De rode strik door Mensje van Keulen

Beoordeling 4.7
Foto van een scholier
Boekcover De rode strik
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 3e klas vmbo | 1553 woorden
  • 5 juni 2007
  • 5 keer beoordeeld
Cijfer 4.7
5 keer beoordeeld

Boekcover De rode strik
Shadow
De rode strik door Mensje van Keulen
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
A. Gegevens Titel: De rode strik
Auteur: Mensje van Keulen
Titelverklaring: In dit boek hebben Maria, Bee en de beestenman het over de rode strik in het haar van Bee. Hij vertelt dat de strik van een stroper rood kleurt als er een dier in vastzit. De beestenman loopt in de figuurlijke strik van de zusjes, wat zijn einde betekent. B. Keuze: Ik heb dit boek gekozen, omdat de tekst op de achterkant van het boek me wel aansprak, ik moest toch nog een boek lezen en dit sprak me aan dus ik dacht waarom ook niet. Verdar had ik nog nooit echt van deze schrijfster gehoord of iets gelezen, dus het leek me wel leuk. C. Samenvatting: Bee is geplaats in een inrichting. Maria Talberg, haar zus, komt haar regelmatig opzoeken. Maria vertelt Bee verhalen over vroeger over de dingen die ze samen meemaakten. Maria Talberg en Bee zijn zusjes. Maria is elf en Bee is negen. Marie hun moeder is vaak weg om te werken. En hun vader is weggelopen van huis toen Bee nog klein was. Samen met hun moeder wonen de meisjes in een flat. De zusjes spelen vaak buiten met de andere buurtkinderen en halen veel kattenkwaad uit. Maria neemt Bee vaak mee op sleeptouw, dit vindt ze niet altijd even leuk. En Bee hangt dus overal maar een beetje bij. Op een avond, als Bee en Maria al in bed liggen, komt er een man op bezoek. Hij blijft niet lang, maar de man komt daarna vaker op bezoek altijd al Maria en Bee in bed liggen. Ook is er opeens alcohol in huis, terwijl hun moeder dat niet graag drinkt. De man komt ook een keer kijken als Maria en Bee een spelletje aan het spelen zijn met de andere kinderen uit de buurt. Maria is blij als de man weer weg gaat. Tijdens de kerstdagen blijft de man eten. Hij wordt door hun moeder voorgesteld als “oom Leen”. De man is de neef van de vader van Maria en Bee. Maria mag de man gelijk niet. De man komt hierna steeds vaker op bezoek, hij pest Maria en Bee dan vaak. De man doet juist dingen waar Marie, de moeder van Maria en Bee, niet van houdt. Hij drinkt en rookt veel en hij praat plat. Maria vindt dat de man een vreemde geur om zich heen heeft. “oom Leen” vertelt dan dat hij in een dierenwinkel werkt. De zusjes vinden dat de man niks goed kan doen, ook al probeert hij nog zo aardig toe zijn, hij pikt hun moeder in en ze vinden hem een indringer. Ze noemen hem dan ook de Beestenman. De moeder van Maria en de Beestenman besluiten Maria naar een klooster te sturen, op aanbeveling van mere en Geuzau. Maria heeft namelijk “verkeerde” taal gebruik. Maria vindt het niet leuk dat ze naar het klooster moet. De Beestenman blijft nu ook doordeweeks slapen. Hij doet niks aan het huishouden, en hij discrimineert. Hij drinkt en rookt alleen maar. Op een avond als de twee zusjes in bed liggen praten ze over hoe de Beestenman dood moet, want ze haten alles aan hem. In de zomer vakantie gaan ze met z’n vieren op vakantie. De Beestenman drinkt en rookt dan alleen maar. De Beestenman en Maria’s moeder hebben vaak ruzie, Maria is dan ook bang dat hij haar moeder wat zal aandoen. In bed bespreken Maria en Bee hoe ze hem gaan vermoorden, ze weten nog niet helemaal hoe, maar ze zijn zeker van plan het te doen. Op een dag krijgt hun moeder een miskraam. De zusjes willen voorkomen dat het nog een keer gebeurt. Dus ze besluiten hem te vermoorden. Als de Beesten man op een avond dreigt Nino, het konijn van Bee en Maria, te vermoorden slaat Maria de Beestenman met een koekenpan, ze gooien hem van de trap en ze denken dat hij dood is. Later komt hij weer overeind, maar Maria schopt hem dood. Ze doen alsof het een ongeluk is. Door deze moord is Bee in een shock toestand terechtgekomen. Ze zit in een inrichting en zegt niets, dan neemt Maria Nino mee. Ze pakt Bee’s hand en aait daarmee. Maar Maria aait dan niet, het was Bee die Nino aaide. Tot de verbazing van Maria.
D. Personages: Maria Talberg: Zij is een bijdehand meisje van ongeveer 11 jaar. Ze heeft een zeer levendige fantasie en ze speelt een belangrijke rol tijdens de spelletjes op straat. Ze is een stoer meisje die niemand laat zien waar ze bang voor is. ze is totaal geen lieverdje. Ook pest ze haar zusje Bee regelmatig. Cornelia Talberg (Bee): Een rustig meisje van ongeveer 9 jaar, in tegenstelling tot Maria bemoeit ze zich maar zelden met de spelletjes van de kinderen in de buurt. Ze is totaal geen kinderachtig meisje, maar ze vindt wel veel dingen vies. Na de dood van oom Leen beland ze in een ernstige shocktoestand en komt in een inrichting terrecht. Leen Talberg (de Beestenman): Is een oudere neef van de vader van de zusjes en heeft in het Vreemdelingenlegioen gezeten, hij zit vol met tatoeages. Hij heeft een dierenwinkel waar hij alle soorten voer verkoopt, maar zijn echte inkomstenbron in de smokkel van de dieren vanuit het buitenland naar Nederland. Hij maakt wrede grapjes tegen de meisjes. Als ze op een kerkhof komen zegt hij dat er ook een kinderhoek is, hij noemt de leeftijden op en zegt dat er ook een meisje ligt dat Maria heet. Hij bemoeit zich met de school van Maria en noemt haar Bambi. Hij probeert wel aardig voor de meisjes te zijn, maar hij is precies het tegenovergestelde van de moeder van de zusjes en hij valt dan ook absoluut niet in de smaak bij de twee meisjes. Marie Talberg: Is de moeder van Maria en Bee. Ze werkt als schoonmaakster om in hun levensonderhoud te voorzien. Ze is een rustige vrouw die het al vroeg zonder haar man moest stellen. Marie is erg zorgzaam en lief voor haar kinderen. Als ze Leen net leert kennen, tut ze zich voor hem op en Maria kan dat maar niet begrijpen. Volgens haar is haar moeder steeds minder gelukkig. Genre: Roman. Schrijfstijl: Het boek is in makkelijke taal geschreven, je lees er zo doorheen, weinig moeilijke woorden en er worden korte zinnen gebruikt.
Ruimte: Plaats: Het verhaal speelt zich af in huis, de straat waar de kinderen spelen en het tehuis waar Bee in zit. Tijd: Het verhaal beslaat ongeveer één jaar en speelt zich af in Den Haag in de jaren vijftig. Echte aanwijzingen zijn daarvoor niet, maar wel kenmerkende zaken zoals het eten van ‘ouwel’ (snoepgoed), verwijzingen naar de oorlog die pas heeft plaatsgevonden. Vertelwijze: Er is een ik-verteller: Maria is degene die dit verhaal vertelt. Je ziet alles door haar ogen. Je komt dus veel over haar en haar gevoelens te weten. Dit betekent wel dat het heel moeilijk is om een realistisch beeld van de andere personen te vormen. De mening van Maria wordt door dit vertelperspectief ook de mening van de lezer. Thematiek: De zusjes Maria en Bee Talberg willen hun moeder Marie niet delen met de beestenman. Ze willen haar voor zich alleen. Plaats in literatuurgeschiedenis: Het verhaal speelt zich af vlak na de 2e wereldoorlog. E. Beoordeling: Ik vond het een leuk boek om te lezen, het was niet realistisch, dus toch weer heel anders als de boeken die ik al heb gelezen. Maar ook dit is leuk om te lezen, er zat een goed verhaal in. F. Verwerkingsopdracht: Leg uit waarom het verhaal spannend of juist heel voorspelbaar en saai is. Beschrijf de spannendste of voorspelbaarste en saaiste momenten en maak duidelijk wat er zo spannend of voorspelbaar/saai aan is. Ik vind het verhaal spannend, maar ook voorspelbaar, het is juist helemaal niet saai! Dat Maria de Beestenman doodslaat is best spannend maar ook voorspelbaar, Maria en Bee zitten daar al een tijdje over te praten en te bedenken hoe. Uiteindelijk gebeurt het toch dat Maria de Beestenman dood schopt. Dat is een spannend stukje uit het boek. Maar er zijn veel meer spannende momenten.
G. Informatie over de auteur: Mensje van Keulen werd op 10 juni 1946 geboren in Den Haag als Mensje Francina van der Steen, roepnaam Mennie. Ze heeft een zoon en woont in Amsterdam. Van 1970 tot 1972 was ze redacteur van Propria Cures waarvoor ze schreef en literaire en politieke cartoons tekende. Hierna maakte ze tezamen met o.a. Gerrit Komrij, Theo Sontrop en Martin Ros acht jaar deel uit van de redactie van het literaire tijdschrift Maatstaf. Haar eerste verhaal (Een bruiloft) werd gepubliceerd in 1969 in Hollands Maandblad. Haar debuut Blekers zomer verscheen in 1972. Met de woorden: ‘Dit is het,’ begon de eerste recensie (door K.L. Poll in NRC Handelsblad) op deze bejubelde en al vele malen herdrukte roman die inmiddels tot de klassieken in de Nederlandse literatuur wordt gerekend. In het autobiografische Olifanten op een Web (1997), dat Mensje naar aanleiding van de dood van haar moeder schreef, is veel over haar jeugd, latere belevenissen en haar schrijverschap te vinden. • Zilveren Griffel (1986) • Nienke van Hichtumprijs (1991) • Vlag en wimpel (1993) • Longlist Libris-Literatuurprijs (2002) • Shortlist Ako-Literatuurprijs (2003) • Annie Romeinprijs (2003) • Longlist Libris-Literatuurprijs (2004) Mensje van Keulen was in augustus 2001 de eerste gesprekpartner van Adriaan van Dis in het programma Zomergasten van de VPRO.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De rode strik door Mensje van Keulen"