Het duister dat ons scheidt door Renate Dorrestein

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
Boekcover Het duister dat ons scheidt
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 3158 woorden
  • 9 april 2008
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
12 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Renate Dorrestein
Lezen voor de lijst
Niveau 3 (15-18 jaar)Lezen voor de lijst Niveau 3 (15-18 jaar)
Genre
Psychologische roman
Thriller & Detective
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
mei 2003
Pagina's
352
Geschikt voor
havo/vwo
Punten
2 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Pesten,
Kindertijd & Kinderleed,
Misdaad: moord: whodunit,
Moord
Prijzen
NS Publieksprijs (2004 Genomineerd)

Boekcover Het duister dat ons scheidt
Shadow

Een klein meisje groeit op in een vredig dorp, waar zij samen met haar moeder de oude, krakende pastorie bewoont. Ook de Luco’s wonen daar, twee vriendelijke mannen van wie iedereen aanneemt dat het kamerhuurders zijn. Voor de kinderen van het dorp schijnt altijd de zon, zelfs als het regent. Maar alles verandert als de moeder van Loes wegens een onbegrijpelijke…

Een klein meisje groeit op in een vredig dorp, waar zij samen met haar moeder de oude, krakende pastorie bewoont. Ook de Luco’s wonen daar, twee vriendelijke mannen van wie i…

Het duister dat ons scheidt door Renate Dorrestein
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

Titel: Het duister dat ons scheidt
Auteur: Renate Dorrestein
Uitgeverij: Uitgeverij Contact
Jaar van uitgave: 2003
Plaats van uitgave: Amsterdam
Druk: tweede druk
Jaar van gelezen druk: mei 2003

Thematiek

Het eerste deel van Het duister dat ons scheidt is geschreven vanuit een wij-perspectief: de vrienden en vriendinnen van Loes, de hoofdpersoon, zijn de vertellers. In dit citaat spreken zij zich uit over de band die ze met Loes hadden: ze waren innige vrienden, die voor altijd bij elkaar zouden blijven.
“Wij hadden geen tarotkaarten nodig om in de toekomst te kunnen kijken, zelfs de Drie van Bekers niet. Voor ons stond het onomstotelijk vast: we zouden altijd vrienden blijven” (pagina 24)

In het jaar dat Loes naar groep 3 gaat en leert lezen, gebeuren er twee dingen min of meer tegelijk: haar moeder wordt gearresteerd en veroordeeld voor een mysterieuze moord en Loes blijkt dyslectisch te zijn. Om deze twee redenen, maar vooral omdat Loes is verandert, beginnen haar vroegere “vrienden-voor-altijd” haar te pesten. Ze negeren haar onder schooltijd, wachten haar op als ze naar huis loopt en geven haar allerlei rare opdrachten.
“Ook de thuiskomst van Loes was een teleurstelling gebleken. Na haar wereldreis hadden we de oude Loes van e boa constrictor verwacht, de onverschrokken, lepe Loes, en niet dit schuwe, bleke wezen. We verlangden terug naar die tijd waarin je direct een kaakslag van haar te pakken had gehad als je alleen maar vuil naar haar gekeken had, maar we kregen haar niet op gang (…) Wat moesten we beginnen met deze zombie, die ons zo tergend herinnerde aan de Loes die we hadden verloren en die daardoor zwakkelingen van ons maakte, vervuld van heimwee en gemis? Ze was het aan ons verplicht om weer zichzelf te worden, zo niet goedschiks, dan maar kwaadschiks.” (pagina 111, 112)

Als de moeder van Loes terugkomt uit de gevangenis, verandert het. Ze komt erachter wat er op school met Loes gebeurt, en onderneemt actie. Er wordt echter niets aan gedaan. Dan besluiten ze met z’n vieren (Loes, haar moeder en de “Luco’s”, de twee mannen die inwoonden) te verhuizen naar het verste hoekje van Europa: Lewis, een Schots eiland.
Het leven van Loes verandert drastisch: op eens is ze een van de populairste meisjes van het eiland. Toch blijft haar oude leven haar achtervolgen. De hele tijd denkt ze dat ze nog steeds gepest wordt, of dat de anderen haar heel snel wel zullen gaan negeren. Iets wat overigens niet gebeurt.

Ook als ze terugkeert naar Nederland om te studeren, als ze achttien is, blijven de spookbeelden bestaan.
“En terwijl ik weer een paar stappen opschoof, zag ik hem opeens in de andere rij staan. Levensgroot doemde hij op, op de rug gezien: het brede hoofd op de tengere gestalte, het dikke, blonde haar.”
De eerste dag dat ze in Nederland is, weet Loes zeker dat ze haar oude jeugdvriendje Thomas ziet, de zoon van de man die vermoord was door haar moeder. Meteen is ze volledig ontregeld, en wil ze het liefst niet eens beginnen met studeren.
“Ik verscheurde mijn boekenlijst. Ik ging op de gebloemde bank zitten. Ik kon helemaal niet naar school, ik kon de deur niet uit. Het geeft niet, zei ik tegen mezelf, dan werd ik maar geen kleuterleidster. Ik was waarschijnlijk toch te stom voor die opleiding.”

Hoewel “De Moord” in het boek het allerbelangrijkste lijkt, is dat volgens mij niet de echte thematiek. Het gaat, wat mij betreft, meer over wat een invloed pesten kan hebben op de verdere levensloop. Het gedrag van de kinderen uit de klas van Loes heeft de rest van haar leven verpest. Ze is volledig onzeker, denkt dat ze dom is, is bang nieuwe vrienden te maken en durft op het laatst zelfs de straat nauwelijks meer op uit angst iemand tegen te komen. Als ze nooit was gepest, had haar leven er heel anders uit gezien.

Recensies

Hieronder volgen twee recensies, één uit ‘Trouw’, en één uit het ‘Reformatorisch Dagblad’.

http://www.refdag.nl/artikel/69704/
‘Trouw’, 10 mei 2003
Door: T. van Deel

En jawel, daar is de moeder weer

In een keurige nieuwbouwwijk woont Loes met haar alternatieve moeder: illustratrice en tarotkaartlegster. Als er een buurtgenoot vermoord wordt, neemt zij de schuld op zich: de man zou Loes hebben misbruikt. Maar is dat zo? En is Loes' moeder een moordenares?
Schrijvers moeten zichzelf altijd afvragen hoe ze hun verhaal zullen vertellen. Zeker een ambachtelijk zelfbewuste schrijver als Renate Dorrestein zal dat doen. In haar handboek voor beginners 'Het geheim van de schrijver' zegt ze bij voorbeeld over het perspectief: ,,In fictie is het perspectief een belangrijk ordenend principe, want het scheelt nogal welk gezichtspunt de schrijver kiest, ofwel door wiens ogen hij zijn verhaal aan de lezer presenteert.''
Haar nieuwste roman, 'Het duister dat ons scheidt', begint met een deel dat wordt verteld vanuit een heel ongebruikelijk standpunt. De laatste keer dat ik het tegenkwam, was in 'De geruchten' van Hugo Claus, waar boven sommige hoofdstukken 'Wij' staat, waarmee een collectief wordt aangeduid dat in het plaatselijke café De Doofpot de gang van zaken doorneemt. Deze vertelwijze in de eerste persoon meervoud gebruikt Dorrestein ook en bij haar zijn de 'wij', die als uit één mond spreken, de vriendinnen van Loes, de hoofdpersoon van het verhaal. Loes zal in de twee erop volgende delen verder haar verhaal zelf vertellen, in de ik-vorm dus.
Die 'wij' leggen hun oortjes goed te luisteren, ze verschuilen zich in bosjes om van daaruit hun waarnemingen te doen, ze zitten bij Loes in de klas of komen bij haar op bezoek om te spelen of iets te vieren. Het belangrijkste is dat ze behalve waarnemen ook van alles kunnen fantaseren. Ze zijn bovendien in de tijd waarover ze vertellen net als Loes maar zes jaar oud. Dorrestein heeft bovendien de gewoonte om werkelijkheid en fantasie door elkaar heen te laten lopen, zodat niet op voorhand valt uit te maken waarmee we precies te maken hebben. De roman is opgezet als een raadselachtig verlopend verhaal, bevredigende en feitelijke antwoorden op de vele vragen die rijzen, worden pas in de eindfase gegeven.
Drie delen heeft het boek, getiteld 'Zes', 'Twaalf' en 'Achttien', naar de leeftijden van Loes. Op haar zesde woont zij met haar moeder, die twee mannen op kamers heeft, in de pastorie van een dorp. Haar vriendinnen komen uit de modelgezinnetjes die de nieuwbouwwijk bevolken. Ze zijn geïntrigeerd door de opvoeding die Loes geniet: haar moeder, die illustrator is en de tarot legt, laat haar kind geheel vrij:
,,Onder haar jurkjes van Indiase katoen waren Loes' knieën altijd geschramd, haar voeten staken groezelig uit plastic sandaaltjes en onder haar nagels zat de halve slootkant. Ze was precies even oud als wij, maar ze had al veel meer meegemaakt. In een kasteelruïne had ze dukaten in een verroeste kist gevonden, ze had met sabeltandtijgers gevochten, met een houten been en met een grasgroene papegaai op haar schouder op een piratenschip gevaren, en talloze glazen limonade omvergestoten zonder dat er een ramp op volgde. Dat moesten wij thuis eens proberen. Thuis gaf limonade vlekken in het tafelkleed.'' Een vrijgevochten, fantasievol kind kortom.
De reden waarom Loes niet ook het eerste deel vertelt, is van compositorische aard: daar, in het begin, moet een voorstelling van zaken worden gegeven, die in de volgende delen eerst nog blijft doorwerken, maar ten slotte als leugenachtig wordt ontmaskerd. De uiteindelijke waarheid komt de lezer, en ook Loes, pas helemaal op het eind te weten. ,,Doordat ik me voortdurend doof en blind had gehouden voor al haar [moeders] hints, al haar toespelingen op het verleden, snapte ik pas nu dat alles anders zat dan ik altijd had gedacht...''
De centrale gebeurtenis in de roman is een variant op de bekende balpenmoord, nu met een scherp geslepen, rood kleurpotlood. Het slachtoffer is de vader van Thomas, een jongen met wie de zesjarige Loes zich verlooft op een officieel partijtje. Haar moeder blijkt de dader, of werpt zich op als de dader, dit alles blijft vooralsnog mistig, en het motief voor de moord is seksueel misbruik van Loes. Het komt de moeder uiteindelijk op zes jaar gevangenschap te staan, zes jaar waarin de vriendinnen Loes ongehoord pesten en onderdrukken, iets wat zij als haar verdiende loon opvat en waarover zij met niemand spreekt.
Maar als in het tweede deel haar moeder vrijkomt en zich op Koninginnedag weer in de dorpsgemeenschap vertoont, ziet zij hoe haar dochter, ook door de leerkrachten, als de risee van het dorp wordt behandeld. Ze doet haar beklag, maar iedereen keert zich tegen haar - een moordenares immers - en het eind van het liedje is dat zij met haar dochter en de twee mannen, die Loes als vaders hebben verzorgd (in de mening dat een van hen de vader is), verhuist naar een van de afgelegen Hebriden, het Schotse eiland Lewis.
Kennelijk omdat er over het verleden geen openheid betracht kan worden in dit curieuze gezin houdt de moeder het daar al spoedig voor gezien. Ze verdwijnt en laat niets meer van zich horen. Intussen heeft Loes op het eiland een spannend leven met een clubje jongeren en krijgen we, als een oudere jongen haar vraagt hem te pijpen, al enkele aanwijzingen dat het verhaal van het seksuele misbruik vroeger niet klopt. Dorrestein is goed in het spreiden van gegevens, maar weinig subtiel in het suggereren van een andere toedracht.
Toevalligheden zijn er in deze roman te over, ze verraden de regisserende hand van de schrijver, die zeer gesteld is op herhalingen, spiegelingen, variaties en tegenstellingen. Zo ziet Loes haar vroegere 'verloofde' Thomas, met zijn moeder en zusje, terug op het eiland Lewis, overigens zonder dat zij haar herkennen, hoe zouden ze ook. Loes redt zelfs het leven van de twee kinderen, zonder dat zij dat weten, en doet daarmee naar haar gevoel iets terug voor het kwaad dat haar moeder heeft aangericht. Al is het ook weer zo dat uitgerekend Thomas de moeder heeft aanbevolen scherpgepunte kleurpotloden als wapen te gebruiken. Zijn idee. Dat de dood van zijn vader tot gevolg heeft.
In het derde deel, wanneer Loes achttien is en naar Amsterdam gaat om er voor iets in de kinderopvang te studeren, nemen de sturende en toch ook wel storende toevalligheden toe. Eerst meent zij pal na aankomst Thomas op de rug te zien in een supermarkt, vervolgens doet zij de tv aan en jawel daar verschijnt haar moeder, die vertelt over haar baan in de Bijlmerbajes. De volgende dag, naar de gevangenis getogen, treft ze daar prompt haar moeder op straat aan en zijn we beland bij de onvermijdelijke afronding van de roman. Het gesprek met de moeder opent haar de ogen voor veel feiten die voorheen verborgen waren, toegedekt door leugens, of eenvoudigweg verzwegen.
Loes herbeleeft haar nachtelijk vertrek uit huis als zesjarig meisje, uit protest tegen haar moeders voornemen te gaan verhuizen, en haar ontmoeting met Thomas' vader die nacht, de opmaat van de moord. Al het voorafgaande en wat daarin is verondersteld te zijn gebeurd en om welke redenen, zet dit eind van de roman geheel op z'n kop, zoals dat vaker bij Dorrestein het geval is. De vraag wie nu eigenlijk Loes' vader is, een van de twee als vaders voor haar zorgende mannen of wellicht nog heel iemand anders, is al veel eerder opgelost, maar lijkt een weinig belangrijke rol te spelen in Loes' belevingswereld, als ik mij niet vergis.
De moeder daarentegen wel. In deze geschiedenis is Loes het slachtoffer van haar jeugd, waarin de moeder zich opofferde en een netwerk van leugen en verzwijging schiep, waardoor de waarheid aan het zicht werd onttrokken. De hereniging van moeder en dochter ten slotte is het begin van een nieuw leven, het begin ook van een herschrijving van het verleden: ,,De vrijheid om eindelijk, woord voor woord, te beginnen aan het ware verhaal van mijn leven.''
‘Reformatorisch Dagblad’, 10 september 2003
Door: Willy Wouters-Maljaars
http://boekrecensies.trouw.nl/recensie?REC=c7472342f18b-9025410391

Renate Dorrestein verslaat tienduizenden
”Het duister dat ons scheidt” noopt tot nadenken over schuld en vergeving

Titel: ”Het duister dat ons scheidt”
Auteur: Renate Dorrestein
Uitgeverij: Contact, Amsterdam, 2003
ISBN 90 254 1039 1
Pagina’s: 352
Prijs: € 18,50.

Je zult als uitgever maar 225.000 euro voor een roman neertellen zonder het boek zelfs maar gezien te hebben. Renate Dorrestein heeft inmiddels zo veel succes in Amerika dat de buitenlandse uitgeverij Viking dit aandurfde met haar boek ”Het duister dat ons scheidt”. De reputatie gaat voor de schrijfster uit. En niet alleen in Amerika.

Dorresteins nieuwe roman lees je in ‘n ruk uit. Hoofdpersoon Loes is een meisje van 6 jaar dat in een idyllisch dorp opgroeit. Dat ze opgroeit met een moeder die een soort vriendschap onderhoudt met twee mannen -de Luco’s genaamd- die over haar ’vaderen’, stoort haar niet in haar geluksgevoel. Ze is een populaire leidersfiguur en andere kinderen komen graag bij haar thuis omdat daar alles mag.
De eerste verstoring van Loes’ geluk heeft plaats tijdens een kinderlijk verlovingsfeestje waarop haar moeder haar ’verloofde’, Thomas, herkent. Ze probeert Thomas weg te krijgen en na die dag komt haar moeder niet meer buiten de deur. Maar de grote spelbreker wordt Loes’ dyslexie. Hoe ze ook worstelt in groep 3, ze wordt de letters niet de baas en de grote bewondering van de klasgenoten slaat om in mateloze ergernis. Als haar moeder dan ook nog in de gevangenis belandt omdat ze verdacht wordt van moord op Thomas’ vader, wordt ze echt uitgekotst en is ze het mikpunt van vreselijke pesterijen.

Na de vrijlating van haar moeder wordt het leven in hun woonplaats ondraaglijk en ze vluchten naar het verste punt van Europa, het Schotse eiland Lewis. De Luco’s en Loes willen absoluut niet meer over het verleden praten en doen de deur hermetisch dicht. Loes’ moeder kan hier niet mee omgaan en gaat terug naar Nederland. Langzamerhand vindt Loes haar zelfvertrouwen terug en krijgt ze weer nieuwe vrienden. Op haar achttiende reist ze toch ook naar Nederland om te gaan studeren en dan komt de confrontatie met haar verleden onherroepelijk op haar af. Ze zoekt haar moeder op en de waarheid over haarzelf en de gebeurtenissen in haar leven komt aan het licht.

Groepsvorming
”Het duister dat ons scheidt” heeft enkele opvallende dingen. De roman bestaat uit 26 hoofdstukken die worden aangegeven met de letters A tot en met Z. Van A is een aardbei tot Z is een zwaard. De woorden zijn veelzeggend voor de inhoud van het desbetreffende hoofdstuk. De roman bestaat verder uit drie delen: Zes, Twaalf en Achttien, de leeftijden van de hoofdpersoon Loes.

Het valt meteen op dat het eerste deel door de schrijfster geschreven is in het wij-perspectief. Dat is echt opvallend omdat het zo weinig voorkomt; de lezer kijkt mee door de ogen van de groep, de leeftijds- en dorpsgenoten van Loes. Het is een prachtige manier van de schrijfster om de lezer op het verkeerde been te zetten. Doordat je de werkelijkheidsbeleving van de buitenstaanders voorgeschoteld krijgt, wordt bijvoorbeeld de suggestie gewekt dat Loes van huis wegloopt, ontvangen wordt door Thomas’ vader en dat er een verkrachting plaatsvindt. Door het gebruik van dit perspectief is ook het effect bereikt van ”wij” (de groep) tegenover ”haar” (Loes). De groepsvorming met de onherroepelijke uitsluiting staat meteen al op je netvlies gebrand.

De laatste twee delen zijn geschreven in het ikperspectief; de beleving vanuit Loes zelf. Daardoor wordt de waarheid al gedeeltelijk onthuld, hoewel de uiteindelijke onthulling toch nog een verrassingseffect heeft.

Toevalligheden
Renate Dorrestein is zowel stilistisch als inhoudelijk een knappe schrijfster. Je wordt door haar meegenomen, of je wilt of niet. Het seculiere klimaat in de roman (het leggen van tarotkaarten, bepaalde scènes waarin seksualiteit ontdekt wordt en uitermate storende vloeken) is echter een niet te onderschatten bezwaar voor de christelijke lezer.

Dat neemt niet weg dat Dorrestein je als lezer in staat stelt je een oordeel te vormen over de begrippen schuld, vergeving, mentaliteit van de groep tegenover het individu, impact van opvoeding, verzwijgen of bespreken van het verleden - ik noem slechts enkele aspecten.
Daarnaast valt het me op dat een schrijfster met zo’n reputatie toch een behoorlijke portie aan toevalligheden aan het eind van haar boek opneemt om alle draadjes aan elkaar te knopen: op het eiland Lewis ontmoet Loes toevalligerwijs Thomas en Vanessa, haar twee Nederlandse klasgenootjes, en eenmaal terug in Nederland ontmoet ze in de eerste de beste supermarkt Thomas weer. Als ze dan in paniek naar haar kamer gevlucht is, ziet ze op de televisie haar moeder aan het werk in de Bijlmerbajes. Dat ruikt een beetje naar een overdosis toevalligheden. Daarom laat deze vaardig geschreven roman toch ook de indruk van een haastklus na.

Vergelijking van de recensies

De recensie die in de ‘Trouw’ heeft gestaan heeft geen duidelijke inleiding, dit in tegenstelling tot de tweede recensie, die uit het ‘Reformatorisch Dagblad’. De inleiding uit de tweede recensie is, naar mijn mening, best pakkend: je wil als lezer verder lezen. Ook geeft het enige blijk van autoriteit: de schrijver heeft onderzoek gedaan naar wat men van Dorrestein vindt, in binnen- en buitenland.
Ook de schrijver van de recensie in de ‘Trouw’ geeft blijk van autoriteit: hij vertelt nog een andere schrijver te kennen die wel met een wij-perspectief heeft gewerkt, namelijk van Hugo Claus. Beide schrijvers hebben duidelijk meer boeken van Dorrestein gelezen. Met name de schrijver van de eerste recensie lijkt erg veel over haar oeuvre te weten.
De hoeveelheid informatie over de inhoud van het boek die in de recensie staat verschilt erg. De recensie uit de Trouw vertelt wel erg veel over de verloop van het verhaal, terwijl het Reformatorisch Dagblad wat meer op de vlakte blijft. Jammer is wel dat de schrijver van deze recensie er meteen vanuit gaat dat de jongen die Loes ziet Thomas is, terwijl dat, volgens mij althans, slechts haar verbeelding is.
De recensie in het Reformatorisch Dagblad is erg overzichtelijk; je vind snel de informatie die je zoekt. In de recensie uit de ‘Trouw’ daarentegen staat alles erg door elkaar. Als je het leest lijkt het allemaal erg logisch, maar als je later iets snel probeert terug te vinden is dat nagenoeg onmogelijk.

Persoonlijk vind ik de recensie uit het ‘Reformatorisch Dagblad’ toch beter, met name omdat de samenvatting die wordt gegeven niet zo uitgebreid is. Als ik het boek nog niet had gelezen en de recensie uit de ‘Trouw’ zou lezen, zou ik er eigenlijk niet echt nieuwsgierig meer naar zijn. Bij de tweede recensie is dit anders.
Ook vind ik de inleiding van het ‘Reformatorisch Dagblad’ beter: als je dat leest, wil je best verder lezen. Het valt ook op doordat het dikgedrukt is. Ook vind ik de titel zeker toepasselijker, hoewel ook de titel van de tweede recensie van mij een andere titel had mogen hebben.
Wel jammer in de reformatorische recensie is het stukje over de overmaat aan scheldwoorden (het is mij niet eens opgevallen) en de talloze beschrijvingen van seks, maar ja, voor de doelgroep van dit dagblad is dat natuurlijk wél interessant.

Boekenquiz 8 vragen

Nieuw! Open vragen worden nagekeken door AI
In welke vorm zijn de hoofdstukken opgedeeld?
Hoe heet de jongen die nieuw in het dorp komt?
Wat is het moordwapen waarmee de vader van Thomas wordt vermoord?
Wat is de druppel waardoor Loes' gezin besluit te emigreren?
Wat zorgt ervoor dat Loes contact krijgt met haar omgeving op Lewis?
Nadat Loes uitschreeuwt dat ze iemand heeft vermoord, moeten ze noodgedwongen weer verhuizen.
Waarom gaat Loes (in eerste instantie) terug naar Nederland?
Wie heeft Thomas' vader vermoord?

REACTIES

P.

P.

het is met name een leuk boek

17 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.