Snikken en grimlachjes door Piet Paaltjens

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
Boekcover Snikken en grimlachjes
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 1574 woorden
  • 22 januari 2004
  • 19 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
19 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Piet Paaltjens
Genre
Poëzie
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1867
Pagina's
119
Geschikt voor
vwo
Punten
1 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Zelfmoord,
Dood,
Dood van een geliefde,
Vriendschap

Boekcover Snikken en grimlachjes
Shadow

Er is geen flaptekst.

Er is geen flaptekst.

Snikken en grimlachjes door Piet Paaltjens
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

Snikken en Grimlachjes, Piet Paaltjens (Francois Haverschmidt) Immortellen.

Voor dit leesdossier heb ik het boek snikken en grimlachjes van Piet Paaltjens gelezen. Piet paaltjens is echter geen bestaand persoon, maar in werkelijkheid is het Francois Haverschmidt, hij wilde iedereen laten denken dat het de gedichten van een oude schoolvriend waren. Hiervoor had hij zelfs het handschrift aangepast, maar men is er toch achter gekomen dat Piet Paaltjes gewoon een verzonnen figuur is. Deze is hoogstwaarschijnlijk ontstaan door de depressieve gevoelens van Francois Haverschmidt, hij was erg emotioneel en dit kan leiden tot het aannemen van een meervoudige persoonlijkheid. Hierdoor is bij Haverschmidt Piet Paaltjens ontstaan, als een uitlaatklep voor zijn verdrongen gevoelens van onzekerheid en vervreemding. Dit had ook gedeeltelijk te maken met zijn beroep als Predikant. Waar hij heel eenzaam was, en zich verdiepte in de leer van het geloof, Hij ontdekte dat er ook kritiek geleverd kon worden op het geloof, en dit schokte hem heel erg, al vanaf jongs af aan wilde Francois zijn heil zoeken in de leer van het geloof, en nu bleek dat deze niet perfect was en niet aan zijn verwachtingen voldeed.
Haverschmidt studeerde theologie onder invloed van moderne theologen/hoogleraren Scholten en kuenen, die de bijbelkritiek op gang hadden gebracht. Bij Francois speelde zijn toenemende twijfel met betrekking tot het geloof een grote rol bij het ontstaan van depressieve periodes. Dit kwam doordat, zoals ik al eerder zei, Francois altijd al zijn heil wilde zoeken in het geloof, toen bleek dat ook het geloof niet perfect bleek te zijn, werden zijn twijfels over het geloof en hiermee het leven steeds groter. Na de dood van zijn vrouw werd alles hem teveel en pleegde hij zelfmoord. Humor en ironie zijn erg belangrijk in de poëzie van Francois Haverschmidt, deze ironie was gebaseerd op zijn eigen gevoel. De ironie in zijn poëzie was als het ware het geven van spot op o.a de wereld, de liefde en het geloof. In zijn gedichten ligt een weemoed om zijn leven, hij vindt dat hij zijn jeugd heeft verloren, en ook in vriendschappen en liefde gaat het Francois niet goed af. Deze vervelende gebeurtenissen bespot Francois op een grappige manier in zijn gedichten.
Immortellen betekent in het gewoon Nederlands Strobloemen, waarom Francois deze naam heeft gebruikt voor zijn gedichten is mij onduidelijk. De Immortellen hebben een fictieve nummering, nu lijkt het net of het een keuze is uit een hele grote groep gedichten, terwijl er in werkelijkheid ook niet meer dan die dertien geschreven zijn. Ook lijkt het zo geloofwaardiger, dat hij ze niet zelf heeft geschreven, alsof hij ze inderdaad gekregen heeft en alleen de beste eruit heeft gehaald.
Haverschmidt leefde in de nabloei van de Romantiek, hij is in Nederland samen met Multatuli de bekendste romanticus. In de Romantiek staat niet meer het verstand centraal, maar het gevoel. De romantiek is een reactie op de periode van nuchterheid en de verstandelijke benadering van de werkelijkheid. Het belangrijkste kenmerk van de romantiek is dat men er naar verlangt om weg te vluchten uit de realiteit, een gevolg hiervan is dat men zich af gaat zetten tegen bepaalde dingen. Een kunstenaar/schrijver geeft steeds meer uiting aan zijn gevoelens, gaat zoveel mogelijk zijn eigen weg, wordt een rebel, een opstandeling. Dit is ook duidelijk te zien in de gedichten van Piet Paaltjens. In immortellen gaat het vooral om verbroken vriendschappen, het gebroken hart van de dichter en over dat de dichter geen vertrouwen meer heeft in liefde of vriendschap. In zijn gehele leven heeft Francois haverschmidt geen vrienden gehad, in ieder geval geen échte vrienden. En als hij dan dacht een vriend gevonden te hebben raakte hij deze weer kwijt. Hierover heeft Francois dan ook erg veel geschreven, omdat hij zich er slechter door voelde dat hij geen vrienden had, ook dit heeft een rol gespeeld bij het ontstaan van zijn depressiviteit. Deze gevoelens wilde Francois als een echte romanticus dan ook graag beschrijven. In Immortellen IX, Op t hoekje van de hooigracht, wordt hem beloofd dat hij voor altijd een boezemvriend zal zijn met iemand, maar deze laat hem na een tijdje al weer vallen:
Op t hoekje van de hooigracht
En van den nieuwen Rijn,
Daar zwoer hij, dat hij zijn leven lang
Mijn boezemvriend zou zijn.

En halverwege tuschen
De vink en de Haagsche Schouw,
Daar brak hij, zes weken later zoowat,
Den eed van vriendentrouw
Twee andere gedichten laten ook duidelijk zijn gemis, maar ook zijn wantrouwen in vriendschappen zien. Immortellen XXV, hoor ik op de sempre een waldhoorn, en imortellen XVI, zijn goudblonde lokken en knevel. Deze gedichten gaan allebei over dat Paaltjens bij het zien van bepaalde dingen wordt herinnert aan een verloren vriend, hij voelt zich anders als hij deze dingen waarneemt, en begrijpt zelf eigenlijk niet zo goed waarom.
Immortellen XXV

Hoor ik op sempre een waldhoorn,
Of ook wel een Turkse trom,
Dan moet ik zo bitten wenen;
En—ik weet zelf niet waarom.

Vraagt een der werkende lieden:
“hoe kan een Turkse trom
Of een waldhoorn u zo roeren?—
Dan weet ik zelf niet waarom

Is ’t wijl in betere dagen
Een vriend de Turkse trom
Niet onverdienstelijk bespeelde?—
Ach, ik weet zelf niet waarom.

Ook hier komt weer ironie terug, terwijl hij eigenlijk op een serieuze en weemoedige manier beschrijft hoe erg hij een verloren vriend mist, maakt hij er toch weer een spottende opmerking bij, in Immortellen XVI zie je bijvoorbeeld terug in de laatste zin, waar hij zegt dat de geur van sigaren hem een raar gevoel heeft, dat hij niet weet hoe dit komt, doordat zijn verloren vriend deze rookte of doordat hij niet tegen de geur van de tabak kan, hier komt een spottend aspect in terug. Hij zegt op een ironische manier dat hij zijn vriend eigenlijk heel erg mist, maar dit doet hij niet letterlijk.
Imortellen XVI, zijn goudblonde lokken en knevel.

Zijn goudblonde lokken en knevel,
Zijn geestvolle neis en mond,
Zijn vergeetmijnietblik, zijn tenorstem
En zijn new-Foundlandsche hond,

Ik moet er gedurig aan denken;
Zelfs adem ik soms nog flauw
Den geur in van zijn sigaren,
Hij kocht ze gewoonlijk Blaauw.

Ruik ik opnieuw die sigaren,
Dan wordt ik eensklaps zoo raar,
Is ’t omdat hij ze rookte,
Of was de tabak mij te zwaar?

Door al het verlies dat hij heeft geleden gelooft hij niet meer in liefde en vriendschap. Hierop komt hij uitgebreid terug in zijn gedichten. Immortellen LXXXIII, hem die mij grof beleedigt, is hier een duidelijk voorbeeld van. Hierin zegt hij dat hij liever heeft dat iemand hem eerlijk verteld dat hij hem niet mag, in plaats van doen alsof ze hem wel mogen terwijl ze het niet menen.
Hem die mij grof beleedigt,
Mij overlaadt met schand
En openlijk mij belastert,
Hem rijk ik de broederhand.

Maar die mij voorkomend bejegent,
Die mij aan zich verplicht
En zich mijn vriend durft te noemen,
Dien spuw ik in ’t gezicht.

Een ander voorbeeld dat hij niet meer in vrienschap en liefde gelooft is terug te vinden in Immortellen LXXXIV, o spreek mij niet van de liefde, hierin zegt hij dat liefde en vriendschap niet meer bestaat, en er alleen nog maar ellende heerst. Ook dit doet hij weer op een ironische manier:

O, spreek mij niet van de liefde
Van vriendschap en van trouw;
Die zijn al sinds lang overleden,
‘k ben er al van in den rouw.

Neen, spreek mij van ’s menschen ellende,
Van al zijn kommer en nood,
En hoe hij zijn broeders leven
Verbittert, -dan lach ik mij dood!

De ironie in dit gedicht zit hem in de laatste versregels, waar hij spot met dingen die hem zijn overkomen, Hij is verbittert doordat vrienden hem hebben laten stikken, maar doet in dit gedicht net alsof hij moet lachen om dit soort dingen.

Paaltjens uit zijn gevoelens door escapisme, wat betekent vluchten uit het gewone leven. Dit is erg kenmerkend voor de romantiek. Een voorbeeld hiervan is dat hij wil vluchten in het geloof en zich hier uiteindelijk ook tegen afzet. Immortellen XCVI, als ik een bidder zie loopen, is hier een goed voorbeeld van. In dit gedicht zie je duidelijk dat Paaltjes voldoening vindt in het geloof, en hierin als het ware wegvlucht uit het dagelijkse leven:

Als ik een bidder zie loopen,
Dan slaat mij ’t hart zo blij,
Dan denk ik, hoe hij weldra
Uit bidden zal gaan voor mij.

Maar paaltjens probeert ook te vluchten in de dood, zoals in Immortellen XXXIII, mijn hart was toegevroren. Dit gedicht gaat over Zijn liefdesverdriet, vervolgens ontmoet hij een vrouw waardoor zijn toegvroren hart weer begint te stromen, hij hoopte echter dat hij was verdronken in liefdestranen. Dit omdat hij niet meer in de liefde gelooft.

Mijn hart was toegevroren,
Mijn tranen vloeiden niet meer.
Toen trog mij haar gloeiende blikstraal,
En de wateren ruischten weer.

O ware ik toch verdronken
In den bitterzilten vloed!
In liefdestranen, hoe brak ook,
Te smoren, is honingzoet.

Ook in het echte leven vlucht Piet Paaltjens in de dood, zoals al gezegd, hij pleegt zelfmoord.
Uit deze gedichten blijkt dus heel duidelijk dat Francois haverschmidt, een echte romanticus is, hij zet zich af tegen de gang van zaken, zijn gevoel staat centraal, en hij wil vluchten uit het gewone leven. Deze aspecten zijn allemaal heel kenmerkend voor de romantiek. Dit alles doet Francois wél met een vleugje ironie, die zijn weemoed toch wat verlichten.

Boekenquiz 8 vragen

Nieuw! Open vragen worden nagekeken door AI
Waar komt Piet Paaltjens vandaan?
De titel 'Snikken en grimlachjes' verwijst naar de reacties van de lezer op de gedichten: snikken om de vorm, glimlachen om de inhoud.
De twee voornaamste thema's van de gedichten zijn teleurstelling en liefde.
Uit welke jaren komen de gedichten?
De man in 'De zelfmoordenaar' blijft nog een jaar hangen voordat twee vrijende mensen hem vinden.
De inhoud kenmerkt zich door het romantische, de vorm door het humoristische en realistische.
Wanneer leefde François Haverschmidt?
Zou de ik-persoon (François Haverschmidt) in Levensschets ook zo dichten zoals Piet Paaltjens deed?

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.