Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2011
- 191 pagina's
- Uitgeverij: Nieuw Amsterdam
Flaptekst
De wereld van Janne verandert drastisch als haar ouders zich aansluiten bij een gemeenschap die hun het ware geluk voorspiegelt, als ze maar volgens bepaalde regels leven. Van de ene op de andere dag verruilt haar moeder haar strakke rokken voor vormloze jurken en verlaten allerlei aardse zaken het huis, ook het speelgoed van de kinderen. Met haar rijke fantasie probeert Janne zich zo goed mogelijk te houden aan de strenge regels.
Als er een zusje wordt geboren en Jannes broer IJze zich gaat verzetten tegen de nieuwe afspraken thuis, blijkt de scheidslijn tussen betovering en waanzin flinterdun. Bevangen door schuld neemt Janne een besluit om zichzelf en haar zusje te redden.
Wij dansen niet vertelt op beklemmende wijze hoe een gewoon Hollands gezin volledig in de ban raakt van een geloofsgemeenschap. De roman laat de complexiteit van de geloofswereld van volwassenen voor een jong meisje zien, dat voor alles een goede dochter voor haar ouders wil zijn.
Eerste zin
Samenvatting
Janne is 9 jaar oud en woont in een leuk gezin in IJmuiden met vader en moeder en haar iets oudere broertje IJze. De laatste pest haar graag. Haar vader is een eenvoudige man uit Twente die verliefd is geworden op de mooie, aantrekkelijke moeder van Janne. Hij is voor haar verhuisd naar IJmuiden en gaan werken in een staalfabriek (waarschijnlijk bij de Hoogovens). De familie van haar moeder vindt dat ze beneden haar stand is getrouwd.
In het tweede hoofdstuk gaat de familie een weekendje naar Twente, waar de mooie, door haar zelf gemaakte jurk van haar moeder opvalt bij de familie van pa. De ooms van Janne kijken met enige wellust naar de mooie moeder die bovendien nog heel zelfstandig is. Ze werkt en mag bovendien verder studeren van haar baas. Wanneer het gezin op zondag naar de kerk gaat, weigert vader mee te gaan. Hij is die huichelachtige troep na de oorlog (ouderlingen en dominees die fout zijn geweest) wel zat.
Kort daarop krijgt vader een ongeluk in de staalfabriek waarbij hij heet ijzer heeft beetgepakt. Hij verwondt zijn handen en hij kan een tijdlang niet werken. Er dreigt ontslag, omdat hij zelf schuldig zou zijn aan het ongelukje en dat kan het gezin niet hebben. Moeder maakt dan ook een paar keer cynische opmerkingen tegen Jannes vader. Ze had beter met het paard van de schillenboer kunnen trouwen. Maar ze trekt ook van leer tegen de directeur van de fabriek die op bezoek komt. Dat doet de zaak helemaal geen goed.
Janne wordt een keer door IJze in de mesthoop gereden. Hij pest haar immers graag. Moeder wast haar weer school.
Dan komt er een brief van de opa uit Twente. Hij nodigt het gezin uit voor een bijeenkomst met nieuwe predikers. Ze gaan naar Twente en daar maken ze kennis met een preek van vertegenwoordigers van de Noorse Broederschap (IJze noemt hen de Vikingen). De preek wordt vertaald door een ouderling en er spreekt een heleboel geestdrift uit. De familie praat enthousiast na over wat ze gehoord hebben. zelfs de vader van Janne ziet het wel zitten.
Wanneer Janne en IJze bij de andere opa Bos op bezoek zijn, doet hun moeder verslag van de nieuwe godsdienst. Opa Bos is heel sceptisch. Er breekt die middag brand uit bij de buren van opa Bos: de schuur van een ex-NSB’er staat in brand. Die is verantwoordelijk voor de dood van een broer van opa Bos. Niemand helpt de man als hij een arrenslee uit de schuur wil halen. Maar dan grijpt opa Bos zelf in: hij helpt de verrader van zijn broer.
In één van de preken van De Vikingen is naar voren gekomen dat je als mens je ouwe kleren van je moet afwerpen om een nieuwe persoonlijkheid te kunnen worden. Dat is natuurlijk beeldspraak, maar Janne begrijpt dat nog niet. Onder aansporing van IJze gaat ze haar nieuwe bloes begraven. Daardoor voelt ze zich gelukkiger en haar broertje belooft haar dat hij haar vanaf nu minder zal pesten. Voor haar negende verjaardag krijgt Janne een vissenkom met inhoud. Die speelt later een rol.
Vader en moeder zijn gegrepen door de nieuwe religie en nodigen de predikers ook bij hen thuis uit om te praktiseren. Janne is even daarover boos, want ze mag nu de nieuwe jurk niet aan. Ze is ook door de juf uitgenodigd om een rol te spelen in een toneelstuk op school. Niet lang daarna zijn de radio en de platenspeler uit huis verdwenen, Het zijn aardse dingen waaraan je je niet mag hechten. In ruil daarvoor mogen ze zelf een instrument uitzoeken om te bespelen: Janne kiest een blokfluit en IJze een gitaar. Moeder doet ook een duit in het zakje van het verleden: ze verknipt allerlei oude foto’s waarop ze nog staat met krullend haar en sieraden. Dat is allemaal verboden bij de Noorse Broederschap. In juni 1959 volgt een nieuwe stap: het hele gezin moet in een kampvuur alle spullen verbranden waaraan ze gehecht zijn. Janne heeft een armband van haar overleden oma Bos gekregen en houdt die achter. Maar broertje IJze komt erachter en hij verraadt haar. Haar moeder gaat haar uitleggen waarom ze alles moet wegdoen. Dan gooit Janne uit eigen beweging haar spullen in de vuilnisbak.
Ze nodigen ook familieleden van moeders kant uit (oom Gijsbrecht en tante Mireille). Maar die kunnen zich niet vinden in het nieuwe geloof. Ze relativeren veel meer dan de ooms en tantes van de Twentse kant. Wanneer Janne hun daarna een bezoek brengt, wordt ze heel hartelijk ontvangen. Maar Janne ziet een radio staan en een naaktportret hangen en ze bekritiseert haar oom en tante daarvoor. Dat zijn dingen die niet mogen. Maar Mireille en haar man hebben echter een andere opvatting over het geloof. Janne voelt zich schuldig in hun plaats.
Ze mag van haar ouders niet meer meedoen aan het toneelstuk op school. Ook in een volgende kerkdienst blijkt dat de nieuwe mens moet loskomen van allerlei aardse zaken. Haar moeder stuurt haar zus Mireille min of meer weg. Janne doet een soort boete: ze doodt de vis in haar vissenkom door de sierstaart ervan af te knippen. Je mag immers geen mooie dingen dragen. De juf van school komt op bezoek en zegt tegen haar moeder dat ze Janne op school zo ongelukkig vindt. Moeder vraagt dan aan Janne of ze het eens is met de nieuwe godsdienst en Janne beaamt dat. De juffrouw druipt af.
In de grote vakantie gaan ze naar een vreemd land (waarschijnlijk Noorwegen) om een soort conferentie van de Noorse broeders bij te wonen. Het is een lange reis met pech onderweg, maar moeder zegt dat alles goed zal komen. Er zijn diverse bijeenkomsten en tijdens de vakantie merkt Janne dat haar moeder weer in verwachting is. Uit een opmerking van moeder kun je opmaken dat het in de Noorse Broederschap niet toegestaan is om voorbehoedmiddelen te gebruiken. God zal dat allemaal wel regelen.
Maar thuis wordt de boel strenger volgens de richtlijnen van de Vikingen. Wanneer Janne een keertje met IJze ruzie krijgt over een kleurboek, krijgt ze van haar vader tien harde meppen met de pollepel, omdat ze gelogen heeft: haar eigen kleurboek was nog niet vol. Een goed vader kastijdt zijn kinderen, is de opvatting van de Broederschap. Janne voelt zich er echter prima bij. Moeder neemt nog meer afstand van zus Mireille: die hoeft haar niet te komen helpen met de kraamzorg. Er komt namelijk een jong meisje uit Noorwegen, Itsje, die moeder zal bijstaan. In oktober 1959 wordt Jette geboren, maar de eerste dagen huilt moeder alleen maar. Vader neemt dan contact op met de voorgangers van de Vikingen en hij krijgt het advies weer de baas in huis te worden. De man is immers de baas van het gezin en hij moet durven optreden. Dat doet hij en moeder houdt op met huilen. Later blijkt wat de oorzaak van haar huilpartij was (een soort postnataal verschijnsel). De dokter had eerst gezegd dat Jette dood was geboren en dat was al haar al een keer eerder overkomen. Janne heeft ooit een doodgeboren broertje gehad.
Itsje doet op zaterdag de kinderen in de teil, maar dat moet gescheiden van elkaar gebeuren vanwege de mogelijkheid van seksuele lusten op te wekken. Eerst moet Janne gewassen worden, daarna IJze. Maar Janne is toch nieuwsgierig en loopt naar buiten om door het raam te kijken naar de wasbeurt van IJze. Haar vader betrapt haar en Itsje doet de rest. En ja hoor, daar komt de pollepel weer. Janne vindt het niet erg, want zondige gedachten moeten afgestraft worden. Haar vader is de baas van het gezin en God is de baas van haar vader. Dat is allemaal heel helder.
Opa Bos komt bij zijn dochter op bezoek om naar de baby te kijken. Moeder vertelt over het nieuwe geloof. Opa kan er niet in meegaan.
In november wordt het erg koud. Janne kruipt om warm te worden bij IJze in bed en de volgende ochtend betrapt Itsje hen. Ze moeten beiden zonder eten naar school. Gelukkig krijgen ze van de juf wat chocolade.
De juf zegt dat ze Janne zo graag gelukkig zag: spelen en dansen. Maar Janne antwoordt: “Wij dansen niet.” (blz. 139). In de middagpauze heeft Itsje wentelteefjes gebakken en lijkt alles weer in orde. Maar Itsje verraadt het voorval later aan vader en voor straf jawel, de pollepel. Ook IJze blijkt intussen vaak geslagen te worden. Elke keer dat hij geslagen wordt slaat zijn vader een spijker in de houten balk in de schuur en dat zijn er al heel wat. IJze begint daarom het geloof van zijn ouders wat anders te bekijken.
Janne gaat op een avond naar de schuur en tuchtigt haar eigen konijn (de voedster), omdat het beest niet goed voor haar kinderen heeft gezorgd. Ze gebruikt daarvoor een stok en later blijkt dat het konijn is gesneuveld.
De kerstdagen komen er aan en die zullen met de leden van de Broederschap worden gevierd. Niet met oom en tante Mireille. Er worden wat inkopen gedaan en Janne is er de oorzaak van dat de piek van de kerstboom sneuvelt. Ze haalt de pollepel al, maar deze keer wordt ze niet gestraft. Vader mag deze keer een preek houden in de samenkomst, maar aan het einde van de dienst maakt hij van vreugde een paar danspassen. Daarover wordt later (o.a. door Itsje) nagepraat: dat had hij beter niet kunnen doen. Vader beaamt dat en betuigt spijt.
De dag na Kerst vlucht Janne het huis uit: ze gaat langs bij haar oom en tante Mireille. Die hebben een cadeau voor de kinderen (een pop voor Ilse en een scheepje in een fles voor IJze). Tante knipt ook de klittenbal weg uit de haren van Janne: het lange haar mag van de Vikingen namelijk niet worden afgeknipt en ze krijgt iedere keer pijn als haar moeder d’r haar moet kammen. Mireille grijpt in: Itsje en haar moeder zijn woedend. Ze moet ook de pop weggooien, maar die haalt ze later weer uit de vuilnisbak. Het cadeau voor IJze verbergt ze ook.
In januari 1960 is er een nieuwe conferentie van de Broederschap. Janne en IJze zijn getuige van de doop door onderdompeling van haar vader en haar moeder. Ze krijgt er door die gebeurtenis weer een heleboel broeders en zusters bij. IJze vindt zo’n doop in een vies vijvertje maar niets. Janne is wel onder de indruk. Haar broertje spot er mee en dan is Janne erg verontwaardigd: met de doop mag je niet spotten.
IJze krijgt van Janne zijn scheepje in de fles, maar ze kan haar mond niet houden tegenover haar moeder. Dan moet alles waarschijnlijk weer weggegooid worden, maar deze keer strijkt moeder met de hand over haar hart. Ze geeft de cadeaus weer terug. Janne heeft er moeite mee: ze vindt tucht namelijk goed. IJze begint meer en meer afstand te nemen. Je kunt toch ook gewoon een goed mens zijn (zoals oom Gijsbrecht en tante Mireille) zonder dat je van die gekke dingen doet. Hij zweert ook later wraak te nemen op zijn vader vanwege de pijnlijke afstraffingen.
Itsje heeft lang genoeg gekraamd: de baby is enkele maanden oud. Bij haar afscheid naar Noorwegen is IJze niet aanwezig. Janne gaat die nacht naar buiten met haar pop Ilse. Ze gaat naar de duinen en in een donkere bunker gebruikt ze het mes dat ze in de zomer met IJze heeft gevonden en daar verborgen heeft. Ze snijdt de ledematen van haar pop af. Het is een offer dat ze brengt voor IJze. In het hiernamaals zullen Ilse en zij nu herenigd worden. IJze lacht haar vierkant uit. Ze is gestoord: wie gaat er nu zijn pop vermoorden? Maar Janne heeft een verhaal gehoord van een van de predikers van De Broederschap waarbij en moeder haar zeven zonen gedood ziet worden als een offer.
Er komt nog een volgende stap van Janne. Ze neemt in een nacht Jette mee naar buiten in de koude winternacht. Ze gaat naar de sloot en besluit Jette de dood door onderdompeling te geven. Maar door de kou bevangen en door de zuigende modder valt Janne neer en laat ze de baby los. Ze komt later bij in het ziekenhuis. De mensen om haar heen spreken van een drama.
Omdat vanuit het perspectief van Janne wordt verteld, wordt niet helemaal duidelijk wat er gebeurd is. Maar de lezer kan er wel uit opmaken dat Jette omgekomen is bij de doop. Vader, moeder en IJze staan bij haar bed.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden