Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Wierook en tranen door Ward Ruyslinck

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
Boekcover Wierook en tranen
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 3893 woorden
  • 4 mei 2009
  • 16 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
16 keer beoordeeld

Boekcover Wierook en tranen
Shadow

Een Antwerps gezin - moeder, vader en hun tienjarig zoontje Waldo - wordt bij het uitbreken van Wereldoorlog II meegesleurd door de chaotische stroom van burgers, die voor de Duitsers op de vlucht slaan. Bij een bombardement komen de ouders van Waldo om het leven. De weesjongen ontmoet toevallig het iets oudere buurmeisje Vera, dat in het gedrang haar moeder is kwijst…

Een Antwerps gezin - moeder, vader en hun tienjarig zoontje Waldo - wordt bij het uitbreken van Wereldoorlog II meegesleurd door de chaotische stroom van burgers, die voor de Duits…

Een Antwerps gezin - moeder, vader en hun tienjarig zoontje Waldo - wordt bij het uitbreken van Wereldoorlog II meegesleurd door de chaotische stroom van burgers, die voor de Duitsers op de vlucht slaan. Bij een bombardement komen de ouders van Waldo om het leven. De weesjongen ontmoet toevallig het iets oudere buurmeisje Vera, dat in het gedrang haar moeder is kwijstgeraakt. De Duitsers hebben ondertussen de vluchtende massa ingehaald, en de kinderen beginnen hun terugtocht naar de vaderstad...

Waldo en Vera trekken tijdens deze prachtige meimaand 1940 door de 'Vlaamse bossen waar de koekoek roept, waar er opnieuw geen oorlog meer is en de liefelijke lente zacht en zonnig als het begin van een nieuwe tijd over de aarde ligt'. Helaas, in dit verrukkelijke pastorale decor staat de kinderen het gruwelijkste te wachten...

Deze kleine episode uit het onmetelijke treurspel dat de tweede wereldoorlog is geweest, wordt door de ogen van de kleine jongen gezien en door hem verteld. Zijn relaas raakt iedere lezer diep. Wierook en tranen, voor het eerst in 1958 gepubliceerd, werd dan ook terecht één van de meest gelezen romans van de hedendaagse Vlaamse letteren. 

Wierook en tranen door Ward Ruyslinck
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
A Zakelijke gegevens:
Auteur: Ward Ruyslinck
Pseudoniem van: n.v.t.
Titel: Wierook en tranen
Ondertitel: n.v.t.
Verschijningsjaar (eerste druk): 1958
Gelezen druk: 19e druk
Uitgeverij: Elsevier Manteau
Plaats van uitgave: Amsterdam
Aantal pagina’s: 139
Aantal punten: 2

B Verwachtingen en eerste reactie
Deze opdrachten maak je gedeeltelijk voordat je het boek gaat lezen, gedeeltelijk direct na het lezen van het boek.
1. Waarom heb je dit boek gekozen? Heeft iemand het je aangeraden? Zo niet, hoe ben je dan tot je keuze gekomen?

Dit boek lag bij mijn oma in de kast. Omdat alle spullen uit mijn oma’s huis weg moet, had ik het boek meegenomen voor een leesverslag.

2. Omschrijf de buitenkant van het boek: kaft, omslagafbeelding, achterflap. Voeg een kopie van de kaft en achterflap toe aan het einde van je verslag (bijlage 1).
Op de achterflap staat een foto van een fragment uit de verfilming van Wierook en Tranen. Op de voorkant zie je een meisje in het gras liggen met haar tas naast haar.

3. Wat verwacht je van het boek? Misschien heb je wel eens iets van deze auteur gelezen of over hem/haar gehoord.
Ik weet niet precies wat ik er moet van verwachten, voor zover ik weet speelt het zich af in de Tweede Wereldoorlog.

4. Nu je het boek uit hebt, wat is je eerste reactie?
Ik vond dat het niet echt avonturistisch was. Wel vond ik het mooi hoe intens de gevoelens van de jongen zijn omschreven. Ik vond alleen de Vlaamse taal wat minder. Daar moet je even aan wennen.

5. Wat vind je van het boek in verhouding tot andere boeken? Of wellicht in verhouding tot de film?
Ik vind het mooi dat hierin zoveel gevoelens zijn beschreven, dat heb je niet bij alle boeken. De film heb ik niet gezien dus daar kan ik geen mening over geven.

6. Kun je het boek vergelijken met andere boeken die je gelezen hebt of films die je gezien hebt?
Ik heb wel eens een boek gelezen dat over de Tweede Wereldoorlog ging. Dat ging alleen over een klein meisje en die kan het gevoelens minder goed uitdrukken.

7. Heeft het boek je aan het denken gezet en indruk gemaakt? (Waarover, waardoor, waarom). Geef voorbeelden en verwerk in je leesverslag citaten.

Ja, het heeft me aan het denken gezet over de oorlog. Je denkt na over hoe het toen geweest moest zijn.

8. Geef in een grafiek weer hoe je het boek ervaren hebt? Was het in het begin nog lastig of viel juist het einde tegen? Geef een overtuigende motivatie voor je grafiek.
Er zit niet zo heel veel avontuur in het boek maar het einde is heel onverwachts.

C Beknopte samenvatting en analyse (zie ook bijlage 3 voor uitleg over de begrippen en
Eldorado H3 afdeling 1: Verhaaltechniek)

1. Vat de inhoud van het boek samen: noteer in een lopend verhaal wat de belangrijkste gebeurtenissen in het verhaal zijn. Vertel ook de afloop. Gebruik maximaal één A4: het is dus belangrijk dat je de grote lijn opschrijft en (overbodige) details.
Waldo, een jongetje van negen jaar, is in 1940 mijn zijn ouders gevlucht naar Frankrijk. Ze komen de tweede nacht in Poperinge aan en overnachten bij een oud, heksachtig vrouwtje.
Vader noemt Waldo soms kerkuiltje vanwege zijn voorliefde voor wierook. In de verte horen ze 's nachts het luchtafweergeschut van de oorlog. Midden in de nacht worden ze gewekt door Willy, de kleinzoon van het oude vrouwtje, die op hun kamer de ratjes eten wil geven. De volgende dag blijkt dat de grenspost gesloten is. Waldo vindt deze hele tocht als iets spannend en opwindends.
Het gezin laat zich meedrijven met de massa naar een andere grenspost. Plotseling wordt de vluchtkaravaan verrast door een Duitse luchtaanval. Waldo's ouders worden gedood. Een verpleegster brengt Waldo over naar een veldhospitaal.
De opvattingen van Waldo over de oorlog zullen langzamerhand veranderen. De dokter besluit met de verpleegster, Waldo over te laten brengen naar een vluchtelingenkamp. Hij rijdt mee met een soldaat, Evarist. Ze komen op een marktplein waar een chaotische drukte heerst, er wordt soep uitgedeeld. Dan ontmoet hij zijn vijf jaar oudere buurmeisje Vera. Waldo en Vera overnachten in een mosterdfabriek. Ze denken samen na over hun toekomst: de zee, het huisje in de duinen, Engeland.
Samen trekken ze naar de kust. Waldo voelt zich veilig bij Vera, die nu de plaats van zijn ouders inneemt. De tocht gaat door een prachtig lentelandschap, dat een tegenstelling vormt met de harde werkelijkheid. Weer wordt het wierookmotief aangehaald.

De Duitse tanks komen steeds dichterbij. De kinderen verstoppen zich in een hooischuur, maar ze worden gedwongen naar buiten te komen. De Duitsers zijn aardig, tegen alle verwachtingen in. Vera besluit naar huis terug te gaan. Nadat ze de nacht in een bunker doorgebracht hebben, gaan ze vol goede moed op weg naar Oom Andreas in Triel. Hij kan hen hulp bieden. De man is beter bekend als Puimsteen (karikatuur). In zijn villa zijn de Duitsers al aan het feestvieren, oom Andreas is collaborateur. Hevig geschokt vluchten de kinderen het huis uit. Duidelijk is hier de tegenstelling tussen de pure liefdevolle relatie van Waldo en Vera en de decadente relatie tussen Andreas' gasten. Waldo komt tot de ontdekking dat de oorlog hem volwassen heeft gemaakt.
Op een station ziet hij Evarist als krijgsgevangene. Ze verschuilen zich in een bootje aan de Leie. De Duitsers zullen Waldo en Vera meenemen naar Antwerpen, maar in plaats daarvan voeren ze Waldo dronken en maken ze misbruik van Vera. Als Waldo weer langzaam bijkomt, vindt hij Vera halfdood. Hij haalt hulp bij twee zigeuners. Ze wordt met een ziekenwagen naar Gent vervoerd.
Waldo reist met de twee zigeuners naar Gent en vind in 't ziekenhuis Vera, dood. Waldo barst in snikken uit, hij beseft nu, „dat het leven heel anders is dan een verhaaltje met kleurige droomplaatjes". Waldo gaat met de zuster bidden, maar langzaam ontstaat een negatieve godsgedachte: „Hij was een God die de mensen meer verdriet dan blijdschap gaf'. Hij schrikt van deze gedachten en ademt de geur van de wierook in die zijn boze gedachten zal verjagen. Bij het verlaten van de kapel laat hij een geldstuk vallen in een gleuf van een offerblok. Dit is een offer aan God.
2. Wat is het thema van het boek? Geef het thema is één zin weer zonder de inhoud na te vertellen. Welke boodschap/les wil de auteur je meegeven?
Het thema van het boek is de tegenstelling tussen het ongerepte, dromerige, ontwakende kinderbewustzijn en de wreedheid van de Tweede Wereldoorlog, de wereld van de volwassenen. De auteur wil je aan het denken zetten over de tegenstelling.
3. Is het thema van het boek actueel? Waarom (niet)?
Het boek is niet echt actueel, omdat de Tweede Wereldoorlog afgelopen is.
4. Noem ten minste drie motieven bij het thema. Verklaar de motieven in relatie tot het thema. Een motief is een voor de mens belangrijke situatie of gebeurtenis die in een verhaal voorkomt of iets wat herhaaldelijk terugkeert in een boek (bv. jaloezie, seks,
frustratie).
- Angst: Waldo is bang voor de Duitsers. Zijn ouders zijn door hem immers overleden.
- Geloof: Waldo heeft kwade gedachtes en moet een offer brengen aan God.
- Vriendschap: Waldo en Vera raken erg goed bevriend.

5. Beschrijf de opbouw van het verhaal. Hoe begint het boek en hoe eindigt het?
Het boek begint vrij eenvoudig. Nog niet echt spannend. Maar het is een heel abrupt einde.
6. Heeft de tekst opvallende vormkenmerken? (Brieven, dagboek, bijzonder lettertype e.d.)
Er zijn geen opvallende vormkenmerken. Er wordt wel veel gebruik gemaakt van dialogen.
7. Verklaar de titel en de eventuele ondertitel. Is de titel goed gekozen en waarom?
Wierook staat voor de dromerige kinderwereld, tranen voor de harde realiteit van de oorlog. Ik vind dat de titel goed gekozen is, omdat het een verzachtende manier is om te vertellen hoe de Tweede Wereldoorlog was.
8. Kun je uit de titel opmaken waar het boek over gaat? Wat is de relatie met de thematiek? Zie je verband tussen de titel/ondertitel, opdracht en het thema?
Ja, nu ik weet waar de titel voor staat wel. Veel mensen wisten niet wat er gaande was tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar de waarheid was hard.
9. Kun je uitleggen in hoeverre het motto bij het verhaal past?
Het boek heeft geen motto. Wel een opdracht: ‘voor pa en ma.’
10. Kun je iets vertellen over het genre? (Autobiografie, misdaadroman, historische roman, novelle, psychologische roman)
Dit is een naoorlogse roman over de Tweede Wereldoorlog. Het verhaal speelt zich namelijk af in de Tweede Wereldoorlog.
11. Heeft het verhaal een motto? Citeer het motto en verklaar waarom de auteur voor dit motto gekozen heeft.

N.v.t.
12. Welke personages spreken je aan?
Waldo en Vera spreken mij aan.
13. Is er sprake van karakterontwikkeling? Hebben bepaalde emoties je aan het denken gezet?
Ja, Waldo wordt volwassen door alle gebeurtenissen. Het beklemde, gevangen gevoel lijkt mij heel erg.
14. Wie is aan het woord? Hoe zie je dat terug in de tekst? Wat vind je van het gekozen perspectief en waarom? Is er een perspectief dat jij beter had gevonden?
Er is spreken van een ik-perspectief, aangezien je alles beleefd door de ogen van Waldo.
15. Let op het tijdsverloop. Vertelt de schrijver het verhaal in de juiste tijdvolgorde (chronologische tijdvolgorde)? Komen er tijdsprongen in voor?
Alles wordt chronologisch verteld. Er komen alleen in het begin veel tijdsprongen voor.
16. Het verhaal kan ook niet-chronologisch verteld worden? Zijn er flashbacks of flashforwards?
Er is sprake van een flashforward, als ze en dag of paar uur verder gaan.
17. Wanneer spelen de gebeurtenissen zich af en wat is de totale tijd waarover in een verhaal verteld wordt, inclusief de tijdsprongen?

Het verhaal wordt in ongeveer een week verteld. 139 pagina’s lang.
18. Is er sprake van tijdrekking (vertraging) als op een bepaalde plaats in het verhaal de verteltijd relatief erg lang is. Is er sprake van tijdverdichting (versnelling) als op een bepaalde plaats in het verhaal de verteltijd relatief erg kort is.
De momenten waarop de gevoelens van Waldo worden beschreven duren langer dan bijvoorbeeld het naar huis gaan.
19. Hoe begint het verhaal (ab ovo, in medias res, post rem) en hoe eindigt het (gesloten of open einde, eventueel cyclische structuur als begin en einde verhaal opvallende overeenkomsten vertonen)?
Het verhaal begint ineens. Waldo wordt niet eerst voorgesteld. Maar het verhaal begint gelijk met een dialoog. Het is wel een gesloten einde, omdat Vera overlijdt en alle vragen opgelost of beantwoord zijn.
20. Hoe wordt de spanning opgebouwd? Is er een plot? Is het verhaal fragmentarisch of aaneengesloten verteld? Is er sprake van verschillende verhaallijnen?
Het verhaal wordt aaneengesloten verteld. Er is dus geen sprake van verschillende verhaallijnen.
21. Geef de opbouw van de spanning in het boek in een grafiek weer. Motiveer waar de hoogte- en dieptepunten in de spanning liggen.
Naarmate je verder leest, wordt het spannender. Vooral op het einde.

D De auteur
1. Is er verband tussen het persoonlijk leven van de schrijver en de thematiek van het werk?
Ward Ruyslinck heeft zelf geleefd in de Tweede Wereldoorlog, dus weet wel waar hij over schrijft.
2. Is deze tekst kenmerkend voor deze schrijver?
Redelijk, hij schrijft namelijk veel over de maatschappelijke misstanden.

3. Spelen historische feiten en/of maatschappelijke achtergronden een rol?
Ja, de Tweede Wereldoorlog speelt een super grote rol in dit verhaal.
4. Kun je iets vertellen over het wereldbeeld van de schrijver (n.a.v. secundaire literatuur)
Verschillende werken van hem zijn vertaald naar het Duits en Engels. In Nederland is hij een hele bekende schrijver.

E Eindoordeel
1. Gebeurtenissen: zijn de gebeurtenissen en de opvolging van de gebeurtenissen in het verhaal geloofwaardig? Leg uit. Gebruik voorbeelden.
Waldo onderneemt een reis en op zijn reis maakt hij allerlei dingen mee. De gebeurtenissen komen dus logisch uit elkaar voort. Ze worden ook in chronologische volgorde beschreven. De meeste gebeurtenissen zijn droevig en ontroerend, maar er zijn ook veel spannende gebeurtenissen. De gebeurtenis die de meeste indruk op mij heeft gemaakt is dat Waldo afscheid neemt van Vera, die net is overleden: Ik zag het koude marmeren gezicht van een dode, van een vreemde, een meisje dat op Vera geleek. Ik weet hoe het is om afscheid te moeten nemen van iemand.
2. Personages: wat vond je van de personages uit het verhaal? Kwamen ze geloofwaardig op je over? Herkende je gedrag of gedachten van de personages?
De hoofdpersoon is Waldo. Je leest alles vanuit zijn oogpunt. Ik kan me niet echt goed inleven met de hoofdpersoon, omdat ik nog nooit een oorlog heb meegemaakt, maar ik zag alles wel voor mij gebeuren. Waldo is wel een dappere jongen, omdat hij het niet laat merken als hij erg moe of bang is. Het meeste kom je in het boek te weten over Waldo omdat je meemaakt wat hij allemaal denkt, voelt en ziet. Waldo is erg zelfstandig en gedraagt zich volwassen. Waldo is voor mij echt gaan leven omdat je al zijn gedachtes en gevoelens leest. Vera leer je alleen kennen vanuit wat Waldo over haar verteld.
3. Opbouw: wat vond je van de opbouw van het verhaal? Kun je je vinden in het einde dat de auteur gekozen heeft? Waarom (niet)? Vond je het verhaal spannend? Had je liever bepaalde stukken overgeslagen?

Het verhaal hangt heel goed met elkaar samen. Dat komt doordat er geen sprongen in de tijd zijn. Het boek is af en toe spannend. De opbouw van het verhaal is een reis van een paar dagen. Die opbouw past goed bij het onderwerp. Daardoor is het verhaal nog leuker om te lezen. De opbouw is ook helemaal niet ingewikkeld. Er zitten namelijk bijna geen terugblikken of herinneringen in het verhaal.
Het verhaal blijft boeiend omdat er steeds weer wat gebeurt en omdat veel gebeurtenissen wel iets met andere gebeurtenissen van vroeger te maken hebben zodat je aandachtig moet lezen. Het eind vond ik best wel erg omdat Vera overlijdt en je nu niet weet wat er verder met Waldo gebeurt en als ik een boek lees zou ik dat graag willen weten.
4. Taalgebruik: was het een lastig boek om te lezen? Wat vond je een mooie passage? Waren er veel dialogen?
Het boek was niet moeilijk om te lezen, alleen moest je wel even wennen aan de Vlaamse taal. Er kwamen redelijk veel dialogen in voor.
5. Heeft het boek je ergens over aan het denken gezet over een bepaald probleem/onderwerp? Waarom?
Ja, het heeft me aan het denken gezet over de Tweede Wereldoorlog. Het moet vreselijk zijn geweest om zo te moeten leven volgens Hitler.
6. Aan wie zou je het boek aanraden en waarom?
Aan mensen die geïnteresseerd zijn in de Tweede Oorlog en die een gevoelig boek willen lezen.

G Leeskringdiscussie
In vwo 6 ga je in een groep van maximaal 6 personen discussiëren over een literair werk. Uitgangspunt voor de discussie zijn stellingen die elke deelnemer moet formuleren. Als voorbereiding op deze leeskringdiscussie formuleer je bij elk boek dat je leest voor je leesdossier drie stellingen (zie bijlage 6: ‘De leeskringdiscussie’ voor
voorbeelden van goede stellingen).

- In de Tweede Wereldoorlog had je je niet moeten verzetten tegen de Duitsers
-

H Secundaire literatuur, bijlagen en bronvermelding
Onderdeel H van je leesverslag bestaat uit twee onderdelen:

Secundaire literatuur: Om je boek beter te begrijpen en ook andere visies op de interpretatie van het boek te krijgen, is het goed om je te verdiepen in secundaire literatuur: literatuur over het boek dat je gelezen hebt, zoals recensies, artikelen uit literaire handboeken en lexicons, etc. Zoek tenminste drie onderdelen secundaire
literatuur (met een minimum van acht pagina’s) (zie ook bijlage 6: ‘De
leeskringdiscussie’ voor voorbeelden van bronnen voor secundaire literatuur) en vermeld op een correctie manier de bron (zie ook bijlage 9: Een bronvermelding maken).

Bijlagen en bronvermelding: De laatste pagina‘s van het leesverslag bestaan uit de bijlagen (bij sommige opdrachten moeten je extra materiaal toevoegen) en een overzicht van de gebruikte bronnen. Geef een korte inhoudsopgave van je bijlagen en controleer of je alle benodigde documenten inderdaad hebt opgenomen.
Verder is het belangrijk dat je bronvermelding volgens de regels is samengesteld en dat je alle bronnen die je geraadpleegd hebt – voor het standaardverslag en voor de verwerkingsopdrachten – vermeldt. Het is niet verkeerd om bronnen te gebruiken, maar je moet ze wel vermelden, anders maak je je schuldig aan plagiaat (diefstal). Zie
hiervoor bijlage 9: ‘Een bronvermelding maken’.


Ten slotte
Controleer of je leesverslag compleet is. Denk aan de bijlagen, bijvoorbeeld bij onderdeel B. Zorg dat alles er verzorgd uitziet. Let goed op spelling, formulering en interpunctie. Neem je leesverslag op bij je andere leesverslagen in je leesdossier. Zorg dat je nieuwste leesverslag bovenop de eerdere verslagen komt. Vul je leeslijst in. Lever je leesdossier op tijd in; eerder mag natuurlijk altijd.

1ste Recensie:
Ward Ruyslinck is een naam, die Bordewijk had kunnen bedenken voor een deftig Haags verhaal, maar hij is door een andere schrijver bedacht en als pseudoniem gekozen. Ward Ruyslinck heet eigenlijk De Belser. Hij is nog jong, woont in Morsel-Anwerpen en staat genoteerd als een nieuwe belofte voor het Vlaamse proza.
Niet ten onrechte, getuige zijn debuut in 1957 "De ontaarde slapers" (Uitg. A. Manteau N.V. Brussel). De ontaarde slapers zijn twee echtelieden, die wachten op het niets, hetgeen bepaald nog minder is dan de Godot van Samuel Beckett, en die hun wachttijd niet willen verdoen met werken. Maar via deze slapers en speciaal via de bespiegelingen van het werkloos manspersoon Silvester laat Ward Ruyslinck wel zien hoe betrekkelijk, hoe dom, hoe nutteloos de menselijke activiteit is, die wel weer naar een oorlog zal voeren. Het is een wijs boekje onder een masker van onwijsheid; grimmig, weerbarstig, macaber, sfeervol.
Totaal anders is het pas bij dezelfde uitgeefster verschenen "Wierook en tranen". De ik-figuur, die het verhaal vertelt, is een negenjarig ventje, dat met vader en moeder vlucht voor het naderende Duitse leger. Men herinnert zich de vluchtende colonnes uit de meidagen van 1940 uit krantenverslagen, verhalen, films, voornamelijk als een massabeweging en niet als een massale verplaatsing van individuen, die uit waren op het redden van het eigen hachje of de hachjes van een klein gezinsgroepje.
Ward Ruyslinck concentreert zich op het kleine gezin van het jongetje Waldo en zijn ouders en geeft zijn relaas op een sobere, naturalistische wijze. Hij laat zijn drietal voorbijschuiven aan de grote en hevige gebeurtenissen, als hebben zij er nauwelijks deel aan.
Zij kunnen ze niet bevatten en houden zich bezig met de kleine dingen, die zij wel bevatten kunnen, tot de lugubere frappe van het noodlot er zo maar een eind aan maakt: de ouders door een bom uitgewist, het ventje Waldo aan zich zelf overgelaten midden in een onverschillig voortvliedende vluchtelingenstroom.
Het verhaal schijnt te zullen uitlopen op een spookachtig schimmenspel geënt op de gruwzame werkelijkheid, maar krijgt dan een vertederend accent door de verschijning van het buurmeisje Vera, dat ook alleen is overgebleven. Zij is veertien jaar en zo kordaat, dat zij het lot van de twee kinderen op hun zwerftocht door het geteisterde Vlaanderen geheel in handen schijnt te kunnen nemen. De gruwelijke ingreep van een groepje Duitse schenders maakt daar een eind aan.
Ward Ruyslinck heeft het zich in "Wierook en tranen" te moeilijk gemaakt.

Door zijn verhaal te laten vertellen door een manneke van negen jaar, heeft hij als schrijver geen uitwijkmogelijkheid meer voor eigen inzichten, gezichtspunten, bespiegelingen en aangezien hij het niet geheel zonder kan stellen gaat het kereltje Waldo op den duur een ouwelijke indruk maken en wordt een onwerkelijk brokje mens in het werkelijke gebeuren.
De schrijver is met een grote zuiverheid te werk gegaan, behoedzaam omspringend met de dramatische springstof, rustig de pen voerend zonder de riskante beelden uit "De ontaarde slapers" en men heeft bewondering voor het eerlijk bedoelde, wat hygiënisch uitgevallen resultaat.
Men kan echter niet zeggen, dat de wereld van die verschrikkelijke meidagen van 1940 zijn weerspiegeld in de ogen van het negenjarige kereltje en men wordt wel eens geboeid, maar nooit ontroerd door de reacties, de gesprekken, de kinderlijke intimiteiten van twee kinderen in een wereld, waar mensenkinderen hun gevaarlijke speelgoed niet langer de baas zijn.
Het zijn ernstige, te zwaarwegende bezwaren tegen Wierook en tranen wat niet wegneemt, dat men met belangstelling de toekomst van de jonge auteur Ward Ruyslinck tegemoet ziet.
Jan Spierdijk, Ward Ruyslinck, Ontaarde slapers en wierook en tranen, De Telegraaf, 09-04-1959.
De schrijver van dit stuk vind het jammer dat Ward Ruyslinck voor een negen jarig jongetje heeft gekozen als hoofdpersoon. Omdat hij er daardoor geen eigen draai meer aan kon geven. Ik ben het daar niet mee eens. Ik vind het verhaal doordat het nog maar een klein jongetje is het een veel aangrijpender verhaal.

2de Recensie:
Hilversum - De gruwelijke eerste dagen van een oorlog, gezien door de ogen van een 9-jarig jongetje vormen de inhoud van de speelfilm voor televisie "Wierook en tranen". De NCRV zendt deze samen met de BRT vervaardigde bewerking van de gelijknamige novelle van de Vlaamse schrijver Ward Ruyslinck uit op zondag 1 mei (ned. 1. 20.30 uur).
Hoewel het over oorlog gaat, over de lotgevallen van twee kinderen te midden van de menigte die voor de Duitse legers naar de Franse grens en de Noordzeekust uitvluchten, speelt het gebruikelijke oorlogsgeweld maar een ondergeschikte rol. Het gaat om een ramp die zich in een kinderleven voltrekt en dat is ingehouden en fraai, zij het nu en dan wat traag verfilmd.
De 9-jarige Waldo, gespeeld door de 10-jarige Daan Brouwers, trekt met zijn ouders naar Frankrijk. Na een overnachting in een klein dorpje, bij een vrouw die hij als heks beschouwt, komen zijn ouders om bij een bombardement. Waldo vervolgt zijn reis in een legerkolonne, en stuit op zijn vroegere buurmeisje Vera (gespeeld door Katlijn Verbeke). Samen trekken ze verder, tot Vera sterft na door Duitse soldaten verkracht te zijn. Waldo heeft dan in een paar dagen zijn ouders, zijn buurmeisje en zijn geloof in een barmhartig God, gesymboliseerd door zijn liefde voor wierook, verloren.

"Hoe vaker ik het zie, hoe beter ik het vind",
reageert Ward Ruyslinck, die in de gelijknamige novelle een groot deel van zijn eigen jeugdherinneringen verwerkt. Na het lezen van het scenario, geschreven door Rients Slippens, was zijn voornaamste vrees dat regisseur Ruud Kirsch er niet in zou slagen melodramatische scènes te vermijden. Op dat gebied werd hij echter gerustgesteld [en] op enkele zwakke details na zei hij bijzonder tevreden te zijn met de uitkomst.
"Als ik heel eerlijk ben, moet ik zeggen dat je de film zou kunnen vergelijken met een poging "Een brug te ver" te maken op super-8,", bekende Ruud Keers. Een vergelijking waarmee hij doelt op de mogelijkheden die de televisie geboden zijn een in alle opzichten getrouw [en] volmaakt beeld op te roepen. Niettemin doen de onvolkomenheden die in de film voorkomen weinig afbreuk aan een beeld dat werd opgeroepen.
"Wierook en tranen" maakt deel uit van een serie van drie bewerkingen van Nederlandstalige schrijvers, waarvan "Klaaglied om Agnes" van Marnix Gijsen als is uitgezonden. Op het programma staat nu nog "De herberg met het hoefijzer" van A. den Doolaard. De keuze van "Wierook en tranen" zei hoofd afdeling drama van de NCRV, Wim Hazeu, is naast het thema ingegeven door de filmische wijze van schrijven van Ruyslinck. Bovendien hoopt Hazeu met deze uitzending een publiek te bereiken dat weinig televisie kijkt: de groep van 15 tot 25 jaar. "Wierook en tranen" staat, aldus Hazeu, bijna op elke boekenlijst van middelbare scholieren en er worden jaarlijks nog altijd een 20,000 exemplaren van verkocht. Het katholicisme dat er een grote rol in speelt, was geen struikelblok.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Wierook en tranen door Ward Ruyslinck"