Genre: realistische zedenroman
Samenvatting:
Flaubert schildert het leven van Emma, een dweperige jonge vrouw, ontevreden in haar huwelijk met een allesbehalve boeiende plattelandsarts, Charles Bovary; zij geeft haar romantische dromen voedsel door sentimentele, schilderachtige boeken te lezen die in verre landen spelen, zoals die van Walter Scott. In de hoop dat ze de onbeduidende werkelijkheid van haar leven in de provincie kan ontvluchten, neemt ze een minnaar, Rodolphe, grondbezitter en een grote verleider, die echter binnen korte tijd erg moe is van haar geëxalteerde passie, en haar verlaat. Zij voelt zich afgewezen en gaat een tweede verbintenis aan, nu met de jonge Léon, die op zijn beurt genoeg krijgt van haar grillen en nukken. Intussen is ze bezig schulden te maken zonder dat haar man daarvan iets merkt, om zich weelderige en overbodige kleding aan te laten meten. In het nauw gedreven door de schuldeiser, in de steek gelaten door haar twee minnaars, en zonder dat ze nog enige illusie overgehouden heeft, maakt ze ten slotte een einde aan haar leven door arsenicum in te nemen, onder de ogen van haar echtgenoot die in al zijn onmacht de enige man is die werkelijk van haar gehouden heeft. De dood van Emma heeft, in de woorden van Flaubert, niets van een aangrijpende sterfscène om een fatale liefde, omdat haar zelfmoord ook een laag-bij-de-grondse reden heeft, haar schulden; zo sluit hij meteen alle romantische verklaringen van zijn verhaal uit.
Bron:
Charles Bovary werd geboren als de zoon van een manufacturier-dochter en een gewezen assistent-bataljonsarts. Hij werd als kind verwend met zoetigheid door zijn moeder en moest van zijn vader een harde, Spartaanse opvoeding krijgen. Pas op zijn twaalfde kreeg Charles voor het eerst les en wel van de pastoor. De lessen hadden weinig effect, omdat ze onregelmatig en kort waren. Op een bepaald moment wist zijn moeder zich door te zetten en hij mocht eindelijk naar het college in Rouen. Hij was geen buitengewone leerling, hij deed wat hij moest ten alle tijden. Later ging Charles Bovary medicijnen studeren, hij ronde deze studie dusdanig af, dat hij alleen geneesheer op het platteland mocht zijn. Hij ging praktijk uitoefenen in Tostes, omdat daar een oude arts woonde die van plan was ermee te stoppen. Zijn moeder vond ook een vrouw voor hem, een deurwaardersweduwe uit Dieppe, mevrouw Dubuc. Zij was een nogal veeleisende vrouw en het koste Charles enige moeite om haar alle aandacht te schenken. Op een dag leert hij Emma Rouault kennen, zij is de dochter van een patiënt, en hij valt meteen voor haar charmes. Ook zij ziet hem wel zitten. Charles vrouw was er ook nog. Zij overleed naar een hevige ruzie met Charles ouders. Eindelijk kon Charles doen en laten wat hij wilde en ging dus ook vaak bij Emma op bezoek. Na zijn rouwperiode trouwden ze. Emma was niet gelukkig en werd heel erg depressief. Charles dacht dat het aan de omgeving lag en ze gingen samen verhuizen naar Yonville-l'Abbaye. Charles en Emma kregen een dochtertje Berthe, maar dit mocht niet baten. In dit dorp hield Emma er uiteindelijk een paar relaties en een hele boel schulden op na, toen zij overleed, nadat ze arsenicum had ingenomen. Niet lang daarna overleed ook Charles. De opvoeding van de toen nog erg jonge Berthe werd overgenomen door een tante.
Bron: http://www.linkplein.com/madamebovary.html
Ruimte:
Het verhaal speelt zich af in Normandië, Frankrijk. Het begin speelt zich af op het platteland van Tostes, waar Emma woont met haar vader. Het grootste gedeelte van het verhaal speelt zich af in Yonville l`abbaye (een klein dorpje) en in de tijd dat zij daar wonen, maakt Emma vaak uitstapjes naar Rouen, omdat Leon daar woont.
Tostes en Yonville l`abbaye zijn plattelandsdorpen. Dit zijn de woonplaatsen van Emma en Charles Bovary. Dat het plattelandsdorpen zijn, is een belangrijk gegeven, want dit is de oorzaak van Emma’s frustratie. Het platteland biedt niet de mogelijkheden die een grote stad zoals Parijs (waar Emma zo naar verlangt) wel kan bieden. De reden dat zij in plattelandsdorpen wonen is dat Charles een plattelandsdokter is. Hij mag zijn ambt enkel beoefenen op het platteland.
Verhaalfiguren:
Emma is de dochter van een boer, haar moeder is overleden tijdens haar jeugdjaren. Ze heeft gedurende haar jonge jaren in een klooster gezeten waar zij naar school ging. Emma leest romannetjes (die haar verlangen naar passie aanwakkerde en zo de rest van haar leven zou beïnvloeden)
Emma is een jonge, knappe, enthousiaste en temperamentvolle vrouw die het plezier van het leven wil leren kennen, waaronder de liefde, theater en het sociale leven. Snel na haar huwelijk met Charles begint zij zich te vervelen, want ze wil avontuur, ergens anders heen naar extreme bestemmingen. Ze is wanhopig op zoek naar een echte ‘opwindende’ liefde, zoals in de boekjes die ze las in het klooster. Emma wil ook een goede moeder, en een lieve echtgenote zijn, maar ze is een nalatige moeder en een overspelige en ontevreden echtgenote.
Emma acht Charles verantwoordelijk voor haar ongelukkig bestaan. Ze beklaagt zich nogal.
Charles Bovary:
Charles is een simpel, eerlijk, oprecht en aardig persoon. Hij is plattelandsdokter en hij heeft het beste met iedereen voor, maar in Emma`s ogen kan hij niets goed doen. Charles is een liefhebbende man en hij vertrouwt Emma en houdt oprecht van haar. Hij heeft dan ook niets in de gaten wanneer Emma vreemd gaat. Charles is vergevingsgezind en goedgelovig, want na Emma haar dood toen hij de brieven van Leon vond, sprak hij geen kwaad woord over haar.
Bij-figuren:
Leon: Dit is de eerste buitenechtelijke liefde van Emma. Toch is hij de tweede man waar ze een buitenechtelijke relatie mee aangaat, want ze koesteren eerst een vriendschap. Hij is een fijne man en ook erg charmant. Hij is oprecht en toont interesse in dezelfde zaken als Emma. Net zoals Emma is Léon op zoek naar zichzelf. Voor Léon is Emma de perfecte onbereikbare vrouw. Hij laat haar in de steek om te gaan studeren in Parijs. Na een tijdje brengt het lot hen weer bij elkaar in Rouen, waarna ze een relatie aangaan.
Rodolphe: Emma’s eerste buitenechtelijke partner. Hij gebruikt haar enkel voor zijn plezier. Haar gevoelens interesseren hem totaal niet, en hij is haar eigenlijk liever kwijt dan rijk, op de seks na. Zij kijkt naar hem op, ze vindt hem verfijnd, en hij geeft haar de spanning waar zij zo naar verlangt. Emma kan het zo goed met hem vinden omdat ze beiden verveeld zijn door het plattelandsleven.
Hij houdt er, voor die tijd, controversiële meningen op na, en deinst er niet voor terug om de dorpspastoor de kast op te jagen. Homais is het tegenovergestelde van Emma; het aardse, rationele.
De blinde: Hij vertegenwoordigt, volgens mij, de angst van alle personages, het onbekende.
Alle personages verlangen wel naar iets, maar slechts enkelen slaan erin dat verlangen te vervullen, hiervoor moeten zij een angst overwinnen. Emma’s angst is die voor het onbekende, en eenzaamheid. ze durft niet alleen weg te vluchten. Om deze angst te verdoven ruïneert ze Charles vermogen.
Homais kan wél zijn lust naar roem stillen, maar pas als hij de blinde heeft “uitgeschakeld”.
Daarnaast heb je nog andere dorpsfiguren zoals de min, Binet, Felicite (die het huishouden doet bij het gezin Bovary), Justin, Lheureux,…
Vertelwijze:
Eerst vertelt Flaubert in de wij-vorm, vanuit het perspectief van de klasgenootjes van Bovary.
Dan, na een paar bladzijden schakelt hij haast onopmerkelijk over op een auctoriale verteller. Hij is geen personage in het verhaal, en nergens, maar dan ook nergens merk je de verteller zijn mening of gedachtegoed op (de eerste bladzijden buiten beschouwing gelaten)
Motieven:
Onvervulde verlangens en onbeantwoorde romantische hartstocht: Emma leest romannetjes waarin liefde, hartstocht en spanning in naar voren komen. Zij wil dit ook, want zij vindt haar leven op het platteland maar saai en ze is ook niet tevreden over haar huwelijk. Deze onvervulde verlangens leiden tot: wanhoop, buitenechtelijke relaties, frustraties en teleurstellingen.
Minachting: Ze minacht Charles en haat hem. Zij acht hem verantwoordelijk voor haar ongelukkig bestaan.
Overspel: Emma probeert haar verlangens te koesteren bij een andere man.
Hulpeloze liefde: Charles houdt oprecht van Emma en heeft niet door dat zij hem bedriegt.
Roem: Charles wil bekend worden en aanzien verwerven dit probeert hij bijvoorbeeld met Hippolytes operatie. Ook Homais streeft naar roem. Hij doet alles voor dat erekruis, en als de blinde zijn zaak in slecht daglicht te stelt schrijft hij zes maanden aan een stuk artikelen naar de krant over de blinde, waarin hij deze arme stakker beschuldigd van allerlei criminele praktijken. De arme blinde wordt opgesloten in een gesticht.
Thema:
Het thema van dit boek is de werkelijkheid versus illusie. Het verhaal vertelt hoe Emma gekweld wordt door haar eigen illusies. Emma heeft grootse idealen over de liefde, ze wil zoveel bereiken. Maar in de werkelijkheid weet ze dat het niet kan omdat ze getrouwd is. Emma leeft letterlijk in de dagelijkse wereld, maar haar geest is in de droomwereld.
Titelverklaring:
Het verhaal gaat over Emma die trouwt met Charles Bovary, waardoor zij madame Bovary wordt. In het verhaal lees je (bijna) alleen de gevoelens en de gedachtes van Emma.
Schrijfstijl:
De auteur:
Gustave Flaubert (1821-1880)
De vader van Gustave Flaubert komt uit een familie uit de champagne waar men generaties lang het beroep van veearts of stalmeester uitoefende. Zijn grootvader is op het nippertje ontkomen aan deportatie, een straf hem opgelegd tidens de Revolutie vanwege zijn weinig burgerlijk gedrag. Vader Archille Cleophas heeft al jong gekozen voor de medicijnenstudie. Hij is een briljante student, zozeer dat zijn chef het beter vindt hem uit Parijs weg te sturen naar Rouen waar hij werk vindt in het ziekenhuis Hôtel- Dieu. Rouen is een welvarende industriestad gelegen aan de Seine, beroemd door de gothische kathedraal en als belangrijk cultureel centrum. Daar wordt hij verliefd p Anne Caroline Fleuriot, het nichtje van zijn chef Laumonier. Het huwelijk vindt plaats in 1812 en een jaar later wordt hun zoon Archille geboren, de trots van het echtpaar. Dan worden enkele kinderen geboren die al heel vroeg overlijden. Inmiddels is vader Archille Cleophas hoofd geworden van het ziekenhuis en de familie neemt zijn intrek in een zijvleugel. Als Anne Carolien in 1821 weer in verwachting is, hoopt iedereen op een meisje, maar de teleurstelling dat het een jongen is- Gustave-, wordt verborgen. Tenslotte wordt in 1824 Caroline geboren met wie Gustave zich heel nauw verbonden voelt. Vader Flaubert is een zeer gewaardeerde arts, hij wordt zelfs lid van de Academie van Wetenschappen. Hij is een autoritaire man, die al zijn hoop heeft gevestigd op zijn oudste zoon, die dan ook in de voetsporen van zijn vader zal treden.
Al vanaf zijn kindertijd voelde hij de eentonigheid van het leven in de provincie, en die sfeer stond hem nog bij tijdens het schrijven van Madame Bovary (1857) en Le dictionnaire des idées reçues (postuum, 1911). Hij probeerde de verveling te verdrijven door zich al op heel jonge leeftijd op de literatuur te storten. Vanuit die ervaring schreef hij zijn eerste teksten al toen hij nog op het lyceum zat, de meeste met een sombere, melancholieke boventoon. Mémoires d'un fou, geschreven in 1838 en postuum uitgegeven in 1900, was het eerste werk waarin hij autobiografisch probeerde te schrijven. Zonder geestdrift of toewijding begon hij aan de rechtenstudie in Parijs die hij moest opgeven voordat hij die had afgerond, toen hij in de loop van het jaar 1844 getroffen werd door een zenuwziekte. Van deze ziekte bleef hij last ondervinden tot het eind van zijn leven, maar hij kon zich daardoor wel volledig wijden aan de letterkunde.
Als jong rentenier leefde hij van toen af aan een teruggetrokken bestaan in Croisset, een plaatsje dichtbij Rouen, waar zijn familie een landgoed gekocht had. Deze tijd zonder reguliere bezigheden gebruikte hij om de eerste versie van L'éducation sentimentale af te maken. Over zijn afzondering, besteed aan de letterkunde, zijn verhalen ontstaan die van Flaubert een soort van kluizenaar hebben gemaakt, of een benedictijner monnik toegewijd aan de letteren. Flaubert stond bekend als een zeer erudiete man, iemand die ongelooflijk hard kon werken en die strenge eisen stelde op het gebied van de esthetiek. Inderdaad verliet hij zijn woonplaats Croisset, en zijn schrijftafel, nog slechts voor een paar verre reizen, de eerste naar het Midden-Oosten met zijn vriend Maxime du Camp (1849–1851), en later naar Algerije en Tunesië (1858). Maar ook verbleef hij nu en dan voor langere tijd in Parijs waar hij verkeerde in kringen van letterkundigen. Hij isoleerde zich dan misschien tot op zekere hoogte, maar dat belette hem niet een trouwe vriend te zijn, getuige de briefwisseling die hij onderhield met zijn vrienden en in het bijzonder met Louise Colet – die hij leerde kennen in 1846 en die zijn minnares zou blijven tot 1854 –, maar ook met George Sand, Théophile Gautier en Guy de Maupassant. Deze briefwisseling is zeer omvangrijk; de inhoud is ontroerend en van hoog geestelijk niveau. Zij is bovendien een rijke bron van biografische gegevens die een verhelderend licht kunnen werpen op zijn literaire werken.
In zijn loopbaan als schrijver heeft Flaubert bepaald ook mislukkingen gekend: noch met L'éduction sentimentale, noch met La tentation de saint Antoine, noch met Le candidat heeft hij de weg naar het grote publiek gevonden. Met Madame Bovary echter behaalde hij veel succes wegens het schandaal eromheen; Salammbô, het historische verhaal over Carthago, werd ook goed ontvangen door het publiek, maar systematisch afgekraakt door de meeste critici, Sainte-Beuve voorop.
Een ander beeld dat men Flaubert in de schoenen schoof – al tijdens zijn leven, en tegen wil en dank –, was dat van de leider van de realistische school. Inderdaad heeft hij, net als Balzac, de sociale en historische werkelijkheid als object gekozen voor zijn studies. Hij was erop uit om ‘de werkelijkheid te tonen zoals zij is’, en baseerde daartoe zijn werk als schrijver op een bewonderenswaardige eruditie; voor Salammbô bij voorbeeld heeft hij lange tijd grondig onderzoek gedaan om belangrijk documentatiemateriaal te verzamelen. Hij is wellicht de patroon van een paar jonge schrijvers geweest, vooral van Guy de Maupassant, maar heeft zich toch juist omdat hij zich bewust was van het complexe karakter van zijn eigen creatief proces, altijd gedistanciëerd van de betiteling ‘voorman van het realisme’. In een brief aan George Sand, gedateerd 6 februari 1876, schreef hij zelfs: ‘En let wel, ik verfoei dat wat ze tegenwoordig allemaal het ‘realisme’ noemen, ook al maken ze van mij een van de pausen ervan’.
Uit de inspiratie van de realistische ader zijn de romans voortgekomen waarin nadrukkelijk de grauwheid en de middelmatigheid van het hier en nu worden beschreven, zoals Madame Bovary (1857), L'éducation sentimentale (1869) en Bouvard et Pécuchet (1881), terwijl Salammbô (1862) La tentation de saint Antoine (1874) en Trois Contes (1877), horen bij de romantisch geïnspireerde ader. In de drie laatste werken wordt de macht van de menselijke hartstochten beschreven, en de grenzenloosheid van het verleden. Men mag dus beslist niet beweren dat Flaubert, chronologisch gezien, zich ontwikkelde van de romantiek naar het realisme: deze twee stromingen bestaan in hem naast elkaar, tot in zijn latere werk.
Realisme
Beoordeling:
Het boek geeft een zeer realistisch beeld weer van het leven op het platteland van Normandië. Doordat het boek zo realistisch is geschreven, kon ik mij de passages heel goed inbeelden en kon ik mij verplaatsen in Madame Bovary. Ik vond het een zeer interessant verhaal, want ik was constant geboeid om verder te lezen. Het verhaal zou zich nu ook nog af kunnen spelen, want tegenwoordig zijn er nog steeds ongelukkige huwelijken en overspel. Dit had voor mij een positieve werking op het verhaal.
Ik vond de passages waarin Emma afsprak met Rodolphe het indrukwekkendst, want wanneer ik het las `voelde` ik Emmas geluk. Je merkte dat Emma blij en gelukkig was zonder dat je las dat het zo was.
Ik had af en toe wat moeite met het woordgebruik, want het boek is al enigszins verouderd met verouderde woorden die in het dagelijkse taalgebruik niet meer worden gebruikt. Dit bemoeilijkte soms het lezen, maar na een tijdje was ik eraan gewend. Ik vond het eind niet goed bij de rest van het verhaal passen, want het hele verhaal door wordt alles uitvoerig beschreven en werd er voor elke gebeurtenis `de tijd genomen` in tegenstelling tot het slot. Ik had het idee dat het verhaal abrupt afliep, dit had uitvoeriger gemogen naar mijn mening.
Het boek is herhaaldelijk verfilmd. De bekendste dateren van 1933 van Jean Renoir en van 1949 van Vincente Minelli. Een originele kijk gaf de Russische verfilming, maar de meest recente film is die van Claude Chabrol, die heel dicht bij het oorspronkelijke verhaal blijft. Ik heb nog niet de film in zijn geheel gezien, alleen een klein stukje.
Ik vind het thema van het boek goed gekozen, want het is een onderwerp dat niet tijdgebonden is. Zolang er mensen zijn geweest, zijn er dromen geweest en dit zal ook altijd zo blijven. Doordat mensen allemaal dromen hebben, is dit boek heel herkenbaar voor een ieder. Dat Emma ongelukkig is over haar huwelijk en buitenechtelijke relaties aan gaat, is iets dat nu ook nog steeds gebeurt. Vandaag de dag zijn er mensen die ontevreden zijn over hun huwelijk en er zijn genoeg mensen die buiten hun partner om een andere partner hebben. Dit zorgt ook voor herkenbaarheid en dit zorgt er voor dat je je beter kunt verplaatsen en inleven in het verhaal.
Al met al vind ik dit een goed boek, want je kunt je goed inleven in Emma, het verhaal geeft een herkenbare situatie weer en je wordt volop geboeid door de gebeurtenissen.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden