Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 4, Zouten

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 919 woorden
  • 23 april 2007
  • 125 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
125 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Samenvatting scheikunde (curie 1) Hoofdstuk 4- zouten 4.1 kenmerken van zouten > een zout is een verbinding die is opgebouwd uit ionen. > alle verbindingen gevormd uit metalen en niet-metalen zijn zouten. Dus een zout bestaat uit minimaal 1 metaal en uit 1 niet-metaal. Zouten worden ook wel ionaire of ionogene stoffen genoemd. Ze hebben dan ook een ionbinding. >een ionbinding is de binding tussen positieve en negatieve ionen in een zout. Kenmerken van een zout: niet brandbaar
bij kamertemperatuur vaste stoffen

hoge smeltpunten (globaal van 400 tot 4000°C) Vast zout geleidt stroom niet
Een oplossing van een zout in water en een gesmolten zout geleiden de elektrische stroom wel. Alle zouten hebben ionroosters. Stoffen met een ionrooster zijn hard en bros, ze kunnen niet buigen en vervormen. Het kan wel breken. 4.2 ionladingen, formules en namen van zouten Ionen kunnen verschillende ladingen hebben. Metaalionen zijn positief en kunnen 1+, 2+, 3+ of nog hoger geladen zijn. Niet-metaalionen kunne 1-,2- of meer negatief geladen zijn. > de ionlading heet elektrovalentie. Naamgeving: Bij de metalen zijn ze hetzelfde als de elementnaam; bij de niet-metalen de (Latijnse) naam + de uitgang -ide. Belangrijkste ionladingen die je moet kennen: (tabel 40A en 41 in BINAS) metalen ionladingen Niet-metalen ionladingen
K, Na, Ag 1+ F,Cl,Br,I 1- Al 3+ O,S 2- Fe 2+,3+ overige Meestal 2+ Bij ijzer zijn er bv ionen mogelijk: Fe²+ en Fe³+. Om ze van elkaar te onderscheiden gebruik je Romeinse cijfers; ijzer(II)ionen en ijzer(III)ionen. > een samengesteld ion is een ion die gevormd is uit meer dan één atoom. > een enkelvoudig ion is één atoom dat een positieve of negatieve lading heeft
doordat het één of meer elektronen heeft afgestaan of opgenomen. >een samengesteld ion is een atoomgroep die een positieve of negatieve lading heeft. (zie tabel 66B in BINAS) > in een zout moet de hoeveelheid positieve lading gelijk zijn aan de hoeveelheid
negatieve lading. Dus het totaal is neutraal (ongeladen) 4.3 zouten in water Sommige zouten zijn goed oplosbaar in water. Zoutoplossingen geleiden stroom. Oplossingen van moleculaire stoffen doen dat over het algemeen niet. Het verschil wordt veroorzaakt doordat er vrije ionen in een zoutoplossing zijn. Als je een zout oplost, komen ionen los uit de vaste stof. Om die ionen vormt zich een watermantel. > hydratatie is dat de ionen zijn omringd door watermoleculen. De binding tussen ionen en watermoleculen noemen we hydratatie. Ionen zijn negatief of positief geladen en watermoleculen hebben een positieve en een negatieve kant (net zoals de noord- en zuidpool van een magneet). De plaatjes hieronder maken dat duidelijk: Omdat de watermoleculen niet reageren met de ionen, maar er rondom gaan zitten is oplossen geen reactie met water. Daarom staat in reactievergelijkingen voor oplossen geen water. Voorbeeld, keukenzout lost op in water: NaCl àNa+ + Cl- Complexe ionen blijven intact dus niet: NaNO3 àNa+ + N3- + 3O2- of zoiets maar: NaNO3 àNa+ + NO3- en
NH4ClàNH4+ + Cl- Indampen is precies het omgekeerde van oplossen. We koken het water weg en de ionen komen weer bij elkaar. Dus: Na+ + Cl- àNaCl en

Na+ + NO3- àNaNO3 en
NH4+ + Cl- àNH4Cl 4.4 neerslagreacties Welke zouten lossen op en welke niet. Zoals gezegd lossen de meeste zouten niet op in water. Als vuistregel kunnen we stellen dat: Alle natrium- (Na+), kalium- (K+) en ammoniumzouten (NH4+) lossen op in water. Alle nitraten (NO3-) en acetaten (CH3COO- of Ac-) lossen op in water. Geen enkel metaaloxide kan oplossen in water. Na2O, K2O, CaO en BaO kunnen reageren met water. In BINAS tabel 45A zie je ook andere zouten die wel of niet oplossen in water. Wil je bijvoorbeeld weten of CaCO3 kan oplossen in water, dan moet je aan de linkerkant van de tabel Ca2+ opzoeken en aan de bovenkant van de tabel CO32-. Ga je nu vanaf CO32- loodrecht naar beneden totdat je de lijn van de Ca2+ kruist, dan zie je daar een "s" staan. De "s" wil zeggen "slecht oplosbaar". Dat klopt ook wel want CaCO3 is krijt, kalksteen, ketelsteen, kalkaanslag of marmer (of parels). We weten dat dit niet kan oplossen. Wanneer twee ionen elkaar tegenkomen die een slecht oplosbaar zout kunnen vormen, dan zullen ze dat slecht oplosbare zout ook gaan vormen. Het gevormde zout zal dan uitkristalliseren of neerslaan. De oplossing wordt troebel. Voor het opstellen van een neerslag reactie kunnen we een stappenplan maken. Een stappenplan voor het opstellen van neerslagreacties. We voegen een oplossing van natriumcarbonaat bij een oplossing van calciumnitraat. >Stap 1 Inventarisatie
In het mengsel zijn de volgende ionen aanwezig: Na+, CO32- , NO3- en Ca2+ >Stap 2 Zet de ionen in een tabel en kijk wat er in BINAS tabel 45A over de
combinaties staat. CO32- NO3- Na+ Ca2+ Je weet (zie: welke zouten lossen op en welke niet) dat alle natriumzouten en nitraten oplosbaar zijn in water. De tabel komt er nu zo uit tezien. CO32- NO3- Na+ g g
Ca2+ g
Er is nu CO32- en Ca2+ over. Voor deze combinatie kijken we in BINAS tabel 45A (zie: welke zouten lossen op en welke niet). De tabel komt er nu als volgt uit te zien: CO32- NO3- Na+ g g
Ca2+ s g > Stap 3 Zet de ionen die met elkaar neerslaan links van de reactie pijl en de vaste stof die daardoor ontstaat rechts van de reactie pijl. Ca2+ + CO32- àCaCO3 > Stap 4 Zorg dat alles dat zowel links als rechts van de reactie pijl staat tegen elkaar wordt weggestreept en zorg dat de reactievergelijking kloppend is. In dit geval klopt de reactievergelijking.

REACTIES

S.

S.

Paragraaf 4.5 mist in deze samenvatting

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.