Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2024
- 235 pagina's
- Uitgeverij: Atlas Contact
Flaptekst
Ada is samen met haar broer Broos opgegroeid in de stacaravan van hun vader, een verbitterde hovenier die recht wilde schoppen wat door moedervingers krom was geaaid. Hij prentte zijn kinderen in dat de wereld keihard is, en dat ze zich er tegen moeten wapenen. Dit staat diep in Ada's ruggengraat gekerfd, al heeft ze geen contact meer met haar vader en broer. Nu ze haar leven als gedesillusioneerd kunststudent de rug toe heeft gekeerd en naar Galicia is vertrokken om hout te hakken met een man waar ze geen taal mee deelt, dringt haar broer zich met elke bijlslag sterker aan haar op: hij is de enige wiens lichaam dezelfde herinneringen draagt, zijn spieren hebben dezelfde reflexen. Toch kennen ze elkaar niet meer.
Eerste zin
Ik kwam geluidloos uit onze moeder gebarsten. Dat is bijzonder. De meeste baby’s komen jankend ter wereld. Rood aangelopen moord en brand krijsend. Dikwijls gelijk moeders schoot volschijtend. Ik niet. Ik had dan wel een rooie kop maar ik hield hem dicht. Ik weet dit omdat onze vader er te pas en te onpas over begon. Dat ik niet jankte. Het werd mijn ontstaansgeschiedenis:Samenvatting
Ada verblijft in Galicia (Spanje): ze woont in bij een stugge Spanjaard Molina met wie ze nauwelijks kan communiceren. Hij spreekt heel gebrekkig Engels. Ze wil in Galicia tot zichzelf komen na een keiharde, armoedige jeugd. Haar ouders zijn eerst gescheiden en niet lang daarna is haar moeder bij een 'dom' ongeluk omgekomen. Vanuit Galicia roept ze steeds herinneringen aan haar jeugd (vader, moeder, Broos, school, Frédérique) op.
- vroeger:
Ada huilde niet bij de bevalling. De meeste kinderen doen dat wel. Ze is twee jaar ouder dan haar broertje Broos. Hij is haar moeders lieveling. Het ouderpaar blijft echter niet bij elkaar: moeder steekt volgens vader geen hand uit. Vader is streng en wil zijn kinderen hard maken in het leven. Er is daarna een strenge bezoekregeling.
Moeder krijgt een fietsongeluk en sterft later, als Ada zeven jaar is. Vader neemt de kinderen op in een armzalige caravan in een vakantiepark, waar ze permanent wonen. Vader heeft een gruwelijke hekel aan officiële instanties, die je hun wil opleggen en je 'plat lullen'.
- Heden :
Ada is naar Galicia vertrokken. Ze woont bij Molina (een stug type net als haar vader). Het was voorheen een commune. Ze heeft liefde voor de twee honden die Molina heeft Lutien en Bella. Ada heeft meer gevoel voor de honden dan Molina zelf. Die voedt ze namelijk hard op. Ze leven voornamelijk buiten. Molina's adres heeft Ada gekregen van haar veel reizende, rijke kunstvriendin en huisgenote Frédérique. Die had het overigens maar tien dagen met Molina uitgehouden. In tegenstelling tot Fréderique wil Ada gewoon buiten aan het werk. Zij voelt zich eigenlijk geen kunstenares.
- vroeger :
Pa wil zijn kinderen harden. Hij laat hen met opzet steken door een wesp om te kijken of ze allergisch voor de steken zijn. Ze moet zichzelf kunnen redden , als hij er niet bij is. Hij leert hun zich zwemmend te redden door elkaar in een meer te laten 'onderduiken' en hen elkaar het moeilijk te maken om boven te komen. Hij doet dit naar aanleiding van een schoolkind dat in die vakantie was verdronken. Ada is harder dan haar wat zwakkere broertje dat op school gepest wordt. Ze komt op de Mavo voor hem op en stompt de pester in het gezicht. Hij is het pispaaltje van de school geworden. Ze wordt drie weken geschorst en gaat werken bij haar vader die hovenier is. Later blijft ze in de weekenden gewoon werken bij haar vader.
- Heden :
Ada helpt Molina bij het omzagen van een grote, taaie boom. Het lukt niet meteen. Molina vindt haar een stoer wijf. Ze hebben een nest kittens gevonden, wat Ada ook fijn vindt. De katjes krijgen maar drie dagen eten in een week. De rest moeten ze zelf zoeken, vindt Molina. Het lijkt of Ada de liefde voor mensen heeft vervangen door de liefde voor dieren. Molina is namelijk streng voor Bella als zij bang is voor een zwarte hond. Ada neemt het voor haar op. Bella loopt ook een keer weg, wat Molina zwaar opneemt. Hij legt haar aan de riem met weinig bewegingsruimte. Ada maakt haar echter los. Molina reageert toch niet afwijzend.
- Vroeger:
Na de Mavo werkte Ada van haar negentiende twee jaar bij een vleesfabriek waar ze Frédérique ontmoette, een kunststudente. Die vraagt of ze ook wil studeren. Via via, met hulp van haar vader, regelt Frederique dat Ada naar de kunstacademie kan. Ze vertelt het niet tegen haar vader. Ze werkt met hout en als er een keer een expositie is, komt haar vader ook langs. Hij is woedend. Zij is toegetreden tot een deel van de wereld die niet de zijne is. Dat voelt voor hem als verraad. Het botert niet meer zo goed tussen die twee en Ada gaat bij Frédérique inwonen. Maar ze merkt al gauw dat die in een heel andere wereld leeft, met rijke ouders en grillige wensen.
Mat Broos gaat het minder goed. Hij heeft 900 € gestolen uit het spaarpotje van zijn vader, die woedend is. Broos koopt er dure spullen van en pocht ermee op het schoolplein. Hij krijgt een afkoelperiode via de kinderbescherming , maar zijn vader wil hem niet meer in huis hebben. Broos wordt op zijn IQ getest en komt bij een groep laaggeplaatste probleemjongeren. Ook Ada neemt min of meer afscheid van Broos. Het is zijn eigen schuld, redeneert ze. Hij had hun wereld verlaten. Hij blijft stelen en bier zuipen.
-Heden
Bella blijft vreemd reageren. Op een avond is ze weer weg, maar dan zien Molina en Ada als ze naar haar op zoek gaan, dat ze een (zwarte) pup heeft gebaard. De hond wordt Lodo genoemd, maar Bella is niet in staat hem goed te voeden. Molina maakt een fles melk klaar en geeft die aan Ada. Die wil de pup wel verzorgen. Molina beseft dat dit ook kan en hij wil ook met Ada meewerken. De andere hond Lutien wordt oud en heeft stuiptrekkingen. Ook voor hem krijgt Molina nu zorg en aandacht.
- Vroeger
Weer een herinnering iets verder terug. Ada wordt pas ongesteld als ze achttien is. Er verandert dan iets in haar relatie met haar vader. Ze wil niet meer met hem slapen in dezelfde ruimte. De relatie tussen vader en Broos blijft slecht. Op een keer denkt Ada dat hij inderdaad de tatoeage van Broos' naam op de schouder van haar vader heeft willen afschaven met de kaasschaaf. Daarmee had hij al eerder gedreigd. Hij vindt dat Broos op zijn moeder lijkt, die wilde ook nooit iets uitvoeren. Eigenlijk wil hij geen contact meer met Broos.
De vader van Ada krijgt een relatie en een nieuw kind. Ada kan dat slecht verwerken en als een man op straat iets raars roept en doet, slaat ze hem in elkaar. De vader van Frédérique wil met zijn advocaat wel helpen, maar het is niet eens nodig. Ada zegt tegen haar vriendin dat ze naar Spanje wil om de 'stilte te onderzoeken." Dat gebeurt dus (heden)
- Heden
Ada krijgt een bericht op haar Whats app. Het komt van de instelling waar Broos is opgenomen waarin staat dat Broos dood in het zwembad is gevonden. Hij was dronken gaan zwemmen. Ze vertelt het slechte nieuws aan Molina. Ze meldt het bericht aan Frédérique en vraagt haar de kosten van de vliegreis te betalen, want ze kan door haar verblijf bij Molina niet meer bij haar bankrekening. Wachtwoord vergeten. Frédérique doet dat. Ze logeert na terugkomst op Schiphol een paar dagen bij haar, maar ze wil niet dat Frédérique meegaat naar de begrafenis. Er zijn ook maar weinig mensen bij de begrafenis.
Daarna bezoekt Ada de kamer van Broos. Hij heeft het geboortekaartje van zijn vaders nieuwe zoon op de kamer neergezet, wat Ada pijnlijk vindt.
Ada ontmoet later die dag haar vader in zijn werkbusje. Hij weet niet waar hij haar moet afzetten. Ze heeft immers geen echte verblijfplaats meer. Ze rijden naar de plas, waar hij zijn kinderen 'onverdrinkbaar' wilde maken. Ze praten troostend met elkaar. Haar vader zegt dat hij zijn kinderen alleen maar weerbaar wilde maken. Weerbaar in het harde leven. Maar dat het bij Broos niet lukte. ("Hij deed alles half: halve crimineel, half gekookt ei, halve gare")
De tranen komen in Ada's ogen. Maar ze wil niet toegeven dat het janken is. Of is er toch iets met haar gebeurd in het leven?
Personages
Ada
De ik-figuur is Ada. Ze is 25 jaar en komt uit een armoedig en gebroken gezin. Haar vader houdt er een levensfilosofie op na die inhoudt dat je kinderen hard gemaakt moeten worden in de moeilijke samenleving. Ada voldoet vrij goed aan dat wensbeeld van de vader. Ze wil haar eigen boontjes doppen. Ze komt in een vleesfabriek in aanraking met een vrouw uit een veel beter milieu. Die spoort haar aan om iets met kunst te gaan doen. Dat vindt haar vader niet leuk; een soort verraad aan hun milieu. Eigenlijk vindt Ada de kunstwereld ook maar nep. Ada gaat naar Spanje en woont bij een soort kluizenaar die ook wel trekken heeft van haar vader. De harde buitenwereld ligt ook hier op haar te wachten. In tegenstelling tot de kluizenaar Molina geeft Ada wel veel meer om de twee honden die er rondlopen. Ze gaat terug wanneer ze bericht krijgt dat haar broertje om het leven is gekomen. In de slotpassage lijkt het erop dat Ada niet zo hard is, als ze steeds doet voorkomen. Het lijkt erop dat ze namelijk 'wel kan janken.'
Frédérique
Frédérique komt uit een veel rijker milieu dan dat van Ada en plukt daar alle vruchten van. Haar vader heeft invloedrijke vriendjes en ook de nodige kruiwagens voor zijn dochter. Op zich is Frédérique geen arrogante meid; ze wil Ada best helpen, maar haar capaciteiten op kunstgebied liggen niet op een hoog niveau. Ze wil graag de hele wereld over reizen; ze stelde zich veel voor van een Spaans verblijf in een commune, maar na de kennismaking met Molina ging ze al na tien dagen terug naar Nederland. Ze betaalt wel het retourticket van Ada om de begrafenis van Broos bij te kunnen wonen.
Broos
Broos is twee jaar jonger dan Ada. In tegenstelling tot zijn zus is hij veel minder gehard tegen het bestaan. Hij laat zich o.a. pesten op school, hij gaat ook in de drugs en de drank. Dieptepunt is dat hij spaargeld steelt van zijn vader die daarna niets met hem te maken wil hebben. In de zorginstelling blinkt hij ook niet erg uit. Hij verdrinkt (hij kan nota bene erg goed zwemmen!) omdat hij dronken in het zwembad valt. Het opvoedingsproces van zijn vader is bij hem mislukt.
Molina
Molina is een Spaanse kluizenaar (overblijver uit een commune) die de harde buitenwereld ook te lijf wil gaan. Hij heeft daardoor iets weg van de vader van Ada. Hij heeft geen kinderen en geen partner, maar voedt in hun plaats zijn twee honden hard op. Ada vindt dat hij dat te streng doet. Hij kan nauwelijks met haar communiceren, omdat hij maar een paar woorden Engels spreekt. Type ruwe bolster, blanke pit. Hij valt Ada niet lastig met oneerbare voorstellen. In dat opzicht is hij oké.
Vader
De vader van Ada is eigenlijk erg jong. Hij was negentien toen ze geboren werd en is aan het einde van de roman dus nog maar 44 jaar. Hij is hovenier en moet hard werken. Na de scheiding staat hij er een groot deel alleen voor. Hij woont in een caravan op een vakantiepark. Moeder heeft de zoon vertroeteld en vader wil juist dat ze zich haren : de wespenpassage en de manier waarop hij ze 'onverdrinkbaar' wil maken zeggen boekdelen. Het is geen slecht personage: hij heeft het goede voor met zijn kinderen. Dat blijkt vooral uit het laatste gesprek dat hij met Ada heeft na de begrafenis van Broos.
Quotes
"Lutien en Bella springen blij voor me uit. We ploeteren door het natte gras en steken het bruggetje de rivier over die ons terrein van het bos scheidt. De honden lopen voor me uit met hun neuzen laag bij de grond. Soms staan ze stil en kijken of ik nog wel volg. Ik volg nog. Ik heb nooit honden gehad maar ze bevallen me. Ze willen dat je een geruststelling bent. Zo voorspelbaar als een boom." Bladzijde 18
"Een van de mensen van wie ik de gemiste oproepen nog af en toe van mijn scherm veeg, is Frédérique. Ik heb het aan haar te danken dat ik hier nu ben, zoals ik wel meer aan haar te danken heb: studie, woonplek, alles. En dat weet ze donders goed. We waren huisgenoten. Haar vader is regisseur, beeldend kunstenaar en curator, haar moeder was schilder, net als zij zelf, al laat Frédérique zich niet tot één discipline beperken. Allebei haar ouders zijn groot in ‘het wereldje’, zoals ze het zelf noemt. Waarmee ze volgens mij gewoon bedoelt: de wereld." Bladzijde 20
"Hij zei toen ze net uit elkaar waren dat hij geen weekendpapa zou worden: zo'n vader die de genegenheid van zijn kinderen in de beperkte achtenveertig uur die hij met ze te besteden heeft probeert af te kopen met leuke activiteiten, snoep en andere zoetigheden. Integendeel, hij had niets af te kopen." Bladzijde 48
"Ik was wat je toen noemde een manwijf: terwijl de meisjes om me heen uit hun sport-bh's begonnen te barsten bleef ik plat en hard als een plank. Ze lachten me erom uit, maar ik vond dat ik er een stuk normaler uitzag dan zij. Met hun vreemde, uitgerekte lichamen. Nog kinderheupen maar wel die uit de kluiten gewassen borstpartijen. [...] Huppelwijven. noemde pa ze, "Daar lijk jij gelukkig niks op."" Bladzijde 180
"Ze vonden je in het zwembad. Drijvend op je buik. Voor ze dat zeiden drong zich een ander beeld aan me op: ik zag je zitten op de bodem, je knieën opgetrokken en je armen zwevend voor je uit, je ogen dicht. Maar zo was het dus niet. Je dreef op je buik. Je gezicht in het water. Lege halve liters als leliebladen om je heen. Je moet je ook geen delirium gaan zuipen naast een zwembad." Bladzijde 224
Thematiek
De zin van het bestaanAda wordt geboren in een gezin in de lagere sociale klasse. Twee jaar later wordt Broos geboren. het gezin leeft in armoede en in een zwaksociale woonomgeving. Het gezin is niet harmonieus. Vader probeert het gezin hard te maken tegenover de moeilijke omgeving. "Als je voor een dubbeltje,....." , maar zijn vrouw is anders ingesteld en vertroetelt de zwakkere Broos. Hij geeft ook af op overheidsinstellingen die je min of meer monddood maken, hij geeft af op Marokkanen ("Als je er maar niet met één thuiskomt" ) hij heeft een mening over vrouwen en over school. Hij moet het later als hovenier alleen zien te redden met twee kleine kinderen, die hij weinig comfort kan bieden: nl. een caravan als een bunker van bordkarton. Ze wonen in het vakantiepark niet alleen in de vakantie, maar het hele jaar door. Zijn dochter komt tijdens het werk in een vleesfabriek in aanraking met Frédérique: het tegenbeeld van Ada zelf. Ze is van rijke komaf, een vader die genoeg vriendjes heeft om zijn kinderen in het leven vooruit te helpen, kunstzinnig maar zelf dat stelt niet veel voor. Ada ergert zich aan de gemakzuchtige houding van Frédérique. Die hoeft nergens voor te vechten, krijgt alles in de schoot geworpen, kan mooie en verre reizen maken. Dan is daar Ada die als ze een reis maakt , dat doet in een sobere omgeving met een norse, nauwelijks verstaanbare Spanjaard. Deze Molina is ook een ruwe bolster met een blanke kern. Eigenlijk is hij het spiegelbeeld van Ada's vader. Hij richt zijn harde levenshouding niet alleen af op de twee vrouwtjeshonden maar ook op een nest kittens. (drie dagen per week eten en de rest moeten ze maar muizen vangen) In die omgeving krijgt Ada juist andere gevoelens, het lijkt of ze de lessen van haar vader toch ook wil combineren met een zachtere, liefdevolle houding ten opzichte van de dieren. Ze heeft zich ten doel gesteld de "stilte van het leven te onderzoeken." Ondanks de norse houding van Molina houdt ze haar verblijf veel langer vol dan het modepoppetje Frédérique. Ze wilde nooit janken (bijv. bij de geboorte) , maar laat ze zich in de laatste zinnen niet emotioneel in haar kaarten kijken?
Motieven
Drank en drugs
Ada en haar broer Broos komen terecht in de wereld van drank en drugs. Bij Broos wordt dat ook nog eens fataal als hij in de instelling waarin hij verblijft, dronken gaat zwemmen en in het zwembad verdrinkt. Hij kan juist erg goed zwemmen. Ada rookt in een bepaalde periode in haar leven wiet- na wietsigaret.
Kunstwereld
Als Ada tijdelijk in de vleesfabriek werkt, ontmoet ze een kunststudente Frédérique. Die vraagt aan Ada of ze iets met kunst doet. Ada heeft in haar Mavo-opleiding een kunstvak gekozen en er toen maar een beetje op los gerotzooid. Ze vindt het zelf helemaal niets, maar in de kunstwereld kijkt men er toch anders tegen aan. De opleiding aan de academie mag ze ook beginnen, maar wordt ook iedere keer verlengd. Ada's vader vindt het wereldje maar helemaal niks en nep. Het wordt een breuk tussen vader en dochter. Hij vindt dat ze haar afkomst verloochent.
De dood
Moeder krijgt een ongeluk met de fiets. Ze knapt wel iets op, maar twee jaar later sterft ze toch. Broos komt in de verkeerde scene terecht, een wereld voor drank en drugs, hij heeft een zwakkere persoonlijkheid. Terwijl hij heel goed kan zwemmen, overkomt hem een fataal ongeluk. Zeer waarschijnlijk door dronken te gaan zwemmen.
Schoolleven
Op een bepaalde leeftijd zitten Ada en Broos op dezelfde Mavo. Ada kan wel van zich afbijten. Toch heeft zij het ook niet gemakkelijk, omdat ze als manwijf wordt aangeduid. Ze heeft geen borsten net als de andere meiden uit haar klas. Broos wordt op school gepest en omdat hij er zelf niet tegen optreedt, stompt zij de pestkop in haar gezicht. Ze wordt voor drie weken geschorst.
Broer-zusrelatie
Ada is de oudste van de twee. Toen zij ter wereld kwam, jankte ze niet. Toen Broos geboren werd, deed hij dat wel. Zijn vader vond dat verschrikkelijk, maar van de moeder was Broos wel de lieveling. Ze vertroetelde hem. Ada moest in die tijd het vuile werk opknappen. Vader wil de kinderen harden tegen de boze buitenwereld. Zo wil hij zijn kinderen leren niet te verdrinken als ze in het water in de problemen kwamen. Hij maakte de opdracht extra moeilijk, doordat ze elkaar moesten hinderem. Broos was de veel betere zwemmer van de twee, maar verloor in de opdracht toch van Ada.. Op school liet hij zich pesten en dan moest Ada voor hem in de bres springen. Toen Broos later de fout inging door geld te stelen van zijn vader, was dat ook een druppel voor Ada. Later werd hij opgevangen in een instelling met 'dagbesteding'. Zij vond hem ook een slappeling , die zich niet op de goede manier in de wereld staande hield. Ze gaat nog wel naar de begrafenis. Ze had hem al een paar jaar niet meer bezocht. Ze beschouwde hem eigenlijk als een loser.
Coming of age
We leren Ada kennen in de ontwikkeling van haar groei naar de volwassenheid Als kind had ze het al zwaar omdat haar moeder jong stierf. Ada was zeven. Ze moest haar eigen boontjes doppen en dat deed ze best goed. Z e kwam op voor haar broertje, pikte de straf die ze daarvoor kreeg goed op. Werkte later in een vleesfabriek waar ze Frédérique leerde kennen. Die bracht haar in aanraking met de kunstwereld. Zo groeide Ada toch op voor iemand die zich in het leven staande kon houden. Coming of age is dus zeker een motief in deze roman.
Vader-dochterrelatie
De vader van Ada was een harde man die zijn kinderen het moeilijke leven wilde bijbrengen. Hij wilde liever niet dat ze jankers zouden worden. Dat lukte bij Ada best goed, maar met Broos ging dat niet zo goed. Hij trok derhalve meer met Ada op en prees haar toen ze het op school voor haar zwakkere broer op kwam. De schorsing nam hij op de koop toe. Je moest immers voor jezelf opkomen. De situatie werd anders toen hij merkte dat ze met kunstenaars omging, een wereld die hij niet als de zijne beschouwde. Hij was dan ook boos op haar dat ze hem daarover niet had ingelicht. Een tweede motief om meer afstand te nemen lag in het feit dat hij als vader merkte dat Ada pas op 18-jarige leeftijd voor het eerst ongesteld werd. Zij kwam daarmee in een andere levensfase en de slaapkamer delen met haar vader was niet langer aan de orde. Dat bracht verwijdering in hun leven. Aan het einde van het verhaal na de begrafenis van Broos hebben ze een kort gesprek over wat haar vader met zijn kinderen wilde. Hij was een mens van goeden wil. Eigenlijk is dat het moment dat Ada toch het liefst was 'gaan janken.'
Motto
De roman heeft twee motto's :
Het donker had mijn vaders kleren aan
toen ik vannacht een vliegtuig nam.
Ik ging gelaten de douane door
en zat vertreurd te staren door het raam.
Het donker, vader, had je kleren aan.
- Menno Wigman-
En toen begon de opmars,
door het eerste schot reeds gedund,
de opmars van zijn leven.
Een engel aan zijn rechter,
een demon aan zijn linker
en tussen beiden in
geen mens.
Maar somtijds kan ik zien
wie hij geweest zou zijn
als in een heldre beek
de bodem.
Maar altijd als ik grijp,
grijp ik ernaast.
- Bertus Aafjes-
Titelverklaring
De titel wordt in de roman letterlijk genoemd. Op blz 163 :"Hey, rouwdouwers! Schafttijd!, riep iemand ons vanuit de mobiele bouwkeet toe. Pa keek niet op maar maakte een wuivend handgebaar."[ .......]
"Wat betekent dat, rouwdouwers? vroeg ik, kijkend naar zijn handen die geoefend en zorgvuldig de bollen toestopten.
"Gewoon, aanpakkers. Mensen die hun eigen boontjes doppen."Hij kneep met twee vingers in het peesje in mijn schouder terwijl hij opstond."Zoals jij." Een blz.later (164) zegt Ada dat ze liever een 'rouwdouwer als haar vader is dan iemand met een kantoorbaan.".
In de roman is Ada iemand die haar eigen boontjes moet doppen.
Structuur & perspectief
De ik-verteller is de vijfentwintigjarige Ada. Ze komt uit een gebroken gezin. Ze heeft een broer die twee jaar later dan zij geboren is. In het heden verblijft Ada in een dorp in de Spaanse provindie Galicia. Die provincie ligt in het noordwesten van Spanje. Het is het deel waarin ook de bekende pelgrimsplaats Santiago de Compastella ligt. In die streek waarin ze tot rust hoopt te komen, kijkt ze heel vaak terug in korte hoofdstukken naar haar moeilijke verleden in Nederland. Dat gebeurt in korte hoofdstukken vanaf haar geboorte tot aan haar terugkeer uit Spanje.
Het verhaal wisselt dus steeds van heden naar verleden in heel veel korte hoofdstukken zonder titel. De hoofdstukken die in Galicia spelen, worden verteld in de o.t.t. en de meeste hoofdstukken die in het verleden spelen in de o.v.t.
Het verhaal wordt dus niet-chronologisch verteld.
Het verhaal heeft een open einde. (Ze gaat naar de begrafenis van haar broer, maar ze heeft geen verblijfplaats meer waar ze terecht kan. Ze is weggegaan van Molina in Spanje. Vader woont niet meer in de caravan en heeft een nieuwe vriendin en een kind. Frédérique woont met een ander in haar appartement.
Er zijn diverse tijdlagen in het verleden:
- de periode dat Ada geboren is tot aan de dood van haar moeder
- de periode dat ze in het caravanpark met vader en Broos woont
- de periode dat Ada en Broos beiden op de Mavo zitten en Ada voor Broos opkomt, omdat hij gepest wordt
- de periode dat Ada bij haar vader werkt en de periode dat ze in de vleesfabriek werkt
- de periode dat ze Fréderique leert kennen en in de kunstwereld wordt geintroduceerd
- de periode dat ze uit de caravan vertrekt en bij Fréderique gaat wonen
Het heden
- de periode van het vertrek naar Galicia en het verblijf bij Molina, waar Ada zich wel heeft ontfermd over de dieren.
Decor
Decor
Een deel uit het verleden speelt zich af op een caravanpark waar de vader na de scheiding en de dood van de moeder in een vakantiepark woont. Vader hardt zijn kinderen tegen het ruwe bestaan. Ada's moeder sterft als ze zeven jaar oud is en Ada vertrekt uit huis als ze 23 jaar is.
Later trekt ze bij Fréderique in haar appartement aan de Amstel in.
Het heden speelt zich af in het noordwesten van Spanje in Galicia. Ze woont er in het huis van de norse Spaanse houthakker Molina.Van daaruit kijkt ze steeds terug naar het verleden.
Tijd
Er worden geen jaartallen gebruikt voor de diverse periodes in Ada's leven.. Als je ervan uitgaat dat de schrijver een aantal autobiografische elementen in haar roman gebruikt, kun je daaruit afleiden dat het verhaal van Ada zich vooral afspeelt in de 21e eeuw. Koos zelf is namelijk geboren in 1992 en als ze haar avontuur in Spanje beleeft, is ze 25 jaar.
Ze verblijft er enkele maanden, totdat ze het bericht krijgt dat haar broer dood is.
Stijl
De stijl van Falun Ellie Koos wordt in diverse recensies 'rauw, meedogenloos en aan de andere kant gevoelig' genoemd. Ik wil daar zelf nog het element subtiele humor aan toe voegen. Ze schrijft in heldere bewoordingen, ze gebruikt geen complexe zinnen en de dialogen zijn realistisch. In Spanje beperkt de taal zich tot een aantal eenvoudige woorden Engels die de Spanjaard beheerst. Maar Ada zoekt dan ook de stilte in die passages.
Er komen veel metaforen in de tekst voor. En die zijn in vrijwel alle gevallen heel fraai en origineel..De roman begint al met een metafoor. "Ik kwam geluidloos uit onze moeder gebarsten." Daarna worden ze achter elkaar geproduceerd.
Knap is als voorbeeld hoe Koos de ruimte beschrijft waarin ze opgroeit .Ada woont namelijk met vader en broertje in een caravan op een vakantiepark.
- (blz. 14-15: "Een bunker van bordkarton. 's Morgens altijd brood met heel veel hagelslag, zodat een groot deel tijdens het eten van de boterham op mijn bord regende en ik de chocolade met een natte vinger op kon deppen.Soms werd de zoete, zachte smaak scherp afgesneden door een bitter vuurtje dat een gat in mijn tong brandde. Dan was er een draadje van pa's sjek tussen de hagelslag beland. Opruimen, dat gebeurde alleeen als het niet anders meer kon, en pa draaide zijn sjekkies boven dezelfde borden als waar wij van aten. Even daarna was ik op mijn hoede, bij iedere vinger bang voor de rotte draadjes. Tot ik het weer vergat en het gemene bijten me overviel. Wanneer het jou overkwam begon je te janken met je tong als een slak uit je mond, bezaaid met slijmerige stukjes chocolade. Met mijn mouw veegde ik dan je tong af en noemde je een mongool."
In één passage worden de kwaliteit van de woonruimte (de bunker van bordkarton), de levenshouding van de vader,( geen goed voorbeeld) de eenzijdigheid en de armoede van het bestaan (elke dag hagelslag), het verschil tussen zus en broer (wel of niet janken) beschreven.
Slotzin
Mijn schouders schokken omdat ik het koud heb. Het water loopt langs mijn kaak, mijn nek, de kraag van mijn jas in. "Ik jank niet", zeg ik, mijn stem trilt ongehoorzaam als de vleugels van een vlinder. Mijn vader kijkt naar me met een zwaarte in zijn ogen die ik als liefde denk te herkennen. "Dit is geen janken."Bijzonderheden
Het dagblad Het Parool noemt in het jaaroverzicht over 2024 de debuutroman "Rouwdouwers" een van de beste Nederlandstalige romans.
Beoordeling
De compositie van Rouwdouwers is op zich niet erg origineel. Het afwisselen van verleden en heden gebeurt vaak in een roman. Maar de wijze waarop Falun Ellie Koos ze door het verhaal weeft, is wel origineel. De scènes met Molina worden op een heel natuurlijke wijze afgewisseld met de passages uit het verleden. Door het verhaal in korte hoofdstukjes te presenteren word je als lezer helemaal bij de les gehouden. Dat leest erg prettig en hoewel je best een vermoeden krijgt van wat er met Broos is gebeurd, blijft de spanningsboog tot aan het einde intact.
De stijl is rauw en hoort bij de inhoud, maar is niet grof. Falun schrijft ook mooie metaforen.Ze gebruikt dit stijlmiddel vaak. De meeste metaforen zijn origineel.
Voor een debuutroman is het een uitzonderlijk goed boek. In spanning is het wachten op een tweede roman.
Het coming of age-verhaal is bovendien erg geschikt voor de scholieren van havo- en vwo-niveau.
Een kwaliteitskenmerk is ook dat er in veel toonaangevende bladen een recensie over het boek verscheen: Trouw, NRC, Het Parool, De Volkskrant en recensies op de lezerssite Hebban.nl . Dat komt niet vaak voor bij een debutant.
Recensies
"‘Ik ben nooit goed geweest in het pitchen van mijn werk, misschien ben ik zelfs wat onwillig: de flaptekst van Rouwdouwers staat niet op de achterflap, maar aan de binnenkant van het boek,’ schreef Koos vorige maand in een inleiding bij een online voorpublicatie van haar boek op de website van het International Literature Festival Utrecht. Zonde en onnodig, deze aarzeling, want Rouwdouwers is zo’n debuut dat maar af en toe voorbijkomt: een roman die je langzaam kopje onder sleurt, naar adem laat happen en je, uiteindelijk, terug op de kade smijt: gehavend, maar dankbaar dat je leeft." https://www.vprogids.nl/b...roman.html
"Wat Koos het allerbeste beheerst is het schrijven in beeldende scènes. Rouwdouwers leest als een kast waarin twee lades zitten: links een fotoalbum genaamd Galicië, rechts de nog ongeordende foto’s uit het leven daarvoor. En om en om wordt er een lade geopend, een foto uitgezocht en minutieus bekeken. De beelden uit de jeugd met een lichte weemoed: Ada vertelt dit verhaal na aan haar jongere broer. Hoewel Koos ook hier imponeert met de grote hoeveelheid treffende details in veelal schrijnende situaties, zoals degene waarin haar vader Ada en haar broertje zwemles geeft, voelt het allemaal iets minder levensecht aan. We hebben hier te maken met een kleine selectie van de meest indrukwekkende momenten uit een langere periode, waardoor soms het gevoel ontstaat dat ieder hoofdstuk geschreven is om te imponeren, terwijl de Galicië-stukken aanvoelen als een langer uitgewerkt moment waarin toevallig imponerende dingen gebeuren." https://www.tzum.info/202...uwdouwers/
"De schrijfster is zeer sterk met taal; geslaagde metaforen en juiste woordkeuze zijn daar de duidelijke getuigen van. Het verhaal is, ondanks de vele flashbacks een overzichtelijk geheel gebleven. Korte hoofdstukken zorgen voor een aangenaam tempo en een vlotte leesbaarheid. De personages zijn zeer goed geplaatst en getypeerd in de diverse decors waarin het verhaal zich afspeelt. Vader, Ada, Broos, Frédérique en Molina, de hoofdvertolkers, zijn niet alleen voor wat betreft uiterlijk maar ook karakterieel nauwkeurig, realistisch en beeldend beschreven. Dat de auteur ook filmmaker is, is daar zeker niet vreemd aan. Dat is ook zo voor de omgevingen van het trailerpark en de aftandse boerderij in Galicia: de auteur neemt de lezer bij de hand en samen gaan we er op zoek naar vader, Ada, Broos en Molina." https://boekenkrant.com/r...douwers-2/
"Rouwdouwers, de debuutroman van Falun Ellie Koos, is een confronterend verhaal over armoede en onvermogen. Over hoe je gevormd wordt door het milieu en de omgeving waarin je opgroeit. Voor Ada en haar broertje Broos is dat in een oude, kleine stacaravan op een caravanpark. Ze wonen daar samen met hun vader die niet zo heel veel vertrouwen heeft in de wereld om hem heen en zijn kinderen inpepert dat je alleen op jezelf kunt bouwen. Hij is wars van instanties en de overheid die je alleen nog verder het slop induwen. Zijn kinderen voedt hij Spartaans op en omdat Broos vaak niet kan voldoen aan de door hem (fysiek) opgelegde uitdagingen, zwemmen kan hij wel als de beste, vindt vader hem zwak en te gevoelig. Ada doet er alles aan om haar vader tevreden te stellen. Ze loopt letterlijk op haar tenen om hem vooral niet lastig te vallen en haar broertje te beschermen. Ze schrijft ook: janken is een keuze. Niets maakt je aan het huilen. Nee, je doet het altijd zelf." https://www.hebban.nl/rec...ouwdouwers
"ouwdouwers leest in een reeks van korte hoofdstukken door het heden en verleden van de hoofdpersoon en vertelt op die manier beetje bij beetje over de bijzondere band tussen Ada, haar broertje en de andere personages. Zoals ik al zei, machtig mooi. Hoe mooi moet je absoluut zelf gaan ondervinden." https://www.hebban.nl/rec...ouwdouwers
Bronnen
In VPRO boeken (tv)werd op 29 september 2024 ruim aandacht besteed aan de debuutroman van Falun Ellie Koos De eerste twaalf minuten van de uitzending worden aan de roman van Koos gewijd. Falun wordt daarover geïnterviewd.
https://npo.nl/start/seri...8/afspelenGeschreven door Cees

Ik heb verreweg het grootste deel van mijn leven voor de klas gestaan. Eerst vijf jaar op een basisschool, daarna veertig jaar op diverse scholen voor voortgezet onderwijs: havo en vwo, onder- en bovenbouw. Leraar Nederlands zijn vond ik veel leuker dan directielid spelen. De laatste jaren was ik conrector. In 2004 begon ik aan mijn eerste boekverslag voor scholieren.com. Dat is dus ruim twintig jaar geleden.
Ik vond het destijds mijn 'missie' om de vaak verouderde en 'afgezaagde' literatuurlijsten voor Nederlands te vernieuwen en mijn leerlingen kennis te laten maken met onbekende en / of jonge schrijvers. Lezen kan namelijk gewoon leuk zijn. Het is de taak van een docent om het lezen te stimuleren.
Docenten kunnen je met het aanprijzen van aantrekkelijke en/of spannende boeken enthousiast maken. Passages die interessant zijn, kun je voorlezen in de klas. Kort vertellen waarover een boek gaat, kan ook een stimulans voor je keuze zijn. En vergeet niet dat je van je medeleerlingen ook kunt horen welk boek ze (erg) leuk gevonden hebben. Dat is vaak de beste manieren om te weten te komen of een boek aantrekkelijk is. Hoewel smaken altijd blijven verschillen..
Ik heb tot nu ( 1 juli 2025) 1530 boekverslagen gemaakt, waarvan vrijwel de meeste Zeker-Weten-Goed-verslagen zijn. Er staan de laatste jaren aan het einde van het verslag vragen over de inhoud en de structuur, zodat je kunt controleren of je je het boek in grote lijnen begrepen hebt.
Bij Scholieren.com probeer ik zo veel mogelijk boeken van nieuwe schrijvers te bespreken. Elke maand ontvang ik boeken van diverse uitgeverijen die hun schrijvers uit 'hun fonds' onder de aandacht van de lezer willen brengen.
Ik hoop altijd dat de 'leraar Nederlands' het zijn leerlingen toestaat om de wat minder bekende of zelfs beginnende schrijvers op de leeslijst te accepteren.
Lezen kan leuk zijn, maar boekverslagen maken doe je meestal niet voor je lol. Ikzelf vond dat vroeger namelijk helemaal niet leuk. Ik kocht in die tijd daarom ook alle uittrekselboeken van alle talen. (Bijvoorbeeld Literama (Ne), Aperçu (Fa), Survey (En), Der Rote Faden (Du). En als ik heel eerlijk ben, heb ik ook wel eens uit tijdgebrek alleen met een boekverslag een mondeling tentamen gedaan. Maar dan voelde je je toch niet altijd op je gemak. Nu maak ik zelf al jaren boekverslagen voor scholieren.com.
Nog een welgemeend advies: wees verstandig en lees altijd het boek. Dan kan een boekverslag op scholieren.com een prima geheugensteun voor je mondeling zijn.
En geloof me, docenten kunnen vanwege tijdgebrek echt niet alle boeken lezen die jaarlijks verschijnen; zij raadplegen daarom ook wel de boekverslagen die scholieren.com aanlevert. Daar is natuurlijk helemaal niks mee.
Waarschuwing van mijn kant : Pas op met het opvragen van verslagen via Chatgpt. Ik heb verslagen gelezen waarin pertinente onjuistheden staan.
REACTIES
1 seconde geleden