Vertaling Dido vraagt rekenschap
IV 304-330
Eindelijk verwijt ze Aeneas uit zichzelf met de volgende / deze woorden: “Heb jij gehoopt, verrader, om zelfs zo’n grote schande te kunnen geheim houden en zwijgend weg te gaan uit mijn land? Houdt noch onze liefde, noch de eens gegeven rechterhand, noch de gedachte dat Dido zal sterven door een wrede dood jou tegen?
Ja haast je je zelfs om je vloot klaar te maken / in gereedheid te brengen onder een winters gesternte en te midden van de Noordenwinden over de volle zee te gaan? Wat dan, als je niet naar een vreemd gebied en onbekende huizen ging, en het oude Troje nog bestond, werd Troja dan opgezocht met je vloot over het golvende zeeoppervlak?
Onvlucht je dan mij? Eek jou bij deze tranen en jouw rechterhand (aangezien er voor mij ellendige niets anders meer over is gebleven), bij onze verbintenis, bij onze begonnen bruiloft, als ik me enigszins verdienstelijk heb gemaakt tegenover jou, of als er iets lief van mij voor jou is geweest, heb dan medelijden met m’n instortende huis en geef dat voornemen op, als er tot hier toe nog een plaats is voor smeekbeden / nog ruimte is voor smeekbeden.
Omwille van jou haten de Libische volkeren mij en de vorsten van de Numidiërs, en zijn de Tyriërs mij vijandig gezind. Ook omwille van jou / omwille van dezelfde jou is mijn eergevoel uitgedoofd en mijn eerdere reputatie, het enige waardoor ik naar de sterren ging / onsterfelijk werd. Voor wie laat je mij, tot sterven gedoemd, achter, gast (aangezien dit de enige naam is die overblijft van m’n echtgenoot)? Wat treuzel / aarzel ik nog? Of (moet ik soms wachten) totdat m’n broer Pygmalion mijn stadsmuren vernietigt of de Gaetuliërs Jarbas mij genomen genomen met zich meeneemt? Als ik tenminste een nageslacht had gekregen van jou voor je vlucht, als er bij mij een lieve kleine Aeneas in m’n paleis speelde, die jou toch met z’n gelaat terugbracht, dan leek ik van mijn kant niet helemaal misleid / bedrogen en verlaten. “
REACTIES
1 seconde geleden