Daens (1992)

Daens

Inleiding: er heerst grote armoede in Aalst en pastoor Daens probeert daar tegen te gaan door ze hulp te bieden. Via artikelen en andere manieren.

Aalst 19de eeuw.
Pastoor Adolf Daens komt aan met de trein, zijn broer Pieter Daens en zijn knecht halen hem op. Daens dwaalt een beetje rond in Aalst als opeens een klein oud vrouwtje wordt beroofd van haar aardappelen die roept: ´patat dieven´. Daens zet de achtervolging in, maar hij raakt ze al snel weer kwijt, dan ziet hij een dood meisje hij vraagt wie zij was, de patat dieven (3 jongens) gaven hem haar naam en de pastoor vroeg waar haar ouders waren. Ze zeiden in het café, dus Daens ging daarheen en vroeg wie de ouders waren. De ouders gaven antwoord en hij vroeg waarom ze niet begraven werd, ze zeiden dat ze er geen geld voor hadden dus Daens gaf hen zijn laatste centen en moest gaan werken. Ondertussen is hij in de drukkerij van zijn broer Pieter Daens en schrijft artikelen over de armoede.
Ondertussen geeft Daens les aan het kind van Mr.Woeste (later één van zijn grootste vijanden). Er komt een onderzoeks commissie in Aalst omdat er veel klachten uit Aalst kwamen. Mr.Woeste ontsloeg alle mannen omdat die te duur waren en misschien wel konden zorgen dat zijn fabriek werd gesloten. Ze sloten alle kinderen op, toen het onderzoeks commissie er was probeerde Bet ( één van de werkers) de kinderen te laten zien, die ze verstopt hadden maar ze konden elkaar niet verstaan.


Er gaat een kind dood en ze komen in opstand ze gaan allemaal mee uit de fabriek. Ze waren op weg naar de rijken die in de kerk waren om ze het dode kind te laten zien. De fabrieks toezichthouder had de politie gewaarschuwd die ze de weg blokkeerden. De arbeiders zeggen dat ze er langs willen, dan vallen ze aan met hun sabels, de arbeiders gillen, rennen in het rond over elkaar, ze worden afgeslacht, een waar bloedbad, velen gingen dood, ze vermoordden vrouwen kinderen, iedereen die in de weg stond, de helft was al afgeslacht voordat pastoor Adolf Daens het zag. Hij riep: "Stop," en trok een politieman van zijn paard af, hij was woedend. De volgende dag preekt er een priester over de ´geliefden´ die gedood zijn dan begint pastoor Daens te preken over ongelijkheid over het recht dat ze hadden om normaal te kunnen leven.
De kleine groep rijken komt bij elkaar; wat moeten ze nu doen, met die vraag waren ze aan het nadenken en overleggen wat ze kunnen doen ertegen. Want de arbeiders staken door zijn preek ze delen soep uit voor degen die willen werken. Het algemeen kiesrecht is aangenomen, de arbeiders hadden nu kiesrecht waardoor ze op Daens konden stemmen. De fabriek eigenaar (Mr.Woeste) deelt worsten uit voor degen die op hem stemmen. Om zo de verkiezing te kunnen winnen. Om voor het volk te spreken in het burgers parlement, maar als hij verkozen werd zou het gewoon doorgaan zoals het was. Er waren 4 op de 5 stemmen voor Daens, maar er werd gesjoemeld, ze zeiden dan: deze is ongeldig als er eentje voor Daens kwam, maar toch won de pastoor zoveel mensen wilden hem, het werd gevierd op straat door de arbeiders.
Daens houdt een toespraak tegen het parlement die alles aanhoort. Mr.Woeste protesteert hevig tegen alles, Mr.Woeste zoekt steun bij de kerk die in het krijt bij hem staan, de bisschoppen overleggen tijdens een potje biljart. Ze hebben het over wat ze kunnen doen en dat Daens zo populair is, dus Daens moest naar Rome naar de Paus, terwijl hij in Rome was worden alle arbeiders ontslagen die op Daens hadden gestemd. Er wordt een meid verkracht door de bedrijfstoezichthouder ze heet (bet).
Daens was 3 dagen in Rome en kreeg een brief van de Paus dat hij niet meer de arbeiders mocht steunen en dat hij anders uit zijn functie werd ontslagen. De schriften en kranten van Daens werden verboden. Bet preekt tegen Daens dat hij niet moet stoppen een hele preek. De socialisten willen Daens ophangen en vernielen de drukpers van Pieter Daens, er worden mensen in elkaar geslagen de vuren worden gedoofd, hij troost zijn broer en zegt dat hij wel stopt, dat dat het beste was, hij begint een troostig liedje te zingen en ruimt de resten op met de andere mensen. Een jongetje loopt rond in het circus en wordt vermoord door een tijger ze halen er een priester bij die zegt dat hij de jongen niet kan begraven omdat hij niet heeft gebeden voor hij stierf, Daens ziet dat en zegt: dan doet ik het, de priester zegt dat dat niet kan omdat hij uit zijn functie ontslagen is, Daens gooit zijn pastoor kleren naar hem en zegt: in God geloven is meer dan wat kleren, en ze trekken met zijn allen naar de begraafplaats.
Er komen overal mensen vandaan uit Aalst om de begrafenis bij te wonen.

Einde.. gemaakt door: joshua