Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2013
- 279 pagina's
- Uitgeverij: De Bezige Bij
Flaptekst
'Nu ga ik in jouw naam alles doen wat wij samen niet meer kunnen,' beloofde Raoul de Jong aan zijn hond Puck, tijdens Pucks begrafenis. Maar negen maanden later beseft Raoul dat hij in plaats daarvan alleen maar achter zijn laptop heeft gezeten, wederom. De meeste dingen in het leven zijn tegenwoordig met één druk op de knop op te lossen of uit te vinden. Onze machines maken ons groter, vlugger en efficiënter dan we ooit zijn geweest. Maar wat doen we nog als zelf handelende en denkende mens? Wat zijn we vergeten over onszelf en de wereld om ons heen? Raoul neemt de proef op de som. Op een warme zomerdag trekt hij de voordeur van zijn huis in Rotterdam achter zich dicht en begint aan een voettocht naar zijn moeder in Marseille, duizend kilometer verderop - zonder training, zonder tomtom, zonder uitgestippelde route. Op de bonnefooi. Zijn belevenissen onderweg zijn amusant, treurig, verrassend, angstwekkend, rauw - zoals het digitale leven nooit kan zijn.
Eerste zin
Het was de laatste tapdansles voor de zomervakantie. Rineke en ik kletsten nog wat na op een bankje voor het leslokaal.Samenvatting
Wanneer Raoul de Jong in de Thalys zit van Rotterdam naar Parijs waar zijn vriend Gianluca woont, hoort hij als hij half in slaap is gesukkeld ineens een stem in zijn hoofd die zegt: Jij moet deze zomer naar Marseille gaan lopen. Zijn hond Puck is negen maanden daarvoor dood gegaan en hij had graag met deze hond een lange tocht gemaakt, maar dat is er nooit van gekomen. Wanneer Raoul terug in Nederland is test hij het lot door het NRC te mailen of zij zijn stukjes willen plaatsen als hij schrijft over zijn voettocht. En daar krijgt hij vrijwel direct antwoord op, dat willen ze wel. Na wat sponsering geregeld te hebben besluit hij een week later op pad te gaan.
De weg naar Marseille via Parijs is 1200 kilometer en Raoul rekent uit dat hij er dan ongeveer zestig dagen over zal doen en om de twee dagen een stukje zal schrijven. Omdat hij niet genoeg geld heeft voor hotels of bed and breakfast’s en niet de uitrusting om te kamperen mee kan nemen bestelt hij een boek met een lijst met alle intentional communities in Europa. Zijn enige wandelervaring is een tocht van 350 kilometer die hij twee jaar geleden met Gianluca heeft gemaakt, maar dat was een vaste tocht, waarbij ze elke avond in kloosters sliepen. Raoul besluit dat hij een padvinder is omdat hij het pad naar zijn moeder in Marseille zal moeten vinden en ter ere van zijn dode hond besluit hij dat hij een padvinder in de Geheime Orde van Puck is.
Om zes uur ’s ochtends op 27 juli vertrekt hij uit Rotterdam, een dag die meteen al hoogte en diepte punten kent omdat hij een verkeerd pad heeft genomen en een eind terug moet lopen voor hij in Weerdenstein komt, waar hij overnacht bij een vriend Aldrin die hij de statuten van de geheime orde van Puck laat ondertekenen waardoor er nu twee padvinders zijn. Aldrin zal een stuk mee lopen.
De volgende nacht slapen Raoul en Aldrin in een oud klooster in Langweg. Op aanraden van Maarten, een monnik met verlof, slapen ze de volgende nacht bij Jan in Roosendaal. Jan geeft cursussen in filosofisch leiderschap. Hierna slapen ze in het Broederhuis Ste Marie in Huijbergen, ook deze slaapplaats is door Maarten geregeld. Hier ontmoeten ze broeder Marcus, een zesenzeventig jarige monnik, die hen het gebouw laat zien en over het monnikenleven vertelt.
De volgende dag lopen ze België binnen, na een lange tocht door de voorsteden en industrie gebieden komen ze in Antwerpen aan. Ze slapen in het huis van Rosie, een vriendin. Aldrin vertrekt na deze nacht weer naar huis en de twee vrienden delen een emotioneel afscheid. Raoul vervolgt zijn weg op de GR 12, een wandelroute die van Amsterdam naar Parijs loopt. Zo komt hij in Mechelen waar hij in een jeugdherberg slaapt. De volgende dag probeert hij de GR 12 te volgen maar die raakt hij al gauw weer kwijt. In een dorpje dat Vilvoorde heet, kiest hij ervoor naar een abdij te gaan die Maarten hem heeft aangeraden. Hij ontmoet daar Pater Piet een monnik van drieëndertig jaar oud, die hem vertelt hoe je monnik kunt worden, iets wat Raoul op dat moment nog best aanlokkelijk lijkt. Piet vertelt hem ook over Rochus van Montpellier, de beschermheilige van de pelgrims, die Raoul zal beschermen op zijn tocht. Ook ontmoet hij broeder Leo, een monnik die hem probeert te verleiden, waar Raoul niet op in gaat. De volgende dag komt Raoul aan in Brussel, hij slaapt in een jeugdherberg met een groep Italiaanse jongeren en ontmoet Rosie die terug is van vakantie en hem een dagje komt opzoeken. In Brussel heeft hij afgesproken met Ethan Zane Miller, een vriend die uit Berlijn is gekomen om een stukje met hem mee te lopen. Ze lopen naar Nivelles, waar ze een slaapplaats aangeboden krijgen bij Fabienne en Jean-Paul ze hebben een gezellige avond en trekken de volgende dag weer vol goede moed verder. Ze komen door verlaten straten met alleen maar grijze huizen en de dorpen waar ze doorheen lopen lijken verlaten. Tot ze plots bij het hotel komen waar ze willen overnachten en het daar een explosie van leven blijkt te zijn. De volgende dag lopen ze naar Anderlues daar ontmoeten ze Laurence en Eric, een stel met twee kleine kinderen, die hen naar Charleroi brengen. In Charleroi komt Gianluca aan uit Parijs en hij reist met hen mee. Ze slapen in Walancourt en de volgende dag neemt Ethan de trein terug naar Berlijn. Hun laatste stop in België is bij Château Trompcourt.
Omdat de GR 12 zich hier samenvoegt met twee pelgrimsroutes zijn er gemakkelijker slaapplaatsen te vinden. In Justine Herbigny ontmoeten ze Marie France, zij heeft samen met haar man een schuur waar pelgrims in kunnen slapen en een prachtige bloementuin. De volgende dag lopen ze naar Reims hier kunnen ze meevaren met het oude vrachtschip de Kaidros, dat eigendom is van Gil en Marine. Ze reizen twee dagen mee waarin ze in totaal maar twintig kilometer afleggen. Ze overnachten bij gebrek aan iets goedkopers in een kasteel dat kamers als bed and breakfast verhuurt.
Bij Jeanville overnachten ze in een bed en breakfast terwijl ze de afgelopen dag de gevolgen van de crisis op het land hebben gezien. Nadat ze daar twee dagen zijn geweest gaan ze naar de woongemeenschap Lothlorien waar ze allemaal mensen ontmoeten die een alternatieve levensstijl zoeken. Ze zijn nu ongeveer halverwege Marseille, maar het gaat Raoul niet snel genoeg, hij heeft de tijdverkeerd ingeschat en besluit te gaan fietsen, Gianluca moet over twee dagen terug naar Parijs. Van de mensen uit de woongemeenschap krijgen ze twee fietsen, Raoul krijgt een stevige mountainbike. In Langres kunnen ze verblijven in een pelgrimsappartement en wordt Raoul ziek. Gelukkig is het niets ernstigs en kunnen ze na een extra nachtje in het appartement weer verder fietsen. Hun laatste avond samen slapen ze in Dijon, ze ruilen de fiets van Gianluca in voor een opknapbeurt van de fiets van Raoul en Gianluca vertrekt. Raoul noemt zijn vernieuwde fiets Robin. Raoul fiets alleen verder naar Beaune, hij heeft een couchsurf slaapplaats bij Anne geregeld, en zij laat hem de mooiste tuin van de streek zien. Als hij Beaune uit fiets ziet hij een meisje lopen, met een grote rugzak. Zij blijkt ook een lange voettocht te maken, al tweehonderd kilometer. En evenals Raoul naar Taizé te gaan, een christelijke broedergemeenschap. Hun wegen scheidden zich weer maar ze spreken af elkaar te ontmoeten in Taizé waar Raoul twee dagen later aankomt. Taizé is een klein dorp waar een hoop jongeren samenkomen om zich te verdiepen in het christendom, of om rust te zoeken. Er worden een hoop workshops gegeven en er wordt gepraat over filosofische onderwerpen. Als Raoul weggaat loopt hij het meisje uit Beaune tegen het lijf.
Dertig kilometer voorbij Taizé gaat Raoul op bezoek bij wijnboeren wiens adres hij van Anne heeft gekregen. Hij helpt mee met het plukken van de wijn en drinkt gezellig met de boeren mee. Hij fietst door naar Lyon en blijft daar slapen bij Aude, die hij in New York heeft ontmoet tijdens een andere reis. En vandaar gaat hij door naar Condrieu waar hij wil overnachten op een camping waar hij vroeger met zijn moeder is geweest. De camping bestaat niet meer, toch mag hij een nacht blijven slapen. De volgende dag gaat hij met Jean-Francois mee uit jagen, ze gaan samen spoorzoeken, maar ze vinden geen dieren. Diezelfde dag haalt Raoul Rosie van het station. Ze zal drie dagen bij hem blijven. Ze worden uitgenodigd bij een gezin te blijven logeren, ze blijven daarna een nacht in de wildernis van de bergen slapen om bij terugkomst nog een maaltijd met het gezin te delen waarna ze door gaan naar Valence. Daar stapt Rosie weer op de trein en moet Raoul alleen verder. De volgende dag komt hij Johannes tegen die net als hij fiets, maar Johannes fietst naar Afrika. Voorlopig is dat dezelfde kant op dus besluiten ze een stuk samen te reizen. In Orange scheidden hun wegen zich, maar in die stad voegt Anne-Wil zich bij hem. Ze koopt een tweedehands fiets en samen vervolgen ze hun reis. Raoul is op zoek naar een wijze man die hem over de natuur kan vertellen en hoewel het een omweg betekent fietsen ze terug naar de Mont Ventoux waar aan de voet Paul Peyre woont. Paul is erg geïnteresseerd in mythes en sages en kan daar dan ook veel over vertellen met betrekking tot de Mont Ventoux. Anne-Wil en Raoul beklimmen de Mont-Ventoux en fietsen daarna verder ze slapen in een abdij waar ze zich voordoen als pelgrims op weg naar Santiago. Na die nacht moet Anne-Wil weer terug naar huis en Raoul besluit nog een nacht in de abdij te blijven. Daarna fiets hij naar Aix-en-Provence waar hij overvallen wordt door de drukte van de mensen om hem heen. Hij wil nog niet terugkomen en geeft Robin, zijn fiets, aan een jongen die hij ontmoet in een jeugdherberg. Raoul loopt verder en wil zijn laatste nacht voor hij in Marseille aankomt, doorbrengen in de openlucht. Vlak voor hij in Marseille aankomt belt hij zijn moeder om de laatste kilometers samen met haar te kunnen beleven. Ze ontmoeten elkaar bij een metrostation vlak voor het centrum en vallen elkaar huilend in de armen. Samen lopen ze het laatste stukje naar huis.
Wanneer Raoul terug komt in Rotterdam blijken zijn stukjes voor het NRC erg succesvol te zijn en probeert hij de wijze lessen die hij tijdens zijn tocht heeft geleerd niet te vergeten.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden