Samenvatting:
Janusz is een Poolse jongen die met zijn familie, zijn ouders, Maria(9), Dunata(5), Bolek(6), en Janusz zelf(13), naar Duitsland verhuist, omdat zijn vader hier, volgens een neef die ook geëmigreerd was, beter werk kon vinden. Maar ze hadden het niet zo goed. Ze hadden een huis met 2 slaapkamers; de ouders in de ene, de kinderen in de andere. Zijn vader vond hier maar geen werk. Janusz gaat ook naar school, waar hij gepest en uitgescholden wordt. Na school wachten ze hem van alle kanten op.
Zijn sportleraar bezit een hardloopvereniging TSV. Zijn sportleraar, Helmut Sanders, wilde Janusz er graag bij hebben toen hij zag hoe snel Janusz kon rennen. Dit zag hij per ongeluk, toen Janusz voor de pestkoppen wegrende. Hij vond Janusz zó snel, dat hij hem uitnodigde. Vanaf die dag ging Janusz na school altijd met Helmut mee naar de TSV.
Janusz was echt heel snel. Toen was er een grote hardloopwedstrijd voor scholen op komst, maar een van de spelers brak zijn enkel en kon niet meer meedoen aan de wedstrijd. Helmut besloot Janusz voor hem te laten lopen. De andere renners waren het er tegen, zij waren hem ook aan het pesten, maar Janusz kwam er toch bij.
Toen was het zo ver, de hardloopwedstrijd was gaande. De eerste loper was Bernd, hij maakte twee keer een valse start, nóg een valse start en ze zouden gediskwalificeerd zijn. Bernd maakte de derde keer een goede start. Hij liep alleen een beetje achter, hij was vijfde van de zes scholen, hij haalde het in, werd vierde en gaf de beurt door aan Mark, de tweede loper. Mark bleef gelijk staan maar zakte wel wat terug in zijn tempo, hij was erg moe. Hij gaf de beurt weer door aan Janusz. Janusz liep snel en kwam daarmee op de derde plaats, de renners voor hem waren nog 60 meter verder, maar toch zette hij het op een lopen en begon steeds dichterbij ze te komen. Hij stond met ze gelijk! Toen waren de twee verbaasd dat Janusz hen in had gehaald. Toen ze dat zagen begonnen ze gelijk te sprinten, nog erger dan ze eerst al deden. Janusz werd een paar keer flink geduwd. Iedereen begon te schreeuwen, ‘Jan- Jan- Jan- hau-dran!’. Ze waren bijna bij de finish en toen stond Janusz vooraan, vooraan! Hij werd op een haartje na eerste! Al zijn teamgenoten kwamen naar hem toe en omhelsden hem. Vanaf dat moment werd Janusz niet meer uitgescholden, maar werd er gewoon Jan gezegd.
Janusz is een Poolse jongen die met zijn familie, zijn ouders, Maria(9), Dunata(5), Bolek(6), en Janusz zelf(13), naar Duitsland verhuist, omdat zijn vader hier, volgens een neef die ook geëmigreerd was, beter werk kon vinden. Maar ze hadden het niet zo goed. Ze hadden een huis met 2 slaapkamers; de ouders in de ene, de kinderen in de andere. Zijn vader vond hier maar geen werk. Janusz gaat ook naar school, waar hij gepest en uitgescholden wordt. Na school wachten ze hem van alle kanten op.
Zijn sportleraar bezit een hardloopvereniging TSV. Zijn sportleraar, Helmut Sanders, wilde Janusz er graag bij hebben toen hij zag hoe snel Janusz kon rennen. Dit zag hij per ongeluk, toen Janusz voor de pestkoppen wegrende. Hij vond Janusz zó snel, dat hij hem uitnodigde. Vanaf die dag ging Janusz na school altijd met Helmut mee naar de TSV.
Toen was het zo ver, de hardloopwedstrijd was gaande. De eerste loper was Bernd, hij maakte twee keer een valse start, nóg een valse start en ze zouden gediskwalificeerd zijn. Bernd maakte de derde keer een goede start. Hij liep alleen een beetje achter, hij was vijfde van de zes scholen, hij haalde het in, werd vierde en gaf de beurt door aan Mark, de tweede loper. Mark bleef gelijk staan maar zakte wel wat terug in zijn tempo, hij was erg moe. Hij gaf de beurt weer door aan Janusz. Janusz liep snel en kwam daarmee op de derde plaats, de renners voor hem waren nog 60 meter verder, maar toch zette hij het op een lopen en begon steeds dichterbij ze te komen. Hij stond met ze gelijk! Toen waren de twee verbaasd dat Janusz hen in had gehaald. Toen ze dat zagen begonnen ze gelijk te sprinten, nog erger dan ze eerst al deden. Janusz werd een paar keer flink geduwd. Iedereen begon te schreeuwen, ‘Jan- Jan- Jan- hau-dran!’. Ze waren bijna bij de finish en toen stond Janusz vooraan, vooraan! Hij werd op een haartje na eerste! Al zijn teamgenoten kwamen naar hem toe en omhelsden hem. Vanaf dat moment werd Janusz niet meer uitgescholden, maar werd er gewoon Jan gezegd.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden