Verlovingstijd door Maarten 't Hart

Zeker Weten Goed
Foto van Cees
Boekcover Verlovingstijd
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Zeker Weten Goed
  • 25 augustus 2009
Zeker Weten Goed

Boek
Auteur
Maarten 't Hart
Genre
Coming of age
Psychologische roman
Eerste uitgave
augustus 2009
Pagina's
303
Niveaus
havo,
vwo
Geschikt voor
bovenbouw havo/vwo
Punten
2 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Godsdienst,
Coming of age,
Jaloezie,
Jeugdliefde,
Liefdesrelatie: problemen,
Moeder-zoonrelatie,
School- en Studentenleven,
Seksualiteit,
Vriendschap

Boekcover Verlovingstijd
Shadow
Verlovingstijd door Maarten 't Hart
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

Feitelijke gegevens

  • 1e druk, 2009
  • 303 pagina's
  • Uitgeverij: De Arbeiderspers te Amsterdam

Flaptekst

Na de begrafenis van hun stiefvader vertelt een hoogbejaarde moeder aan haar twee zoons dat haar huwelijk met hun vader een vergissing was. De verteller is een van die zoons. Het is echter maar de vraag of hij, zo dat al mogelijk is, zélf de juiste partnerkeuze heeft gemaakt.

Verlovingstijd speelt zich af in Maassluis, eind jaren veertig. In het stadje vestigt zich een fietsenmaker die fout was in de oorlog. Twee verschoppelingen, de zoon van de fietsenmaker en een zoon van een rioolwerker, vinden elkaar. Hun hechte vriendschap wordt echter steeds beproefd omdat de fietsenmakerszoon al sinds de bewaarschool de vriendinnetjes afpakt van de rioolwerkerszoon. Zelfs later, als ze beiden in Leiden studeren, blijft dit patroon binnen hun vriendschap gehandhaafd, totdat het uiteindelijk, op onthutsende wijze, wordt doorbroken.

Samenvatting

In het eerste hoofdstuk “Uitvaart” gaat de ik-verteller die niet bij naam wordt genoemd met de hele familie zijn stiefvader Siem in Baflo begraven. De man was in het verleden wel naar het Westland verhuisd om met zijn moeder te trouwen, maar hij wilde per se begraven worden in Baflo. Het is eigenlijk een humoristisch hoofdstuk, want de verteller verhaalt over de race die de touringcar (waarin de hele familie zit) en de lijkwagen onderweg lijken te houden. Wanneer hij er wat van zegt, raakt de lijkwagen zoek en zijn alle begrafenisgasten veel eerder in Baflo dan het lijk zelf. De hoogbejaarde moeder van de verteller merkt er niet zo veel van en is later alleen maar blij dat ze veel psalmen in de oude berijming hebben gezongen, want ze moet van die moderne gezangen en berijmingen niets hebben.

In het volgende hoofdstuk bezoekt de verteller zijn moeder en die vertelt hem dat ze vroeger eigenlijk eerder met Siem had willen trouwen, maar dat zijn vader op een eigenzinnige manier zijn voorwiel tussen dat van de twee geliefden had geduwd en haar zo als het ware had opgeëist. Ze zegt dat haar oudste zoon altijd zo’n vies ventje was die naar poep stonk en veel scheten liet. Zijn broertje was veel netter. Ze rept ook over het vriendje Jouri met wie hij altijd optrok en die de zoon van een foute rijwielhandelaar in de oorlog was. Na de oorlog repareert hij illegaal Solexjes en dat mag eigenlijk niet van de Solexfabriek, maar veel Maassluizers brengen toch hun Solex naar Jouri’s vader. Dat levert hem extra geld op en daarvan koopt de man een grammofoon. Jouri breit sokken voor een meisje en krijgt dan een 45-toerenplaatje dat Jouri’s vader later helemaal grijs draait. Het is heel ontroerend mooie klassieke muziek, dat vinden Jouri’s vader en de verteller tenminste. De vertellers vader die rioolwerker is, vindt het niet prettig dat hij met een foute Nederlander omgaat.

Op een zeker moment komt er op de lagere school een conflict met meester Splunter. Jouri weigert zijn ogen te sluiten bij het gebed. Hij zegt dat dit gebod nergens in de Bijbel te vinden is. Dat heeft hij uit het naslagwerk van een godsgeleerde, ene Trommius. Als meester Splunter gaat zoeken in de Bijbel en een tekst gevonden lijkt te hebben, laat de verteller een harde scheet. Hij krijgt meteen straf met een liniaal en Jouri vindt dat heel dapper van hem. Samen zoeken ze in de Trommius allerlei woorden die wel of niet in de Bijbel voorkomen. Voor de verteller zijn dit vaak dierennamen zoals bijv. de libel. Maar die staan ook niet in de Bijbel en voortaan vouwt hij ook zijn handen niet meer bij het gebed en houdt hij zijn ogen open. Op school krijgt hij dan zijn eerste vriendinnetje die van een andere school is gestuurd. Ria Dons is atheïstisch en hij mag haar op een dag naar huis brengen. Maar ze is erg commercieel ingesteld: voor een dubbeltje zou hij haar mogen betasten op een seksueel getinte plek. Dat heeft hij er niet voor over. Later vertelt Jouri hem dat hij dat wel gedaan heeft, maar hij had geen dubbeltje hoeven te betalen. Dat is al de tweede keer dat Jouri een meisje van hem overneemt. Toen ze nog heel klein waren, had hij met het graven van een spinnengraf indruk gemaakt op een meisje en zo het eerste meisje afgepakt. 

Jouri en de verteller steken wat intelligentie betreft met kop en schouders boven de dommeriken van de klas uit en ze mogen via een toelatingsexamen naar het Groen van Prinstererlyceum in Vlaardingen. Jouri’s vader verhuist ook naar die stad, omdat hij ineens wel servicemonteur van Solex kan worden. Op de middelbare school heeft de verteller een meisje tijdens de pauzes opgedaan. Het is een Schiedams jenevermeisje. Ze geeft later een party, maar de verteller mag er niet heen van zijn ouders. Later hoort hij dat Jouri door het populaire tienerspelletje “pluisjesblazen” de Schiedamse Wilma van hem heeft overgenomen. Dat is dus vriendin nummer drie ie Jouri afpakt. Erg lang duren die vriendschappen overigens niet, want Jouri dankt ze ook net zo gemakkelijk weer af.

Maar de volgende laat niet lang op zich wachten. Het mooie Maaslandse meisje Hebe, wil na een schoolfeest wel naar huis gebracht worden. De ik-verteller woont in Maassluis en kan dus met haar meerijden door de donkere Zuidbuurt. Jouri regelt het voor de ik-figuur, maar fietst eerst zelf een eindje mee. Daarna weet de verteller niets tegen haar te zeggen en moet hij toezien hij Hebe later ook in Jouri’s omgeving verkeert. [Hebe keert later terug in het verhaal.]

Wanneer de ik-figuur in de bibliotheek van de school werkt, komt er een bloedmooi meisje (Frederica) boeken lenen. Eerst lijkt het alsof ze het op hem voorzien heeft: ze leert hem het verschil tussen kussen en zoenen, maar uiteindelijk komt de aap uit de mouw en wil ze via de verteller aanpappen met Jouri. Dat lukt haar. Jouri, de zoon van een simpele rijwielhersteller, gaat het Frederica, de dochter van een rijke Vlaardingse reder.

Ook op het Groen blinken beide jongens qua intelligentie uit. Na het eindexamen gaan ze samen naar Leiden. De verteller gaat biologie studeren en in het bijzonder de leer van de parasieten. Jouri kiest een voornamelijk wiskundige studie. In Leiden is het weer de verteller die het eerst een meisje verovert. Het is Julia, ook al een heel mooie meid. Hij doet samen met haar enkele cursussen voor leermodules en ze vormen een mooi studiekoppel. Julia heeft eerst verkering met een andere student, maar dat raakt uit. Julia en de verteller vrijen wel wat, maar tot echte seks komt het niet. Wel doen ze de belofte om in ieder geval op 1 mei 2000 een dag met elkaar door te brengen.
Terwijl Julia beweert vlak voor de vakantie dat ze naar haar ouders zal afreizen, denkt de verteller zijn vriend Jouri met haar te zien eten bij de Chinees. Hij gooit het Julia voor de voeten, maar die ontkent dat ze met Jouri is gaan eten. De verteller denkt dat ze tegen hem liegt. Dat kan dus niets worden en weer zit Jouri hem blijkbaar dwars. Ook gaat hij verhaal halen bij Jouri, die hem echter vertelt dat hij een jaar naar Harvard mag. Hij heeft overigens nog steeds verkering met Frederica. Ze gaan zich voordat hij naar Amerika vertrekt, verloven.

De verteller heeft in dat jaar dan muziekles van een iets oudere vrouw Katja.(24) Ze is kattig en wat onberekenbaar. Ze vraagt hem wel samen te spelen: zij op de dwarsfluit en hij piano: hun voorliefde voor klassieke muziek delen ze, maar ook in het samenspelen is ze heel kattig tegen hem.

Op de universiteit heeft hij ook een bijzondere vriend Toon. Hij is heel begaafd, praat in ingewikkelde volzinnen en lijkt iets autistisch te hebben. Toon gaat eigenlijk verder alleen met de verteller om.

Omdat de behoefte aan seks bij de hoofdfiguur steeds sterker wordt (hij heeft “het” nog nooit gedaan) richt hij zich in die late zestiger jaren (opkomst Beatles, The Rolling Stones en de minirok) op de straatmeiden. Ook daar heeft hij aanvankelijk weinig succes, maar dan ontmoet hij op een avond Tina. Die heeft zich geil opgedirkt en neemt hem mee naar huis. Maar dan blijkt dat het een Amerikaanse methode (ze was ook stagiaire op Harvard) die Flirty Fishing heet. Bijbelvaste meisjes wilden op die manier jongens lokken om hen daarna te bekeren. Maar in plaats van de door hem verwachte seks wordt hij op die manier getrakteerd op een avondje Bijbellezen. Dat valt hem vies tegen.

Wanneer hij voor zijn werk naar Engeland moet ( stiekem sluipwespeieren uitwisselen) ontmoet hij Katja op de veerboot. Ze gaat haar broer in Londen opzoeken en ze blijkt nu veel aardiger en leuker te zijn dan tijdens de pianoles. De verteller wordt zeeziek en ze geeft hem wat tips daarvoor en crackers om de ziekte te onderdrukken. Ze reizen nog samen met de trein naar Londen. Wanneer het werk is gedaan (de uitwisseling van de sluipwespeieren), gaat de verteller naar Carnabystreet en ziet er erg veel meisjes in minirok. Daar geilt hij toch wel op. Hij heeft Tina beloofd nepnagels voor haar mee te nemen en dat doet hij ook. In ruil voor de nagels geeft ze hem vrijlessen, maar ze gaan niet “all the way”, omdat hij vindt dat ze zo stinkt. Tina wil hem aan het lijntje houden en wil hem zelfs meenemen naar haar ouders. Dat weigert de verteller en hij hoopt dat Jouri hem ook deze keer van haar zal afhelpen. Maar die zit in Amerika.

Vervolgens gaat hij weer terug naar de muzieklessen van Katja, die nu aardiger is en hem vertelt dat ze denkt dat ze verliefd op hem is. Ze zoenen ook en zij ruikt veel lekkerder. En dan komt het er eindelijk van: hij heeft seks met een vrouw. Ze wil niet veel later wel met hem trouwen maar dan moet hij officieel de hand gaan vragen bij haar vader. Die kijkt eerst wat bedenkelijk vanwege de afkomst van de verteller (rioolwerkerszoon), maar omdat hij bijna afgestudeerd is als parasitoloog, stemt hij toe. De ik-figuur stuurt pas kort voor de bruiloft een kaart naar Jouri, omdat hij bang is dat die anders zijn geluk komt verstoren.

Jouri zelf trouwt na zijn terugkeer uit Amerika met de Vlaardingse Frederica en de verteller is niet alleen getuige bij de bruiloft maar ook de organist tijdens de huwelijksplechtigheid in de Pniëlkerk. Hij improviseert ontroerend mooi en Frederica komt hem bedanken: zonder hem was ze nooit met Jouri getrouwd. En ze komen ook in Leiden wonen.
De twee echtparen hebben echter weinig met elkaar gemeen. Als ze elkaar op straat ontmoeten, is de begroeting koel Wanneer ze later op instigatie van Joeri een etentje organiseren, blijkt dat Katja en Frederica elkaar niet mogen. Katja vindt Jouri echter wel leuk. O, jeh, denk je dan als lezer, de geschiedenis herhaalt zich. Jouri is nu eenmaal een geboren charmeur.

In diezelfde week komt de broer van Katja met zijn vrouw naar Nederland. Zijn vrouw en hij hebben al twee kinderen en ze nemen drie plunjezakken kleren mee, voor het geval Katja later kinderen wil nemen. Die wordt furieus: ze wil nooit kinderen krijgen en de verteller sluit zich daarbij aan.

Jouri wil wel kinderen en Frederica krijgt een jaartje later dan ook kind. Katja wil niet mee op kraamvisite, dus gaat de verteller alleen naar Fredrica. Ze wonen intussen ook in Leiden. Frederica zegt dat ze Katja een monster vindt en dat hij bij haar weg moet gaan. Hij mag van haar ook aan haar borst zuigen: ze heeft moedermelk in overvloed. De verteller doet het en vindt het eigenlijk best lekker.

Intussen hebben ook Toon en Julia verkering gekregen. De directe aanleiding was dat hij een vierstreepslang had meegenomen van een vakantiereis en dat zij een van de weinige vrouwen was die daar goed op had gereageerd. Ook zij trouwen, maar dat stel past ook al niet lekker bij Katja en de verteller. 

De carrière van Toon en Jouri verloopt glanzend. Ze worden beiden hoogleraar. Dat lukt de verteller niet. Toon en Jouri kopen een mooie villa in Oegstgeest en Julia gaat lesgeven op een middelbare school, maar daardoor wordt ze een verlepte bloem. Jouri en Frederica hebben inmiddels vier kinderen. Dan sterft plotseling de hoogleraar parasitologie aan een hartstilstand en op de begrafenis stelt Toon hem voor aan een jong (20) maar mooi meisje, Lorna. Zij wil stage komen lopen en dat kan wel op de afdeling van de verteller. Ze is een extraverte meid die al heel veel jongens heeft versleten. Wanneer ze samen het plantje Addertong (mooi symbolische naam voor het komende overspel) in de open lucht bestuderen langs de Wijde A, hebben ze seks in de open lucht en dat is voor beiden een lekkere verrassing. De verteller heeft zich inmiddels blijkbaar bekwaamd als minnaar. Dat seksexperiment herhaalt zich later op haar kamer en ze krijgen een vurige en geheime relatie. Bijna iedereen weet het, maar de druk met muzieklessen bezig zijnde Katja niet. Lorna zegt dat ze met de 100e man zal trouwen en kinderen zal krijgen van hem. Misschien is de verteller wel de honderdste minnaar. Die vindt kinderen met haar krijgen ineens een minder groot probleem dan met Katja.

Dan neemt het verhaal een andere wending. Hij wordt gebeld door Frederica die hem de les leest over zijn verhouding met Lorna. Hij moet van Frederica blijven houden, omdat ze anders Jouri denkt te verliezen. Die is veel “geiler op haar”wanneer de verteller weer in haar buurt komt. Dat bevestigt het idee van de hoofdfiguur dat Jouri de meisjes van hem heeft afgepikt uit een soort jaloezie. Ze is bang dat Jouri ook iets zal beginnen met Lorna, als hij van hen relatie te weten komt. Jouri blijkt echter steeds meer op te gaan in zijn werk en is eigenlijk een slechte minnaar geworden. Frederica heeft behoefte aan meer seks en biedt zich tijdens het bezoek aan de verteller aan. Die grijpt zijn kans.

Jaren later belt Jouri hem op en zegt dat Hebe (het Maaslandse meisje op het Groen) omgekomen is bij een verkeersongeluk. Hij vraagt of de verteller wil meegaan naar de begrafenis. Onderweg vertelt Jouri dat hij al die jaren contact heeft gehad met Hebe. Ze zijn sinds die schoolavond een paar, maar zij wilde nooit met hem trouwen, opdat je dan elkaars bezit bent. Hij geeft ook toe niet veel van Frederica te houden. Dan vraagt de ik-figuur waarom Jouri altijd de vriendinnen van hem afpakte, maar Jouri ontkent dat. Hij zegt dat alles voortgekomen is uit bewondering voor de ik-figuur. Die wist veel meer en had durf om tegen meester Splunter in te gaan. Hij had de meisjes die de verteller had opgedaan als een soort kwaliteitsmerk gezien. Als hij ze had, waren ze mooi genoeg. Hij onthult verder dat Hebe dat Amerikaanse jaar ook in Harvard zat. Hij had het haar vertelt tijdens een etentje bij de Chinees in Leiden. Dan komt uit dat Jouri nooit met Julia heeft gegeten en dat ze dus niet gelogen had. Alles had dus anders kunnen verlopen met Julia. Jouri zegt dat hij een hekel heeft gekregen aan vrijen met Frederica die altijd maar wilde neuken en zoenen. Maar gelukkig is dat over nu ze al jaren een minnaar heeft. Jouri suggereert (en weet) dat de verteller die minnaar is. Hij gaat nu naar Harvard terug en weet dat Frederica zal meegaan, maar dan moet die haar minnaar missen. En dan gaat ze misschien wel met een Yankee naar bed. Dat vindt hij onverdraaglijk. Maar hij besluit toch te gaan. 

In het verhaal-Nu bezoekt de verteller zijn hoogbejaarde moeder. Die klaagt en bromt over de moderne tijd. Dan vertelt ze haar zoon dat er al die jaren steeds een mooie vrouw bij haar langs was gekomen om naar hem te vragen. Maar omdat ze wist dat het de vriendin van Jouri was, had ze het altijd verzwegen voor haar zoon. Ze had ook een verkeerd adres opgegeven toen die vrouw een keer over was uit Amerika. Ze had geweten dat haar zoon een verhouding met haar had en dat had ze afgekeurd. Zo heeft ze invloed uitgeoefend op de relatie tussen hem Frederica (want die was het)

Hij lijkt op zijn vader en dan vertelt ze een verhaal dat ze zijn vader een keer betrapt heeft met een opgedirkt mokkel. Hij was bezig met de rioolaanleg en ze had hem brood gebracht. Toen had ze hem bezig gezien in het riool. Of het helemaal waar is, weet de verteller niet. Verzint zijn moeder het niet?
Ze wil eigenlijk best dood gaan, maar ze weet niet of ze daar in de hemel Siem zal zien, omdat die in de laatste jaren dement geworden enkele kwalijke uitspraken heeft gedaan over God en de Satan. De vader van de verteller was op een veel vromere wijze overleden en ze vreest nu dat in de hemel over de straten van goud de vader van de verteller zal komen aanfietsen en dat hij ook die keer zijn wiel tussen dat van hem en Siem zal steken. Ze verzucht “ “Als dat voorwiel er niet was geweest, zou mijn leven heel anders zijn verlopen.”

Thematiek

Coming of age

De hoofdpersoon moet, naarmate hij ouder wordt, voldoen aan de norm die zijn leeftijd met zich meedraagt. Dat betekent een meisje vinden en trouwen. Helaas is de hoofdpersoon een buitenbeentje. Ook als hij gaat studeren, blijft hij een onbeholpen buitenbeentje. Hij voldoet niet aan de sociale norm van het orthodox-christelijke Maassluis, waar hij opgroeit.

Motieven

Vriendschap

Ondanks dat de hoofdpersoon als een outcast wordt gezien, sluit hij toch vriendschap met Joeri, die hem wel accepteert.

Maatschappelijke druk

De maatschappelijke druk van het kleine, drukkende Maassluis is een plek waar de hoofdpersoon zich niet zo thuis voelt.

Seksualiteit

In het boek is er een sociale norm die verwacht van de jeugd zich op een gegeven moment met seks bezig te gaan houden.

Schoolleven

We leven over het schoolleven van de hoofdpersoon en hoe de hoofdpersoon daar niet in past.

Motto

Het motto is een citaat uit de beroemde encyclopedie van Grzimek ”Het leven der dieren”.:
In de verlovingstijd, als de paarband nog niet zo sterk is, moeten diverse diersoorten, waaronder de mens, er rekening mee houden dat een rivaal zich van de partner meester kan maken. (Roger Alfred Stamm)

Het afpakken van een partner is het thema van het boek. Het motto is dus heel goed gekozen.

Titelverklaring

“Verlovingstijd” zo geeft het motto aan is de tijd dat een mogelijke rivaal een poot tussen de deur kan krijgen in een relatie tussen een mannetje en/ of vrouwtje. Dat lijkt steeds te gebeuren in de relaties die de ik-figuur in deze roman krijgt. De mogelijke rivaal is steeds Jouri die elke keer weer het vriendinnetje lijkt af te pakken dat de verteller op het oog heeft. Ook is er een echte verloving in het spel: Jouri verlooft zich officieel met Frederica op wie hij zelf verliefd was.

Structuur & perspectief

Het verhaal wordt verteld in 43 korte hoofdstukken die alle een titel hebben. De meeste titels bestaan uit één woord zoals: Uitvaart, Modder, Jouri, Risicospreiding, Vierstreepslang. De vertelling start in het verhaal-Nu dat in ieder geval in de 21e eeuw kan worden gesitueerd. Over de juiste data en het jaar worden weinig expliciete mededelingen gedaan. 
Vanuit dat verhaal-Nu vertelt de ik-figuur terug over de jaren vijftig en zestig. Hij vertelt dan naar het heden toe. In het laatste hoofdstuk bezoekt de ik-figuur zijn hoogbejaarde moeder en hij hoort dan een heleboel interessante informatie die het verhaal in een ander daglicht plaatst.
In feite wordt het verleden dus ingeklemd tussen een aantal vertelde stukjes uit het heden. Op zich is dat natuurlijk geen onbekende structuur.
 
De oudste zoon van de hoogbejaarde moeder in hoofdstuk is de ik-verteller in deze roman. Hij is net aan het einde van de oorlog geboren (vgl. Maarten zelf die in november 1944 werd geboren) In 1963 is hij aan het studeren in Leiden. Dan zou hij ongeveer 19 jaar zijn en dat is ongeveer veertig jaar geleden vertelt de hoofdpersoon. Die moet in het Verhaal-Nu dus tegen de zestig jaar lopen. Hij is afgestudeerd in Leiden als parasitoloog. De verteller is een achteraf-verteller die zelfs af en toe de lezer rechtstreeks aanspreekt. Hij vertelt daarom ook in de o.v.t.

Decor

De ik-figuur is aan het einde van de oorlog geboren. In zijn geboortestadje Maassluis komt eind jaren veertig een fietsenhandelaar wonen die uit Goeree-Overflakkee afkomstig is en van wie men weet dat hij in de oorlog “fout” is geweest. De verteller gaat met diens zoon Jouri naar de lagere school, en later ook naar het lyceum in Vlaardingen. Daarna gaan ze samen studeren in Leiden. 
In Leiden zijn ze in de zestiger jaren student. De verteller zegt dat dit ongeveer veertig jaar ervoor is. Dat betekent dat het verhaal-Nu zich in ieder geval in de 21e eeuw afspeelt.

De belangrijkste drie plaatsen van handeling zijn:
- Maassluis: het strenggelovige stadje aan de Nieuwe Waterweg, waarin de verteller opgroeit en hij met Jouri kennismaakt;
- Vlaardingen, de stad waarin hij zijn middelbare schooltijd doorbrengt op het Groen van Prinstererlyceum en Frederica een rol begint te spelen in zijn leven;
- Leiden: de stad waar hij zijn studie biologie doet en waar hij trouwt en woont met de muzieklerares Katja.

Kenmerk van de Maassluise schrijver is dat hij de straatnamen in die plaatsen ook met name noemt. Wie op de hoogte is van de situatie, weet dat er veel autobiografische kennis van de schrijver in zijn roman wordt verwerkt. Natuurlijk gebruikt bijna iedere schrijver kennis uit zijn verleden, maar Maarten ’t Hart doet dat meestal erg nauwkeurig. Ook in zijn eerste romans doet hij dat veelvuldig. Dat maakt zijn werk qua inhoud ook herkenbaar.

Beoordeling

“Verlovingstijd” is onmiskenbaar een roman van Maarten ’t Hart. De motieven die in zijn werk steeds een rol hebben gespeeld, keren hier terug (zie hierboven) Daarmee is het werk meteen herkenbaar voor zijn fans. ’t Hart is een rasverteller: hij beheerst de techniek om een smeuïg verhaal aan de lezer voor te leggen als geen ander. Het is een ongecompliceerde roman met een “lekkere anekdote” en een humoristische stijl. Vooral de situaties in de schooltijd zijn met humor beschreven. Waarschijnlijk zullen enkele recensenten wel gaan schrijven dat hij zich steeds herhaalt, maar ik vind wel dat ’t Hart in dit werk een meer relativerende stijl heeft gekregen. Bovendien is het lezen van een roman over een decor dat je van nabij kent, natuurlijk heel aangenaam. Zelf ben ik kort na de oorlog geboren in Vlaardingen, heb eveneens op de HBS van het Groen van Prinstererlyceum gezeten, en in een zijstraat van de Binnensingel waar Frederica woonde, mijn jeugd doorgebracht. Herkenbaarheid in een roman maakt het lezen natuurlijk altijd aangenamer.

Voor scholieren van het voortgezet onderwijs lijkt me “verlovingstijd” een leuke roman om op de literatuurlijst te zetten. De structuur is gemakkelijk te doorzien, het verhaal leuk om te lezen en daardoor ontstaat voor de gemiddelde lezer een “pageturner”. Het kost betrekkelijk weinig moeite om de roman achter elkaar uit te lezen.
Ik denk dan ook dat de amusementswaarde voor scholieren een ruime voldoende is. 
Voor de leeslijst ken ik twee punten toe. (dit geldt havo- en vwo-leerlingen, maar een liefhebber van lezen op de vmbo kan het boek ook zeker verteren).

Recensies

"Los zand is het, waar je lekker in kunt graaien maar waar niets samenhangends van te bouwen valt." http://www.volkskrant.nl/...stijd.html
"het boek geeft in de eerste plaats een overzicht van de zwakheden van de schrijver Maarten ’t Hart." http://nrcboeken.vorige.n...tuivers-in
"Verlovingstijd zit technisch beschouwd knap in elkaar, dat mag ook wel eens worden gezegd." http://www.parool.nl/paro...tijd.dhtml

Bronnen

Website van de uitgever
http://www.arbeiderspers....t-Hart.htm
Je hebt nog 2 Zeker weten goed verslagen over.

Wil je onbeperkt toegang tot alle Zeker Weten Goed verslagen? Meld je dan aan bij Scholieren.com.

24.400 scholieren gingen je al voor!

Geschreven door Cees

Foto van Cees

Ik heb verreweg het grootste deel van mijn leven voor de klas gestaan. Eerst vijf jaar op een basisschool, daarna veertig jaar op diverse scholen voor voortgezet onderwijs: havo en vwo, onder- en bovenbouw. Leraar Nederlands zijn vond ik veel leuker dan directielid spelen. De laatste jaren was ik conrector. In 2004 begon ik aan mijn eerste boekverslag voor scholieren.com. Dat is dus ruim twintig jaar geleden.

Ik vond het destijds mijn 'missie' om de vaak verouderde en 'afgezaagde' literatuurlijsten voor Nederlands te vernieuwen en mijn leerlingen kennis te laten maken met onbekende en / of jonge schrijvers. Lezen kan namelijk gewoon leuk zijn. Het is de taak van een docent om het lezen te stimuleren.
Docenten kunnen je met het aanprijzen van aantrekkelijke en/of spannende boeken enthousiast maken. Passages die interessant zijn, kun je voorlezen in de klas. Kort vertellen waarover een boek gaat, kan ook een stimulans voor je keuze zijn. En vergeet niet dat je van je medeleerlingen ook kunt horen welk boek ze (erg) leuk gevonden hebben. Dat is vaak de beste manieren om te weten te komen of een boek aantrekkelijk is. Hoewel smaken altijd blijven verschillen..

Ik heb tot nu ( 1 juli 2025) 1530 boekverslagen gemaakt, waarvan vrijwel de meeste Zeker-Weten-Goed-verslagen zijn. Er staan de laatste jaren aan het einde van het verslag vragen over de inhoud en de structuur, zodat je kunt controleren of je je het boek in grote lijnen begrepen hebt.

Bij Scholieren.com probeer ik zo veel mogelijk boeken van nieuwe schrijvers te bespreken. Elke maand ontvang ik boeken van diverse uitgeverijen die hun schrijvers uit 'hun fonds' onder de aandacht van de lezer willen brengen. 
Ik hoop altijd dat de 'leraar Nederlands' het zijn leerlingen toestaat om de wat minder bekende of zelfs beginnende schrijvers op de leeslijst te accepteren.  

Lezen kan leuk zijn, maar boekverslagen maken doe je meestal niet voor je lol. Ikzelf vond dat vroeger namelijk helemaal niet leuk. Ik kocht in die tijd daarom ook alle  uittrekselboeken van alle talen. (Bijvoorbeeld Literama (Ne), Aperçu (Fa), Survey (En), Der Rote Faden (Du). En als ik heel eerlijk ben, heb ik ook wel eens uit tijdgebrek alleen met een boekverslag een mondeling tentamen gedaan. Maar dan voelde je je toch niet altijd op je gemak. Nu maak ik zelf al jaren boekverslagen voor scholieren.com. 

Nog een welgemeend advies: wees verstandig en lees altijd het boek. Dan kan een boekverslag op scholieren.com een prima geheugensteun voor je mondeling zijn. 
En geloof me, docenten kunnen vanwege tijdgebrek echt niet alle boeken lezen die jaarlijks verschijnen; zij raadplegen daarom ook wel de boekverslagen die scholieren.com aanlevert. Daar is natuurlijk helemaal niks mee.  

Waarschuwing van mijn kant : Pas op met het opvragen van verslagen via Chatgpt. Ik heb verslagen gelezen waarin pertinente onjuistheden staan.

Boekenquiz 12 vragen

Nieuw! Open vragen worden nagekeken door AI
Waar wilde de stiefvader van de verteller begraven worden?
Wat doet de vertellers moeder tijdens de uitvaart?
Wie is Jouri?
Wie is Frederica?
Wat gebeurt er na een schoolfeest met het Maaslandse meisje Hebe?
Hoe weet de verteller dat Jouri een meisje van hem heeft overgenomen tijdens de party?
Wat doen Jouri en de verteller vaak samen op school?
Waarom krijgt de verteller straf van meester Splunter?
Waarom zijn Jouri en de verteller bevriend geraakt?
Wat is het beroep van de vader van de verteller?
Wat doet de vader van Jouri voor extra inkomen na de oorlog?
Wat maakt het hoofdstuk 'Uitvaart' humoristisch?

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.