Sonst bist du dran! door Renate Welsh

Hoofdpersoon: Michel:

Klasgenoot Arnold word op de wc met zijn hooft in de wc-pot gesopt door 5 a 6 klasgenoten
De pestkoppen zijn Bertram en Klaus.

Klasgenoten: Laura, Bettina, Rita, Valeri, Fanny

Teken lerares is mevrouw Rode geeft opdracht een portret te maken van de buurvrouw of buurman.

De klas zegt de Arnold stinkt
Valeri is de buurvrouw van Arnold en maakt een stapel om de stank van Arnold te bedwingen.

Michel gaat naar het park om de eentjes te voeren dan ziet hij dat Arnold word gepest en op zijn gezicht geslagen door Klaus en gepest door Bertram, Fanny, Frank en Klaus.
Klaus zegt tegen Michel: als je, je mond niet houd ben je er geweest!. (titel van het boek).

Michel gaat naar huis hij zet de muziek heel hard en heeft buikpijn hij kan bijna niet slapen van de angst. Zijn moeder vraagt of ze iets voor hem kan betekenen. Dan antwoord hij dat hij karate wil leren en daar antwoord zijn vader op dat de gitaar, blokfluit en het judopak noch in de kast liggen. Zijn moeder brenkt hem de volgende dag naar school. Bertram zegt tegen Michel dat hij mee naar de gang moet en dan vraagt hij of Michel mee doet met de bende.
In de tijd dat ze in de garderobe staan knoopt Bertram de jas van Arnold vast aan de jassen van 2 anderen meisjes. Arnold is een tijdje bezig met het los maken van de jassen. Dan jagen ze Arnold op. Arnold probeert te vluchten maar dat lukt niet.

De bende bestaat nu uit: Klaus, Bertram, Robert, Luki, Florian, Fanny, Edi, Mario en Michel.

Arnold plast van de schrik in zijn broek. En hij wordt door de groep uitgelachen.

Michael heeft hele erge slaap problemen

Mevrouw Hafner krijgt een baby.
De klas reageert er blij op
Ze zegt dat de kinderen niet meer zo hard moesten schreeuwen omdat het kind daar last van zou hebben.
Michel is de kleine baby dankbaar omdat de klas door de baby rustiger is geworden tegen Arnold.
Moeder en vader van Michel. Ze hebben vrij genomen en willen een dagje uit naar burg Greifenstein. Tijdens het ritje rijden ze langs de Donau en ze eten in een eethuis en daar lopen kippen los rond.
Als ze in het kasteel aankomen verteld de kasteelheer van het leven op het kasteel van roofridders en avonturen alsof hij er zelf bij is geweest.
In de kelder ziet Michel de martelwerktuigen en kettingen waaraan gevangenen aan woorden vastgeklonken.

In de les van mevrouw Hafner moeten ze rekenen en schrijven en in de pauze blijft Arnold binnen en mevrouw Hafner zegt dan dat hij op de sofa moet gaan liggen.
Dan krijgt Michel een briefje dat hij na school op de parkeerplaats moet komen opdagen. Maar hij weet niet welke parkeerplaats.
Hunzer = honds gedragen.
Op de parkeerplaats word Michel door Klaus gedwongen om Arnold gras te laten eten. ( je moeder is een koe en jij bent een kalf )
En die moet gras eten. Hij slaat Arnold als hij op de grond licht. Michel slaat hem door de woede die ontstaan is doordat Arnold zich nooit verdedigt.

Als Michel naar huis loopt wordt hij ervan beschuldigt dat hij spiegels van auto’s kapot heeft gemaakt.
De man haalt de politie erbij en hij moet zij adres opgeven.

Als hij thuis komt voelt hij zich niet lekker en hij moet overgeven.
Michel slaapt weer slecht.

Hij kan toch met zijn vader en moeder praten, zij zeggen dat Arnold hem moet vergeven en hij zelf ook. Zijn moeder vraagt waarom Arnold? Hij weet het niet maar iedereen vindt hem stom dus hij ook.

De moeder vraagt: wat is er met die Klaus aan de hand?
Dat weet hij niet. Michel moet het goed maken met Arnold.
Hij moet naar school. Op school zijn 2 meiden aan het
vechten(= gerauft)
en een van de 2 moet met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht woorden. Mevrouw Hafner merkt dat het praten over geweld moeilijk is omdat niemand er eerlijk over is. Daarom stelt ze voor dat iedereen anoniem een zin of enkele zinnen over geweld schrijft. Dat wat je zelf hebt mee gemaakt of wat je hebt gedaan of gezien of ondergaan. Michel wil het goed maken met Arnold. “ik wou het niet, sorry”. Arnold negeert het.
Zijn moeder vraagt aan Michel hoe het is gegaan en dan antwoord Michel met: hij heeft geen een woord gezegd en hij heeft me als lucht behandeld.
Michel vraagt zich af hoe hij het goed kan maken.
De briefjes die de klasgenoten hebben geschreven worden in de klas voorgelezen. En Astrit huilt door alles wat er in de klas word verteld. Ze huilt door al het verdriet van het geweld. Blöt ze vind zichzelf stom maar dan zegt mevrouw Hafner dat ze zelf ook stom als dat ook stom.
Dat vind Michel heel geweldig van mevrouw Hafner.

Bertram stoot Fanny per ongeluk aan en daar reageert Klaus woedend op omdat Fanny de vriendin van Klaus is en daarom beginnen de 2 te vechten. Fanny is zogenaamd de verloofde van Klaus en Fanny zegt daarop dar ze anders geen ring heeft.
De 2 zijn uit elkaar gehaald door Luki en Florian en Robbert. Als de groep uit elkaar gaat word Klaus door Fanny genegeerd.

Michel durft nu weer naar het park te gaan en gaat de zwanen voeren. Dan ziet hij de rood groene sjaal van Arnold in de boom hangen. Hij denkt erover om de sjaal terug te geven aan Arnold.

Bertram vraagt Michel om mee te gaan. Wand hij heeft een geheim, hij wil hem iets laten zien. Het is een schrift waarin lokken van meisjes geplakt zijn. Wat mal denkt Michel.

Als Michel uit school naar huis loopt ziet hij een grote hond achter een hek waar iedereen bank voor is. Tot zijn verbazing is Arnold over het hek geklommen en speelt met de mond die op zijn rug gaat liggen.
Ook de klasgenoten staan erbij en zijn verbaast over de moed van Arnold die zich nooit verdedigde als hij gepest werd.
Als de volgende dag jufrouw Hafner een gesprek houd met de groep kiest Luki weer de gras eet zin uit en weer denk Michel erover na hoe hij het goed kan maken met Arnold. Jufrouw Hafner haar baby wil de klas een baby deken haken. Iedere leerling moet een vierkantje haken met haaknaald 3.5 zegt Rita. Zij was altijd bescheiden maar nu durft ze dingen te regelen. Iedereen voelt zich heel lekker in de klas.
Michel krijgt het idee hoe hij het met Arnold goed kan maken. Hij loopt met zijn voetbal naar het park om de sjaal van Arnold uit de boom te schoppen. Dat lukt hem niet maar hij wordt geholpen door een oude man die met een lange stok de sjaal uit de boom wipt. Michels moeder strijkt de sjaal en maakt er een pakje van. Dan wacht Michel een paar minuten op Arnold en dat ziet hij Arnold en rent ernaartoe.
En overhandigt Michel Arnold het pakje. En Arnold neemt het pakje aan en pakt de sjaal uit en legt hem over zijn hals. Michel vraagt aan Arnold of hij noch boos is. Arnold zegt na een tijdje dat hij niet meer boos is maar desondanks hoef ik je noch niet aardig te vinden hé? Nee maar ik jou ook niet toch? Plotseling beginnen ze beiden te lachen. Beiden lopen ze door de school. Schouder aan schouder. Mevrouw Rode vraagt: mag ik mee lachen? Maar natuurlijk u bent van harte uitgenodigd.