwen voor deze dag te gaan picknicken, temeer omdat er waarschijnlijk een einde aan de warmte komt. Gwen vindt het een goed idee, zoals de meeste personages eigenlijk wel. Leander vertelt de kinderen wanneer ze bij elkaar zitten over het zogenaamde morfologische veld: als je sterk aan een wens dacht, kwam die waarschijnlijk uit. Yaja lacht hem in zijn gezicht uit. Ze besluiten in de beek te gaan zwemmen. Gwen heeft het over het invullen van het ritueel: het vakantiedagboek. Aangezien dat ooit een idee van zijn moeder Veronica was, vindt Niels dat een verkeerd idee. Hij wil Gwen wel eens een lesje leren.
Hier verandert het vertelstandpunt: er wordt ineens later in de tijd verteld, alsof alles achteraf wordt verteld. Gwen zegt dat ze later spijt had van wat er gebeurd was. Ze waren allemaal met wat dingen bezig geweest en weggelopen van de picknickplek. Toen ze later terugkwam, was alleen Laurens nog aanwezig. Maar niemand had eigenlijk de baby Babette gemist en vanaf dat moment was het meisje zoek. Allen hadden gedacht dat de ander voor de baby zou hebben gezorgd, maar aan het einde van de dag heeft iedereen gedacht dat Babette steeds bij een ander was.
Hoofdstuk 3 Drie is een heilig getal.
De verslagenheid is groot onder de gasten van het vakantiehuis. Wat is er met de baby Babette gebeurd? Laurens voelt zich schuldig omdat hij waarschijnlijk de laatste is die haar heeft gezien. Beatrijs geeft een foto aan Leander en deze vertelt dat ze nog leeft, maar ziet wel water. De politie is al aan het dreggen in het kolkje. Beatrijs heeft ervoor gezorgd dat alle kinderen bij elkaar liggen. Gwen pakt Yaja beet en denkt dat zij de baby iets heeft aangedaan. Yaja loopt naar de slaapkamer van de kinderen. Door de Engelen ( de oudste meisjestweeling van Gwen) wordt ze ervan beschuldigd hun zusje te hebben kwijt gemaakt. Yaja reageert door het experiment met een omgekeerd glaasje toe te passen. Ze vraagt drie keer (drie is een heilig getal) aan Babette om te verschijnen. Omdat er niets met het glas gebeurt, zegt ze dat Babette nog moet leven, want andere keren ging het glaasje heel erg te keer als het om dode mensen ging. Niels, het zoontje van Laurens, reageert opgelucht. Het lijkt erop alsof hij iets met de verdwijning te maken heeft. Hij denkt aan een morfologisch veld en aan een wens die hij heeft gedaan met betrekking tot Babette.
Deel II Herfst (blz. 107-205)
Het eerste hoofdstuk van deel II heet Vermoedens.
De baby is verdwenen en we zijn twee maanden verder. Bobbie heeft een monument gemaakt door een rood-wit gestreept afzetlint van de politie om een boom te wikkelen. Ze heeft het Gwen laten zien. Ze heeft bovendien de naam van Babette met vogelzaad op de grond gemaakt: zo kunnen de vogels het eten en kunnen ze overal naar Babette uitkijken.
Laurens heeft intussen steeds meer problemen met het verlies van Veronica. Hij denkt dat ze met telekinese voorwerpen in zijn huis verplaatst. Hij heeft het moeilijk zijn 7-jarige zoon Niels en zijn 4-jarige zoon Toby goed op te voeden. Op een avond komt Beatrijs hem helpen de kleren van Veronica op te ruimen. Wanneer ze geheimzinnig over de slipjes van Veronica doet, denkt Laurens terug aan de dag dat ze hem met een eerstejaars student heeft bedrogen. Als ze weg is, zoekt Laurens naar Niels. hij hoort hem bezig met het aanroepen van Babette door middel van een omgekeerd glaasje.
Hoofdstuk 2 Betrapt. Yaja doet weer heel onsympathiek tegen Leander. Beatrijs is namelijk bij hem ingetrokken. Elke dag concentreert Leander zich nog op Babette en belt daarna met Gwen om haar te zeggen dat hij nog steeds voelt dat ze in leven is. Op die avond krijgt hij weer een plaats door waar ze is. De politie weigert eigenlijk opnieuw te gaan zoeken en daarom gaat Gwen zelf maar kijken. Op de speelweide waar Babette verdwenen is, staat Bobbie met Babette in haar handen: ze is terug. Natuurlijk is Gwen heel erg gelukkig. Ze belt Beatrijs en die belt meteen Laurens. Niels is erg blij, want hij heeft steeds vurig gewenst dat Babette terug kwam en hij denkt dat het daarom gelukt mis. Laurens heeft het er erg moeilijk mee: Veronica zou eigenlijk ook terug moeten komen. Toch belt hij 's nachts naar Leander. Hij krijgt echter Yaja aan de lijn, die hem voorstelt wat te gaan drinken in een leuke kroeg.
Hoofdstuk 3: Telefoon. Gwen is heel erg blij dat Babette terug is en gaat uit dankbaarheid een taart voor Leander bakken. Hij komt met Beatrijs en Yaja naar het vakantiehuis. Ook Laurens is met zijn beide kinderen onderweg. Yaja vertelt dat Laurens haar 's nachts heeft gebeld met het verzoek wat te gaan drinken: ze draait expres de feiten om. Laurens heeft champagne meegenomen voor Gwen. Overdag drinken ze wat en ze worden allemaal nogal aangeschoten. De kinderen spelen een luguber spelletje onder leiding van Yaja. Toby mag niet meedoen en wordt door zijn broertje in een hok gestopt en vastgebonden. Beatrijs krijgt een telefoontje om bij Bobby te komen, maar blijkt aan het einde van de dag spoorloos te zijn. Als Laurens en Leander haar samen gaan zoeken, probeert Laurens te bereiken dat Leander op spirituele wijze contact zoekt met Veronica.. O.a. vanwege hun slechte kennismaking in de zomer weigert Leander dat. Beatrijs blijft zoek, maar Toby wordt wel gevonden. Hij heeft een hele stapel fietsen over zich heen gekregen. Laurens denkt dat Veronica ook hier de hand in heeft gehad. Hij vermoedt dat ze de jacht op hem geopend heeft. De lezer denkt hierbij: ”waarom”?
Deel III Winter (blz. 209-320)
Het eerste hoofdstuk van Deel III heet Spoken. Het is winter en Gwen rijdt naar Amsterdam om daar Leander te assisteren op een avond waarop hij zijn spirituele gaven te gelde maakt. Hij bekijkt foto's en geeft aanwijzingen waar de slachtoffers zouden kunnen zijn. Het is allemaal maar een beetje bedrog. Aan het einde van de avond vraagt Leander of Yaja het weekend bij hen mag logeren. Gwen is verliefd geraakt op Leander en durft dus niet te weigeren. Als Gwen thuiskomst, denkt ze na over haar verliefdheid voor Leander. Bij het bedje zit Timo met Babette in zijn handen: ze heeft buikkrampen. Gwen is meteen weer onzeker en bang dat Babette iets zal overkomen.
Beatrijs blijkt in dit deel in een verpleeghuis te liggen met haar knie in het gips. Daarom heeft Gwen geholpen met de avondseance. Ze is in het vakantiehuis gevallen en Bobbie heeft haar gevonden. Bobbie belt naar haar, want ze moet op Babette passen, Timo is niet thuis en de baby is niet tot bedaren te brengen. Beatrijs geeft Bobbie telefonisch advies.
Het wordt nu ook aan de lezer bekend wat er aan het einde van Deel II met Beatrijs gebeurd is. De kinderen hadden haar onder leiding van Yaja van achteren besprongen, gekneveld en wilden een losgeld van haar eisen. Het telefoontje van Bobbie was in feite gepleegd door Yaja op het mobieltje van Bobbie. Ook Niels had zich bij deze ontvoering van “tante rolmops” niet onbetuigd gelaten. Beatrijs was bij haar bevrijdingspoging gevallen en had haar knie gebroken.. Ze mag echter het komend weekend naar huis.
Laurens gaat naar de schooljuffrouw Nicky: ze is de onderwijzeres van Niels op wie Niels verliefd is. Hij wil haar graag het autokerkhof laten zien, waar hij zijn speelgoedautootjes heeft begraven. Zij denkt dat hij haar het graf van zijn moeder wil laten zien. Laurens is wel van haar gecharmeerd: ze is heel vriendelijk voor Niels.
Hoofdstuk 2 Sterretjes.
Niels heeft vrijdagmiddag handenarbeid en hij maakt een mooi kunstwerkje voor zijn lievelingsjuf Nicky. Ze is er erg blij mee. Laurens heeft intussen een dag vrij genomen om de kerstboom voor zijn kinderen op te zetten. Maar als Niels en Toby thuiskomen, zeggen ze dat Veronica het eigenlijk veel mooier deed. Laurens is heel onzeker over Veronica: ze lijkt steeds met Niels te praten, maar zelf krijgt hij geen contact met haar. Is het omdat ze wraak wil nemen.? Via Leander probeert hij contact met haar te krijgen, maar deze heeft een hekel aan Laurens en hij wil geen contacten met de doden leggen.
Gwen raakt emotioneel steeds verder weg van Timo. Het wordt ook veroorzaakt door het feit dat hij zoveel tijd besteedt aan zijn failliete imkerij. Tegen Bobbie zegt ze eigenlijk dat ze wel alleen op vakantie wil. Bobbie wil wel met haar mee, maar dat is niet de bedoeling. Timo zegt: “Ga een tijdje logeren bij Laurens.” Gwen denkt dat hij dit doet om zowel haar als Leander te pesten.
Laurens heeft inmiddels de stoute schoenen aangetrokken en gaat naar Leander toe. Die is niet thuis en Laurens, Niels en Toby zitten in een eetcafe aan de overkant van de straat. Ze vertellen elkaar mopjes, totdat Leander terugkomt. Ook wordt in dit tafelgesprek de titel van de roman verklaard: “Juffrouw Nicky zegt altijd Zolang er leven is……”, zegt Niels. (blz. 268, 1e druk) Op dat moment komt Leander thuis: er ontspint zich opnieuw een woordenwisseling tussen Laurens en Leander. Hij wil geen spiritueel contact leggen, terwijl Leander bovendien nog denkt, dat Laurens achter Yaja aanzit.
In het laatste hoofdstuk van het derde deel Zekerheid beginnen we met de verteller Beatrijs, die het verpleeghuis mag verlaten. Ze is een beetje verdrietig, want Leander doet niet zo heel vriendelijk en als ze de meubels in haar appartement bekijkt, zou ze graag nieuwe dingen wensen.
Yaja die logeert bij Timo en Gwen, blijkt het niet zo naar haar zin te hebben en wil terug. Leander wil haar onmiddellijk halen en dus gaat Beatrijs maar mee: een rit van anderhalf uur,terwijl ze net uit het verpleeghuis is ontslagen.. Leander geeft meteen aan dat hij de avondseances het liefst blijft doen met Gwen. De onzekerheid van Beatrijs groeit met betrekking tot haar gevoelens voor Leander. Is hij verliefd op Gwen?
Als ze in het huis van Gwen aankomen, blijkt ook Laurens er met zijn kinderen te zijn.
De kinderen worden weer bij elkaar gedropt en Yaja neemt de Babette in haar handen wanneer die maar blijft huilen. Ze vertelt Toby ook een verhaal over kotsen uit de hel. (The exorcist) Laurens probeert Timo te helpen met het maken van een doorstart van zijn bedrijf. Daarna gaat hij naar Bobbie. Die vraagt hem even op de bijenwinkel te passen om Beatrijs te kunnen begroeten. Laurens overdenkt daar hoe hij misschien de oorzaak kan zijn van Veronica's hersenbloeding. Na haar vreemdgaan in de trein had hij steeds maar details van haar willen weten. Ze was tenslotte witheet geworden en neergevallen. Nu vreesde hij dat zij wraak op hem wilde nemen na haar dood. Leander komt even later melden dat er iets met het jongetje Toby is. Hij ligt in een grote plas kots en lijkt er ernstig aan toe te zijn, maar gelukkig valt dat mee. Toby zegt dat hij van de duivel is bezeten. Opeens missen ze Babette weer en ook Yaja is verdwenen. Gwen gaat haar meteen zoeken :op de speelweide treft ze Yaja aan met Babette in de bolderkar. Ze wilde alleen even wandelen met de baby. Ze scheldt Gwen uit voor kut-moeder die niet van haar kindje kan genieten. Gwen denkt opeens dat er een gedeelte van waar is: sinds Babette verdwenen is, Beatrijs een andere vriend heeft, Veronica gestorven is, zijn haar zekerheden in het leven weg. En het allerergste waaraan je kunt lijden, is onzekerheid. De politieagenten hadden het haar destijds al tijdens de verdwijning verteld. Yaja krijgt flink de wind van voren, omdat ze ook Toby heeft laten kotsen. Ze reageert onbeschoft en Leander trekt partij voor haar. Dan laat Beatrijs hem met Yaja vertrekken. “Ik bel je nog wel.”
Laurens neemt de kinderen mee naar huis. Onderweg denkt hij erover na dat Niels met zijn juf het graf van Veronica willen bezoeken. Hij weet niet eens of hij de plek van het graf wel kan vinden. Hij stopt zijn auto langs de kant van de weg en zoekt contact met Veronica. “Ik heb tijmhoning voor je gekocht.” Als hij maar lang genoeg bleef kijken, zou hij haar vast en zeker zien. (slotzin)
9. Personages
Alle personages hebben een vriendschapsrelatie met elkaar, behalve Leander, de nieuwe vriend van Beatrijs. Hij wordt in het begin over het algemeen niet gewaardeerd, maar nadat hij Gwen’s dochter Babette helpt terugvinden is hij opeens een graag geziene gast.
Gwen, de moederfiguur. Niet alleen van haar eigen kinderen is zij de moeder, maar ook van haar vrienden. Iedereen die met een probleem zit komt bij haar, daar heeft ze wel eens moeite mee. Vooral wanneer ze zelf diep in de problemen komt, nadat haar kind is ontvoerd. Ze heeft enkel nog aandacht voor haar ontvoerde dochtertje en laat haar andere kinderen en haar echtgenoot links liggen. Nadat haar dochter weer terecht is, probeert ze haar leventje weer op te pakken, maar daarvoor is het al te laat. De imkerij die zij en haar man bezitten, is zo verwaarloosd dat ze opnieuw moeten beginnen. Gwen helpt intussen Leander met zijn sessies, waardoor ze weer geen aandacht kan geven aan het thuisfront.
Laurens, een jonge weduwenaar. Zijn vrouw is reeds op jonge leeftijd gestorven. Hij heeft het daar erg moeilijk mee en voelt zich schuldig. Vlak voor haar dood kwam hij erachter dat Veronica, zijn vrouw, was vreemdgegaan. Hij is destijds erg kwaad op haar geworden en ze hebben het nooit bijgelegd. Daarnaast heeft hij het ook erg moeilijk met de opvoeding van zijn kinderen, hij weet niet hoe hij het allemaal moet regelen en aanpakken. Eigenlijk deed zijn vrouw voor haar dood het grootste gedeelte van de opvoeding.
Beatrijs, een vrouw die haar hele leven heeft omgegooid. Ze was altijd redelijk gelukkig met haar man Frank, een accountant. Tot die relatie op een gegeven moment stuk liep. Ze ontmoet Leander, een ziener waarin ze haar hele ziel en zaligheid stort. Leander verafgood haar, niet voor niets noemt hij haar godin, engel e.d. Dat deed Frank niet. Eigenlijk is ze op zoek naar aandacht, in plaats van naar een nieuwe levenspartner, want ook met Leander gaat het niet zo goed.
10. Schrijfstijl
De roman is opgebouwd in drie delen die Zomer, Herfst en Winter zijn getiteld. Deze delen zijn weer onderverdeeld in getitelde hoofdstukken. Alle delen hebben 3 hoofdstukken. Dat kan geen toeval zijn. Niet voor niets heet hoofdstuk 3 uit Deel I Drie is een heilig getal. De opbouw van deze roman heeft dus met dit 3 x 3 motief een opgezet doel.
11. Ruimte (tijd en plaats)
De inhoud van de roman speelt zich af in de eerste jaren van deze eeuw: er is sprake van een betaling in euro's en er wordt door de “gothic girl Yaja” gesproken over afleveringen van de populaire serie Costa op televisie. Daarom speelt het decor zich af in de zomer van 2002 of 2003. Het is niet met zekerheid te zeggen waar de plaats van het vakantiehuis is, maar aannemelijk kan worden gemaakts dat het een plaats is in het oosten van Nederland, omdat het vakantiehuis gelegen is aan een route pal langs het beroemde Pieterpad. (blz. 53, 1e druk) Dit is de bekendste toeristische wandelroute in Nederland van Maastricht naar Groningen, waarlangs vroeger mergel werd vervoerd. De plaats waar het vakantiehuis staat, is anderhalf uur rijden met de auto vanuit Amsterdam. Wanneer we Gelderland nemen als meest aannemelijke provincie, moet het verhaal zich afspelen in de buurt van bijvoorbeeld Doetinchem.
De plaats is belangrijk voor het verhaal, aangezien de boerderij een soort rustplaats is, waar de vrienden heen gaan als ze problemen hebben, met zichzelf, hun partner, of de kinderen. Een doodgewoon rijtjeshuis is uiteraard geen rustplaats als zodanig, daarom heeft de boerderij een functie in deze roman.
Het verhaal heeft een chronologisch verloop, tussen de delen (zie samenvatting) verstrijkt soms een periode van enkele weken of maanden. Er is dus sprake van flash-forwards. Flashbacks komen ook een enkele keer voor. Laurens kijkt af en toe terug naar de tijd dat Veronica nog leefde.
12. Vertelwijze
De roman heeft een meervoudig perspectief. Van diverse hoofdpersonen komen we te weten wat ze zien, denken en voelen. Dat gebeurt in de hij/zijstijl; de vertellers noemen we dus personale vertellers. Dit is te zien aan de hand van het volgende voorbeeld.
(blz. 234) “Beatrijs hernam zich. ‘Ja, morgen wordt er weer een foto gemaakt, en als mijn knie in orde is, gaat het gips er meteen af. En als de fysiotherapeut me dan snel op de krukken krijgt…’ Ze hees zich met beide handen omhoog aan de papegaai boven haar bed en wachtte op de po.”
In de roman zijn vier personale vertellers: we bekijken het verhaal vanuit Laurens (wiens vrouw is overleden) Gwen (van wie het dochtertje Babette is verdwenen) Beatrijs die in deel 2 zelf even verdwijnt en Niels (de zoon van Laurens) die denkt dat hij de verdwijning op zijn geweten heeft. De meeste keren dat het perspectief van het ene personage naar het andere binnen een hoofdstuk verschuift, gebeurt dit door middel van een regel wit.
13. Thema
Zolang er leven is, is er hoop. En daarmee wordt meteen het centrale thema aangesneden. Hoop. Hoop kan heel prettig zijn, hoop op een beter leven, hoop op een goed cijfer, hoop op een gunstige loterijuitslag, etc. etc. Aan de andere kant kan hoop erg frustrerend zijn. Hoop op dat je kind nog leeft, hoop op contact met je overleden vrouw, hoop op een goede levenspartner. Die drie laatste situaties worden in deze roman besproken. Niet hoop is wat de mens nodig heeft, maar zekerheid. De zekerheid dat je kind is overleden, is beter te verdragen dan eeuwig de hoop te koesteren op een nog levende zoon of dochter
Motieven
Dit boek kent verschillende motieven. Eén daarvan is: rouwverwerking.
Veronica, de vrouw van Laurens is onlangs overleden, op het moment dat het boek zich afspeelt. Ze heeft hem met twee kinderen, Niels en Toby, achtergelaten. Hij mist haar nog iedere dag, zeker ook als het op opvoeden aankomt. Hij weet niet goed wat hij met zijn zoons aan moet, en Veronica is er niet om hem te helpen.
Ook de beste vriendinnen van Veronica rouwen om haar. Gwen denkt vaak aan haar in de trant van: “Ik wou dat je er nog was.”
De relatie ouder-kind, is een duidelijk motief in dit verhaal. Zoals in het eerste motief wordt beschreven weet Laurens niet hoe hij met zijn kinderen moet omgaan, hij doet enorm zijn best om het zijn zoons zo leuk mogelijk te laten hebben, maar bij Niels lijkt dit niet te lukken. Gwen heeft ook kinderen, vijf in totaal, waarvan de eerste 4 tweelingen. Gwen maakt zich zorgen over haar vijfde kind. Klopt het wel dat het een ‘eenling’ is? Haar ongerustheid wordt bevestigd als Babette, het kind in kwestie, ontvoerd wordt.
Daarnaast zorgt de mannelijke Jomanda, Leander voor nog een motief: spiritualiteit. Hij denkt dat hij aan de hand van een foto kan zien waar Babette zich bevindt en of ze nog leeft. Door toeval, of omdat hij dit echt kan, dat laat ik in het midden krijgt hij gelijk. Hij ziet een rood-wit gestreept lint, daar bevindt Babette zich. Dit blijkt inderdaad te kloppen.
Laurens, die in het begin niets van Leander wil weten, draait 180 graden om. Hij wil namelijk contact met zijn overleden vrouw Veronica en hij denkt dat Leander hem daarbij kan helpen. Die houdt echter de boot af, en wil op zijn beurt niets met Laurens te maken hebben.
Motto
Deze roman kent een motto:
“En de hoop is een krijtwit kind, dat lacht
tegen de rover, die het slacht.”
Gerrit Achterberg
Dit zijn de laatste twee regels van Achterberg’s gedicht Spreekuur, met de ondertitel voor doktoren en professoren in ziel en taal.
In de roman komen enkele opvallende citaten voor waarin “hoop” genoemd wordt. De zuster in het verpleegtehuis tegen Beatrijs: “Je moet de hoop nooit verliezen.” Beatrijs tegen Laurens: “Veren zijn anders ook het kleed van de hoop, wist je dat? Emily Dickenson schreef tenminste: “Hoop is het ding met veren, dat nestelt in de ziel.”
En de politierechercheur die aan Gwen meedeelt: “Hoop is een mooi ding, maar het kan je ergste vijand worden, neemt u dat maar van me aan. “
Het motto wordt natuurlijk via de titel verbonden aan het thema van de roman. Zolang er leven is, is er natuurlijk hoop. Dat moet een troost zijn waaruit mensen kunnen putten. Die troost wordt verbeeld door de titel, waaruit weliswaar het gedeelte `...is er hoop' is weggelaten, maar die toch nadrukkelijk naar de mogelijkheid van een goede afloop verwijst. Juffrouw Nicky zegt dit tegen Niels die met zijn overleden moeder worstelt. Vandaar ook dat Laurens (een van de vertellers) aan het einde van de roman concludeert `al is het maar de deemoedige hoop dat onze kinderen een verbeterde versie van onszelf zullen zijn. En het vreemdste van alles is dat dat meestal nog uitkomt ook'.
14. Plaats in de literatuurgeschiedenis
Dit werk is voor het eerst gepubliceerd in 2004. Een redelijk typerend boek voor Renate Dorrestein. Zoals in vele andere boeken van haar hand, spelen kinderen een belangrijke rol (Verborgen gebreken, Een sterke man, Een hart van steen). In dit boek denkt Niels dat hij de verdwijning van Beatrijs op zijn geweten heeft, en voelt zich dus erg schuldig. In Verborgen gebreken voelt Chris zich schuldig, omdat ze haar broer vermoord zou hebben. Kinderen die de onschuld zelve horen te zijn, stellen de schuldvraag aan zichzelf. Dat is dus redelijk typerend voor haar werk.
15. Beoordeling
Deze roman is een echte page-turner. De lezer wordt net als de hoofdpersonen in onzekerheid gelaten over wat er is gebeurd. Bijvoorbeeld de situatie Babette. Zowel Gwen als de lezer weten nog altijd niet, wie Babette heeft onvoerd, waarom Babette is ontvoerd en waarom ze in vredesnaam weer op dezelfde plaats is teruggelegt. Dit verhaalelement spreekt mij erg aan. Het verhaal blijft op deze manier boeien.
De frustratie van het verliezen van een kind, vind ik erg goed verwoord. Dat nuchtere mensen, in paniek hun heil zoeken bij een kwakzalver (Gwen) en hun hele ziel en zaligheid in deze persoon leggen. Ditzelfde lot is toebedeeld aan Laurens, die na de dood van zijn vrouw Veronica, volledig van de kaart raakt, en ook toenadering zoekt tot Leander. De mens is een wezen dat zonder orde, niet kan leven. Zodra er iets misgaat raakt het totaal in paniek. Dit is te vergelijken met het menselijk lichaam, nadat de dood is ingetreden. Gedurende het levend zijn, heeft de mens zichzelf in ‘orde’ gehouden, maar na het overlijden treedt er in het lichaam chaos op. Een mens in paniek, kan niet meer helder denken en is dus dood. Dat vond ik een erg origineel gegeven in dit boek, wat mij ook erg aansprak.
Ik had geen enkele moeite met het taalgebruik, het was allemaal zeer goed te volgen.
Ik zou dit boek iedereen aanraden, die van een spannend verhaal met inhoud houdt.
REACTIES
1 seconde geleden
R.
R.
Laaauuuww!!!
19 jaar geleden
Antwoorden