Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De rode strik door Mensje van Keulen

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
Boekcover De rode strik
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 2161 woorden
  • 15 december 2002
  • 15 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
15 keer beoordeeld

Boekcover De rode strik
Shadow
De rode strik door Mensje van Keulen
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1. Zakelijke gegevens Auteur: Mensje van Keulen
Titel: De rode strik
Jaar van uitgave: 1997
Druk: 3e druk
Plaats van uitgave: Amsterdam
Uitgever: Atlas
Jaar van de eerste druk: 1994
Aantal bladzijden: 205 2. Korte introductie 2.1 Korte samenvatting Maria en Cornelia ‘Bee’ Talberg leiden samen met hun moeder een gelukkig leven, totdat zij een vriend krijgt. De meisjes noemen hem al snel ‘de beestenman’. Hij pest de zusjes en lacht ze uit. Dit wordt op den duur zo erg dat ze hem gaan vermoorden. 2.2 Waarom ik dit boek gelezen heb Ik heb dit boek niet met een bepaalde reden gelezen. Ik zag het staan in de bibliotheek en las de achterkant. Het leek me wel een leuk boek, dus heb ik het gelezen.
2.3 Wat wist of kende ik al van schrijver en onderwerp Van de schrijver wist ik eigenlijk niets. Wel wist ik ongeveer waar het boek over ging. 3. De hoofdpersonen 3.1 De personen Maria Talberg
Maria is een meisje van elf jaar, maar lijkt al een stuk volwassener in het verhaal, omdat ze rookt, en soms ook drinkt. Ze is bepaald geen lieverdje en ze speelt veel buiten met haar zusje en met de buurtkinderen. Dan halen ze vaak kattenkwaad uit. Ze houdt erg van dieren, en krijgt daarom samen met haar zusje Bee een konijntje, Nino. Ze vindt Bee vaak irritant, maar toen Bee in de inrichting zat was ze er ook heel erg zorgzaam voor. Ze kan goed opschieten met haar moeder waar ze zelden ruzie mee heeft. Ze vindt de beestenman een indringer, en ze vindt hem vies, eng en wilde gewoon dat hij zou ophoepelen. Verder is ze bang voor de oorlog, voor pijn, voor de dood, en bang dat haar moeder iets zou overkomen. Maria is in het verhaal de verteller, de
ik- persoon, en dus erg belangrijk. Cornelia Talberg
Maria noemde haar vanaf haar geboorte Bee (van baby) en dat is nooit meer veranderd. Sindsdien noemt iedereen haar Bee. Ze is een nogal stil meisje van negen jaar. Ze hangt heel erg aan haar twee jaar oudere zus Maria. Ze houdt ook erg van dieren maar is doodsbang voor wormen. Ze heeft lang krullend haar. Meestal doet ze voor spek en bonen mee met spelletjes, omdat ze nog te klein is in de ogen van de andere kinderen. Ze heeft altijd een strik in haar haar, en als je die los trekt wordt ze woedend. Ze heeft een redelijk goede relatie met haar zus Maria. Ze hebben soms kleine ruzietjes, maar dat is normaal bij zusjes. Ook hangt ze erg op haar zus, die ze waarschijnlijk als voorbeeld ziet. Met haar moeder heeft ze een gewone moeder en dochter relatie, en net als haar zus haat ze de beestenman, maar hier merk je minder van, omdat je haar gevoelens en gedachtes niet ziet. Dus je kan je niet helemaal in haar inleven. Marie Talberg
Marie is een vrouw van ongeveer dertig à vijfendertig jaar. Ze heeft twee dochters; Maria en Bee. Haar man is weggelopen na de geboorte van Bee, en later krijgt ze een relatie met Leen Talberg, de neef van haar ex-man. Ze zingt graag, maakt bijna nooit ruzie en vloekt nooit. Ze werkt als schoonmaakster in een kantoor. Ook is ze altijd heel aardig en zorgzaam tegenover haar kinderen, en ze houdt niet van mensen die plat praten, alcohol drinken of roken. De beestenman doet dit allemaal, maar toch valt ze op hem. Eerst lacht ze veel om Leen, maar later niet meer, en later maakt ze ook steeds vaker ruzie met hem, wat ze vroeger ook bijna nooit deed. Leen Talberg (de beestenman) Leen is een man die heel erg grof, vies, pesterig, spottend, gemeen, jaloers en achterbaks is. Hij is groot en breed, en heeft veel tatoeages. Toen hij Marie pas ontmoet had, was hij nog netjes, aardig en hij gedroeg zich beschaafd. Naarmate ze langer bij elkaar waren werd hij steeds grover, werd steeds minder beschaafd, en deed steeds minder in het huis. Hij liet gewoon winden in huis, maakte zijn bed nooit op, en ruimde ook nooit was op. Hij vindt de twee meisjes wel leuk, en probeert bevriend met hen te raken door ze vaak geld te geven en aardige dingen te zeggen. Maar dit vatten ze juist niet goed op. Later begint hij de meisjes steeds meer te pesten. Hierdoor kregen ze een hekel aan hem. Hij werkt in een dierenwinkel. Daarom gaan de meisjes hem de beestenman noemen. Hij houdt wel van Marie, maar laat dit niet echt blijken. Hij is ook erg jaloers, want als er een oude kennis van Marie langskomt jaagt hij hem meteen weg.
3.2 Types Maria is in mijn ogen een meisje dat heel zorgzaam is, maar van de andere kant ook heel stoer wil lijken in de ogen van anderen. Van Bee heb ik niet echt een indruk gekregen in het boek. Alleen dat ze heel stil is. Van Marie heb ik dat ook niet echt. Er komt alleen naar voren dat het een nette vrouw is die heel vrolijk is en ook zorgzaam is voor andere mensen. Leen is een hele vieze, enge man met flauwe humor. Hij pest andere mensen veel. Ook is hij heel erg jaloers. 3.3 Mijn mening Ik vind dat ze familie ernstige problemen had. Leen verpestte de hele sfeer in huis en niemand durfde er eigenlijk iets van te zeggen, of hem uit huis te zetten. Omdat niemand er iets van zegt loopt het steeds verder uit de hand. Zelf zo erg, dat Maria hem vermoordt. Ik had er wel iets van gezegd en hem zeker niet vermoord. De meest sympathieke persoon vind ik Maria, omdat zij voor haar familie opkomt door de beestenman te vermoorden. De meest onsympathieke man vind ik Leen. Hij verpestte de hele sfeer in huis en wilde zich aan niemand aanpassen. 4. De tijd 4.1 Historische tijd Het verhaal speelt zich af rond de jaren ’55- ‘60. Dat zie je aan de manier hoe er met de oorlog wordt omgegaan. Je ziet dat er niet heel lang geleden een oorlog is geweest, maar Maria en Bee hebben het zelf niet meegemaakt. Ze zijn er wel heel erg bang voor. Je ziet dat ze al redelijk modern zijn, maar nog niet zo modern als nu, bijvoorbeeld aan de spelletjes die ze op straat doen, de snoep die ze eten (ouwel). Aan dat soort dingen zie je ook dat het rond de jaren ‘55- ’60 afgespeeld moet hebben. Ze kregen toen nog les van de nonnen, wat nu helemaal niet meer gebeurt in Nederland. 4.2 Belang verhaal Doordat Maria en Bee bang zijn voor de oorlog maakt het het verhaal een stuk spannender. Ook is het leuker om te lezen hoe het was om les te krijgen van nonnen, dat maakt het verhaal een stuk aparter. 4.3 korte schets n.v.t. 5. De plaats van handeling 5.1 Plaats De eerste paar bladzijdes spelen zich af in de Sint-Theresia inrichting, waarin Bee geplaatst is nadat ze in shock geraakt is. Dan speelt het verhaal zich af in huis en op straat ergens in Nederland. Er wordt niet een exacte plaats genoemd. Wel is duidelijk dat ze niet ergens in het zuiden wonen, omdat dat in hun ogen heel ver weg is en omdat ze daar een week op vakantie zijn geweest. De laatste paar bladzijdes spelen zich weer af in de Sint-Theresia inrichting. 5.2 Belang verhaal De Sint-Theresia inrichting is van belang, doordat je dan beter kan zien dat Bee in een inrichting is gekomen na de shock. Dat ze niet uit het zuiden komen is ook leuk, omdat dun buurvrouw ergens halverwege het verhaal muziek buiten zet en carnaval gaat vieren. In eerste instantie vindt iedereen dat gek, maar later doet iedereen mee.
5.3 omstandigheden Het speelt zich af in drukke straat met flats en een paar winkels. Ook loopt er een tramrails door de straat waar al een paar ongelukken op zijn gebeurd. Het verhaal is verdeeld over het hele jaar. Ze spreken over een zomer, dat ze in korte broeken lopen, en over winter, dat ze met dikke jassen aan de straat op gingen en rookten om zichzelf warm te houden. 6. Het vertellers standpunt Het is een ik-verhaal. De ik-persoon is Maria Talberg. 7. Wat het verhaal de lezer wil zeggen Er wordt niet echt een duidelijke boodschap overgebracht op de lezer, dus ik kan dit niet omschrijven. 8. Zou je nog eens een verhaal of boek willen lezen… 8.1 De schrijver Ik zou nog wel een boek van deze schrijver willen lezen. Ik vond het verhaal namelijk best wel mooi en gedetailleerd verteld. 8.2 De tijd Ik weet niet of ik nog een verhaal over die tijd zou willen lezen, want de tijd speelt in het boek niet echt een belangrijke rol. 8.3 Plaats Ook dit weet ik niet, want dit speelde ook geen belangrijke rol. 8.4 Onderwerp Over het onderwerp zou ik nog wel een keer willen lezen. Het is een leuk thema waarin veel afwisseling mogelijk is. 9. De titel e.d. 9.1 Titelverklaring In het boek hebben Maria, Bee en de beestenman het over de rode strik in het haar van Bee. Hij vertelt dat de strik van een stroper rood kleurt als er een dier in vastzit. De beestenman loopt in de figuurlijke strik van de zusjes, wat zijn einde betekent.
9.2 ondertitel n.v.t. 9.3 Motto n.v.t. 10. De auteur 10.1. Een korte levensloop Mensje van Keulen werd op 10 juni 1946 geboren in Den Haag als Mensje Francina van der Steen, roepnaam Mennie. Ze heeft een zoon en woont in Amsterdam. Van 1970 tot 1972 was ze redacteur van Propria Cures waarvoor ze schreef en literaire en politieke cartoons tekende. Hierna maakte samen met o.a. Gerrit Komrij, Theo Sontrop en Martin Ros acht jaar deel uit van de redactie van het literaire tijdschrift Maatstaf. Haar eerste verhaal (Een bruiloft) werd gepubliceerd in 1969 in Hollands Maandblad. Haar debuut Bleekers zomer verscheen in 1972. Met de woorden:'Dit is het.' begon de eerste recensie (door K.L. Poll in NRC Handelsblad) op deze bejubelde en al vele malen herdrukte roman die inmiddels tot de klassieken in de Nederlandse literatuur wordt gerekend. 10.2 Gebeurtenissen uit het leven van de schrijver die verband houden met dit boek n.v.t. 10.3 Andere werken - Bleekers Zomer (roman; 1972) - Allemaal tranen (verhalen; 1972) - Van Lieverlede (roman; 1975) - De avonturen van Anna Molino (schelmenballade; 1979) - Overspel (roman; 1982) - De Ketting (verhalen; 1983) - Tommie Station (1985) - Engelbert (roman; 1987) - Polle de orgeljongen (1987) - Vrienden van de maan (1989) - Van Aap tot Zet (gedichten 1990) - De lach van Schreck (reisverhalen; 1991) - Meneer Ratti (1992) - Geheime Dame (biografie over Maarten 't Hart als dame; 1992) - De rode strik (roman; 1994) - Snottebel Lies (gedichten 1994) - Pas op voor Bez (1996) - Olifanten op een web (autobiografische roman; 1997) - Het vroege werk (heruitgave van werk uit de jaren zeventig; 2000) - Tien stoute katjes (aftelvers 2000) - De gelukkige (roman; 2001) 11. Plaatsing van je boek in de literatuurgeschiedenis Het boek dat ik gelezen heb hoort thuis in de periode na 1980.
12. Lange samenvatting van de inhoud In het eerste hoofdstuk bezoekt Maria talberg haar zusje. Daar eindigt het verhaal ook. In die tussenliggende hoofdstukken wordt uitgelegd waarom Bee, haar zusje, in dat tehuis zit. Maria leidt een behoorlijk zelfstandig leven omdat haar moeder al vroeg weg moet om een kantoor schoon te maken. Haar vader is weggelopen en verder heeft ze alleen nog een vervelende nicht die in een saai dorp woont. Zij en haar zusje trekken veel met de buurtkinderen op. Wanneer haar moeder met een nieuwe vriend komt aanzetten zijn Bee en zij daar niet blij mee. Ze noemen hem al snel de beestenman, omdat hij een winkel heeft met dierenbenodigdheden, maar ook omdat hij zelf een beest van een man is. De beestenman komt steeds vaker en neemt hun ook mee op vakantie. Bee en Maria verzetten zich in stilte steeds meer tegen zijn opdringerige en luidruchtige manier van doen. Al vrij snel vinden ze dat hij weg moet, het liefst dood. Ze bidden en smeken om zijn dood, als dat niet helpt blijkt Maria in staat te zijn om hem te vermoorden. Haar moeder krijgt tijdens het eten een bloeding en moet naar het ziekenhuis. Bee en Maria weten niet wat er aan de hand is en geven de beestenman de schuld, ze denken dat hun moeder dood gaat. Wanneer hij ’s avonds thuiskomt en het konijn van hun de nek om wil draaien slaat Maria met een pan op zijn hoofd. Hij stort in elkaar en ze sleurt hem samen met Bee de gang in en laat hem daar van de trap rollen. Zo willen ze laten lijken dat hij van de trap is afgevallen. Bee gaat daarna naar bed en Maria gaat tv kijken. Ineens staat Bee te schreeuwen en ziet ze de beestenman omhoog komen. Ze doet haar hand voor Bee’s gezicht en begint op zijn hoofd te trappen. Hij valt weer naar beneden en Maria belt mevrouw Mees, de buurvrouw. Die regelt verder alles. Bee heeft sinds de gil niets meer gezegd. 13. bronvermelding www.mensjevankeulen.nl
www.scholieren.nl

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De rode strik door Mensje van Keulen"