Feitelijke gegevens
- 51e druk, 2022
- 201 pagina's
- Uitgeverij: CPNB
Flaptekst
Met Mevrouw mijn moeder richtte Yvonne Keuls een liefdevol monument op voor haar bijzondere moeder: het is een meeslepend en ontroerend verhaal over ouder worden met veerkracht en zelfbeschikking. Maar ook over het aanpassingsvermogen van een Indische oude dame aan Nederland. Een boek vol herinneringen en verhalen van vroeger. Een ode aan de vertelkunst van twee sterke eigenzinnige vrouwen.Mevrouw mijn moeder is een met veel humor geschreven, persoonlijk en ontwapenend boek waarin de generaties met elkaar in gesprek raken en de kunst van het ouder worden tussen de regels te vinden is.
Eerste zin
De nacht voor mijn geboorte droomde mijn moeder dat ik aan een soort blaas hing, een ballon in de verte van een boon, die me langzaam mee omhoog nam. Ik schommelde in het niets, totdat plotseling de blaas uiteenspatte ......Samenvatting
Het verhaal gaat over de relatie tussen Yvonne Keuls en haar moeder, Johanna (Jopie)
Voor deze bijzondere uitgave heeft de schrijfster Susan Smit een lofrede geschreven: "De wind neemt de verhalen mee." Ze benadrukt daarin het belang van het vertellen van verhalen.
Het boek begint met het bericht dat Yvonnes moeder is overleden op 96-jarige leeftijd. Daarna vertelt Yvonne allerlei grappige situaties over de tijd die ze samen met haar moeder doorbracht. Jopi vertelt verhalen aan haar kinderen over haar voorouders en over het leven in Indonesië, waar Yvonne tot haar zevende heeft gewoond. Yvonne weet ook wel dat er in de verhalen heel wat bij gefantaseerd wordt.
Yvonnes oma Sitiaminah, was Indonesisch en trouwde met de Nederlandse architect Johannes Redeker. Het paar kreeg twee kinderen: Johanna (Jopi) en haar zusje Marinjah Aminah (Min). Johannes Redeker was een echte schuinmarcheerder d.w.z dat hij met andere vrouwen het bed deelde.
Johanna trouwde met de Nederlander, Samuel Bamberg en ze kregen vier kinderen: twee zoons en twee dochters. Yvonne werd geboren in Batavia in 1931. Ze kreeg de naam Yvonne, wat 'strijdster met de iepenhouten boog' betekent. Omdat de mooie vrouw van Samuels chef ook 'toevallig' Yvonne heette, noemde moeder Jopi Yvonne nooit bij haar naam. Ze noemde haar altijd 'Angin'. De Maleisische uitdrukking 'Kabar Angin' betekent 'verhaal dat op de wind wordt gedragen'.
Omdat Yvonnes vader ziekelijk is, verhuist het gezin naar Den Haag, omdat de gezondheidszorg in Nederland veel beter is geregeld. Yvonne wordt “een paar ogen van Jopie”: ze moet na schooltijd steeds verslag uitbrengen van wat er in de buurt te zien is. Yvonne vertelt echter niet de werkelijkheid die ze om zich heen ziet, maar ze geeft haar moeder een verzonnen impressie daarvan.
In Nederland brengen moeder Jopie en kinderen veel tijd door zonder vader, omdat Samuel veel afwezig is. Hij is namelijk leraar en later wordt hij directeur van de Polytechnische school in Den Haag. In de laatste oorlogsjaren sterft haar vader. ("Zo heb ik van hem gehoord. Dat mijn vader zijn slaappillen had opgespaard. Dat hij zoveel slaappillen had geslikt, dat hij niet meer wakker zou worden. Dat hij wel wist dat mijn moeder het eten uit haar mond spaarde om het aan hem te geven. Dat hij zeker wist dat we een zware winter zouden krijgen met honger en kou. Dat het onverantwoord was dat de extra bonnen van mijn zuster voor hem bestemd waren.”)
Yvonne beschrijft uit die tijd veel gebeurtenissen o.a. 'hondje ruiken” Ze gaan op advertenties af van mensen die een nestje pups hebben. Er werden geen hondjes gekocht, alleen snuiven ze de lekkere nestgeurop. Een andere gewoonte was om in de oorlog na de verhuizing naar Velp hun snoepbonnen in te ruilen. Johanna liep daarbij in een dure bontjas. Het was haar enige verzetje. Jaren later, toen Jopie 85 jaar werd, ging ze nog één keer samen met Yvonne naar de bakkerij terug. Het werd een teleurstelling, want de typische bakkerijgeur hing er niet meer.
Yvonne moet van haar moeder onderwijzeres worden, terwijl Yvonne zelf naar de toneelschool wil. Dat vond haar moeder maar niets. Ze ging haar dochter pas waarderen toen ze schrijfster werd en soms ook in tv-programma's verscheen.
Yvonne kreeg rond haar veertigste veel last van een ziekte waarbij haaruitval een symptoom was. Zij en haar moeder waren altijd van plan een keer samen op vakantie terug te keren naar Indonesië. Maar Jopie haakt af, omdat de reis niet met de boot kan en ze niet durft te vliegen.
Yvonne krijgt het advies om d’r haarprobleem voor te leggen aan een medicijnvrouw (nonja doekoen). Yvonne gelooft niet zo erg in haar capaciteiten, maar na een aantal vreemde rituelen komt het hoofdhaar bij terugkeer naar Nederland terug.
Bij het vertrek naar Nederland in 1938 had Jopie voor zichzelf en voor elk kind een tuin zakje aarde meegenomen. Ze noemde het geboortegrond die je moest bewaren voor je begrafenis. Yvonnes zusje leegt later in een boze bui het zakje. Ze wordt na enige tijd ziek: ze lijdt lange tijd pijnen voordat ze sterft. Als zij overlijdt, strooit Jopie háár eigen zakje leeg over de kist van haar dochter. Als Yvonne Indonesië bezoekt geeft de nonja doekoen haar de opdracht een nieuw zakje met geboortegrond te vullen voor haar moeder. Bij terugkeer zegt Jopie: "Het geeft mij rust, te weten dat ik klaar ben.”
Moeder Jopi takelt lichamelijk af: de kinderen stellen haar voor om naar een bejaardentehuis of naar een verpleeginrichting te gaan. Dit wil de oude vrouw zeker niet en het alternatief wordt dat er advertenties worden geplaatst om vrouwen te zoeken die in het huis komen wonen om moeder te verzorgen. Er zijn veel reacties maar de eerste waaghalzen vertrekken al binnen een week, omdat Jopie zo kritisch en lastig is. Alleen met Constansie, een Surinaamse, kan ze het wel vinden, totdat Jopi ineens niets meer van haar wil weten “ze stinkt’. Ook Constansie moet dan weg.
Als Jopi daarna van de trap valt, moet ze toch naar een revalidatiecentrum. Ze stribbelt weer tegen en vraagt om een ‘sekkenpinjen’ (second opinion) van de dokter. Maar ze moet toch naar een revalidatiecentrum. Ook daar is ze lastig. Jopi voelt zich er erg ongelukkig, ze wil naar huis. Na een week stemmen de kinderen er mee in dat ze weer terug naar huis komt. Het huis moet wat aangepast worden, een bezoekschema moet worden opgesteld, maar Jopie knapt mentaal weer helemaal op. Haar hondje komt ook weer terug. Het beest vertoont dezelfde mankementen als Jopi: zo kan ze zelf ook haar pis niet kwijt en ze hebben beiden stramme knieën.
De dood komt snel dichterbij: binnen een jaar tijd sterven drie dierbare leeftijdgenoten: Toetie (nicht), Mekkie (nicht) en tante Mathilde Prul (halfzusje). Jopie wordt stiller en eenzamer, verhalen over vroeger vertelt ze niet meer.
Er wordt door de kinderen gezocht naar een verpleegkundige. Suze Anthonijs is in Indonesië in Padang geboren en ex-lerares. Ze trekt bij Jopi in. Mevrouw Anthonijs noemt Yvonnes moeder ‘mevrouw’ en als ze met Yvonne over haar moeder spreekt, zegt ze altijd ‘mevrouw Uw moeder’. Jopie en Suze gaan heel beleefd met elkaar om. De sfeer in huis voelt voor Jopie weer vertrouwd aan en ze leeft weer op.
Jopi heeft haar hele leven haar eigen gebit behouden. Op een dag is er een snijtand los gekomen. Jopi ziet het als een slecht voorteken. Een Chinese tandarts plakt een steuntje achter de tand. Maar Jopi voelt aan dat ze aan de laatste levensfase begonnen is. Dat dooft iets in haar. Ze wordt steeds chagrijniger. Mevrouw Anthonijs heeft het moeilijk: ze is op een dag in paniek ‘Mevrouw Mijn moeder’ is na jaren zelfstandig opgestaan en dreigt de verpleegkundige met haar pantoffel te slaan als ze in haar buurt komt. Dat gebeurde vroeger in Indonesië ook, als iemand terechtgewezen moest worden. Eerst moet Yvonne er om lachen: “Dat doet mevrouw Mijn moeder toch maar”. Mevrouw Anthonijs vertrekt echter.
Ten slotte gaat het een tijdje goed met een nieuwe hulpzuster Gerda, Jopi krijgt echter een beroerte waardoor ze slecht spreekt en spraakles nodig heeft.
Het wordt Kerst: Yvonne en Jopi beseffen allebei dat het de laatste Kerst zal zijn. Yvonne maakt haar moeder mooi op en kleedt haar netjes aan. Daarna vraagt moeder: “Ben ik zo mooi?”, Yvonne antwoordt: “Welzeker, mevrouw mijn moeder, je bent heel mooi”. Ze bidden samen en moeder maakt het bont door bij God nog allerlei dingen te wensen voor haar hond en haar kinderen.
Dan krijgt Jopi enkele beroertes, waardoor ze nauwelijks meer verstaanbaar kan spreken. Ze wordt in het Haagse Rode Kruis Ziekenhuis opgenomen. Daar krijgt ze ook nog longontsteking, waartegen de antibioticakuren haar niet meer helpen
De laatste dagen probeert Yvonne nog tot haar moeder door te dringen maar dat lukt niet meer. Blz. 200: “Moeder Jopi laat zich niet storen, ze zit in haar cocon, de draden zijn gesponnen. Ze kijkt door twee gaatjes goedmoedig naar de dingen die hun plaats in de kamer hebben gekregen”
Yvonne moet op het laatst haar moeder voeden. Za mag van de verpleging namelijk niet "voeren" zeggen. Maar vogeltjes worden gevoerd: moeder Jopi lijkt een tropisch vogeltje op weg naar de einder.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden