TRIOMF VAN DE VERSCHROEIDE AARDE
Met avonturen uit de Middeleeuwen
GEGEVENS
1. Datum van het leesverslag: 17-4-2000.
2. Titel: Triomf van de verschroeide aarde.
3. Auteur: Thea Beckman.
4. Genre: Avontuur.
INHOUD
5. Gebeurtenissen:
Het is oktober 1356. Matthis Cuvelier wil Frankrijk een dienst bewijzen: hij zal helpen de Fransen te verdrijven van Frans grondgebied. Hij gaat opweg: naar Bretagne (oost Frankrijk). Daar zijn de Engelsen namelijk gebied aan het veroveren. (Aanvoerder Engelsen: Hertog van Lancaster) Hij vecht tegen de Engelsen bij de stad Rennes en helpt zijn leider Bertrand du Guesclin. (Hij zit inmiddels bij een soort bende die tegen de Engelsen vecht). Na veel avonturen geven de Engelsen het op en trekken zich terug. Dan reist Matthis naar Parijs. Hij ontdekt dat in zijn oude woonplaats een opstand tegen de koning (een burgerlijke revolutie) aan de gang is. Na veel heen-en-weer getrek kiest hij de zijde van de koning. De leider van de opstandelingen wordt gedood en Parijs leeft weer rustig. Voor Matthis is dit teken om weer te gaan reizen en hij reist samen met zijn schoonouders naar de streek Poitou (midden Frankrijk) en wordt gevangen genomen door Engelse plundercompagnieën. Ze worden overal heen gesleurd en uiteindelijk komen ze uit bij het grote invasieleger van Engeland (10.000 man!) dat door Frankrijk trekt. Het leger probeert elke stad te veroveren die op zijn weg ligt, maar het lukt niet. Na een paar maanden geven ze het op en trekken met de nog ongeveer 3.000 overgebleven mannen terug. Op de terugweg worden ze verzwolgen door een tornado (wervelwind) en de 100 overgebleven mannen zweren genade. Matthis is 1 van de overlevenden en hij keert gelukkig terug naar zijn familie.
6. Personen:
Hoofdpersoon; Matthis(; volledige naam Matthis Cuvelier):
Als hij een beslissing moet nemen (hij neemt haast nooit een beslissing, helemaal geen belangrijke. Dit komt omdat hij pas 16 jaar is als hij zich bij Bertrand du Geusclin aanmeldt als soldaat, of als eventueel heraut. Het wordt heraut en secretaris, omdat hij niet sterk genoeg is voor soldaat) doet hij hier lang over. Hij weet niet goed of hij dan wel de goede beslissing neemt en twijfelt en peinst hier lang over. Agressief wordt hij niet snel, hij weet zich gewoon goed te beheersen. Hij heeft niet zo veel lef, hij is vaak bang tussen de hoge pieten(: in het boek komt hij o.a. koning Edward III, koning van Engeland, Etienne Marcel, leider van de burgerlijke revolutie en tijdelijk koning van Frankrijk, prins Charles komt hij tegen). (Voor een van 16 jaar) is hij niet zo sterk gebouwd, vooral niet als je kijkt hoe sommige 16-jarige Middeleeuwse jongens erbij liepen: sterk, veel spieren en laten zien wie je bent. Dat deed hij niet: hij was bang, dacht dat hij niks kon en dat zo slap als een klein miertje was. Toen Bertrand du Guesclin hem al niet wou aannemen als soldaat zat hij helemaal in de put en hij dacht:,,Hoe moet ik nu verder?” Later legde hij er zich bij neer en accepteerde de situatie zoals deze was. Hij weet niet altijd wat hij moet doen en zit zoals ik al zei soms in de put. Hij kijkt meestal verder dan zijn 1e gedachte, maar soms overweldigt bij hem het geweldige enthousiasme en beslist hij zonder er nog even over na te denken. Dit komt o.a. omdat hij met zijn 16 jaar in de grote ‘mannenwereld’ stapt waar over grote zaken wordt gesproken. Hij maakt bijvoorbeeld een onderhandeling tussen Bertrand du Guesclin en de hertog van Lancaster, zoon van de koning van Engeland mee. Hij begrijpt weinig van de onderhandeling en volgt het vaak niet helemaal. Matthis komt zeer duidelijk naar voren als hoofdpersoon en daar zijn redenen voor:
Ten 1e: Hij staat op de voorkant van het boek afgebeeld als muzikant (heraut) met een andere muzikant.
Ten 2e: Als je op de achterkant van het boek kijkt zie je zo’n kleine samenvatting en daar komt zijn naam wel 4 keer voor. (de tekst telt 19 regels)
Ten 3e:Op bijna alle 320 bladzijdes en 3 delen komt zijn naam 1 of meerdere keren voor.
Ten 4e: Zijn aanwezigheid in het boek speelt een hele belangrijke rol: het laat zien dat een hoofdpersoon niet altijd spieren en (veel) vechtkunsten hoeft te hebben/kunnen.
Ten 5e: Als hij er niet was geweest was het boek misschien wel 100 bladzijdes korter geweest, doordat hij veel spionagewerk heeft gedaan en vaak een dubbele rol heeft gespeeld. Hij heeft bijvoorbeeld gespioneerd bij de plannen van Etienne Marcel, leider van de burgerlijke revolutie. Hiervoor werd hij ook gestraft: 2 weken in een gore, stinkende cel met ratten.
Matthis is opgegroeid in Parijs, ‘liefdesstad’ van Frankrijk. Als familie heeft hij zijn stiefouders (Matthis is als baby te vondeling gelegd), Mairie-Claire (bijnaam: ‘Godsvlindertje) en Berton de Fleur (bijnaam voor beiden: ‘De stemmen van Frankrijk’). Hij heeft een ander ‘broertje’: Robert. Dit is een peuter van 2 jaar oud. Hij is geen echt broertje, omdat hij ook te vondeling is gelegd en net zoals bij Matthis heeft Mairie-Claire hem zien liggen en heeft zich over hem ontfermd. Verder heeft hij geen verdere ‘familie’, tenminste dat is niet bekend. Hij kan zich redelijk goed redden in de vrije natuur, alhoewel hij bij het begin van zijn reis er wel even aan moet wennen. Hij was het namelijk niet gewend om (alleen) door de natuur te reizen. Heeft voor een jongen een gewoon uithoudingsvermogen, niet abnormaal hoog of abnormaal laag. Hij leeft beschaafd (voor die tijd) zoals bijna elke heraut. Hij heeft geen speciale gebruiken. Als kleren heeft hij wollen, warme sokken omgeven door stevige donkerbruin leren schoenen met hoogopgeknoopte veters (tot het midden van zijn bovenbeen). Zijn benen dragen een stugge, maar wel stevige bruinleren broek, met bij zijn middel een zwarte, leren riem met in het midden een grote, ijzeren gesp. Op zijn blote buik zit een zijden overal met bij zijn nek een brede kraag die zijn nek ruim omhult. Op, zijn overal heeft hij een bruinwollen trui met weer daarop een lichtbruin, leren hesje. Kort samengevat: alle kleding die een heraut maar nodig heeft. Verder heeft donkerbruin haar en stralende blauwe ogen waar meestal de vreugde vanaf straalt, vooral als hij in de zomer door de vrije natuur rijdt, genietend van de zingende vogels en voluit bloeiende bloemen. Dit donkerblond haar en deze blauwe, stralende ogen zitten op een (in de zomer:) een blank, maar wel verbruinde huid, in de winter zitten ze op een witte huid, gehard door regen en wind. Als wapens (die heb je vooral in de Middeleeuwen nodig) heeft hij een vlijmscherpe dolk en hij heeft zijn vuisten natuurlijk nog. Óók een goed wapen is zijn luit (trompet). Nou zul misschien denken:,,Wat kan hij daar nou weer mee?” Nou dat zit zo: hij moest bijv. bij de hertog van Lancaster voor heraut er wezen. Hij gaf bijv. de aanvals-, terugtrek- en stoptekens. Als hij nou floot op het verkeerde moment dan dachten de soldaten vaak dat ze bijv. terug moesten trekken, terwijl ze bijv. juist moesten aanvallen. Dan ontstond er verwarring en vervolgens had Matthis zijn werk gedaan en ging ergens anders voor verwarring zorgen. Zijn luit was dus een soort afleidingswapen. De persoon maakt één hele grote ontwikkeling door: Hij krijgt meer zelfvertrouwen. Daardoor is hij als hij bijv. alleen reist minder bang. Aan het eind van het boek denkt hij ook meer van:,,Dat kan ik wel.” Als vrienden heeft hij Bertrand du Geusclin, Berton en Mairie-Claire (Godsvlindertje) de Fleur (hij beschouwt zijn familie eigenlijk ook als familie), Clopin, Jean Millart (wethouder van de leider van de burgerlijke revolutie en is later overgestapt naar de kant van Prins Charles), Pépin des Essarts, Jean de Charny, Geoffrey Chaucer (een Brit die het niks uitmaakt of er oorlog is of geen oorlog – maar hij sluit vriendschap) en Olivier de Mauny (bondgenoot van Bertrand du Geusclin). Hij heeft dus een heleboel vrienden (tenminste als je ze aan het eind van het boek bij elkaar optelt). Hij heeft ook mensen die hij ‘niet zo aardig’ vindt: Robbert Knolles (legeraanvoerder van de Engelse plundercompagnieën), Jake de Wyn (de ‘Eeuwig Verliefde’, commandant van een Engelse plundercompagnie) en sergeant George (ondercommandant van de Engelse plundercompagnie van Jake de Wyn). Ik heb al verteld wie hij allemaal als familie heeft. Zijn afkomst is niet koninklijk, maar dit woord zit er niet ver naast. Hij is namelijk van edele afkomst. Dat wil zeggen (als je het in de Middeleeuwen bekijkt) op de 2e plaats staat: de koning en zijn familie staan namelijk op de 1e plaats, op de 2e plaats staan de edelen en als laatste op de 3e plaats staan de gewone burgers. Geduld bezit hij wel, want hij kan zich goed inhouden (beheersen) als iemand iets ‘lelijks’ tegen hem zegt. Hij wordt dan meestal wel van binnen erg boos, maar hij houdt zich bij de meeste situaties in.
Bijpersonen; (Ridder) Bertrand du Geusclin:
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden
S.
S.
De info die hierin staat is helemaal fout.
Voorbeeld: Matthis werd helemaal niet te vondeling gelegd. Zijn ouders en zusjes stierven aan de pest.
17 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
goeie bespreking!!!
20 jaar geleden
AntwoordenN.
N.
er staat een fout in de tekst! het is niet de Fransen te verjagen maar de Engelsen!
14 jaar geleden
AntwoordenD.
D.
Neem dit niet klakkeloos over want Bretagne is Noord-West Frankrijk!
14 jaar geleden
Antwoorden