Van de koele meren des doods door Frederik van Eeden

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
Boekcover Van de koele meren des doods
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 3509 woorden
  • 24 oktober 2009
  • 22 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
22 keer beoordeeld

Boekcover Van de koele meren des doods
Shadow

Frederik van Eedens roman 'Van de koele meren des doods' is een klassieker uit de Nederlandse letterkunde. Toen het pas verschenen was echter, werd de schrijver van alle kanten fel bekritiseerd. De algemene toon was dat de medicus, Van Eeden was behalve schrijver ook psychiater, meer aan het woord was dan de dichter. Van Eeden heeft geprobeerd zich te verdedig…

Frederik van Eedens roman 'Van de koele meren des doods' is een klassieker uit de Nederlandse letterkunde. Toen het pas verschenen was echter, werd de schrijver van alle ka…

Frederik van Eedens roman 'Van de koele meren des doods' is een klassieker uit de Nederlandse letterkunde. Toen het pas verschenen was echter, werd de schrijver van alle kanten fel bekritiseerd. De algemene toon was dat de medicus, Van Eeden was behalve schrijver ook psychiater, meer aan het woord was dan de dichter. Van Eeden heeft geprobeerd zich te verdedigen tegen die kritiek in een voorwoord bij de tweede druk. Hierin protesteert hij er tegen, dat men zijn werk beschouwd had 'als de zielkundige studie van een min of meer pathologisch geval Dit is de banale opvatting van oppervlakkig-denkende en gevoelende lezers... Dit werk nu is geheel door kunstenaars-motieven ontstaan, en wetenschappelijke motieven zijn er ten enenmale vreemd aan gebleven. Hoezeer de schrijver ook moge tekort gekomen zijn in de uitvoering, de bedoeling was geen andere dan de weergave, het weder doen ondervinden, door anderen, van de zelf ondergane schoonheids-emotie.'

Men bleef echter nog jarenlang afwijzend staan tegenover het boek. Wat er duidelijk aan de hand was echter, was dat Van Eeden zijn tijd ver vooruit was. Voor de hedendaagse lezer, die over het algemeen vertrouwd is met de psychologische en naturalistische roman, hoeft er geen twijfel over de motieven van Van Eeden te bestaan en is het voorwoord met de verdediging dan eigenlijk ook overbodig geworden.

Van de koele meren des doods door Frederik van Eeden
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1. Samenvatting
Dit boek gaat over Hedwig Marga de Fontayne, een zeer gevoelige en intelligente vrouw, die haar emoties niet kan of wil koppelen aan de realiteit. Ook al is zij jong, ze weet het hart van vele mensen te veroveren met haar schoonheid en haar vrome, bescheiden en spontane karakter. Zij is vaak depressief en voelt zich (terecht) onbegrepen door haar omgeving. Ze ontmoet Johan, een jongen die kunstenaar wil worden en hij wordt verliefd op haar. Hedwig lijkt dit niet helemaal te begrijpen en kan hem ook niet duidelijk maken dat de liefde niet wederzijds is: ze vindt het fijn om aardig gevonden te worden en wil graag bevriend zijn met Johan. Johan krijgt hierdoor het idee dat Hedwig wel anders in hem geïnteresseerd is en als hij er na een aantal jaren achterkomt dat dit niet zo is, doordat zij trouwt met Gerard, stuurt hij haar boze brieven en hangt tekeningen op in winkels van Hedwig als kwaadaardige sfinx. Via Johan heeft Hedwig de zieke Joob ontmoet, die haar zijn visie op het leven vertelt en en vaak met haar spot om haar pijntjes: volgens hem heeft zij het echte leven nog niet ontdekt.

Vanaf het eerste moment dat Gerard en zij elkaar hadden gezien, hadden zij geweten dat zij bij elkaar hoorden, maar ook deze liefde bleek van misverstanden aan elkaar te hangen. Zij houden veel van elkaar als vrienden, maar Hedwig wil graag kinderen, terwijl Gerard hun relatie puur platonisch wil houden. Dit had psychologische redenen die hij niet verduidelijkt, omdat hij denkt dat Hedwig hem begrijpt. Dan komt Hedwig een oude vriend van haar broer tegen, de ondertussen gevierde pianist Ritsert. Zij voelt zich sterk tot hem aangetrokken. Ze vertelt Gerard opgewonden over haar vriend. Haar man ziet dat zij na lange tijd weer opgeleefd is en keurt hun vriendschap goed, omdat hij niet weet dat de twee een seksuele relatie opbouwen. Als hij hier toch achterkomt wil hij Ritsert vermoorden, waarop Hedwig een zelfmoordpoging doet. Ritsert redt haar leven. Gerard geeft te kennen dat hij Hedwig nooit meer wil zien en zij vertrekt met Ritsert naar Engeland.


Als zij daar een tijdje wonen blijkt Hedwig in verwachting te zijn. Ze is hier heel verheugd over, maar kort nadat het kind geboren is sterft het. Hedwig raakt in een psychose. Ze stopt het kind als een pop in een tas en verdwijnt. Ze wil naar Holland, omdat ze het kind aan de vader wil laten zien; ze verwart Ritsert met Gerard. Uiteindelijk belandt ze in Parijs, waar ze eerst bijna beroofd wordt van haar tas en vervolgens omdat ze geen geld meer heeft gaat werken als prostituee. Ze raakt verslaafd aan valium en belandt uiteindelijk in een verzorgingshuis, waar ze het goede pad op wordt geholpen door zuster Paula. Zij doet haar de waarde van het leven inzien en overtuigt haar ervan dat God nog van haar houdt.

Hedwig gaat terug naar Nederland, waar Joob haar bewondert om haar verandering en zij gaat werken als hulp bij boer Harmsen, een vroegere pachter van het land van haar ouders.
Op drieëndertigjarige leeftijd sterft zij aan longontsteking.

2. Titelverklaring
De titel wijst naar het verlangen van Hedwig naar de dood. Ze zoekt haar hele leven naar rust en stilte, denkend dat het volmaakte dat haar zal geven. Maar dat lukt haar niet, want niemand is volmaakt. Iets moois wordt steeds weer aangetast door twijfel en naargeestigheid. Daardoor heeft ze een groot verlangen naar de dood. Ze denkt dat de dood haar zal voeren langs stille wateren, langs grote, koele meren, die haar zullen troosten, zoals een moeder troost. Maar uiteindelijk vindt ze haar koele meren niet in de dood maar in het leven. Ze vindt het niet in het volmaakte maar in het onvolmaakte. Ze heeft geleerd dat het streven naar perfectie eigenlijk heel hoogmoedig is, niemand is perfect, behalve God. Ze leeft voor de volmaaktheid van God en voor de onvolmaaktheid van zichzelf. Ze heeft haar koele meren gevonden.

3. Motto
Het Motto
'De Geschiedenis van een vrouw. Hoe zij zocht de koele meren des Doods, waar verlossing is en hoe zij die vond.'
Dit sluit aan bij de titel: zij zoekt rust, haar hele leven en aan het eind heeft ze dat gevonden.

4. Motieven
Psyche:
Hedwig is een zeer gecompliceerd persoontje. Haar leven is zeer onrustig, ze streeft naar rust en stilte, naar volmaaktheid. Het is voor haar alles of niets. Ze wordt daardoor vaak teleurgesteld, want pure volmaaktheid vindt ze niet. Ze kan zich erg gelukkig voelen door iets wat ze ziet of meemaakt, iets dat volmaakt lijkt. Maar zoiets kan heel snel veranderen in iets lelijks, iets slechts en dan kan ze niet begrijpen dat ze het ooit mooi heeft kunnen vinden. Haar gedachten over een bepaalde gebeurtenis of persoon kunnen zeer snel veranderen en daardoor verandert ook steeds haar gemoedstoestand. Het ene moment is ze levendig en vrolijk, en het andere moment neerslachtig en wordt ze geplaagd door naargeestige gedachten, gevoelens en twijfels.

Dood:
Wanneer ze nog maar een jong meisje is, overlijdt haar moeder aan tyfus. Haar moeder was altijd een harmonieuze middelpunt van de familie, en zorgde voor rust en veiligheid. Ook in haar verdere leven krijgt ze te maken met de dood. Het zusje van Johan overlijdt aan een ziekte. Ze maakt dat moment van dichtbij mee, en ze is er erg mee bezig. Johan pleegt zelfmoord wanneer ze getrouwd is met Gerard. Haar vader overlijdt als een oude man, en als alcoholist. Zelf doet ze twee keer poging tot zelfmoord maar ze overlijdt wanneer ze 31 jaar is, door een longontsteking.


Seksualiteit:
Als jong meisje komt ze voor het eerst in contact met seksualiteit. Ze heeft een grote aantrekkingskracht op jongens, en dat heeft ze heel goed in de gaten. Ze kust en omhelst een enkele keer haar vriendje Johan, maar ze verlangt niet naar hem op die manier. Ze beschouwt seksualiteit op dezelfde manier als Gerard, als iets zinnelijks en onrein. Er is tussen hen alleen geestelijke liefde, lichamelijk liefde zou hun reine liefde aantasten. Maar het verlangen is er wel bij Hedwig, en Ritsaart weet dat verlangen te bevredigen. Met hem bedrijft ze voor het eerst de liefde. Ook speelt seksualiteit een grote rol in haar leven wanneer ze in Parijs zit. Ze leeft als een prostituee om rond te komen.

Sociale verschillen:
Ze komt uit een welvarende familie. Het huis is groot en ze hebben genoeg om goed van te leven. Ze hebben ook een zomerhuis in Merwestee, waar ze elke zomer heen gaan. Maar echt voornaam, en van hoge klasse zijn ze niet. Ze verschilt wel veel met Johan, een arme wees van lagere stand. Ondanks dat is er wel een grote verbondenheid, op geestelijk vlak. Maar wanneer ze zich verkeert onder de rijke en voorname mensen, voelt ze zich gelukkig. Maar dat is niet voor lang, want twijfels en naargeestige gevoelens tasten het gelukgevoel aan. Want hoe rijk ze ook zijn, perfect zijn ze niet. Ze leert dat geluk niets te maken heeft met sociale stand, maar dat zelfs het armoedigste slaafje intenser kan leven dan iemand die leeft als een koning.

Religie:
God speelt een belangrijke rol in het leven van Hedwig. Ze probeert vroom te zijn, en geen slechte dingen te doen. Ze denkt dat God wil dat ze zo weinig mogelijk toegeeft aan haar verlangens. Ze leert van Paula dat dat niet hoeft, maar dat ze haar eigen onvolmaaktheid moet accepteren. En daarbij zitten ook haar verlangens en gebreken. God alleen is volmaakt, en daar moet ze voor leven. Toen ze dat nog niet wist, was God iets vaags voor haar. Ze wist niet goed wie hij was en waar ze hem kon vinden. Johan geloofde niet in God, en ook dat bracht haar wel eens aan het twijfelen.

Onbeantwoorde liefde:
Ze is veel liefgehad en begeerd. Als eerste door de jongens en mannen op de feesten, en ze was goed in het verleiden. Ze vond het een vleiend om geliefd te worden, maar ze had verder geen gevoelens voor ze. Ook Johan is stapelgek op haar, maar zij ziet hem alleen als haar zielsvriendje. Voor Gerard voelt ze veel liefde, maar omdat hij haar verlangen naar seksualiteit en naar moederschap niet kan stillen, raakt hij haar kwijt. Ook de dokter die haar heeft behandeld, heeft diepere gevoelens voor haar en hoopt tevergeefs dat ze die beantwoordt.

5. Vertelsituatie
Er is gebruikt gemaakt van het auctoriale perspectief. Je krijgt inzicht in de gedachten en gevoelens van verschillende personen. Vooral Hedwig haar gedachten worden uitvoerig beschreven, maar ook die van de andere personen die belangrijk waren in het leven van Hedwig, zoals Johan. De auctoriale verteller verwijst in het begin van het verhaal naar zichzelf met ‘’ik’’ (‘Haar naam heet ik Hedwig Marga de Fontayne’). Waarschijnlijk is zijzelf de alwetende verteller, die achteraf haar leven vertelt. Dat komt niet helemaal duidelijk naar voren, omdat dat niet echt mogelijk is. (ze is dood) Deze alwetende verteller vertelt het verhaal met voorkennis: hij weet wat er zal gebeuren, en legt ook de reden uit van het bepaalde gedrag van sommige personen. Doordat Hedwig haar gevoelens en gedachten veel in het boek voorkomen, lijkt het alsof de auctoriale verteller op een afstand blijft. De lezer kan hierdoor het idee krijgen dat deze gedachten ook werkelijk van Hedwig zijn. Ook geeft hij regelmatig commentaar op de gebeurtenissen.

Een heel andere toon, en een onderbreking in het verhaal dat de auctoriale verteller verteld, vinden we in de dagboeknotities en briefjes van Hedwig.

Invarend onder het geboomte, in de koel-donkere loof-schaduw-grot waar het boothuis stond, lichtte het door Johans ziel dat hij iets groots, iets heel zaligs verwachtte dat nog gebeuren moest. Het werd hem duidelijk dat hij met dit alles iets beoogd had, en ook dat hij geslaagd was, en nu recht had op zijn loon. (…) Toen was Hedwig niet verrast, noch enigszins verlegen. Maar zij overdacht snel en kalm , met een helder zelf-waarnemen: ´Dit is het heerlijke, waarvan je leest, nu gaat het heerlijkste gebeuren.’ En zij vond het bijkans vreemd, dat alles zo licht, zonder veel pijn en moeite zou zijn.

6. Tijd
Tijd in de geschiedenis:
Het verhaal gaat over het leven van Hedwig Marga de Fontayne. Ze wordt op 18 maart 1856 geboren en sterft in November 1888. In deze tijd speelt het verhaal zich af, al begint het niet met de geboorte van Hedwig maar wanneer ze ongeveer 8 jaar is, een kind.
Je kunt het merken dat het in die tijd afspeelt aan de kleding die de mensen dragen, aan de koetsen en rijtuigen waarmee zij zich vervoeren, en aan de normen en waarden van de personen.
Tijdsduur:
Het leven van Hedwig wordt beschreven. Het begint wanneer ze ongeveer 10 jaar oud is, en eindigt wanneer ze sterft op 32 jarige leeftijd. De beschreven tijd is dus ongeveer 22 jaar. Al worden sommige jaren vluchtiger beschreven dan andere. De vertelde tijd is 32 jaar, maar het boek gaat vooral over 1869 tot en met 1881.
De verteller hanteert veel tijdssprongen ("de volgende zomer", "na enkele weken"). Ook zijn er vele flashbacks, die verwijzen naar traumatische ervaringen in Hedwigs jeugd.
Het boek is geschreven in de onvoltooid verleden tijd

Leestijd:
Het verhaal is beschreven op 292 bladzijden.

7. Ruimte
De plaatsen waar het verhaal zich afspeelt zijn een Hollandse provinciestad, buitenhuis 'Merwestee' en 'Zonneheuvel', Duitsland, Engeland en Parijs.
Hedwig ervaart het huis in de Hollandse provinciestad als saai, en ze spendeert haar tijd liever in het zomerhuis van de familie, 'Merwestee'. Doorheen het hele boek vinden we dergelijke tegenstellingen tussen een stads en een natuurlijk decor. Steeds voelt Hedwig zich in een stadse omgeving onvrij en oncomfortabel, terwijl de natuur haar juist een bevrijd en ontspannen gevoel bezorgt. Wel moet opgemerkt worden dat, telkens wanneer ze in een natuurlijke omgeving verblijft, haar emoties verhevigd worden. Op Merwestee groeit haar verlangen naar iets onnoembaar groots. Haar amoureuze leven begint zich hier te ontwikkelen.
Een zelfde tweedeling zien we ook in de relatie met Ritsaart: de deftige, bekrompen wereld van de Londense high society tegenover de rustige gevoelens die Hedwig ontmoet in het eenzame hutje aan de zee. Ook hier zijn haar emoties heviger: haar gevoelens voor Ritsaart gaan geestelijk dieper, en na haar miskraam valt ze aan een hevige wanhoop ten prooi.
Nog een ander voorbeeld van deze tegenstelling is het miserabele leven van Hedwig in de Parijse onderwereld en de rust en kalmte van het hospitaal, en later van Harmsens hoeve.

8. Verhaalfiguren
Hedwig:
Zij is de hoofdpersoon van het verhaal. Ze is een round character omdat je veel karaktereigenschappen over haar weet. Ze is namelijk een zeer gevoelig en gecompliceerd persoon. Ze is naïef kinderlijk, egocentrisch, zinnelijk en religieus. Haar centrale eigenschap is het streven naar rust en volmaaktheid. Alles of niets is haar motto. Wisselvallig is ze zeker, op het ene moment kan ze zo blij zijn om iets wat is gebeurd en op het andere moment is ze zwaar depressief en snapt ze de zin van het leven niet meer. Omdat ze veel droomt over een gelukkig leven en hoge verwachtingen daarvan heeft, wil ze die graag nastreven. Maar dat lukt niet, en daardoor wordt ze telkens teleurgesteld.
De dood ziet zij als iets volmaakts, het is rust. De rust die ze nu niet in haar leven kan vinden. Ze hecht weinig waarde aan haar leven, en staat ook 3x op het punt om zelfmoord te plegen.

Haar karakter en geestelijke toestand verandert door de steun van zuster Paula. Ze verandert haar kijk op het leven voorgoed. Ze leert haar dat de koele meren ook in het leven zijn te bereiken. Ze vindt haar rust niet in de volmaaktheid maar in de onvolmaaktheid, in de acceptatie daarvan. Haar hele leven staat in het teken van voornaamheid, reinheid en rijkdom, en daarmee de hoop op volmaaktheid, op rust. “Maar hoe rijk en voornaam iemand ook is, perfect is het nooit. Ze leert dat het streven naar perfectie eigenlijk heel hoogmoedig is, want niemand is perfect, behalve God. Ze moet op God vertrouwen en geduld hebben. Door te lijden kan ze een weg uit haar zonden vinden en daardoor leert ze intenser te leven. Ze leeft voor de volmaaktheid van God maar voor de onvolmaaktheid van zichzelf. Ze heeft haar koele meren gevonden, niet in de dood maar in het leven.” Zegt de schrijver van het boek hierover. Ze is een mooi meisje, dat over een groot sex-appeal beschikt. Ze trekt daardoor veel jongens, en later mannen aan. Ook vindt ze het moeilijk om de verleiding van het verleiden te weerstaan.
Hedwigs moeder:
Hedwigs moeder is een verstandige vrouw die veel van Hedwig en haar andere kinderen houdt, maar die plotseling sterft als Hedwig dertien jaar oud is. Hedwig herinnerde haar als een zeer liefdevol, zuiver en rein persoon. Ze was wat loom en dromerig, maar fijn en feeën-achtig. In de ogen van haar man was zij volkomen goed en schoon. Zij zorgt voor rust en harmonie in het huis, dat alles verloopt zoals het zou moeten gaan. Wanneer zij overlijdt aan tyfus, gaat het snel minder met de vader van Hedwig.
Hedwigs vader:
Hedwig ziet haar vader als een zeer goed man, met een sterk besef van plicht en recht. Het geloof was erg belangrijk voor hem, en zonder zijn vrouw voelde hij zich radeloos en neerslachtig. Wanneer zijn vrouw overlijdt, raakt hij aan de drank en kan niet meer voor zijn kinderen zorgen. Hij overlijdt wanneer Hedwig volwassen is.
Johan:
Hij is een flat character. Je weet van hem alleen dat hij een wees is. Hij praat veel met Hedwig in haar jeugd. Ze lijken elkaar volledig te begrijpen. Johan is erg gevoelig. En raakt verliefd op Hedwig. Hedwig heeft dit niet door, want zij ziet Johan alleen maar als een gewone vriend (maar ze verleid hem onbewust wel). Wanneer hij Hedwig ziet met haar man, Gerard, pleegt Johan zelfmoord en geeft Hedwig de schuld.
Gerard:
Hij is ook een flat character. Hij is de echtgenoot van Hedwig. Hij vermijdt al het zinnelijke. Hij ziet Hedwig als iets wat boven hem staat, als een soort engel. Hij houdt enorm veel van haar. Ze hebben een huwelijk dat gebaseerd is op de geestelijke liefde. Gerard kan door zijn jeugd geen lichamelijk contact verdragen. Hierdoor raakt hij Hedwig kwijt aan een man die wel fysiek contact wil met Hedwig.
Ritsaart:
Een flat character. De geliefde van Hedwig. Hij is een beroemd pianospeler. Hij is het tegenovergestelde van Gerard, en dat vind Hedwig wel interessant. Ritsaart kan de lichamelijke liefde wel beantwoorden. Hij leeft een wild leven. Hedwig laat hem vrij, Ritsaart blijft voor altijd van haar houden.

Joob:
Joob is een vriend van Ritsaart. Zijn sociale idealen spreekt hij maar al te graag uit tegenover Hedwig. Bovendien vertelt hij aan Hedwig dat zij door schuld, straf en lijden een weg uit haar zonden kan vinden. Het geeft je een intenser leven (dat had hij achteraf beter niet kunnen zeggen)
Paula:
Zij is ook een flat character. Ze is de zuster die haar mentaal steunt en haar van haar verslaving afhelpt. Ze verandert de kijk op het leven van Hedwig, en dat zorgt ervoor dat het hele leven van Hedwig onomkeerbaar verandert. Wanneer Hedwig in het ziekenhuis ligt, is Paula een grote mentale steun voor haar. Ze leert haar Bijbelse spreuken en legt haar de zin van het bestaan uit. Ze leert haar dat ze niet meer hoeft te streven naar volmaaktheid maar dat ze moet leven voor de volmaaktheid van God. Zij vertelt Hedwig dat streven naar perfectie eigenlijk onmogelijk is, niemand is immers perfect, behalve God.

9. Taalgebruik
Het boek is in een moeilijk taalgebruik geschreven. Dit komt vooral door:
· Het is in Oud-Nederlands geschreven, het is daardoor vrij moeilijk.
· Er worden veel ‘deftige’ woorden gebruikt. Denk maar aan woorden zoals ‘bevesten’ en ‘denking’ of ‘daadvaardigheid’.
· De omgeving, gedachten en gevoelens werden veel beschreven
· Het boek is geschreven in een plechtige en archaïserende stijl. Dat is om de afstand van de verteller te behouden.
· Ook worden er veel woorden gebruikt met het achtervoegsel –lijk. Zoals bitterlijk, deemoediglijk en ernstiglijk.
· De normale zaken worden op een omslachtige manier beschreven. Bijvoorbeeld: ongesteldheid wordt beschreven als ‘de tijdmatige veranderingen haars lichaams.’

· Het boek wordt gekenmerkt door een sober, bijna klinisch, wetenschappelijke proza. Dit komt omdat Van Eeden arts was.
· Er worden veel germanismen gebruikt.
In het boek zijn weinig dialogen te vinden, echter wel in de belangrijke passages. Zoals de sleutelpassage waarin het gesprek tussen zuster Paula en Hedwig beschreven wordt.

10. Literaire stroming
Van de koele meren des doods is te beschouwen als een naturalistische roman. Dit kun je opmaken uit de volgende kenmerken:
· Hedwig, de hoofdpersoon, is overgevoelig.
· De burgerij is vrij kil en geeft weinig om haar. Nadat ze is teruggekeerd in Holland, laten ze haar links liggen en wordt er geen aandacht meer aan haar geschonken.
· Er wordt veel aandacht geschonken aan seksualiteit, in die zin dat zij als zinnelijk wordt beschreven en Gerard juist niet tot seks in staat is.
· Hedwig leeft met de noodlottige gedachte dat de dood spoedig voor haar zal komen. Ze weet dat ze eerder zal sterven dan de anderen.

11. Auteur
Frederik van Eeden is geboren in Haarlem op 3 april 1860 en hij is overleden in Bussum op 16 juni 1932. Hij was ook stichter van de idealistische cooperatie Walden. Hij bekeerde zich in 1922 tot het katholicisme. Hij schreef ook onder de pseudoniemen Cornelis Paradijs en Lieven Nijland.
Van Eeden was nauwelijks een Tachtiger, hoewel hij in de redactie van De Nieuwe Gids zat en daarin het boek dat hem beroemd maakte publiceerde, nl. De kleine Johannes, had hij heel andere opvattingen dan Kloos en Van Deyssel. Men zou kunnen zeggen dat Van Eeden wel gebruik maakte van de stijl en de begrippen van het impressionisme en naturalisme, maar gekant was tegen de onderliggende principes ervan. Van Eeden was ook meer een ethicus dan een estheticus.

Zijn bekendste boek, De kleine Johannes (1885), heeft bovendien met impressionisme en naturalisme weinig te maken en moet meer gerekend worden tot de neoromantiek. Het is een sprookje en tegelijk een allegorie.
Twintig jaar later schreef Van Eeden nog twee vervolgen: De kleine Johannes II en III (1905 en 1906).
Hij schreef ook nog Van de koele meren des doods, een psychologische roman met sterk naturalistische trekken over een aan drugs verslaafde vrouw. Van Eeden, die psychiater was, analyseert zeer indringend het lichamelijke en geestelijke aftakelingsproces, maar vaak heeft de psychiater de overhand op de schrijver: de roman verliest zich soms in te gedetailleerde beschrijvingen van psychische processen, wat een vlotte lezing niet bevordert.
Van Eeden heeft in zijn leven ook veel reizen gemaakt en had in het buitenland veel connecties met schrijvers en beroemde geleerden zoals Freud, en andere beroemde mensen.

De verschillende werken die Van Eeden heeft geschreven:
· De kleine Johannes (1887)
· De student thuis (1886)
· Studies (6 delen,verschenen 1890-1918)
· Ellen. Een lied van smart (1891)
· Johannes Viator (1892)
· De broeders. Tragedie van het recht (1894)
· Het lied van schijn en wezen (1895)
· Lioba, Drama van de trouw (1897)
· Van de koele meren des doods (1900)
· Van de passielooze lelie (1901)
· De nachtbruid (1909)
· Sirius en Siderius (3 delen, 1912, 1914, 1924)
· De heks van Haarlem (1915)
· Mijn dagboek (9 delen, 1931-1945)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Van de koele meren des doods door Frederik van Eeden"