En we noemen hem door Marjolijn van Heemstra

Zeker Weten Goed
Foto van Cees
Boekcover En we noemen hem
Shadow
Zeker Weten Goed

Boekcover En we noemen hem
Shadow
En we noemen hem door Marjolijn van Heemstra
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Feitelijke gegevens

  • 1e druk, 2017
  • 210 pagina's
  • Uitgeverij: Das Mag

Flaptekst

Marjolijn van Heemstra besloot op haar achttiende: als ik ooit een zoon krijg, vernoem ik hem naar 'Bommenneef', de oudoom die als zogenaamde verzetsheld was uitgegroeid tot familielegende. Tijdens haar zwangerschap begint Marjolijn begint uit te zoeken wie deze 'held' eigenlijk was en begint ze te twijfelen: kan ze haar zoon wel opzadelen met de geschiedenis die met deze naam gepaard gaat? 

En we noemen hem is een razend spannende zoektocht (met een strenge deadline: een baby) die grote vragen opwerpt over goed en fout, over terrorisme en over de vraag wat een pasgeboren baby met z'n voorouders te maken heeft.

Eerste zin

Als ik geen achttien was geworden twaalf jaar nadat een verre oom in zijn bungalow in Spanje zijn einde voelde naderen, als hij niet kinderloos was geweest en vlak voor zijn dood vol heimwee naar een leven dat hij noot had gehad, als hij niet om die reden zijn ring, zijn enige sieraad naar mijn oma had gestuurd met de opdracht hem aan een toekomstige naamgenoot in de familie te schenken [...........] dan was dit verhaal de kleine, spiegelgladde mythe gebleven die het zeventig jaar lang is geweest. (eerste zin is een bladzijde lang)

Samenvatting

Marjolijn van Heemstra (35) krijgt via een echo te zien dat ze in verwachting is van een zoon. Ze roept meteen dat ze die zoon Frans Julius Johan zal noemen naar haar oom die een ring na zijn dood heeft gegeven voor de eerste familienazaat die zijn naam krijgt. Hij is in de familie een oorlogsheld, omdat hij op 5 december 1946 een ongestraft gebleven verrader bij een aanslag heeft gedood.
Hij wordt binnen de familie de "bommenneef" genoemd. 

Omdat Marjolijn voor haar later het verhaal van zijn namen haar zoon helder wil vertellen - er is namelijk mythevorming in de familie over de heldendaad - gaat ze op zoek naar de waarheid. In het begin van de queeste krijgt ze allerlei niet zo belangrijke anekdotes over haar oom te horen en ze denkt dan al dat ze het meeste wel weet, maar ineens duikt er een kistje met papieren over haar oom op. Daarin zit verrassende informatie over een scheiding etc. Ze krijgt ook contact met mevrouw A. die zich de beste vriendin van haar oom noemt. Die vertelt ook wat achtergrondinformatie en ze laat haar een waarderend certificaat van generaal Montgomery zien. Dat hangt Marjolijn meteen boven de wieg van haar nog ongeboren zoon. Oom Frans moet dus wel een held zijn.

De partner van Marjolijn (D. genoemd) zegt dat ze beter op internet kan zoeken en zonder veel moeite haalt hij informatie op over de 5 decembermoord in Den Haag. Er zijn drie doden bij te betreuren geweest. De opzet was dat er nog meer mensen in andere steden zouden worden gedood. Zij zouden allen hun 'gerechte' straf na de oorlog ontlopen hebben. Ze krijgt daarna een beetje ruzie met D. omdat die niet meer zo overtuigd is van de held die oom Frans is geweest. Via via komen ze erachter dat de tweede vrouw van Frans, Nelly, nog leeft. Marjolijn zoekt haar op en Nelly vertelt dat Frans op de avond van de aanslag naar haar toe was gekomen in Brussel. Ze was namelijk bij hem weggelopen. Hij had dus aan anderen het explosief meegegeven. Het slachtoffer in Den Haag heette Boer en hij zou volgens de aanslagplegers Engelandvaarders verraden hebben. Marjolijn heeft er wel moeite mee dat er mogelijk twee onschuldige mensen bij de aanslag zijn omgekomen.

Ze besluit het Nationaal Archief in Den Haag over de verrader Boer te raadplegen. Eerst levert dat weinig op, maar er blijkt nog een map in de doos te zitten die over de verwondingen van de drie slachtoffers gaat. Nu krijgen die ook een gezicht voor haar: er is ook een onschuldig dienstmeisje van 17 jaar omgekomen. Marjolijn heeft daar ook een gesprek met een oudere man, Herman, die al een jaar in de archieven zit te snuffelen en veel moeite doet de waarheid omtrent zijn eigen familie te achterhalen. Zijn vader is van collaboratie beschuldigd en heeft zelfmoord gepleegd voordat hij geboren is. Hij wil achter de waarheid komen.

Marjolijn gaat weer praten met A. ze legt het verhaal voor en dan hoort ze dat Frans zijn moeder al heel jong verloren heeft en dat hij ook een zoontje op de dag van diens bevalling heeft verloren. Hij was dus erg eenzaam. [Er komt nu een ingevoegde en ingebeelde passage over de dood van het zoontje in het verhaal, gezien vanuit de ogen van Frans maar dan in de fantasie van Marjolijn.] Ze gaat op zoek naar en graf, vindt dat niet, maar vindt wel een rouwadvertentie in De Tijd. Het zoontje heette ook Frans Julius Johan. Daarna beschrijft ze in een flashback (o.v.t.) haar abortus toen ze 21 jaar was.

Ze gaan er een weekje tussen uit naar Friesland en samen met D. bezoekt ze het Planetarium van Eise Eisinga in Franeker. Ze hoort dat Eise zijn zoon verloren heeft, maar voldoening kreeg in de sterrenkunde en daarmee de chaos de baas was (vooruitwijzing naar het einde).

Dertien weken voor de bevalling krijgt Marjolijn problemen met haar hoge bloeddruk (zwangerschapsvergiftiging). Ze moet rusten maar na een bezoek aan het ziekenhuis stapt ze gewoon weer in de trein naar Den Haag om in het Nationaal Archief verder te zoeken. Ze leest over de rechtszaak tegen Frans. Wanneer is een oorlog afgelopen. Frans lijdt aan illegaliteitspsychose. In een boek over de Veiligheidsdienst leest ze ook dat Frans een nieuwe beweging (ultra -rechts) heeft willen oprichten die tegen linkse activisten wil streden. Daarvan schrikt ze. Bovendien zegt Herman dat hij een connectie heeft gevonden tussen zijn vader en Frans. Marjolijn wordt woedend op hem.
Later wil ze haar excuus aanbieden. Misschien is de vermoorde Boer helemaal niet zo slecht geweest in de oorlog. Ze gaat ook de familie van het omgekomen dienstmeisje bezoeken. Die nazaten zouden het liefst willen dat Frans spijt had betuigd.

Nu wordt ook Marjolijn nieuwsgierig naar Frans' laatste woorden. Hij is in Spanje gestorven en een Spanjaard was op het laatst bij hem. Tegen de zin van D. (de bloeddruk is namelijk nog steeds niet in orde) reist ze naar Spanje en ontmoet Julian. Die vertelt dat Frans wel vloekte en tierde in zijn laatste dagen (hij miste beide onderbenen) maar nooit spijt heeft betuigd.

Bij terugkeer in Nederland besluiten de artsen dat de bevalling wat eerder moet worden opgewekt. Het is rond kerst als het zoontje wordt geboren. D. en Marjolijn besluiten nog even te wachten met de naamgeving, wat de verpleegkundigen vreemd vinden. Na een dag ligt Marjolijn na te denken over de geboorte: het zoontje was een sterrenkijker: d.w.z. de baby ligt wel met zijn hoofd omlaag, maar kijkt omhoog. Dat is een symbolisch signaal voor Marjolijn: ze denkt aan het Planetariumbezoek van Eisinga. Ze zegt tegen D. dat ze uit de naam is. De volgende dag zegt ze tegen D. dat hij bij thuiskomst meteen het certificaat van Montgomery boven de wieg moet weghalen. Tegen de verpleegkundige zegt ze dat ze de naam weet.

Een oplettende lezer weet dat het Eyse moet zijn. Kijk je daarna naar de opdracht dat weet je dat het Eyse geworden is. De titel zou dus kunnen zijn : 'En we noemen hem Eyse.'

Dit verslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

Personages

D.

D. is de aanduiding voor de partner van Marjolijn. Hij heet volgens de opdracht voorin het boek David. Hij is typisch de man in de roman: hij relativeert, analyseert en geeft soms simpele aanwijzingen als "zoek het eens op internet op". Hij is boos op Marjolijn als ze niet heeft besloten een bepaalde test te laten afnemen om te kijken of het kindje wel goed is. Hij is veel rationeler ingesteld dan Marjolijn maar geeft haar toch veel ruimte. Hij vraagt ook niet 100 keer hoe het met haar tijdens de zwangerschap gaat.

Marjolijn

Marjolijn is gevoeliger dan D. maar ze is dan ook in verwachting en heeft misschien wel last van bepaalde hormonen. Ze gaat bij het bericht dat ze een zoontje krijgt energiek op zoek naar het verleden van haar oom Frans. Het lijkt eerst allemaal mee te vallen, maar ze moet later constateren dat haar oom helemaal niet de held geweest is zoals dat in de familie wordt beweerd. Hij heeft last van een illegaliteitspsychose. Dat erkent ze uiteindelijk wel. Marjolijn is knap eigenwijs als ze de adviezen van de artsen negeert (ze heeft zwangerschapsvergiftiging) en toch naar Den Haag reist. Uiteindelijk beslist ze de naam van haar oom niet aan haar zoontje te geven. Je mag een kind immers niet belasten met een besmet verleden.

Quotes

"Het leken primitieve wezens in de oersoep. De foto's in het mapje doen me denken aan een nachtelijk mistlandschap. D. bladert er doorheen, ik weet welke afbeelding hij zoekt, die met twee lange vlekken(benen) en een kleine instulping daartussenin. De foto waarbij de echoscopist "Overduidelijk een zoon!" riep." Bladzijde 14
"Ik hoor mezelf vertellen over de boef, het bommetje, de verrader, de heldendaad, de naam van mijn zoon. Alsof ik vandaag geen kartonnen dood heb geopend, niet heb gelezen dat de verrader misschien wel geen verrader was en alles dus anders was dan ik misschien heb gedacht." Bladzijde 89
"In grote letters in het midden van de pagina staat BRUSSEL! Ik weet nu in elk geval waarom bommenneef daarnaartoe reed. Geen bom maar liefde. Een nieuw punt op de kaart. Het brengt me alleen niet bepaald dichter bij het heldendom. Terwijl Peterse huilend naast zijn vrouw sliep en Haastrecht gewond op de vlucht sloeg, lag Frans in bed met zijn liefje. Misschien was ze zijn alibi die avond..." Bladzijde 74
""Stel dat Frans nog zou leven, is er dan iets wat jullie van hem zouden willen horen? "vraag ik. De broers en zussen aarzelen. "Wat zou volgens jullie een goed einde zijn voor dit verhaal?" dring ik aan. "Ik zou willen horen dat hij spijt had", zegt de jongste broer dan. "Spijt". Dat zou het enige goede einde zijn."" Bladzijde 187
"Frans wilde de wond openhouden. Hij verlangde naar de tijd waarin de dood hem op de hielen zat, elke sigaret smaakte als de laatste, elke vrouw een gewillig laatste liefje was. Illegaliteitspsychose." Bladzijde 152
"Frans zou eind 1945 betrokken zijn geweest bij de oprichting van een "neue Abwehr", een rechtse terreurorganisatie die samen met ex-nazi's ten strijde wilde trekken tegen het linkse gevaar. Ik lees over een plan om hem, nadat hij berecht was voor de aanslag, uit de gevangenis te bevrijden, zodat hij in Duitsland kon gaan werken in opdracht van een nazi-spion." Bladzijde 144

Thematiek

Wo ii: nasleep en verwerking

Marjolijn gaat in een queeste op zoek naar het verhaal van haar overleden oom Frans nadat ze gehoord heeft dat ze zwanger is van een zoontje. In de familie Van Heemstra gaat hij door voor de "bommenneef" die na de oorlog zo dapper was om een ongestrafte verrader om het leven te brengen. Ze wil dan ook dat haar nog ongeboren zoontje naar die overleden oom wordt genoemd. Die zal dan de ring krijgen die hij heeft nagelaten. Maar op haar zoektocht merkt ze al snel dat niet alles zo goed was aan die oom. Hij kampt met de nasleep van de oorlog, heeft eigenlijk rechtse sympathieën en lijdt aan een illegaliteitspsychose. De oorlog is voor hem eigenlijk nog niet afgelopen, hij heeft een hekel aan autoriteit en gezag en wil zelfs een nieuwe ultra-rechtse organisatie oprichten om linkse elementen in de samenleving klein te houden. Bij de aanslag zijn ook twee onschuldige slachtoffers gevallen en het is daarnaast niet zeker of de vermoorde Boer wel een echte verrader is geweest. De familie van het omgekomen dienstmeisje wil zeventig jaar na de oorlog eigenlijk nog wel weten of de dader spijt heeft gehad van zijn daad. Maar daarvan lijkt geen sprake. Dat blijkt uit een bezoek dat de hoogzwangere Marjolijn aan een Spaanse buurman van oom Frans brengt. Er is geen woord van spijt in zijn laatste woorden te ontdekken. Dan heeft ze het eigenlijk wel gehad met oom Frans. Het is vlak na de oorlog heel moeilijk te bepalen wat goed is en wat fout is. En een daad die in oorlogstijd een lintje zou opleveren, wordt een jaar daarna met een flinke gevangenisstraf beloond. Na de queeste besluit Marjolijn haar zoon een naam te geven van een man die een veel zuiverder kijk op de wereld heeft gehad.

Motieven

Queestemotief

Er is sprake van een klassiek queestemotief, omdat de ik-vertelster op zoek gaat naar de man naar wie ze haar nog ongeboren zoon wil vernoemen. Is hij de verzetsheld of is dat een legende in de familie? Ze bezoekt allerlei mensen en gaat op zoek naar documenten om erachter te komen wie en wat haar oom was: verrader of held ? Aan het einde van de zoektocht weet ze het wel en ze geeft haar zoontje niet de naam van haar oom.

Leugens en bedrog

Eigenlijk zou hier "waarheid en leugen" moesten staan. Je kunt hierbij ook kijken naar het motto van de roman. Elke keer dat je over het verleden praat, is dat een leugen. De waarheid wordt namelijk altijd ingekleurd of anders gekleurd o.a. door de positie die je inneemt. De held van de familie blijkt jaren later iemand te zijn die niet kan hebben dat de oorlog is afgelopen. Kijken we later ook zo aan tegen de terroristen van nu? Met een zin trekt de vertelster en de schrijfster het thema naar de actualiteit. Bovendien is een achteraf verteld verhaal altijd maar een afspiegeling van de waarheid.

Abortus

Als Marjolijn 21 jaar is, ondergaat ze een abortus. Ze is ongewenst zwanger geraakt na een onenightstand en heeft besloten de vrucht weg te laten halen. Dat vertelt ze in een korte flashback. Dat staat in schril contrast met het nieuws dat ze heeft gehoord over het zoontje van oom Frans dat gestorven is bij de bevalling.

Dood

De dood speelt een rol in het verhaal. Allereerst zijn er drie slachtoffers bij de aanslag in Den Haag. Daarnaast gaat het zoontje van oom Frans bij de geboorte dood. De moeder van Frans is jong gestorven waardoor hij eenzaam werd opgevoed. Uiteindelijk is ook Frans eenzaam in Spanje aan zijn einde gekomen. Bij zijn dood laat hij geen woord van spijt horen.

Psychische afwijking

Marjolijn komt erachter dat haar oom na de oorlog leed aan een illegaliteitspsychose: d.i. het verlangen om ook na de oorlog de held uit te hangen, nog steeds geen autoriteit te willen aanvaarden en dingen te doen die in de oorlog werden geaccepteerd.

Spijt

De nabestaanden van het omgekomen dienstmeisje willen eigenlijk maar één ding om het incident met een goed gevoel af te sluiten: ze willen dat de dader/schuldige spijt heeft betuigd. Marjolijn wil dat ook graag weten, maar ze komt bedrogen uit. De Spaanse buurman van oom Frans vertelt dat Frans geen enkel woord van spijt heeft betuigd.

Familiebanden/familiebetrekkingen

Een verre oom van Marjolijn sterft en heeft geen kinderen. Hij heeft een sieraad (ring) en dat wil hij via zijn moeder laten geven aan iemand in de familie die naar hem vernoemd wordt. De oom geldt als een held in de familie, omdat hij een jaar na de bevrijding een landverrader uit de weg heeft geruimd. Marjolijn wil op het moment dat ze een zoon krijgt ook dat hij de naam van haar oom krijgt. Maar tijdens haar zoektocht naar de waarheid merkt ze dat haar oom Frans geen held is geweest, maar iemand die aan een oorlogssyndroom leed. De mythe van de familie is ontmaskerd. Ze besluit haar zoontje niet te vernoemen naar haar oom.

Motto

"In talking about the past we lie with every breath we draw."

(William Maxwell, "So long, See you tomorrow.")

Als je over het verleden praat, ben je eigenlijk altijd aan het liegen. In die zin dat je de waarheid altijd een beetje aan het verdraaien bent. Dat geldt voor de situatie van de oom van Marjolijn.

Opdracht

Voor Eyse en natuurlijk ook voor David.

Titelverklaring

"En we noemen hem" verwijst naar de traditionele zin bij de geboorte van een kind. "We hebben een zoontje gekregen en we noemen hem..."
De zin zelf komt niet in de tekst voor, maar het verhaal draait wel om de naamgeving van het zoontje van de vertelster. Ze heeft het plan om die naar een gestorven oom te noemen die in de familie Van Heemstra geldt als een oorlogsheld. Ze onderneemt een zoektocht naar zijn voorgeschiedenis die vooral in 1946 een hoogtepunt of dieptepunt had.
Na de zoektocht besluit ze haar zoontje toch niet Frans Julius Johan te noemen, maar ze noemt hem Eyse naar de sterrenkundige Eise Eisinga. Ze heeft in het verhaal van de roman het Planetarium in Franeker bezocht en daar de sterrenkijker gezien. Haar zoontje wordt als sterrenkijker geboren (hij ligt bij de bevalling met zijn hoofd naar boven gekeerd) en de reputatie van haar oom is bepaald niet vlekkeloos. Ze besluit daarom van naam te veranderen en geeft haar zoon de naam Eyse.
 

 

Structuur & perspectief

De roman is opgebouwd in kleine hoofdstukjes. Er gaat een titelloze proloog (die niet zo wordt genoemd) van de vertelster vooraf. De hoofdstukjes daarna hebben de titel van het aftellen naar de bevalling toe. (Nog 27 weken, Nog 26 weken...). Daarna komt er een versnelling: vanwege de hoge bloeddruk van Marjolijn wordt de baby eerder gehaald. Maar dan is er weer het aftellen naar de dag van de naamgeving (nog 3 dagen, nog 2 dagen...). Het laatste hoofdstuk heet 'De dag.' Dat is de dag waarop de kleine jongen zijn naam krijgt.

De vertelster is Marjolijn van Heemstra. Ze doet dat in de ik-vorm en ook in de o.t.t. Dat is een vrij logische keuze in verband met de spanning van het verhaal. Wat zal de zoektocht opleveren?
Er is één passage die in de o.v.t. wordt verteld en dat is die van haar abortus. Ook dat is een logische stap. 

Decor

Het decor van de roman is in de eerste plaats Amsterdam waar Marjolijn woont. Verder speelt Den Haag een belangrijke rol. In de eerste plaats vanwege de aanslag die centraal staat in het verhaal, maar ook omdat Marjolijn die informatie over haar oom haalt uit het Nationaal Archief dat in die stad is gevestigd.
Een derde decor dat een rol speelt is het Friese Franeker waar Marjolijn en D. tijdens een weekendje weg een bezoek brengen aan het Planetarium van Eise Eisinga. Daar krijgt ze het idee om haar zoon de naam Eyse te geven. Een laatste decor is het Spaanse dorpje waar haar oom is gestorven. ze brengt daar een bezoek aan een Spaanse slager die bij zijn dood aanwezig was om erachter te komen wat de laatste woorden van haar oom waren.

Er zijn twee tijdlijnen van belang. In de eerste plaats het jaar 1946 omdat haar oom op 5 december van dat jaar een aanslag pleegt op een mogelijke verrader uit de oorlog. Zeventig jaar daarna (dus 2016) gaat ze op zoek naar de geschiedenis die aan de aanslag vast zit. Rond de kerst 2016 eindigt het verhaal-Nu, wanneer haar zoontje wordt geboren.

Stijl

Marjolijn van Heemstra gebruikt een heldere stijl met eenvoudige woorden en rustige metaforen. Af en toe gebruikt ze een relativerende vorm van humor. ("Ik wil D. imponeren met mijn favoriete citaat van Immanuel Kant, maar de zwangerschapsdementie heeft gaten geknaagd in mijn geheugen." - blz. 111). Dat relativeren gebeurt ook in de passages waarin ze vertelt over de muggenplaag die het huis teistert.
De dialogen zijn goed verzorgd en levensecht. Je kunt daarin goed merken dat ze theatermaker is. 

De eerste zin die eigenlijk in een soort proloog staat, omvat de hele eerste pagina.

Slotzin

De verpleegster draait zich om, haar hand op de deurkruk. "Wat zei je?" "Hij heeft een naam", herhaal ik. Luider nu. "Net op tijd", lacht ze. "Ik kom zo langs met pen en papier."

Beoordeling

Een mooi vertelde, strak gecomponeerde roman over een queeste naar de waarheid. De titelaanduiding van het terugtellen naar de bevalling en later naar de naamgeving is treffend gekozen . De thematiek over goed of fout in de oorlog spreekt nog steeds mensen aan.
Het is bovendien een kleine roman met een prettig leesbare bladspiegel. Dat zal scholieren goed bevallen. Je hebt het boek namelijk vrij snel uit en het kan natuurlijk ook mooi gecombineerd worden met andere boeken waarin de nasleep van de oorlog een rol speelt.
Ook over mensen die in de oorlog misschien wel fout waren.
Ad Fransen - Vaderskind 
W.F. Hermans - De donkere kamer van Damocles (het klassieke voorbeeld)
Jessica Durlacher - De held
A.H. J. Dautzenberg - Extra tijd
Kortom, een goede aanrader voor het lezen van je literatuurlijst.

Je hebt nog 2 Zeker weten goed verslagen over.

Wil je onbeperkt toegang tot alle Zeker Weten Goed verslagen? Meld je dan aan bij Scholieren.com.

35.907 scholieren gingen je al voor!

Geschreven door Cees

Foto van Cees

Ik heb verreweg het grootste deel van mijn leven voor de klas gestaan. Eerst vijf jaar op een basisschool, daarna veertig jaar op diverse scholen voor voortgezet onderwijs: havo en vwo, onder- en bovenbouw. Ik vond het destijds  mijn taak om de verouderde en 'afgezaagde' literatuurlijsten voor Nederlands te vernieuwen en mijn leerlingen kennis te laten maken met nieuwe en/of jonge schrijvers. Lezen kan namelijk ook gewoon leuk zijn. Docenten kunnen je met het aanprijzen van leuke en/of spannende boeken enthousiast maken. Stukken die interessant zijn, voorlezen in de klas. Kort vertellen waarover een boek gaat.  Ik heb nu ruim 1460 verslagen gemaakt, waarvan een heleboel Zeker-Weten-Goed-verslagen. Er staan vragen over de inhoud aan het eind om je te laten zien of je het boek begrepen hebt.

Bij Scholieren.com probeer ik daarom zo veel mogelijk boeken van nieuwe schrijvers te bespreken. Ik hoop altijd dat de 'moderne leraar Nederlands' het zijn leerlingen toestaat om de wat minder bekende schrijvers ook op de leeslijst te zetten. Uittreksels maken vond ikzelf vroeger helemaal niet leuk. Ik kocht daarom ook uittrekselboeken. (Bijvoorbeeld Literama, Apercu, Der Rote Faden) Nu maak ik zelf boekverslagen voor  scholieren.com. Nog een gemeend advies: wees verstandig en lees altijd wel het boek. Dan kan een boekverslag op scholieren.com een een prima geheugensteun voor je mondeling zijn.
En geloof me, docenten kunnen vanwege tijdgebrek ook niet alle boeken lezen die jaarlijks verschijnen; zij raadplegen daarom ook wel de boekverslagen die scholieren.com levert.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "En we noemen hem door Marjolijn van Heemstra"

Ook geschreven door Cees