Feitelijke gegevens
- 1e druk, 1525
- 52 pagina's
- Uitgeverij: W. Vorsterman
Flaptekst
Eerste zin
Hier beghint een schoon boecxken ghemaeckt in den maniere van eenen speele ofte esbatemente op elckerlijc mensche Ende inden eersten spreeckt God almachtich aldus:Samenvatting
God spreekt: hij kijkt neer op de wereld, waar de mensheid alleen maar gericht is op aardse lusten en haar geloof in God vergeten is. Hij kan niet langer aanzien hoe het volk als beesten leeft. Hij wendt zich tot de Dood en vraagt die om aan Elckerlijc(= iedereen) te vertellen dat hij op bedevaart moet(= sterven) en verantwoording voor zijn leven moet afleggen bij God. De Dood vertrekt meteen naar Elckerlijc om de boodschap over te brengen. Elckerlijc stelt veel vragen en smeekt om nog niet te hoeven sterven. Hij vraagt ook of hij morgen mag vertrekken, maar De Dood staat erop dat hij vandaag vertrekt.
Elckerlijc houdt een korte monoloog waarin hij zijn zelfmedelijden ventileert, dan gaat hij op zoek naar Gezelschap om met hem mee te gaan. Gezelschap vraagt waarom Elckerlijc zo bedrukt kijkt, en zegt dat hij hem altijd met alles zal helpen en steunen. Elckerlijc vertelt dat hij op bedevaart moet naar God en vraagt Gezelschap om mee te gaan, maar die krabbelt nu toch terug. Elckerlijc concludeert dat Gezelschap alleen mee wil als er vermaak is, niet als het moeilijk wordt. Hij gaat daarom op zoek naar Vrienden en Familie.
Neve en Maghe, de familie, groeten Elckerlijc hartelijk en zeggen altijd voor hem klaar te staan. Elckerlijc vertelt dat hij op een bedevaart moet waarvan hij niet zal terugkeren. Neve en Maghe schrikken en hebben toch ineens geen tijd om mee te gaan. Elckerlijc gaat verder naar het volgende: zijn Goed, waar hij altijd veel zorg voor heeft gedragen. Hij vraagt Goed om hulp en legt de situatie uit. Goed wil niet mee op een dergelijke reis, en zegt dat mede dankzij hem de verantwoording afleggen nog moeilijker wordt: Elckerlijc heeft in zijn leven te veel van Goed gehouden. Goed lacht Elckerlijc zelfs uit omdat het zijn eigen schuld is.
Dan gaat Elckerlijc maar op zoek naar Deugd, die ergens ligt weg te kwijnen. Elckerlijc heeft hem verwaarloosd. Deugd wil wel meegaan maar is te ziek. Hij verwijst hem door naar zijn zus Kennis. Die zegt dat Elckerlijc eerst naar Biecht moet, waar hij zichzelf moet zuiveren zodat Deugd beter kan worden en mee kan op bedevaart. Biecht geeft Elckerlijc hiertoe Berouw. Elckerlijc doet zijn biecht, waarna Deugd weer opknapt. Nu Elckerlijc berouw heeft getoond denkt hij klaar te zijn voor de verantwoording, maar Kennis zegt dat hij Wijsheid/Vroedschap, Kracht en Schoonheid ook nog nodig heeft, net als de Vijf Zinnen. Zij willen nu wel allemaal mee op bedevaart.
Kennis moedigt Elckerlijc vervolgens aan om naar de priester te gaan, die heeft meer macht van God gekregen en kan hem zijn laatste sacramenten geven. Dan is het moment gekomen dat Elckerlijc zijn bedevaart start en dus zal sterven door in een put te springen. Kracht en Vroedschap willen hem trouw blijven, Schoonheid wil niet mee. Dan breekt Kracht toch ook zijn belofte en haakt af. Ook Vroedschap laat het op het laatste moment afweten. Elckerlijc vraagt zich af waar hij nu op moet steunen.
Vijf sinnen komt ook vertellen dat hij Elckerlijc verlaat. Alleen Deugd blijft tot in de dood. Ook Kennis gaat niet mee de dood in. Elckerlijc en Deugd bidden tot God en de moeder van God. Een engel sluit het verhaal af, die zegt de ziel mee naar de hemel te nemen. In de proloog benadrukt de schrijver nog de boodschap die de lezer uit deze tekst moet halen: gezelschap, vrienden en goed laten Elckerlijc in de steek, schoonheid, kracht, vroedschap en de vijf zinnen zijn vergankelijk, maar deugd is er tot je dood, en als je eenmaal dood bent, kan je dit ook niet meer vergaren.
Personages
Elckerlijc
Elckerlijc is Middelnederlands voor ‘iedereen’ en is de hoofdpersoon in dit stuk. Hij moet op bedevaart en rekenschap afleggen voor zijn leven bij God. dit betekent dat hij moet sterven. Zijn gedachtes en gedrag zijn zoals die van de destijdse burger volgens de schrijver. Elckerlijc wordt gebruikt als spiegel voor die burger en als voorbeeld dat men moet volgen om in de hemel te komen.
Geselschap, Neve en Maghe, Goed
De eerste drie dingen/personen die Elckerlijc om hulp vraagt nadat hij heeft gehoord dat hij op bedevaart moet. Alle drie groeten ze Elckerlijc in eerste instantie hartelijk, maar als hij ze vraagt om hem te helpen laten ze het vrijwel meteen afweten. Elckerlijc kan niet vertrouwen op gezelschap, familie en goed, als het erop aankomt laten ze hem in de steek.
Deugd
Elckerlijc gaat op zoek naar Deugd zodat die hem kan steunen tijdens zijn bedevaart. Echter, Deugd is te ziek omdat Elckerlijc hem verwaarloosd heeft. Nadat Elckerlijc bij Biecht is geweest knapt Deugd weer op en gaat hij mee. Hij volgt Elckerlijc zelfs als enige van iedereen tot in de dood en tot aan God.
Schoonheid, Kracht, Vroedschap
Deze drie verschijnen nadat Elckerlijc op aanraden van Kennis gebiecht heeft en Deugd is opgeknapt. Ze staan Elckerlijc bij tot aan de rand van zijn dood, maar gaan niet met hem mee de dood in.
Quotes
"Elckerlijc Lieve Doot, een sake doet mi bekinnen: Al yst dat ic dese vaert moet aengaen, Soudic niet moghen wederkeeren saen, Als ic mijn rekeninghe hadde ghestelt? Die doot Neen ghi, nemmermeer!" Bladzijde 10
"Tgoet Ghi hebt dat al u selven ghedaen; Dat mi lief es te deser tijt. Ic moet daer om lachen! Elckerlijc Sidi dies verblijt, Omdat ghi mi van Gode hebt beroeft? Hi is sot, die eenich goet gheloeft. Datmachic, Elckerlijc, wel beclaghen. En wildi dan niet mede?" Bladzijde 26
"Cracht Elckerlijc, ic wil u oec begheven. U spelen behaecht mi niet te deghe. Elckerlijc Cracht, suldi mi oec ontgaen? Cracht Ja, ic wil seker weghe. Daer mede ghesloten, een voer al." Bladzijde 45
Thematiek
SpiegelDit verhaal in de vorm van een allegorisch rederijkerstoneelstuk is bedoeld als spiegel voor de lezer. Verschillende elementen en eigenschappen uit het leven worden opgevoerd als personages, en er wordt op deze manier duidelijk gemaakt wat men aan die verschillende dingen heeft. De lezer zelf moet zich herkennen in 'Elckerlijc'. De boodschap die deze spiegel meegeeft is dat men alleen iets aan deugd heeft als men doodgaat, de rest is vergankelijk. Door te bidden kom je tot ware deugd.
Motieven
Bedevaart
Elckerlijc krijgt via boodschapper De Dood door dat hij van God op bedevaart moet om rekenschap af te leggen voor zijn leven. Het hele verhaal werkt toe naar het punt dat hij op deze bedevaart gaat. Hij probeert velen over te halen om mee te gaan, maar zodra ze horen dat ze niet meer zullen terugkeren van de bedevaart, haken ze af.
Trouw
In zijn zoektocht naar iets of iemand die met hem meewil op bedevaart, komt Elckerlijc erachter op wie/waarop hij echt kan rekenen. Vrienden, familie en zijn goed laten hem al snel zitten, en als het erop aankomt zijn ook vroedschap, kracht en schoonheid hem niet trouw tot in de dood. Alleen deugd blijft hem trouw.
De dood
Het verhaal begint met een gesprek tussen God en De Dood. God stuurt De Dood als boodschapper naar Elckerlijc. Elckerlijc schrikt erg van deze boodschapper, en ook de andere personages zijn duidelijk erg bang voor De Dood. Doordat Elckerlijc Kennis volgt en Deugd laat opknappen is hij minder bang voor De Dood en gehoorzaamt hij de boodschap van God.
Titelverklaring
De volledige titel van Elckerlijc luidt in de druk van W. Vorsterman: Den Spyeghel der Salicheyt van Elckerlijc- Hoe dat elckerlijc mensche wert ghedaecht Gode rekeninghe te doen. Elckerlijc betekent 'iedereen', in het boek is Elckerlijc een allegorisch personage voor iedereen: een spiegel voor de lezer. Men moet zichzelf herkennen in het personage en het gedrag en een wijze les halen uit het verhaal.
Structuur & perspectief
Het verhaal is een rederijkerstoneelstuk en heeft dan ook de vorm daarvan. Het personage dat aan het woord is wordt steeds benoemd en ze praten dus altijd tegen elkaar, op de eerste twee zinnen na en de proloog na. Daarin wordt het publiek aangesproken.
Decor
De vertelde tijd is één dag, Elckerlijc moet binnen één dag zijn bedevaart voltooien van God. Er komt nauwelijks informatie voor over het decor, alleen dat God vanuit de hemel spreekt en dat Elckerlijc op een gegeven moment bij een put aankomt waar hij zijn dood tegemoet zal gaan.
Stijl
Het verhaal is in het Middelnederlands geschreven, wat maakt dat sommige woorden niet meteen duidelijk zijn voor de gemiddelde lezer in deze tijd. Doordat het een toneelstuk is heeft het wel korte zinnen en is het bijna allemaal direct taalgebruik.
Slotzin
Dat dit elck mensche moet vesten, Dat wi voer Gode suver comen ten lesten, Des gonne ons die Hemelsche Vader! Amen segghet alle gader. God heb lofBeoordeling
Voor een Middelnederlands toneelstuk vond ik Elckerlijc relatief goed te lezen. De zinnen zijn kort, er staan veel woordverklaringen bij de standaard versie op dbnl en het stuk zelf is ook niet erg lang. Dat alle eigenschappen als personages opgevoerd worden geeft het stuk een dubbele betekenis en maakt het daarmee enerverender om te lezen.
REACTIES
1 seconde geleden