Uitgever: ECI, Vianen
Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaar van uitgave: 1999 Motivatie Michiel hield in de derde zijn boekbespreking over dit boek. Omdat ik ook op roeien zit leek het mij ook leuk om dit boek te lezen. Beschrijvingsopdracht Hoofdpersoon: Anton, een stille en in zichzelf gekeerde jongen. Hij is een buitenstaander. Belangrijke personen: - David, een rustige vriendelijke jongen die samen met Anton in de twee-zonder roeit. - Schneiderhahn, een stille vermoeide man. Hij is ook een buitenstaander. Hij is de coach van Anton en David. - De vader van Anton, een zwakke weerloze man, die zijn handen vol heeft aan zichzelf en zich maar met moeite staande weet te houden in de wereld. Relaties: Anton houdt van zijn vader ondanks dat zijn vader weinig voor hem heeft gedaan. Zijn vader moest al zoveel moed opbrengen om zichzelf staande te houden. Zijn ouders ontrekken zich zoveel mogelijk aan sociaal verkeer. Anton is een stille jongen, op zichzelf aangewezen. Hij heeft geen contact met andere leeftijdsgenoten. Als Anton later met David in de twee-zonder roeit ontstaat er tussen hen een soort vriendschap. Anton begint echt van David te houden, als een vriend. Schneiderhahn, Anton en David hebben een gemeenschappelijk doel. Anton en David zouden ver komen in de roeiwereld. Schneiderhahn, Anton en David verschillen erg veel van elkaar. Wel is er een soort verstandhouding tussen hen.
Verandering van de hoofdpersoon:
Anton is erg stil en heeft geen vrienden. Hij blijft stil maar hij bouwt een soort vriendschap op met David. Ook is hij later erg gelukkig, ook met zichzelf.
De gebeurtenissen spelen zich voornamelijk af in Amsterdam. Anton en David roeien op de Amstel.
Het verhaal is een terugblik naar de zomer van 1939. Als Anton terugkijkt is het 1944.
Samenvatting.
1944. Anton ligt met zijn rug op het vlot, een van de weinige dingen die nog over zijn van het botenhuis.
Hij voelt het water onder zich klotsen.
De stad die aan het water grenst is duister en wacht angstig op het einde van de oorlog.
Anton denkt terug aan de lange warme zomer in 1939 en de tijd die daaraan vooraf ging.
Anton woont samen met zijn ouders in een nieuwbouwwijk. De rivier scheidt deze buurt van de wijk met grote huizen en lanen waar ook de roeivereniging zich bevindt.
Zijn ouders ontrekken zich zoveel mogelijk aan sociaal verkeer.
Zijn vader werkt bij de trammaatschappij en houdt zich maar ternauwernood staande in de wereld. Op een keer neemt hij Anton mee, de straat op.
Als de dag ten einde loopt wandelen ze samen langs de rivier. Op een brug blijven ze staan.
Anton buigt zich voorover. Op dat moment glijd er een acht in perfecte cadans onder de brug door. Dit beeld vergeet Anton nooit meer. De rivier en de boot hebben een enorme indruk op hem gemaakt.
Als Anton wat ouder is loopt hij vaak dwalend langs de rivier, hunkerend naar het water.
Hij leert alle boottypen en zijn bestuurders kennen. De wens om erbij te horen groeit uit tot een noodzaak.
Op een herfstavond beklimt Anton samen met zijn vader de trappen van de roeivereniging en Anton wordt lid.
Algauw blijkt dat Anton geen natuurtalent is. Maar elke avond oefent hij de roeibewegingen in zijn bed.
Hij roeit samen met zeven andere jongens in een acht. Het is een chaos en Anton denkt dat dat zijn schuld is.
Anton houdt zich afzijdig van de rest, niet alleen omdat hij verlegen is maar ook omdat hij vindt dat de hopeloze verrichtingen op het water niet te rijmen vallen met gezelligheid.
In de lente fietst er op een dag iemand mee met de coach van de acht.
Als ze aanleggen zien de jongens een enorme man, Alfred Schneiderhahn.
Hij wijst Anton en David aan, knikt, en gaat vervolgens weer weg.
Vanaf die dag roeien David en Anton vijf keer per week in de twee-zonder.
Zijn ouders vragen nooit naar Anton’s belevingen op het water. Anton vertelt ook niks.
Hij wil anders zijn dan zijn vader, zijn ouders. Eerst wordt hij lid van de roeivereniging en later weigert hij ook mee te gaan naar het badhuis. Dat is voor zijn ouders een regelrechte aanval op de waarden van veiligheid, beslotenheid en rust. Maar Anton doucht op de vereniging.
Het roeien lukt niet goed en Anton vraagt zich af waarom Schneiderhahn hem heeft uitgekozen.
Schneiderhahn is vaak weg, naar het zuiden.
De jongens trainen door. Dan is er die keer dat het lukt, dat ze roeien zoals het hoort, dat het voelt zoals het hoort. Ook al duurt dit maar een paar minuten, dat gevoel vergeten ze nooit meer.
De zomer breekt aan. David gaat op vakantie en Schneiderhahn is ook afwezig.
Anton gaat niet één keer naar de vereniging. Hij is nu zeventien en werkt op het kantoor.
`s Avonds houdt hij zijn conditie op peil.
Na de vakantie staan ze weer op het vlot, pünktlich, en hervatten de trainingen.
Maar niets gaat vanzelf en het mooie gevoel komt niet meer terug.
Het wordt winter en alleen in het weekend kunnen ze het ijzige grijze water op.
Doordeweeks doen ze aan krachttrainingen.
Dan nodigt Schneiderhahn hen uit voor een ‘onderhouding’ in zijn woning, wat een hotel blijkt te zijn.
Schneiderhahn maakt een kwetsbare indruk in zijn eigen omgeving.
In zijn woning bespreken ze de planning voor het komende jaar. Ze hebben het over wedstrijden, over hun conditie en die van de boot.
Drie mannen, met een gemeenschappelijk doel. Ze praten op kameraadschappelijke toon en er is een sfeer van verbondenheid. Die sfeer is er later niet meer geweest daarvoor verschilden ze teveel van elkaar.
Wel blijft er een soort verstandhouding tussen hen.
Tijdens de bijeenkomst vraag Schneiderhahn waar de volgende Spelen worden gehouden.
-“Tokio”zegt David
- “Dan ben ik er niet meer bij, misschien hoef ik er niet bij te zijn, maar hoe staat het met jullie jongens?
De jongens weten niet wat Schneiderhahn hiermee bedoeld.
Voorjaar, de eerste wedstrijden beginnen.
Ze winnen de eerste race. Er wordt met verwondering en respect naar hen gekeken.
Maar hierdoor horen ze nog niet bij de groep, ze vormen eerder een uitzondering.
Anton beseft dat hij een buitenstaander is.
Ook de volgende wedstrijden winnen ze.
Anton leest geen kranten. Dat het oorlog is gaat eigenlijk aan hem voorbij.
Hij wil eigenlijk niet denken aan de toekomst, hij is gelukkig, maar dat David misschien weggaat blijft hem bezighouden.
Ook begint hij te dromen, iets wat hij nog nooit heeft gedaan.
Ze trainen door, nu voor de eindrace, de NK.
De dagen voor de NK mogen ze niet roeien. Ze moeten trek krijgen naar water, verlangen naar harde halen.
Dan is de dag aangebroken waarop het moet gebeuren.
De wedstrijd begint. Het gaat goed, alle aandacht is op henzelf gericht. De sprint roeien ze dubbel, alle regels worden opzij geschoven. Ze halen boten in maar winnen de wedstrijd uiteindelijk niet.
Ze zijn kampioen zonder dat ze de wedstrijd gewonnen hebben.
‘Volgend jaar beter. Volgend jaar Finland, Anton.’
En ik denk: duizend meren.
Maar ik zeg: ‘dus je gaat niet weg. We roeien door.’
‘Ja.’
‘Zeg het. Zeg het in woorden.’
‘We roeien door. Dat is beloofd.’
Die vijf jaar later. Anton is teruggekeerd naar het hotel, nu verlaten en geheel verwaarloosd.
Een koffer met alle schema’s en plannen en de twee verveloze gewichten gooit hij in het kanaal.
De koffer zinkt.
Het botenhuis is afgebroken.
Het is een gedachte die los in de lucht zweeft, een herinnering die al bijna nergens meer bestaat.
En een stad die wacht op het einde van de oorlog.
Verdiepingsopdracht
Het boek bevat niet heel veel grote open plekken.
Er zijn wel wat meer kleinere open plekken, maar daar wordt algauw antwoord op gegeven.
De titel opzich is al een open plek.
Het boek gaat over het roeien, daarom heet het boek Over het water.
verdere open plekken:
-Waarom Schneiderhahn zo vaak afwezig is.
Dit wordt niet echt in het boek vermeldt, ik neem aan dat het iets met de (naderende) oorlog te maken heeft.
-Of Anton en David het NK winnen.
Dit wordt vermeld op blz. 141: We zijn kampioen zonder gewonnen te hebben. Hieruit blijkt dat ze de wedstrijd niet
hebben gewonnen. Waarschijnlijk zijn ze tweede geworden.
-Of David na de vakantie ergens anders gaat studeren en niet meer samen zal kunnen roeien met Anton.
Dit wordt vermeld op de laatste bladzijde. Hier zegt David dat ze samen door zullen blijven roeien en dat hij niet weg zal gaan.
Uiteindelijk gaat hij wel weg, maar dat komt door de oorlog.
-Of Anton David ooit nog zal zien.
Dit wordt niet in het boek vermeldt. Ik denk dat Anton David niet meer zal zien. In denk dat David is omgekomen en dat de gelukkige periode van de zomer in1939 voorgoed is afgesloten.
De belangrijkste spanningsboog in het verhaal was de vraag of ze het NK zouden winnen en het antwoord op die vraag.
Ik vond het boek niet echt spannend. Wel is het zo geschreven dat je door wilt lezen.
Op het einde is het wel even spannend, of ze de NK zullen winnen.
Er worden veel flashbacks gebruikt.
Vooral tijdens de beschrijving van het NK. Dan worden het heden (1944) en het verleden voortdurend afgewisseld. Het zijn dan ook hele korte stukjes.
Ook wordt de wedstrijd een beetje vertraagd verteld.
Het boek heeft een open einde. Het is de vraag of Anton David ooit nog zal terug zien.
Ik denk persoonlijk van niet. Ik heb zo’n vermoeden dat David joods is en dat hij daarom is omgebracht in de oorlog.
Ik ben tevreden over het einde.
Het boek dat ik gelezen heb is literatuur. Het boek heeft artistieke erkenning gekregen.
Uitgewerkte persoonlijke reactie.
Onderwerp
Het onderwerp van Over het water gaat over roeien en geluk.
Ook de relatie tussen Anton en David staat centraal.
Ik vond het boek erg boeiend.
Het verhaal speelt zich af in de WOII maar daar wordt niet de nadruk op gelegd. Het leven ging voor Anton gewoon door ondanks dat het oorlog was. Ook vind ik het wel interessant dat het over roeien gaat.
Ik vind het boek ook heel mooi geschreven.
Het onderwerp ligt deels wel en deels niet in mijn belevingswereld.
Omdat ik ook roei begrijp ik daar veel dingen over, ook hoe hij zich voelt als hij roeit, daar kan ik mezelf soms in herkennen.
Maar Anton leest nooit kranten en de oorlog gaat eigenlijk aan hem voorbij.
Dat kan ik soms wat moeilijk begrijpen, dat je zo in je eigen wereld leeft en de rest niet echt merkt.
Wel kan ik me uiteindelijk goed inleven in het verhaal, omdat Van den Brink de rol van Anton zo goed vertolkt.
Ik denk wel eens over roeien en over de WOII na. Maar ik had er nog niet over nagedacht dat voor sommige mensen de oorlog eigenlijk aan hen voorbijging.
Ik vind dat Van den Brink het onderwerp goed heeft uitgewerkt.
Als een verhaal zich afspeelt in de WOII gaat het meestal over het verzet, de jodenhaat, de gruweldaden.
Hier wordt er een andere kijk op gegeven.
Niet voor alle mensen was de oorlog zo dichtbij.
Voor Anton was de oorlog ook iets vreemds, iets ver wegs, iets waar hij zich niet mee bemoeide.
Uiteindelijk wordt hij er wel mee geconfronteerd omdat het botenhuis is afgebroken, de stad verlaten en David weg.
Belangrijke gebeurtenissen
Anton en zijn eerste kennismaking met het water en roeiers.
Anton en zijn vader lopen aan het einde van een feestmiddag langs de kade.
Als ze de brug oplopen, die de herenhuizen met de stad verbindt, blijven ze staan.
Anton kijkt naar beneden, naar het water.
Plotseling schiet er een spitse punt van koper tevoorschijn gevolgd door de rest van de boot, waarin totaal acht mannen zichzelf voorttrekken.
Dit beeld van de acht mannen in een perfecte cadans laat hem niet meer los.
Anton wordt lid van de roeivereniging.
De wens van Anton gaat in vervulling. Hij wordt lid van de roeivereniging.
Dit is een enorme stap buiten het veilige terrein van zijn ouders.
Schneiderhahn
Schneiderhahn kiest Anton en David uit als het ‘roeikoppel’. Ze trainen voortaan vijf keer in de week in een twee-zonder. Dit is het begin van hun roeicarrière maar ook van de vriendschap tussen David en Anton. De koffer. Anton gooit de koffer met daarin alle roeischema’s en plannen in het kanaal. De koffer zinkt. Dit doet hij als de zomer van 1939 alleen nog maar een herinnering is. Het weggooien van de koffer is een soort symbolisch afscheid van een mooie periode die er niet meer is. Afscheid van het roeien en van David. Ik vind dat de gebeurtenissen goed zijn beschreven. Ik vind de gedachten en gevoelens van Anton de belangrijkste rol spelen. Anton kijkt terug naar wat er in het verleden is gebeurd, uit zijn gezichtspunt en met zijn gevoelens. Het is een soort verwerking van de gebeurtenissen waarbij de gevoelens en de gedachten de belangrijkste rol spelen. Het verhaal wordt verteld door middel van flashbacks. Ik vond dit niet lastig. Er zijn wel verbanden tussen de gebeurtenissen. Als Anton voor het eerst water en roeiers ziet vindt hij dat geweldig. Hij hunkert naar meer en wil erbij horen. De gebeurtenis die daarop volgt is dat hij lid wordt van de roeivereniging. Ik vind de gebeurtenissen boeiend, ontroerend en mooi. Het eerste contact van Anton met het water en met roeiers vind ik een hele mooie ontroerende gebeurtenis. Van den Brink beschrijft die gebeurtenis heel mooi. Je verplaatst jezelf (tenminste ik wel) in Anton als hij daar voorover leunt en naar het water kijkt en de roeiers ziet. Ook vind ik het een ontroerende maar ook mooie gebeurtenis als Anton de koffer met roeischema’s en plannen in het water gooit. Een soort symbolische afsluiting van een mooie tijd, de zomer van 1939. De gebeurtenissen opzich hebben mij niet zozeer aan het denken gezet. Ik heb er niet nachten over liggen piekeren. Ik vond het een mooi boek en het sprak me ook wel aan. De gebeurtenissen bleven mij vanaf het begin af aan boeien. Personages Je leert Anton goed kennen omdat je door zijn eigen ogen kijkt. Maar ook door zijn doen en laten leer je zijn karakter goed kennen. Ik vind de personages levensecht. Ze worden als echte mensen beschreven. Ik kon me in het algemeen goed verplaatsen in Anton. Maar dat de (naderende) oorlog zo aan hem voorbij ging is iets vreemds voor mij. Ik lees juist veel kranten en een oorlog zou me juist erg bezighouden. Ik vind het belangrijk dat je je in de hoofdpersoon kunt verplaatsen. Anders lijkt het mij erg moeilijk om het boek goed te begrijpen en boeiend, mooi etc. te vinden. Ik vind dat de personages niet heel voorspelbaar reageren. Dat vind ik wel prettig, zo komt er toch een soort spanning in het verhaal. Opbouw Het boek is niet heel erg ingewikkeld van opbouw. Anton ligt op het vlot (in 1944) en blikt dan terug op het verleden (de zomer van 1939). Maar hij beschrijft ook hoe het nu is, met de stad, het botenhuis en zijn ouders. Het boek bevat veel flashbacks. Het verhaal wordt verteld in de ik-vorm. Je ziet de gebeurtenissen vanuit Anton. Het boek boeide mij vanaf het begin. Van den Brink’s schrijfstijl betrekt je helemaal in het verhaal. Aan het slot had ik niet echt veel vragen meer. Wel kun je je nog afvragen of hij David ooit nog ziet. Ik denk persoonlijk dat dit niet meer zal gebeuren. Ik denk dat David is omgekomen in de oorlog. Ik vond het taalgebruik in dit boek niet moeilijk. Er worden weinig dialogen gebruikt in het boek. Dat vind ik niet erg. Ik vond het boek erg mooi geschreven, het paste goed bij het onderwerp en bij de personages. Evaluatie Mijn beargumenteerd eindoordeel luidt als volgt: Ik vind Over het water een zeer goed boek met sprankelend taalgebruik en met warme impressionistische scènes. Het is een soort klaagzang over een gelukkige tijd die er niet meer is en een vriend die nooit meer terugkomt. Mijn mening is na de verdiepingsopdracht niet echt veranderd. Ik vond het uitwerken van de verdiepingsopdracht een lastige klus. Ik ben over de verdiepingsopdracht dan ook niet helemaal tevreden. Over de beschrijvingsopdracht en de uitgewerkte persoonlijke reactie ben ik wel tevreden.
Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaar van uitgave: 1999 Motivatie Michiel hield in de derde zijn boekbespreking over dit boek. Omdat ik ook op roeien zit leek het mij ook leuk om dit boek te lezen. Beschrijvingsopdracht Hoofdpersoon: Anton, een stille en in zichzelf gekeerde jongen. Hij is een buitenstaander. Belangrijke personen: - David, een rustige vriendelijke jongen die samen met Anton in de twee-zonder roeit. - Schneiderhahn, een stille vermoeide man. Hij is ook een buitenstaander. Hij is de coach van Anton en David. - De vader van Anton, een zwakke weerloze man, die zijn handen vol heeft aan zichzelf en zich maar met moeite staande weet te houden in de wereld. Relaties: Anton houdt van zijn vader ondanks dat zijn vader weinig voor hem heeft gedaan. Zijn vader moest al zoveel moed opbrengen om zichzelf staande te houden. Zijn ouders ontrekken zich zoveel mogelijk aan sociaal verkeer. Anton is een stille jongen, op zichzelf aangewezen. Hij heeft geen contact met andere leeftijdsgenoten. Als Anton later met David in de twee-zonder roeit ontstaat er tussen hen een soort vriendschap. Anton begint echt van David te houden, als een vriend. Schneiderhahn, Anton en David hebben een gemeenschappelijk doel. Anton en David zouden ver komen in de roeiwereld. Schneiderhahn, Anton en David verschillen erg veel van elkaar. Wel is er een soort verstandhouding tussen hen.
Schneiderhahn kiest Anton en David uit als het ‘roeikoppel’. Ze trainen voortaan vijf keer in de week in een twee-zonder. Dit is het begin van hun roeicarrière maar ook van de vriendschap tussen David en Anton. De koffer. Anton gooit de koffer met daarin alle roeischema’s en plannen in het kanaal. De koffer zinkt. Dit doet hij als de zomer van 1939 alleen nog maar een herinnering is. Het weggooien van de koffer is een soort symbolisch afscheid van een mooie periode die er niet meer is. Afscheid van het roeien en van David. Ik vind dat de gebeurtenissen goed zijn beschreven. Ik vind de gedachten en gevoelens van Anton de belangrijkste rol spelen. Anton kijkt terug naar wat er in het verleden is gebeurd, uit zijn gezichtspunt en met zijn gevoelens. Het is een soort verwerking van de gebeurtenissen waarbij de gevoelens en de gedachten de belangrijkste rol spelen. Het verhaal wordt verteld door middel van flashbacks. Ik vond dit niet lastig. Er zijn wel verbanden tussen de gebeurtenissen. Als Anton voor het eerst water en roeiers ziet vindt hij dat geweldig. Hij hunkert naar meer en wil erbij horen. De gebeurtenis die daarop volgt is dat hij lid wordt van de roeivereniging. Ik vind de gebeurtenissen boeiend, ontroerend en mooi. Het eerste contact van Anton met het water en met roeiers vind ik een hele mooie ontroerende gebeurtenis. Van den Brink beschrijft die gebeurtenis heel mooi. Je verplaatst jezelf (tenminste ik wel) in Anton als hij daar voorover leunt en naar het water kijkt en de roeiers ziet. Ook vind ik het een ontroerende maar ook mooie gebeurtenis als Anton de koffer met roeischema’s en plannen in het water gooit. Een soort symbolische afsluiting van een mooie tijd, de zomer van 1939. De gebeurtenissen opzich hebben mij niet zozeer aan het denken gezet. Ik heb er niet nachten over liggen piekeren. Ik vond het een mooi boek en het sprak me ook wel aan. De gebeurtenissen bleven mij vanaf het begin af aan boeien. Personages Je leert Anton goed kennen omdat je door zijn eigen ogen kijkt. Maar ook door zijn doen en laten leer je zijn karakter goed kennen. Ik vind de personages levensecht. Ze worden als echte mensen beschreven. Ik kon me in het algemeen goed verplaatsen in Anton. Maar dat de (naderende) oorlog zo aan hem voorbij ging is iets vreemds voor mij. Ik lees juist veel kranten en een oorlog zou me juist erg bezighouden. Ik vind het belangrijk dat je je in de hoofdpersoon kunt verplaatsen. Anders lijkt het mij erg moeilijk om het boek goed te begrijpen en boeiend, mooi etc. te vinden. Ik vind dat de personages niet heel voorspelbaar reageren. Dat vind ik wel prettig, zo komt er toch een soort spanning in het verhaal. Opbouw Het boek is niet heel erg ingewikkeld van opbouw. Anton ligt op het vlot (in 1944) en blikt dan terug op het verleden (de zomer van 1939). Maar hij beschrijft ook hoe het nu is, met de stad, het botenhuis en zijn ouders. Het boek bevat veel flashbacks. Het verhaal wordt verteld in de ik-vorm. Je ziet de gebeurtenissen vanuit Anton. Het boek boeide mij vanaf het begin. Van den Brink’s schrijfstijl betrekt je helemaal in het verhaal. Aan het slot had ik niet echt veel vragen meer. Wel kun je je nog afvragen of hij David ooit nog ziet. Ik denk persoonlijk dat dit niet meer zal gebeuren. Ik denk dat David is omgekomen in de oorlog. Ik vond het taalgebruik in dit boek niet moeilijk. Er worden weinig dialogen gebruikt in het boek. Dat vind ik niet erg. Ik vond het boek erg mooi geschreven, het paste goed bij het onderwerp en bij de personages. Evaluatie Mijn beargumenteerd eindoordeel luidt als volgt: Ik vind Over het water een zeer goed boek met sprankelend taalgebruik en met warme impressionistische scènes. Het is een soort klaagzang over een gelukkige tijd die er niet meer is en een vriend die nooit meer terugkomt. Mijn mening is na de verdiepingsopdracht niet echt veranderd. Ik vond het uitwerken van de verdiepingsopdracht een lastige klus. Ik ben over de verdiepingsopdracht dan ook niet helemaal tevreden. Over de beschrijvingsopdracht en de uitgewerkte persoonlijke reactie ben ik wel tevreden.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden