Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Triomf van de verschroeide aarde door Thea Beckman

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
Boekcover Triomf van de verschroeide aarde
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 3e klas vmbo | 6040 woorden
  • 6 maart 2002
  • 139 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
139 keer beoordeeld

Boekcover Triomf van de verschroeide aarde
Shadow
Triomf van de verschroeide aarde door Thea Beckman
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
TRIOMF VAN DE VERSCHROEIDE AARDE
Met avonturen uit de Middeleeuwen GEGEVENS 1. Datum van het leesverslag: 17-4-2000. 2. Titel: Triomf van de verschroeide aarde. 3. Auteur: Thea Beckman. 4. Genre: Avontuur. INHOUD
5. Gebeurtenissen:
Het is oktober 1356. Matthis Cuvelier wil Frankrijk een dienst bewijzen: hij zal helpen de Fransen te verdrijven van Frans grondgebied. Hij gaat opweg: naar Bretagne (oost Frankrijk). Daar zijn de Engelsen namelijk gebied aan het veroveren. (Aanvoerder Engelsen: Hertog van Lancaster) Hij vecht tegen de Engelsen bij de stad Rennes en helpt zijn leider Bertrand du Guesclin. (Hij zit inmiddels bij een soort bende die tegen de Engelsen vecht). Na veel avonturen geven de Engelsen het op en trekken zich terug. Dan reist Matthis naar Parijs. Hij ontdekt dat in zijn oude woonplaats een opstand tegen de koning (een burgerlijke revolutie) aan de gang is. Na veel heen-en-weer getrek kiest hij de zijde van de koning. De leider van de opstandelingen wordt gedood en Parijs leeft weer rustig. Voor Matthis is dit teken om weer te gaan reizen en hij reist samen met zijn schoonouders naar de streek Poitou (midden Frankrijk) en wordt gevangen genomen door Engelse plundercompagnieën. Ze worden overal heen gesleurd en uiteindelijk komen ze uit bij het grote invasieleger van Engeland (10.000 man!) dat door Frankrijk trekt. Het leger probeert elke stad te veroveren die op zijn weg ligt, maar het lukt niet. Na een paar maanden geven ze het op en trekken met de nog ongeveer 3.000 overgebleven mannen terug. Op de terugweg worden ze verzwolgen door een tornado (wervelwind) en de 100 overgebleven mannen zweren genade. Matthis is 1 van de overlevenden en hij keert gelukkig terug naar zijn familie. 6. Personen: Hoofdpersoon; Matthis(; volledige naam Matthis Cuvelier): Als hij een beslissing moet nemen (hij neemt haast nooit een beslissing, helemaal geen belangrijke. Dit komt omdat hij pas 16 jaar is als hij zich bij Bertrand du Geusclin aanmeldt als soldaat, of als eventueel heraut. Het wordt heraut en secretaris, omdat hij niet sterk genoeg is voor soldaat) doet hij hier lang over. Hij weet niet goed of hij dan wel de goede beslissing neemt en twijfelt en peinst hier lang over. Agressief wordt hij niet snel, hij weet zich gewoon goed te beheersen. Hij heeft niet zo veel lef, hij is vaak bang tussen de hoge pieten(: in het boek komt hij o.a. koning Edward III, koning van Engeland, Etienne Marcel, leider van de burgerlijke revolutie en tijdelijk koning van Frankrijk, prins Charles komt hij tegen). (Voor een van 16 jaar) is hij niet zo sterk gebouwd, vooral niet als je kijkt hoe sommige 16-jarige Middeleeuwse jongens erbij liepen: sterk, veel spieren en laten zien wie je bent. Dat deed hij niet: hij was bang, dacht dat hij niks kon en dat zo slap als een klein miertje was. Toen Bertrand du Guesclin hem al niet wou aannemen als soldaat zat hij helemaal in de put en hij dacht:,,Hoe moet ik nu verder?” Later legde hij er zich bij neer en accepteerde de situatie zoals deze was. Hij weet niet altijd wat hij moet doen en zit zoals ik al zei soms in de put. Hij kijkt meestal verder dan zijn 1e gedachte, maar soms overweldigt bij hem het geweldige enthousiasme en beslist hij zonder er nog even over na te denken. Dit komt o.a. omdat hij met zijn 16 jaar in de grote ‘mannenwereld’ stapt waar over grote zaken wordt gesproken. Hij maakt bijvoorbeeld een onderhandeling tussen Bertrand du Guesclin en de hertog van Lancaster, zoon van de koning van Engeland mee. Hij begrijpt weinig van de onderhandeling en volgt het vaak niet helemaal. Matthis komt zeer duidelijk naar voren als hoofdpersoon en daar zijn redenen voor: Ten 1e: Hij staat op de voorkant van het boek afgebeeld als muzikant (heraut) met een andere muzikant. Ten 2e: Als je op de achterkant van het boek kijkt zie je zo’n kleine samenvatting en daar komt zijn naam wel 4 keer voor. (de tekst telt 19 regels) Ten 3e:Op bijna alle 320 bladzijdes en 3 delen komt zijn naam 1 of meerdere keren voor. Ten 4e: Zijn aanwezigheid in het boek speelt een hele belangrijke rol: het laat zien dat een hoofdpersoon niet altijd spieren en (veel) vechtkunsten hoeft te hebben/kunnen. Ten 5e: Als hij er niet was geweest was het boek misschien wel 100 bladzijdes korter geweest, doordat hij veel spionagewerk heeft gedaan en vaak een dubbele rol heeft gespeeld. Hij heeft bijvoorbeeld gespioneerd bij de plannen van Etienne Marcel, leider van de burgerlijke revolutie. Hiervoor werd hij ook gestraft: 2 weken in een gore, stinkende cel met ratten. Matthis is opgegroeid in Parijs, ‘liefdesstad’ van Frankrijk. Als familie heeft hij zijn stiefouders (Matthis is als baby te vondeling gelegd), Mairie-Claire (bijnaam: ‘Godsvlindertje) en Berton de Fleur (bijnaam voor beiden: ‘De stemmen van Frankrijk’). Hij heeft een ander ‘broertje’: Robert. Dit is een peuter van 2 jaar oud. Hij is geen echt broertje, omdat hij ook te vondeling is gelegd en net zoals bij Matthis heeft Mairie-Claire hem zien liggen en heeft zich over hem ontfermd. Verder heeft hij geen verdere ‘familie’, tenminste dat is niet bekend. Hij kan zich redelijk goed redden in de vrije natuur, alhoewel hij bij het begin van zijn reis er wel even aan moet wennen. Hij was het namelijk niet gewend om (alleen) door de natuur te reizen. Heeft voor een jongen een gewoon uithoudingsvermogen, niet abnormaal hoog of abnormaal laag. Hij leeft beschaafd (voor die tijd) zoals bijna elke heraut. Hij heeft geen speciale gebruiken. Als kleren heeft hij wollen, warme sokken omgeven door stevige donkerbruin leren schoenen met hoogopgeknoopte veters (tot het midden van zijn bovenbeen). Zijn benen dragen een stugge, maar wel stevige bruinleren broek, met bij zijn middel een zwarte, leren riem met in het midden een grote, ijzeren gesp. Op zijn blote buik zit een zijden overal met bij zijn nek een brede kraag die zijn nek ruim omhult. Op, zijn overal heeft hij een bruinwollen trui met weer daarop een lichtbruin, leren hesje. Kort samengevat: alle kleding die een heraut maar nodig heeft. Verder heeft donkerbruin haar en stralende blauwe ogen waar meestal de vreugde vanaf straalt, vooral als hij in de zomer door de vrije natuur rijdt, genietend van de zingende vogels en voluit bloeiende bloemen. Dit donkerblond haar en deze blauwe, stralende ogen zitten op een (in de zomer:) een blank, maar wel verbruinde huid, in de winter zitten ze op een witte huid, gehard door regen en wind. Als wapens (die heb je vooral in de Middeleeuwen nodig) heeft hij een vlijmscherpe dolk en hij heeft zijn vuisten natuurlijk nog. Óók een goed wapen is zijn luit (trompet). Nou zul misschien denken:,,Wat kan hij daar nou weer mee?” Nou dat zit zo: hij moest bijv. bij de hertog van Lancaster voor heraut er wezen. Hij gaf bijv. de aanvals-, terugtrek- en stoptekens. Als hij nou floot op het verkeerde moment dan dachten de soldaten vaak dat ze bijv. terug moesten trekken, terwijl ze bijv. juist moesten aanvallen. Dan ontstond er verwarring en vervolgens had Matthis zijn werk gedaan en ging ergens anders voor verwarring zorgen. Zijn luit was dus een soort afleidingswapen. De persoon maakt één hele grote ontwikkeling door: Hij krijgt meer zelfvertrouwen. Daardoor is hij als hij bijv. alleen reist minder bang. Aan het eind van het boek denkt hij ook meer van:,,Dat kan ik wel.” Als vrienden heeft hij Bertrand du Geusclin, Berton en Mairie-Claire (Godsvlindertje) de Fleur (hij beschouwt zijn familie eigenlijk ook als familie), Clopin, Jean Millart (wethouder van de leider van de burgerlijke revolutie en is later overgestapt naar de kant van Prins Charles), Pépin des Essarts, Jean de Charny, Geoffrey Chaucer (een Brit die het niks uitmaakt of er oorlog is of geen oorlog – maar hij sluit vriendschap) en Olivier de Mauny (bondgenoot van Bertrand du Geusclin). Hij heeft dus een heleboel vrienden (tenminste als je ze aan het eind van het boek bij elkaar optelt). Hij heeft ook mensen die hij ‘niet zo aardig’ vindt: Robbert Knolles (legeraanvoerder van de Engelse plundercompagnieën), Jake de Wyn (de ‘Eeuwig Verliefde’, commandant van een Engelse plundercompagnie) en sergeant George (ondercommandant van de Engelse plundercompagnie van Jake de Wyn). Ik heb al verteld wie hij allemaal als familie heeft. Zijn afkomst is niet koninklijk, maar dit woord zit er niet ver naast. Hij is namelijk van edele afkomst. Dat wil zeggen (als je het in de Middeleeuwen bekijkt) op de 2e plaats staat: de koning en zijn familie staan namelijk op de 1e plaats, op de 2e plaats staan de edelen en als laatste op de 3e plaats staan de gewone burgers. Geduld bezit hij wel, want hij kan zich goed inhouden (beheersen) als iemand iets ‘lelijks’ tegen hem zegt. Hij wordt dan meestal wel van binnen erg boos, maar hij houdt zich bij de meeste situaties in.
Bijpersonen; (Ridder) Bertrand du Geusclin: Neemt deze meneer een beslissing, dan doet hij dat resoluut en vastbesloten. Hij moet vaak een beslissing nemen (hij is immers de leider van een groepje opstandelingen tegen de Engelse koning) en ook als hij de beslissing heeft genomen dan is hij nog vastbesloten dat hij de juiste weg is ingeslagen. Niemand (behalve Matthis omdat hij nog maar 16 jaar is en nog niet alles snapt van het ‘grote mannenwerk’ in die tijd) durft Bertrand tegen te spreken als hij een beslissing heeft genomen. Meestal nemen ze aan dat hij de juiste beslissing heeft genomen. Agressief wordt hij niet zo heel snel. Dit ligt er namelijk aan in welke situatie hij in zit. Als hij namelijk wordt tegengesproken of iemand keurt bijv. zijn besluit niet goed, dán wordt hij kwaad. Hij heeft ongelooflijk veel lef en is haast nooit bang. Hij is echter in het boek in één situatie heel bang: Hij was al jaren verliefd op een meisje uit Dinan, Tiphaine Raguenel genaamd en toen de Hertog van Lancaster dreigde ook Dinan (Hij was al bezig met Rennes aan te vallen dus nu werd de groep Engelsen opgesplitst) aan te vallen was hij bang dat er iets met Tiphaine zou gebeuren. Hij raakte toen helemaal in paniek en de Engelsen moesten koste wat het koste tegen worden gehouden. Dit lukt door een aantal listen en vallen. Als wapens heeft hij een grote houtbeuken knots, een groot, zwaar zwaard met een leren handvat en een klein dolkje. Zijn wapenuitrusting is normaal: een groot leren pak zonder ‘mouwen’ verdeelt over voornamelijk de buik. Daaronder een zwartleren broek met op de knieën een soort beschermkussentjes van leer, opgevuld met schapenwol. Hieronder draagt hij zijn normale kleding. De wapenuitrusting bestaat uit gejatte delen van Engelse soldaten. Daar bestaan alle wapenuitrustingen uit bij de bende van Bertrand. Hij is sterk gebouwd, alleen dat zie je niet aan zijn uiterlijk. Dat komt omdat hij er erg lomp en kolossaal uit ziet. Als hij dus ook vocht tegen iemand en diegene zag hem aan komen dan dacht die al:,,Wat een lomperd, moet ik daar tegen vechten?” Dan vergisten ze zich toch behoorlijk, want hij zag er misschien erg lomp uit, maar hij is heel sterk en heeft een flinke dosis gezond verstand om mee te vechten. Hij weet altijd wat hij moet doen, want hij is vastbesloten (zie begin beschrijving). Hij kijkt kaak verder dan 1e gedachte en zijn acties zijn altijd goed doordacht. Voordat hij iets belangrijks onderneemt, denkt hij eerst wel duizendmaal na of het wel de juiste conclusie is. Bertrand komt o.a. naar voren als belangrijke persoon, omdat hij: Ten 1e: Als je op de achterkant van het boek kijkt zie je zo’n kleine samenvatting en daar komt zijn naam wel 2 keer voor. (de tekst telt 19 regels) Ten 2e: Op bijna alle 100 bladzijdes van het 1e deel komt zijn naam 1 (of meerdere keren) voor. Ten 3e: De aanwezigheid van deze persoon laat ook een belangrijke rol zien: Hij is namelijk wel sterk en heeft de leiding, maar hij is niet in het boek beschreven als bijv.:‘De man met de meeste spieren’. Ten 4e: Ook als hij er niet was geweest was het boek veel korter geweest, omdat je dan het complete verhaal om de slag met Rennes (het 1e deel van het boek waarin hij het meest voorkomt). Ook verder in het boek komt hij nog enkele malen voor en dat zou je dan dus ook weg kunnen laten. Hij is opgegroeid in Bretagne, Frankrijk. Zijn familie woont ook in Bretagne. Familie heeft hij wel: Saint-Pern, stadsbestuurder (burgemeester) van Rennes. Verdere familie is niet bekend. Kan zich goed en primitief redden in de natuur. Dat komt omdat zijn bende in het begin nog in de vrije natuur onder de blote hemel sliep. Later waren ze met 11 huifkarren dwars door het Engelse kamp, naar Rennes gevlucht. In de 11 huifkarren zat voedsel voor de bevolking van Rennes. Heeft voor een man groot uithoudingsvermogen. Hij leeft als elke boer uit Bretagne: Rustig en zeer primitief. Als kleren heeft hij grote, warme, echte Boerse sokken van dik schapenwol. Deze worden omhult door grote, leren (berg)schoenen gevoerd met dikke schapenwol. Om de benen zit een harde, stugge leren broek, met om zijn middel een grote, leren riem met een koperen gesp. Verder draagt hij nog zijn boerse lompen. Boven op dit alles zit zijn (gestolen) wapenuitrusting. Zijn kleding en zijn wapenuitrusting steunen op zijn sterke lichaam en zijn blanke huid. In de winter is deze vooral bij de wangen rood van de snijdende wind en in de zomer is deze gebruind door de zon. Hij heeft donkerbruin haar. De persoon maakt geen ontwikkeling door: hij blijft altijd vastbesloten, sterk en lompuitziend. Dat zijn zijn belangrijkste kenmerken. Hij is bevriend met: Saint-Pern (stadsbestuurder van Rennes), Matthis Cuvelier (zijn secretaris), Olivier de Mauny (dit is zijn broer), prins Charles (koning van Frankrijk) en de rest van zijn bende en alle personen uit het boek, behalve van de Engelse kant. Hij heeft dus ongelooflijk veel vrienden. Zijn familie of afkomst is niet koninklijk, maar later in het boek is hij wel tot ridder geslagen voor zijn heldendaden om de slag van Rennes. Hij bezit niet zo heel veel geduld. Bijpersonen; Berton de Fleur: Lijkt wat dat betreft erg Bertrand du Geusclin: resoluut en vastbesloten. Ook als hij een beslissing neemt doet hij dat resoluut en vastbesloten. Er is bij een beslissing nemen tussen deze 2 alleen 1 verschil: Bertrand doet het met langdurig nadenken en Berton doet het snel. Hij weet dan echter wel van zichzelf dat hij de goede beslissing heeft genomen. Hij heeft veel lef, want toen zij een keer werden overvallen door Engelse plundercompagnieën en toen beveiligde hij als het ware zijn vrouw, Mairie- Claire. Hij riskeerde hier weliswaar zijn leven voor, maar dat vond hij wel waard. Uiteindelijk werden ze toen toch nog gepakt en zo zijn ze bij Jake de Wyn gekomen. Als wapens heeft hij een niet al te groot zwaard, een klein dolkje met edelstenen in hout gezet als gevest. Verder heeft hij dan nog een reservewapen: bij zijn schoen zit een heel klein dolkje van circa 7 cm. Dit gebruikt hij in noodgevallen: bijv. als al zijn wapens op zijn, of als hij meerdere wapens tegelijk nodig heeft. Dan heeft hij ook nog goeie stevige schoenen waar hij flink mee kan uithalen. Als laatste heeft hij dan nog zijn vuisten als laatste ‘wapen’. Of hij een wapenuitrusting heeft is niet bekend. Hij is nogal sterk gebouwd, alleen hij is niet zoals Bertrand lompuitziend. Je kunt duidelijk aan hem zien dat hij sterk gebouwd is. Hij weet altijd wat hij moet doen en wat de juiste beslissing of conclusie is. Verdere uitleg: zie begin beschrijving. Waarom komt Berton duidelijk naar voren als belangrijke persoon? Nou dit zijn o.a. de redenen: Ten 1e: Op bijna alle 218 bladzijdes van het 2e/ 3e deel van het boek komt hij 1 of meerdere keren voor. Ten 2e: De aanwezigheid van deze persoon is niet uiterst noodzakelijk, maar wel goed voor een goede aanvulling: hij is namelijk familie van de hoofdpersoon, Matthis Cuvelier. Zo krijg je een beter beeld van wat voor soort familie het is. Ten 3e: Ook als hij er niet was geweest was het boek uiteraard korter geweest, want hij heeft veel dialogen met Matthis en andere personen. Deze zouden dan wegvallen. Ten 4e: Het is ook belangrijk dat hij er is, want als je in de geschiedenis kijkt van Matthis komt hij (en Mairie-Claire ook) veel voor. Dan is het belangrijk als deze persoon in het boek voorkomt. Berton is opgegroeid in Parijs, Frankrijk. Hij heeft daar, evenals Matthis en Mairie-Claire veel tijd doorgebracht. Alleen aangezien hij een rondreizende muzikant is en hij dus bijna overal in Frankrijk (en omstreken) komt, komen ze natuurlijk niet zo heel vaak in Parijs. Als familie heeft hij Matthis Cuvelier, Mairie-Claire en (kleine) Robert. Verdere familie staat niet vermeld. Hij kan zich goed redden in de vrije natuur (dat moet ook haast wel als man in de Middeleeuwen). Alhoewel hij edelman was, hij kan zich redelijk goed redden in de vrije natuur. Dit komt omdat hij het inmiddels is gewend om te reizen door de vrije natuur. Heeft voor een man een uithoudingsvermogen dat iets boven het gemiddelde van een man ligt. Sterke botten en spieren is hier een onderdeel van. Hij leeft beschaafd (voor de Middeleeuwen althans, dus bijv. met handen eten, ook al is het op een bezoek bij de koning, is normaal) en de grootste oorzaak daarvan is dat hij edelman is geweest. Als kleren heeft hij warme schapenwollen sokken, omhuld door stevige leren schoenen met hoogopgeknoopte veters. Zijn broek bestaat uit stevige leer, niet stug maar heel flexibel zelfs, met onder aan zijn onderbeen een klein vakje voor het kleine reservewapen. Zijn broek wordt vastgehouden door een zwarte leren riem, met een gouden gesp, bezet met een tiental edelstenen. Daarboven heeft hij een zijden hemd, met daarop een zijden overal. In de winter heeft hij daar weer op een donkerbruin leren vestje. En soms heeft hij onder het vestje een dikke wollen trui. Dit alles zit vaak op een door de zon gebruinde huid. Het komt er dus eigenlijk op neer dat hij als een edelman (of rijke muzikant) gekleed door het leven gaat. De persoon maakt een kleine ontwikkeling door: Meer naar het einde van het boek wordt hij steeds meer alert. (vooral op de kleine Robert). Als vrienden heeft hij Mairie-Claire (Godsvlindertje), Jean Millart (wethouder van de leider van de burgerlijke revolutie en is later overgestapt naar de kant van Prins Charles), Pépin des Essarts, Jean de Charny, Geoffrey Chaucer (een Brit die het niks uitmaakt of er oorlog is of geen oorlog – maar hij sluit vriendschap). . Zijn afkomst is niet koninklijk, maar dit woord zit er niet ver naast. Hij is namelijk van edele afkomst. Dat wil zeggen (als je het in de Middeleeuwen bekijkt) op de 2e plaats staat: de koning en zijn familie staan namelijk op de 1e plaats, op de 2e plaats staan de edelen en als laatste op de 3e plaats staan de gewone burgers. Geduld bezit hij wel, maar het ligt eraan waar het over gaat. Hij is namelijk voor sommige dingen heel gevoelig en voor andere niet. 7. Plaats: Het verhaal speelt zich op verschillende plaatsen af, daarom beschrijf ik de plaats per deel van het boek; 1e Deel: Het begin van dit deel speelt zich in het bos af. Dit komt omdat Matthis Cuvelier dan naar Rennes gaat. (hij wou eigenlijk naar Dinan, want hij dacht dat de held van Bretagne, Bertrand du Geusclin daar was) Dan rijdt hij dus met zijn merrie naar Rennes. Daar komt hij Bertrand du Geusclin tegen en dan ben je nog steeds in het bos, want de schuilplaats van Bertrand du Geusclin ligt tussen de struiken, in het bos. Vanaf dan kom je overal: in het bos, op landweggetjes, tussen struiken, soms even in het Engelse legerkamp en in de stad Dinan, totdat Matthis Cuvelier de stad Rennes in vlucht. Dan blijf je een tijdje in de belegerde stad, totdat de hertog van Lancaster de stad opgeeft en terugtrekt. Dan gaat Matthis naar Parijs en dan zit je inmiddels in het 2e Deel: Als Matthis dus naar Parijs gaat (om een soort loon te krijgen van de koning voor Bertrand du Geusclin) en je gaat weer door bos (ook over weilanden en akkers). Dan blijf je het gehele 2e Deel in Parijs. Je kunt namelijk niet naar buiten de stad gaan, want heel simpel: de poorten zitten op slot. Om de stad heen loopt ook nog een diepe gracht, dus het is onmogelijk om te ontsnappen. In de stad kom je in heel veel gebouwen. Je komt eerst in het zogeheten café ‘De Gouden Kip’. Dat komt omdat Matthis hier overnacht. Op een gegeven moment gaat Matthis werken bij de partij die tegen de koning is. Hij werkt in ‘Het Huis met de Pilaren’. Op een gegeven moment wordt hij gezocht door de opstandelingen (dat is dus de partij die tegen de koning is) en hij dus bij ‘Het Huis met de Pilaren’ én bij ‘De Gouden Kip’ niet meer veilig. Inmiddels wist hij al dat zijn ouders ook in Parijs waren en hij duikt daar dan onder. Vlak nadat hij daar is ondergedoken wordt er een huiszoeking gedaan en hij wordt gevonden en opgepakt. Dan smijten ze hem in een gore, stinkende cel in de ‘Grote Burcht’. Dit is een grote gevangenis voor de misdadigers, maar ook voor mensen die volgens Etienne Marcel (de leider van de opstandelingen) een verkeerde mening over zijn partij hadden. Onder de laatste groep hoorde Matthis dus: de mensen met de verkeerde mening. Er was dus toen een tijdje geen meningsuiting meer in Parijs. Totdat Etienne Marcel wordt vermoord door Jean Millart en zijn vrienden. Deze vonden de situatie al erg genoeg en besloten aan deze situatie een eind te maken. Daar was volgens hen maar 1 manier voor: Etienne Marcel moest weg. Dan komt de koning terug en laat 6 ambtenaren die achter Etienne Marcel stonden onthoofden op het schavot. Dan breekt het 3e Deel aan: (laatste Deel) Dan gaan Matthis Cuvelier en Berton en Mairie-Claire de Fleur naar Bretagne terug. Ze treffen sporen aan vernieling, oorlog en verdriet. Volgens Mairie-Claire had Frankrijk zijn schoonheid verloren. Dat vonden Matthis en Berton ook, maar ze zeiden het niet. Ze rijden door bos, door de lente, alleen ze zijn niet blij. Als ze namelijk zien wat voor sporen de Engelsen achter hebben gelaten treuren ze er alleen maar om. Dan worden ze ontvoerd door de plundercompagnie van Jake de Wyn. Ze komen langs boerendorpjes, op een gegeven moment door een prachtig landschap. En ze ontdekken ook waarom: Jake de Wyn is namelijk slim geweest heeft gedacht: als ik de boeren in mijn omgeving laat leven ga ik als ik straks de winter door moet brengen niet dood. Ze komen in een prachtig kasteel, waar de roem, macht en rijkdom vanaf straalt. Met de mooiste aankleding die je maar kunt bedenken: alles in pracht en praal. Ze worden als gasten ontvangen, maar eigenlijk zijn ze een soort ‘gevangen zonder cel’. Ik bedoel hiermee dat ze gevangen zitten in het kasteel, maar in het kasteel zelf zijn ze niet opgesloten of gevangen. Dan blijven ze de gehele zomer en winter in het kasteel. In de zomer is er nog volop te eten, maar in de winter is het voedsel schaars. Aangezien ze niet buiten het kasteel mochten komen was er weinig te doen. Ze konden niets anders doen dan wachten tot ze bevrijd waren en de rest van de tijd een beetje vervelen. Aan het eind van de winter/ begin lente komt er op een dag een koerier langs. Deze heeft een koninklijke brief bij zich met de stempel van koning Edward III en daarin staat vermeld dat alle plundercompagnieën zich moeten aansluiten bij koning Edward III om samen tegen Frankrijk te vechten. Dan gaat Jake de Wyn met zijn plundercompagnie en alle andere plundercompagnieën naar de verzamelplaats bij de havenstad Dinan. Je komt dan door de allerlei plaatsjes, dorpen, bossen, over weilanden, akkers en boerderijen. Allen het boek laat hier weinig van ‘zien’, je kunt alleen ‘zien’ dat er door de Engelsen overal verdriet en verderf is gezaaid. Dan komen ze aan. Ze verblijven in een goor kamp waar, om een voorbeeld te noemen, gewoon zijn behoefte maar doet waar die wil. Dan trekken de Engelsen samen op tegen Frankrijk met 10.000 man. Alleen het landschap wat de Fransen hun nalaten is nog minder mooi geworden: Er zijn natuurlijk nog steeds sporen van de Engelsen, maar nu ook van de Fransen. De Fransen hebben namelijk hun eigen landschap zo erg vernield dat er niks meer te halen valt voor de Engelsen. Alle boeren zijn weg, boerderijen zijn in de fik gestoken, vee is vermoord, dorpjes zijn vernield, bossen zijn gekapt, de weilanden zijn onbruikbaar, bruggen zijn kapot en in de wegen zitten gaten. Matthis, Berton en Mairie-Claire gaan door een landschap dat minder dan lelijk is: het is niet om aan te zien! Dan is voor de Engelsen de eer ook weg, ze kunnen er haast niet tegen om dit aan te zien. Ze proberen elke stad te veroveren, maar elke stad weet van hun komst en heeft de poorten gesloten. Binnenin die steden zit voedsel opgesloten voor een heel jaar dus deze kunnen wel even vooruit. De Engelsen proberen Reims en omstreken en Parijs en omstreken te veroveren maar geen enkele stad geeft mee. Ondertussen sneuvelen er bij de slagen om de steden ook heel veel soldaten en officiers. Er was na Parijs en omstreken en Reims en omstreken nog maar de helft over: 5.000 man. Op een gegeven moment geven de Engelsen het noordelijk deel van Frankrijk op en trekken zuidelijker. Ze trekken richting Bourgondië. Je komt dan langs een mooi landschap, nog niet door de Engelsen aangeraakt. Alles staat in volle bloei: het is immers al weer hartje zomer. Je komt door mooie weilanden, heuvels, bergen en ongerepte natuur. Op een gegeven momnet moeten de Engelsen vluchten, want Frankrijk onder aanvoering van Bertrand du Geusclin zit hun op de hielen. Ze komen nog langs een aantal andere plaatsen, maar hier hebben ze het niet op gemunt: Ze willen de plaats Issoire. Dit is de meest zuidelijkste stad in Bourgondië. Dit is tevens ook de hoofdstad van Bourgondië. Hier ging het ook om. Als de Engelsen deze plaats in bezit hebben, is Bourgondië zo goed als hun eigendom. Maar Issoire geeft zich ook niet gewonnen. Dan geven ze het op en trekken richting de kust (richting Dinan). Er zijn dan nog maar 3.000 man over. En vlak voor een Frans dorpje gebeurt het: het laatste restantje van wat eens het Engels leger was wordt grotendeels van de kaart geveegd door een enorme tornado (wervelwind). Vlak voor dat het incident gebeurde waren Berton en Marie-Claire al ontsnapt: Matthis zou later ontsnappen. Maar hij ontsnapt niet en wordt ook gegrepen door de tornado. Hij brengt het er wel levend vanaf. Als Matthis wakker wordt (hij was bewusteloos geraakt) is in een boerderij op Frans grondgebied. Geoffrey Chaucer (zijn vriend aan de Britse kant) had hem gevonden en hem hier gebracht. Van de Engelsen was nog een armzalige 300 man over, waaronder de koning Edward III. De ondercommandant Robert Knolles (leider van de Engelse plundercompagnieën) was ook gesneuveld. De Engelsen hadden beloofd als ze weer in hun eigen land waren een vredesakkoord te ondertekenen. De Engelsen dachten dat Matthis ook gesneuveld was, dus daar werd niet meer naar gezocht. Matthis herstelt na 3 weken en gaat op weg naar zijn stiefouders. Je komt weer door bossen, weilanden en akkers. Ze worden hersteld en het leven begint weer her en der te groeien. Hij vindt zijn stiefouders in Rennes (Bretagne) bij Bertrand du Guesclin. 8. Tijd: Het verhaal speelt zich af in de Middeleeuwen. Dat kun o.a. zien aan de kleren van de personen: er zit geen echte ‘mode’ in kleren, want iedereen draagt in principe hetzelfde. Het maakt alleen wel uit of je rijk of arm bent. Als je arm draag je bijv. geen katoenen overal. Als je rijk bent draag je geen klompen, maar schoenen. Dat waren dan ook niet de mooiste, maar het zat beter dan klompen. Je kunt het ook zien aan de wapens: zwaarden bijv. Die zul je in deze tijd niet meer snel aantreffen, meestal alleen voor de sier. De meeste mensen zouden het ook niet handig vinden: een zwaard is behoorlijk zwaar (soms meer dan 10 kilo), het is groot (meestal 40 cm) en de aanschaf is duur (zwaarden zijn nou nauwelijks meer verkrijgbaar en daardoor is de prijs duur). Wapens van deze tijd zijn veel handiger, sneller, lichter, goedkoper, noem maar op. Verder kun je het nog zien aan de belegering van steden. In deze tijd wordt een stad niet meer ‘belegerd’. Hij wordt met de grond gelijk gemaakt. Denk maar aan kernbommen. Eén zo’n ding op iets en de hele boel is één grote rotzooi. Vroeger werd de stad echt nog letterlijk belegerd, want ze gingen elkaar met ladders tegen de muren te lijf. Paarden werden ingezet, ongelooflijk veel boogschutters, mannen met zwaarden, katapulten, enzovoort. Dat allemaal om 1 (of meerdere) steden te veroveren. De tegenpartij had natuurlijk ook verdediging: hete spek, brandende stukken houd, boogschutters, soms katapulten, verdedigers op de muren, enzovoort. Daaraan kun je o.a. zien dat het boek in de Middeleeuwen speelt. Het boek begint in oktober 1356 en eindigt in juli 1360. Matthis is aan het begin van het boek 16 jaar en aan het eind 20 jaar. In die tijd heeft hij heel wat geleerd. (zie beschrijving Matthis Cuvelier) Niet alles wordt in chronologische volgorde verteld, in sommige situaties komen flashbacks voor. Bijvoorbeeld als een belangrijke bijpersoon heel lang bij de hoofdpersoon is geweest en zich opeens afsplitst, dan krijg je een flashback. Dat komt omdat het boek dan 2 verschillende avonturen moet beschrijven: het boek moet beschrijven wat de hoofdpersoon beleeft, maar ook wat de bijpersoon beleeft. Tijdsprongen komen ook voor: bijv. als Matthis gaat slapen. Als hij dan niks bijzonders beleeft maakt het boek een tijdsprong. Dan zie je vaak een overgeslagen regel en dan begint het met het moment dat de persoon wakker wordt. 9. Begin: Het verhaal begint midden in de gebeurtenissen, want het verhaal begint bij dat Matthis naar de havenstad Dinan gaat (hij komt in Rennes aan). Op dat moment is hij al op weg naar Dinan, of daar wat voor is gebeurd wordt later in het boek verteld. Het boek laat dan al gelijk merken in welke tijd je zit: de Middeleeuwen. Het boek is na 2 bladzijdes al gelijk spannend, want hij ontdekt een kamp (het kamp van Bertrand) in de struiken. Ze ontdekken zijn paard en dan kan hij het ook niet laten om uit de bosjes te springen.
10. Probleem & afloop: Het probleem waar het om draait is dat Frankrijk geen leger had om zichzelf in die tijd te verdedigden. Want het boek laat zien dat als de Fransen hun leger niet hadden verloren bij de slag van Poitiers, dan was er nooit een oorlog geweest. Tenminste dan hadden de Engelsen nooit gewonnen. Het boek heeft een goede afloop: Matthis komt heelhuis terug bij zijn stiefouders, de vijand druipt af en er wordt een vredesakkoord gesloten. Het boek heeft een gesloten einde, want je kunt duidelijk zien dat dit het einde is van een boek. De belangrijkste personen komen namelijk weer bij elkaar op de plaats waar het allemaal begon: de stad Rennes. Een beter einde had niet gekund. 11. Titel: De betekenis van de titel is heel simpel: Frankrijk wint de oorlog met niets, Frankrijk gebruikte Moeder Aarde als belangrijkste hulpmiddel. Anders gezegd: Frankrijk gebruikte de verschroeide aarde. BEOORDELING
12. Beoordeling:
Voor deze beoordeling heb ik veel woorden nodig, want anders kan ik het niet beschrijven. Ik zal maar bij het begin beginnen. Ik vind het boek: Ten 1e: Spannend, omdat er een goede beschrijving wordt gegeven van hoe de situatie zich voordoet bij bijv. een gevecht. Je voelt de spanning gewoon door je heen gaan en dat bewijst duidelijk dat dit boek o.a. mag worden genomineerd als zeer spannend. Ten 2e: Levendig, omdat je je bij veel situaties je helemaal kunt inleven. Je ziet de situatie gewoon helemaal voor je. Personen worden niet overbodig goed beschreven, maar doordat de situaties wel heel goed worden beschreven kun je je de persoon al helemaal voorstellen. (dat komt denk ik ook omdat ik veel avonturen boeken en boeken die zich in de Middeleeuwen afspelen heb gelezen). Ook als een persoon door het bos rijd, kun je bijna het bos als het ware ruiken, zo goed wordt in dit boek beschreven waar je bent en in welke situatie je zit. Ten 3e: Geen minpunten, net als het vorige boekverslag (‘De Vloek van Polyfemos’ van Evert Hartman) heb ik ook bij dit boek geen minpunten kunnen ontdekken. Ten 4e: Goed, want er zit een stevig en goed verhaal achter. Er zit gewoon een complete geschiedenis van Matthis Cuvelier achter, hij ontmoet zijn familie, maakt veel nieuwe vrienden, komt terug in zijn woonplaats Parijs en dit zijn slechts enkele voorbeelden. Ten 5e: Goede aanrader, want er steekt o.a. een goed verhaal achter. Zo is het boek niet te moeilijk en snap je er tenminste ook nog wat van. Het boek is alleen wel even 319 bladzijdes, dus je moet wel van lezen houden en er de tijd voor nemen. EXTRA
15. Extra:
Totaal aantal hoofdstukken: Het boek bezit in totaal 32 hoofdstukken. - Delen: Het boek is opgedeeld in delen: - Deel I: (naam: DE STRIJD OM RENNES) Bezit 10 hoofdstukken en 102 bladzijdes. - Deel II: (naam: DE REVOLUTIE) Bezit 12 hoofdstukken en 102 bladzijdes. - Deel III: (naam: DE VERSCHROEIDE AARDE) Bezit 9 hoofdstukken en 115 bladzijdes. - Hoofdstuknummers: Het boek heeft gewone cijfers (1,2,3, enzovoort) voor de hoofdstuknummers. - Totaal aantal bladzijdes: Het boek bezit in totaal 322 bladzijdes. (Kaart van toen Frankrijk, lijst met woorden en bibliografie inbegrepen) Kaart van Europa:Het boek bezit een kaart van toen Frankrijk, met alle grote plaatsen, provincies, wateren, veldslagen en andere dingen. Naast deze kaart zit ook nog een ingezoomde kaart van het gebied waar het boek over gaat. (Brtetagne, Normandie, Isle de France, Poitou, Orleans, Champagne en Bourgondie zijn de provincies waar het boek over gaat. Lijst met woorden:Het boek bezit ook een lijst met woorden en namen waar uitleg over verschillende streken, namen en woorden wordt gegeven. Het bezit geen hoofdstukken, maar wel 5 bladzijdes. Opzoekmogelijkheden onder andere boeken:Het boek bezit ook nog een lijst met opzoekmogelijkheden waar je informatie kunt opvragen over de personen Bertrand du Geusclin, Berton en Mairie-Claire de Fleur, Etienne Marcel en Charles V (prins Charles). Flappen met info over Thea Beckman: Verder bezit het boek ook nog flappen (voor- en achterflap) met informatie over Thea Beckman, haar prijzen en haar uitgegeven boeken. Uitgever: De uitgever is Lemniscaat (te Rotterdam). - Serie: Het boek is in een 3-delige serie uitgegeven: - Deel I: Geef me de Ruimte! - Deel II: Triomf van de Verschroeide Aarde. - Deel III: Het rad van Fortuin. ISBN-nummer: Het ISBN-nummer van het boek is ISBN 90-6069-326-4. Streepjescode: De streepjescode van het boek is 9 789060 693261. Omslag: De omslag is getekend door: Jan Wesseling. Druk: Dit boek is de 21e druk van het boek ‘Triomf van de Verschroeide Aarde’. Drukkerij: Het boek is gedrukt bij drukkerij C. Haasbeek b.v., Alphen a/d Rijn. Prijzen: Thea Beckman is niet te min een goede schrijfster, dus ze heeft ook een hele rij prijzen: (bekroond door binnen- en buitenland) 1) Zwerftocht met Korilu – Zilveren Griffel. 2) Mijn vader woont in Brazilië – geen prijs. 3) Wij zijn wegwerpkinderen – geen prijs. 4) Wonderkinderen – geen prijs. 5) Een bos vol spoken – Bekroond met de prijs van de Nederlandse Kinderjury. 6) De verloren schat – geen prijs. Historische boeken: 7) Kruistocht in Spijkerbroek – Gouden Griffel en de Europese prijs voor het beste historische jeugdboek. 8) Geef me Ruimte!, Triomf van de Verschroeide Aarde en Het rad van Fortuin – geen prijs
9) Stad in de Storm – geen prijs. 10)De Gouden Dolk – geen prijs. 11)Hasse Simonsdochter – geen prijs. 12)De Val van de Vredeborch – geen prijs. 13)Het geheim van Rotterdam - Bekroond met de prijs van de Nederlandse Kinderjury. 14) De Stomme van Kampen – geen prijs. 15) De doge-ring van Venetie – geen prijs. 16)Kinderen van Moeder Aarde, Het Helse Paradijs en Het Gulden Vlies van Thule – geen prijs. 17) Saartje Tadema – geen prijs.

REACTIES

S.

S.

De info die hierin staat is helemaal fout.

Voorbeeld: Matthis werd helemaal niet te vondeling gelegd. Zijn ouders en zusjes stierven aan de pest.

15 jaar geleden

J.

J.

goeie bespreking!!!

19 jaar geleden

N.

N.

er staat een fout in de tekst! het is niet de Fransen te verjagen maar de Engelsen!

13 jaar geleden

D.

D.

Neem dit niet klakkeloos over want Bretagne is Noord-West Frankrijk!

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Triomf van de verschroeide aarde door Thea Beckman"