Titel: Wierook en Tranen
Ondertitel: Voor pa en ma Gegevens over de auteur. Levensloop
Wierook en tranen is in 1958 door Ward Ruyslinck geschreven. Ward Ruyslinck is een pseudoniem voor Raymond de Belser. Hij werd geboren op 17 juni 1929 in Berchum, een plaatsje vlak bij Antwerpen in België. Hij groeide op in een katholiek gezin als jongste van twee kinderen. Later typeerde hij zijn ouders als lauwe Katholieken. Zijn vader was bibliothecaris bij Shell en schreef ook twee boeken. Ruyslinck begint al vroeg met schrijven, zo heeft hij op z’n twaalfde al een manuscript af. “Vaargeulen” genaamd. In de meidagen van 1940 moet het gezin vluchten voor de oorlog. Het gezin wil naar Engeland, maar dat mislukt. Ze blijven enkele weken bij een boer in Frankrijk, waarna ze terug keren naar huis. In 1943 wordt hun huis getroffen door een bombardement. Niemand raakt gewond, maar het manuscript voor “Vaargeulen” gaat verloren. Na de oorlog gaat Ruyslinck Germaanse talen studeren, maar hij maakt zijn studie niet af. Zijn vijf jaar oudere broer overlijdt in 1948 aan een acute longziekte. Onder andere door dit voorval en de oorlog verliest Ruyslinck zijn vertrouwen in God. Hij vervult zijn dienstplicht, die in deze tijd is verlengd tot 21 maanden, maar het gaat hem zwaar af als antimilitarist en individualist. Hij weigert officier te worden. Na zijn dienstplicht heeft Ruyslinck verschillende baantjes, en in 1953 wordt hij bibliothecaris bij het prentenkabinet van het museum Plantin-Moretus in Antwerpen. Hier werkt hij tot hij in 1984 vervroegt met pensioen gaat. In datzelfde jaar (53) trouwt hij met Alice Burn, een oude schoolvriendin, ze krijgen een zoon, Chris. In de periode ’67-’73 maakt Ruyslinck veel reizen, omdat hij lid is van het Vlaams Comité van de Belgische Verdedigingen van de Vrede en ook lid van de Wereldraad voor Vrede is. In 1975 wordt hij lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde. In 1990 sterft zijn vrouw. Ruyslinck verhuist dan naar Meise en gaat daar samenwonen met Monica lo Cascio. Samen met haar schrijft hij “de speeltuin” Zijn werk
Ruyslinck heeft gedichten, verhalen, toneelstukken, vertalingen en artikelen geschreven. Andere werken van Ruyslinck zijn o.a.: - De ontaarde slapers - Madona met de buil - Het dal van Hinnom - De uilen van Minerva - Hunkerend gevangen
Voor wierook en tranen ontving Ruyslinck in 1959 het Referendum van de Vlaamse Letterkunde en in 1980 ontving hij de eerste Europaliaprijs voor zijn hele oeuvre. Wierook en tranen is in 1977 verfilmd en is ook in het Frans vertaald. Plaats en tijd Het verhaal speelt zich af in de 2e wereldoorlog, het begint in Antwerpen en eindigt in Gent waar Vera sterft aan haar verwondingen. Het hele verhaal speelt zich dus af in België. Hoofdpersonen en bijpersonen De hoofdpersoon is Waldo Havermans. De belangrijkste bijpersoon is Vera Spiegel. Uitleg personen
Waldo Havermans => Een 9-jarige jongen die in het begin van het boek zijn ouders verliest door een bombardement. Hij houdt veel van de geur van wierook. Zijn bijnaam is ‘kerkuiltje’. Hij ziet de oorlog zoals een negenjarige die ziet. Hij overziet het geheel niet, hij is niet bang voor de tijd die nog komen zal, hij is bang op de angstige momenten, zoals de luchtaanval. In het verhaal zie je wel dat hij anders gaat denken over de oorlog en dat hij als het ware volwassener wordt, hij moet wel, hij raakt immers zijn ouders kwijt en later ook Vera en moet zichzelf toch redden. Vera Spiegel => Het 14- of 15-jarige buurmeisje van Waldo dat hij ontmoet tijdens zijn vlucht naar de kust. Zij is haar moeder kwijtgeraakt en haar vader vecht in de oorlog. Samenvatting Eigen weergave
De 9-jarige Waldo vlucht samen met zijn ouders voor de Duitsers. Bij een bombardement komen Waldo’s ouders om het leven. Toevallig komt hij later zijn iets oudere buurmeisje Vera tegen, die in het gedrang haar moeder is kwijtgeraakt. Samen met haar trekt hij verder. Onderweg komen ze een stel Duitse soldaten tegen, die aardig voor hen zijn. Ze rijden een eindje met hen mee, maar wanneer ze onderweg pauzeren worden ze dronken gevoerd. Vera wordt door de soldaten verkracht en sterft. Waldo is weer alleen. (85 woorden) Samenvatting van internet (huiswerk.scholieren.com) Waldo Havermans, een negenjarig jongen, is met zijn ouders op de vlucht voor de Duitsers die binnenvallen. Het verhaal begint als ze op de tweede dag van hun vlucht in het stadje Poperinge aangekomen. Daar kunnen ze overnachten. Waldo vindt het daar maar niets want hij vindt de vrouw een heks en de kleinzoon vindt hij eng. De kamer waar hun slapen ruikt naar wierook. Daarom heeft hij de bijnaam het kerkuiltje gekregen. De volgende dag gaat de familie weer verder. Ze raken in een colonne vluchtelingen. Ze worden bij de grensovergang tegengehouden want de grensovergang was gesloten. Samen met de vluchtelingen vertrekken ze naar een grensovergang die wel open is. Onderweg worden alle vluchtelingen door Duitse vliegtuigen overvallen. Er vallen bommen naar beneden en Waldo wordt tijdelijk verblind. Als hij weer kan kijken ziet hij dat vader dood is en dat moeder verdwenen is. Hij wordt wakker in een veldhospitaal. De zuster vertelt hem hoe erg de oorlog is. Daarna mag hij meerijden met Evarist. Hij zit in een leger en bestuurd een vrachtwagen. Na een hele tijd rijden komen ze aan in een dorpje waar hulpverleners soep uitdeelden. Daar ontmoet hij zijn oude buurmeisje Vera die vijf jaar ouder is dan hem. Haar moeder is ze kwijtgeraakt in de colonne vluchtelingen. Haar vader vecht tegen de Duitsers. Waldo en Vera gaan samen naar de kust maar eerst moeten ze een dag doorbrengen in de mosterdfabriek. De volgende ochtend horen ze geschut in de verte en ze besluiten te vertrekken. Onderweg bidt Vera bij een veldkapelletje. Waldo praat met haar over de straffen die de Duitsers zullen krijgen van God omdat ze alle kerken hadden vernietigd. Samen schuilen ze op een hooizolder om aan de Duitsers te ontsnappen. Als de Duitsers komen schreeuwen ze dat iedereen naar buiten moeten komen met de handen omhoog. De Duitsers kijken raar op als ze hun twee zien. De Duitsers geven hun sinaasappels en rijden weer verder. Nadat ze gerust hebben gaan ze verder met hun tocht. Ze gaan weer naar huis. Voor de middag van de volgende dag bereiken ze Tielt, waar een oom van Vera woont. Oom Andreas blijkt erg dronken te zijn als gevolg van een feestje dat hij voor Duitse officieren heeft georganiseerd. Waldo en Vera vluchtten daar weg en besluiten de spoorlijn richting Gent te volgen. Onderweg zien ze ook nog een trein met Belgische krijgsgevangenen. Ook Evarist zit daarbij. Ze mogen niet met de trein meereizen. Later worden ze ontdekt door Duitsers. Ze zitten namelijk in een schuit op de Leie. Ze mogen in de zijspan van de motoren gaan zitten gen hopen zo snel in Antwerpen te komen. Als ze even stoppen om bij te komen, worden de kinderen door de soldaten dronken gevoerd. Als Waldo weer bijkomt zijn de soldaten weg en Vera ligt in de bosjes. Ze kan niet vertellen wat de Duisters haar hebben aangedaan. Met behulp van twee zigeuners brengt een ambulance Vera naar Gent. Waldo volgt in de woonwagen van de zigeuners Vera achterna. In het ziekenhuis van Gent, de Bijloke, legt een ziekenzuster Waldo uit hoe het met Vera gaat. Later als de dokter is geweest legt hij uit dat Vera een engeltje in de hemel is. Voor Waldo stort de wereld in. In de kapel waar de geur van de wierook weer was bidden de zuster en Waldo samen. Einde van het verhaal Ik vind het een gesloten einde. Het verhaal stopt niet zomaar in een belangrijke gebeurtenis en je hebt als je het gelezen hebt wel het gevoel dat het echt af is. Aan de andere kant is het einde heel open, Waldo is nu echt helemaal alleen en zal alleen verder moeten in de oorlog. Je kunt alleen wel nagaan dat hij toch naar zo’n kamp gebracht zal worden waar hij eerst ook naar op weg was, tot hij Vera tegenkwam. Toch een gesloten einde, omdat je niet met vragen blijft zitten.
De belangrijkste symbolen die voorkomen in het boek, zijn ook als titel gebruikt. Wierook en tranen, waar deze symbolen voor staan staat verder uitgelegd onder het kopje symbolen en leidmotieven. Opdracht
Er staat voor pa en ma, dus het boek zal aan hen opgedragen zijn. Eigen mening Ik vond dit boek mooi om te lezen, daarom heb ik het ook gekozen om er een boekverslag van te maken. Ik vind het knap dat de schrijver de gedachten van een 9-jarig kind zo goed kan weergeven. Wanneer Waldo’s ouders sterven vind ik het heel verdrietig, maar door de manier waarop Waldo ertegenaan kijkt, valt het best wel weer mee, het dringt allemaal niet zo goed tot hem door.Een heel aangrijpend moment vind ik wanneer Vera verkracht is, Waldo is dan door het verlies van zijn ouders wat minder kinds dan in het begin van het boek en beseft dan veel beter dat ze echt dood is. De omgeving is ook erg mooi beschreven, wanneer Waldo bijvoorbeeld met Vera in een mosterdfabriek slaapt, hoort hij ’s ochtends allemaal gedonder, maar Vera maakt hem dan duidelijk dat het geschut is. Alle gevoelens en gedachtes zijn dus heel kinds en dat vind ik het boek, met alle gruwelijke gebeurtenissen erin, toch heel vertederend maken. Het boek onderscheidt zich van andere boeken door de manier waarop de oorlog beschreven is. Fijn is dat het verhaal totaal niet langdradig is, daarom heeft het boek ook niet zoveel bladzijden. Verder is het allemaal makkelijk te volgen, niet veel moeilijke woorden. Het boek is Belgisch, dus dat is soms wat vreemd. Vera en Waldo spreken elkaar met U aan en er komt veel ge in voor. Ik zou het mensen aanraden om te lezen, of je nu van oorlogsboeken houdt of niet, het is gewoon heel aangrijpend. Extra opdracht Brief van mij aan de schrijver
L. Achternaam
Anoniemstraat 11
1234 AB Bestaniedam
Nederland
Eefde, 28 februari 2002
Adres schrijver. Geachte heer Ruyslinck, Wat heeft u met Wierook en Tranen een prachtig boek geschreven. Ik was er helemaal stil van, zo aangrijpend vond ik het. Ik zou u graag willen vertellen wat ik het mooie van het boek vond en ik heb ook nog wat vragen voor u, die u hopelijk wilt beantwoorden. Het goede van het boek vind ik dat je zo mooi kunt meelezen met de gevoelens en gedachten van de hoofdpersoon Waldo. Het zijn echt de gedachten van een kind en dat maakt het boek heel werkelijk en vertederend, ondanks de gruwelijke gebeurtenissen die erin voorkomen. Hoe de jongen de dingen die hem overkomen verwerkt en stukje bij beetje volwassener wordt is heel mooi om te lezen, ook de verandering in hoe hij tegen het geloof aankijkt en hoe Waldo zijn geloof verliest is zo begrijpelijk, dat je wanneer je het leest als het ware in de huid van de jongen zit. Komt het dat je zo met de jongen kunt meeleven omdat het verhaal deels autobiografisch is? Had u dezelfde gedachtes als Waldo in die tijd? U heeft dan niet uw ouders verloren in de oorlog, maar de angst en het deels wel en deels niet beseffen van de dingen die gebeuren omdat je nog kind bent, kunnen lijkt mij best hetzelfde zijn geweest. Of dat nu wel of niet zo is, het neemt niets weg van de kracht van het boek, maar ik ben er gewoon erg nieuwsgierig naar, omdat je als je dit niet zelf hebt meegemaakt, je je wel heel erg moet inleven in een kind en vooral als volwassene lijkt me dat vrij pittig. Wat ik me ook afvraag is waarom het boek eigenlijk maar deels autobiografisch is. Waarom heeft u niet helemaal uw eigen ervaring beschreven? Was dat niet veel makkelijker geweest om helemaal te vertellen uit eigen ervaring? Heeft u dit zo gedaan omdat het anders te persoonlijk zou worden, of omdat het op deze manier aantrekkelijker voor de lezer is? Dit waren mijn vragen. Ik zou het heel erg waarderen als u de tijd zou willen nemen deze te beantwoorden. Ik hoop dat u nog veel mooie boeken zult schrijven, waarvan wij als lezers kunnen genieten! Bij voorbaat dank, Lorette
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
E.
E.
Echt een super boekverslag! Ik heb het heel goed kunnen gebruiken. Dankjewel
xx Ea
15 jaar geleden
Antwoorden