Mevrouw mijn moeder door Yvonne Keuls

Beoordeling 7.9
Foto van een scholier
Boekcover Mevrouw mijn moeder
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 2727 woorden
  • 27 februari 2000
  • 195 keer beoordeeld
Cijfer 7.9
195 keer beoordeeld

Boekcover Mevrouw mijn moeder
Shadow

Met Mevrouw mijn moeder richtte Yvonne Keuls een liefdevol monument op voor haar bijzondere moeder: het is een meeslepend en ontroerend verhaal over ouder worden met veerkracht en zelfbeschikking. Maar ook over het aanpassingsvermogen van een Indische oude dame aan Nederland.  Een boek vol herinneringen en verhalen van vroeger. Een ode aan de vertelkuns…

Met Mevrouw mijn moeder richtte Yvonne Keuls een liefdevol monument op voor haar bijzondere moeder: het is een meeslepend en ontroerend verhaal over ouder worden met veerkrach…

Met Mevrouw mijn moeder richtte Yvonne Keuls een liefdevol monument op voor haar bijzondere moeder: het is een meeslepend en ontroerend verhaal over ouder worden met veerkracht en zelfbeschikking. Maar ook over het aanpassingsvermogen van een Indische oude dame aan Nederland.  Een boek vol herinneringen en verhalen van vroeger. Een ode aan de vertelkunst van twee sterke eigenzinnige vrouwen.Mevrouw mijn moeder is een met veel humor geschreven, persoonlijk en ontwapenend boek waarin de generaties met elkaar in gesprek raken en de kunst van het ouder worden tussen de regels te vinden is.

Mevrouw mijn moeder door Yvonne Keuls
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

Mevrouw mijn moeder - Yvonne Keuls Samenvatting Het verhaal is autobiografisch. Yvonne werd geboren in Indonesië, het toenmalige Batavia, in 1931. Haar moeder, Johanna (later Jopi genoemd), is Indisch en haar vader, Samuel, is joods. Yvonne was het vierde kind, het nakomertje. Haar naam was nog een heel probleem. Haar vader wilde een joodse naam en haar moeder een naam met een diepere betekenis. Uiteindelijk besloten ze om haar een hele gewone Hollandse naam zonder bijbedoelingen te geven. Maar haar vader noemde haar Yvonne, dat 'strijdster met de iepenhouten boog' betekent. 'Toevallig' heette zijn secretaresse, die zeer opvallend met hem flirtte, ook Yvonne. Haar moeder besloot haar nooit zo te noemen. Zij noemde haar 'Angin' wat Maleis is voor 'wind'. 'Kabar Angin' betekent 'verhaal dat op de wind wordt gedragen'. De rode draad in het verhaal is Yvonnes moeder, Johanna, alias Djoppi en nóg later Jopi. (Johanna en Djoppi was te moeilijk.) Het verhaal is niet chronologisch, en als we toch bezig zijn, ook niet gewoon logisch. In het eerste hoofdstuk begint ze met het heden, namelijk de dood van haar moeder. (Ze was 96 jaar oud.) Daarna kijkt ze terug op dat haar moeder vroeger altijd allerlei dingen verzamelde voor haar kinderen en kleinkinderen, voor ieder had ze wel iets aparts. Yvonne kreeg een hele verzameling knopen, haar zus kreeg altijd een pot met stuivers en haar jongste broer kreeg altijd een apart lekker hapje. Daarna springt ze weer terug naar het heden, weer de dood van haar moeder. Dáárna kijkt ze weer terug op hoe haar moeder over haar werk en haar leven dacht; afkeuring om haar werk, afkeuring omdat ze überhaupt werkte, en afkeuring omdat ze geen dienstmeid had. Dan kijkt ze verder terug in het verleden, toen ze op het Grotius Lyceum zat en een leraar haar 'talent' voor het toneel opmerkte. Hij ging met haar moeder praten, maar die was niet van plan om haar dochter naar de toneelschool te laten gaan, nee, haar zonen moesten het leger in en haar dochters moesten onderwijzeres worden, punt uit. Na deze flashback gaat ze wéér terug naar het heden (dus de dood van haar moeder) en daarna blikt ze terug op de dood van haar zus. Het is dus heel moeilijk om het verhaal samen te vatten, omdat het allemaal stukjes verhaal zijn, die allemaal samen het karakter van de moeder weergeven. Het verhaal is op zich heel makkelijk te lezen, maar zodra je het moet samenvatten, is het heel vermoeiend. Er zit geen enkele logica in de volgorde van de flashbacks. Ze vertelt gewoon verhalen over alle dingen die ze zelf meegemaakt heeft, haar moeder, haar jeugd en de verhalen die haar moeder haar verteld heeft. Als je de samenvatting en de analyse samen leest, heb je ongeveer wel de essentie van het boek. Omdat ik niet in herhalingen wil vallen, heb ik bepaalde elementen weggelaten uit de samenvatting, en alleen genoemd in de analyse. Het meeste beslaat Yvonnes herinneringen aan haar moeder tijdens haar jeugd. Zo beschrijft ze hoe ze in het voorjaar gingen 'hondje ruiken'. Dan gingen ze naar mensen die een nest jonge hondjes hadden en snoven de geur van de hondjes op. Ook was het een heel ritueel (en een feest) om hun 'snoepbonnen' bij de bakkerij te verzilveren, waar ze 100 gram snoep voor kregen. Toen er geen snoepbonnen meer waren, was de lol eraf en gingen ze nog één keer terug, namelijk toen Yvonnes moeder 85 zou worden en zelf de gebakjes wilde uitzoeken. De verhalen die haar moeder vertelde over haar 'voormoeders' wordt in drie hoofdstukken beschreven. Haar moeder vertelt de geschiedenis van haar moeder, Yvonnes grootmoeder, Sitiaminah. Mannen komen alleen voor in het verhaal als dat noodzakelijk is. In latere tijden, als Yvonne al volwassen is, ligt ze steeds vaker overhoop met haar moeder. Alle interviews met Yvonne worden opgestuurd door allerlei tantes, vaak voorzien van commentaar. Ook haar moeder gaat dan dingen die haar niet zinnen aanstrepen, om Yvonne later tot de orde te roepen. Het vervelende was dat ze alles uit het verband rukte; ze las het artikel in losse zinnen, niet als een verhaal. Toen Yvonne een keer zei dat ze tegen het dragen van bont was, voelde haar moeder zich diep gekwetst. Haar bontmantel (een echte nerts) was haar trots, en altijd een gevoelig onderwerp. Toen Yvonne diezelfde bontmantel 'dat kreng' noemde zei haar moeder dat ze wat 'beleefder en aardiger' over haar mantel moest praten. Toen Yvonne ongeveer 40 jaar was, kreeg ze last van haaruitval, waar de doktoren geen raad mee wisten. Zij en haar moeder wilden oorspronkelijk samen naar Indonesië gaan, maar op het laatste moment zegde haar moeder af, omdat ze niet met de boot kon. Ze stuurde Yvonne alleen op reis, en zei haar dat ze naar een doekoen (medicijnvrouw) moest gaan. Yvonne is al zo westers, dat ze er eigenlijk geen vertrouwen in heeft, maar om haar moeder een plezier te doen, gaat ze toch. De doekoen voert allerlei rituelen uit, die Yvonne met gemengde gevoelens beleeft. Echter, als ze terug is in Nederland, komt haar haarbos terug en valt niet meer uit. Haar moeder is hierover niet verwonderd. Wat haar moeder heeft gedaan voor ze naar Nederland kwam, is voor elk kind (en zichzelf) een zakje aarde uit haar tuin meenemen, voor op de kist. In een boze bui gooit haar oudste dochter het zakje leeg. Als zij overlijdt, gooit Johanna haar zakje leeg over de kist. De doekoen geeft Yvonne de opdracht een nieuw zakje te maken voor haar moeder en die te vullen met aarde. Tot Yvonnes verbazing herhaalt haar moeder de woorden van de nonja doekoen; "Het geeft mij rust, te weten dat ik klaar ben." Hoofdpersonen  Johanna Bamberg, de moeder van Yvonne, om haar draait het hele verhaal.  Yvonne, de dochter en de vertelster van het verhaal. Zij kijkt terug op haar moeders leven.  De broers van Yvonne, (of de zonen van Johanna) zij zorgen, net als Yvonne, voor hun moeder. (Ze zetten advertenties op waarin ze een bewoonster vragen voor de bovenetage van hun moeders huis, die tevens een verzorgster voor hun moeder is. Ze helpen het huis van hun moeder te beveiligen, stellen een rooster op voor wie er wanneer slaapt/ 'de wacht houdt'.)  De 'voormoeders' van Johanna en Yvonne. Familiegeschiedenis (van de vrouwen) is heel belangrijk voor Johanna. De helft van de verhalen is al twijfelachtig, de rest is zeker niet waar, maar daar gaat het niet om. Het gaat om het vertellen, het doorgeven van de familiegeschiedenis.
Kenmerken van de hoofdpersoon, ontwikkeling en relaties. De hoofdpersoon is de moeder van Yvonne Keuls, Jopi, een Nederlands-Indische vrouw. Ze is geboren in Salatiga. Zij is wat je kunt noemen 'typisch Indisch'. Dat wil zeggen: onlogisch, uniek, ondoorgrondelijk en volgens Westerse begrippen ronduit eigenaardig. Toen Yvonne 40 werd, kreeg ze van haar moeder de 'markiesring', een ring met 25 briljanten. De volgende ochtend belt haar moeder haar om 9 uur om te zeggen dat 40 toch niet zo'n geschikte leeftijd is om die ring te krijgen. Ze beveelt Yvonne de ring terug te geven, ze krijgt hem wel als ze 50 wordt. Haar moeder was, net als alle Indische mensen, zeer gastvrij. De natuurlijke gastvrijheid ging niet uit van de persoon, maar van de omstandigheid. Als iemand bijvoorbeeld doornat is, dan spreekt het vanzelf dat die persoon mag blijven logeren. Er werd ook nooit gezegd wanneer iemand moest vertrekken. Sommige logees bleven jarenlang 'logeren'. De lakens en theedoeken waste ze nooit, ze gooide ze weg en kocht gewoon nieuwe. Toen ze nog in Batavia woonde, liep ze altijd op hele kleine slippertjes, met flinterdunne zooltjes. Toen ze met verlof naar Nederland gingen, dwong haar man haar om laarsjes te dragen, wat ze eventjes deed, maar daarna niet meer. Omdat ze daar zonder schoenen niet naar buiten kon, moest Angin de 'wereld-om-de-hoek' voor haar beschrijven. Angin (Yvonne) gebruikt veel fantasie in haar verhalen. Uiteindelijk ziet haar moeder de 'wereld-om-de-hoek' met eigen ogen, en ziet een heel andere wereld dan haar geschetst was. Maar ze blijft haar kind geloven en spreekt de bijna legendarische woorden: "Zo ziet het er niet uit." In de jaren die volgen verdwijnen haar gewoontes niet, integendeel, ze komen juist steeds meer naar boven. Haar dokter noemt ze 'die lummel' wat niet persoonlijk is, maar sinds ze een keer ter observatie in het ziekenhuis lag, en er elke avond een andere verpleegster 'aan haar gebit rukte' (niemand geloofde dat zo'n oude vrouw zulke prachtige tanden had) en de arts daar na diverse klachten niets aan deed, waren alle doktoren lummels. (Toen Yvonne nierbekkenontsteking had, weigerde ze haar naar het ziekenhuis te laten gaan, stuurde ze de dokter weg en bleef Yvonne wiegen en liedjes voor haar zingen. En het hielp ook nog, Yvonne genas.) Toen ze in een revalidatiecentrum zat (ze was door een rugwervel gezakt) kwijnde ze bijna weg. Ze was gewend zelf de lakens uit te delen en als ze iets niet wilde, dan deed ze het ook niet. Na veel smeken en een aantal gesprekken met de directie, besluiten haar kinderen hun moeder maar mee naar huis te nemen. Als ze zegt op een avond geluiden gehoord te hebben, durft ze niet meer alleen te zijn in haar huis. Dus slapen haar zonen om beurten bij hun moeder in huis. Ze besluiten haar huisje te voorzien van anti-inbraak apparatuur. Ze plaatsen onbreekbaar glas, dat hun moeder meteen uittest, en een klap geeft met haar ijzeren wadjang. (Het glas breekt inderdaad niet.) Verder krijgt ze nieuwe spanjoletten, nieuwe sloten, dievenklauwen, stalen strippen en extra knippen op de deur. Ondanks al die voorzorgsmaatregelen durft ze ook dan toch niet alleen te slapen. Daarom besluiten haar kinderen om beurten bij haar te slapen, maar dat is slechts een tijdelijke oplossing. Omdat ze toch oud is en eigenlijk een thuishulp moet hebben, besluiten haar kinderen een advertentie te zetten en te vragen om iemand die kosteloos de bovenetage wil bewonen, maar dan wel af en toe hun moeder helpen. Die vrouwen werden meteen met 'dat mens hierboven' aangeduid en de een na de ander werd weggepest. Als ze een 'mens hierboven' in het begin wel mocht, vond ze later tóch wel iets om haar weg te krijgen als ze er genoeg van had. De Indische dames bleven het langst; soms wel 3 weken. De meeste gingen al na een week weg. Toen kwam er een Surinaamse, Constansie, die nergens moeite mee had. Johanna en zij konden het heel goed met elkaar vinden. Constansie kwam een paar uur per dag bij Johanna werken, maar op den duur vond Johanna dat niet meer genoeg. Ze wilde dat Constansie boven kwam wonen en in vaste dienst kwam bij haar. Gelukkig zag Yvonne de bui al hangen, en weigerde dat te regelen, omdat Constansie dan niet meer weggestuurd kon worden, als Johanna zat van haar was. Inderdaad, 2 dagen later belde haar moeder en eiste dat Constansie vertrok, omdat ze stonk. Al vanaf de eerste dag vond Johanna dat Constansie stonk (er hing een penetrante bloemengeur om haar heen) maar vond het een lief kind en besloot zich er niets van aan te trekken. Door een voorval (wát, vertelt ze toch niet) besloot ze dat Constansie weg moest, en dit was haar manier om dat voor elkaar te krijgen. Wat Yvonne er ook tegenin bracht, het was exit Constansie, en daarmee basta. Tijd De vertelde tijd beslaat Yvonnes herinneringen, van haar jeugd tot het moment dat haar moeder sterft. Ze begint bij haar eigen geboorte, toen haar moeder 40 was, en ze eindigt bij de dood van haar moeder, op 96-jarige leeftijd. Tussentijds gaat ze terug naar verhalen die haar moeder haar vertelde, over haar 'voormoeders', teruggaande tot haar overgrootmoeder. Ze springt het hele verhaal door heen en weer tussen drie categorieën; haar vroege jeugd, het recente verleden en het heden. Dit doet ze in willekeurige volgorde, ze schrijft op wat ze op dat moment relevant vindt of wat ze zich net weer herinnert. Daarom is dit verhaal praktisch onmogelijk samen te vatten, omdat haar flashbacks onderling geen verband hebben. De enige rode draad die door het verhaal loopt, is haar moeder en haar leven. Ruimte Het verhaal speelt zich af in Nederland (Den Haag), in deze tijd. Ergens in het begin, als Yvonne vertelt over haar geboorte, wonen ze nog in Indië, in toenmalig Batavia, in de jaren dertig. De familiegeschiedenis speelt zich ook af in Indië, en als Yvonne 40 is, gaat ze terug naar Batavia, naar haar (vroegere) ouderlijk huis. Perspectief Er is sprake van een 'ik-perspectief'. Hierbij gaat het om de belevende ik. Yvonne kijkt terug op haar leven met haar moeder, en hoe zij alles zelf ervaren heeft. Het perspectief is overduidelijk, en absoluut niet moeilijk terug te vinden, aangezien ze het op iedere bladzijde heeft over 'ik' en 'mijn moeder'. Thema en motieven Het thema is: een eerbetoon aan haar moeder. Dit boek schreef Yvonne om alle verhalen van haar moeder door te vertellen, zoals zij ook gewild had. Haar moeder noemde Yvonne 'Angin' (wat Maleis is voor 'wind', 'Kabar angin' betekent: 'verhaal dat op de wind wordt gedragen.') omdat ze wist dat Yvonne later verhalen zou gaan vertellen, net zoals zij zelf deed. Motieven Verschillen; tussen Yvonne en haar moeder komen steeds meer verschillen; Yvonne is heel westers geworden, terwijl haar moeder nog steeds ontzettend oosters is. Ook is er een soort generatiekloof tussen hen gekomen; Yvonne heeft over bepaalde zaken hele 'revolutionaire' opvattingen (vrouwen mogen werken) en haar moeder is nog vrij ouderwets in zulke dingen.
Titel en motto De titel slaat op de moeder van Yvonne. Op bladzijde 237 komt 'mevrouw mijn moeder' voor het eerst voor. Mevrouw Anthonijs (weer een 'mens daarboven') spreekt uiterst ingetogen tegen Yvonne over 'mevrouwUwmoeder'. Yvonne herhaalt dit zachtjes voor zichzelf als ze haastig op weg naar haar moeders huis is, omdat haar moeder uit haar stoel is opgestaan, terwijl ze dat helemaal niet mag zonder begeleiding. "Mevrouw mijn moeder was opgestaan. Het klonk me bijbels in de oren." Ondanks de gevaarlijke situatie is ze heel trots op mevrouw haar moeder. Haar moeder is inderdaad in alles een mevrouw; ze is heel erg autoritair en laat haar werkster al 20 jaar lang heel alleen lunchen in de keuken. De loopjongen mag absoluut geen stap verder dan het portaaltje, en meer van die dingen. Maar dit geeft ook iets van trots aan; ondanks haar hoge leeftijd laat ze zich niet kennen en doet nog precies de dingen waar ze zelf zin in heeft en die ze vroeger ook zo deed. Toen Yvonne een gerecht van vroeger wilde klaarmaken voor haar moeder, was ze stomverbaasd toen ze zag hoe prehistorisch het klaargemaakt werd. In plaats van hoeveelheden in afgesproken eenheden, werd er gebruik gemaakt van 40 halve lege eierdoppen, waarna ze weigerde het gerecht te maken, omdat het per sé zo klaargemaakt moest worden van haar moeder. Motto Voorin het boek staat een citaat van Pablo Picasso: Het duurt erg lang voordat men jong wordt. Dit slaat op het leven en sterven van Yvonnes moeder. In alles wat ze zei en deed, was ze jong, alleen haar lichaam werkte op den duur niet meer mee. Stijl Het taalgebruik was naar mijn opluchting gewoon; geen onbegrijpelijke, ingewikkelde zinnen. Wat ik heel leuk vond, was dat ze ook Indische woorden gebruikte, om de sfeer nog beter over te kunnen brengen. Het maakte het geheel wat realistischer. Het hele boek lang, hield ze consequent de manier van spreken van haar moeder vol. Af en toe wat woorden weglaten, woorden in de verkeerde volgorde zetten en wat Indische uitroepen gebruiken. Dit is bij sommige (lang niet alle) zinnen zo, want mijn oma praat ook heel goed Nederlands, maar soms kan je het Indische toch horen, en ik vind het heel leuk dat ze dat zo heeft weergegeven. Bijvoorbeeld, ze belt haar dochter op om te zeggen dat ze "eindelijk een schoen" heeft gevonden. Geen 'schoenen' maar enkelvoud, schoen. (Voor wie de Indische woorden niet begrijpt, achterin het boek staat een verklarende woordenlijst.) Ze schrijft heel grappig, zonder daar haar best voor te doen en zonder de situatie aan te dikken. Ik vind dat het haar heel goed gelukt is om emoties en sfeer over te brengen. Ze heeft geen ellenlange beschrijvingen nodig om gevoelens of gedachtes weer te geven. Op elke actie volgt een begrijpelijke en duidelijke reactie. Dit boek zou ik iedereen aanraden.

REACTIES

L.

L.

Heey,

Ik moet je bedanken voor die samenvatting, ik heb dankzij jou een 8,2 gehaald voor mijn schoolexamen nederlands. ik moest 4 boeken lezen en ik had mevrouw mijn moeder niet meer gered in 3 weken tijd die ik had voor alle boeken. Heel erg bedankt daarvoor.

Liefs Laura

19 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Mevrouw mijn moeder door Yvonne Keuls"