Daens (1992)

Deze film speelt zich af rond 1890. De hoofdpersoon in deze film is priester Adolf Daens. Daens vertrekt uit zijn woonplaats omdat hij daar niet goed ligt bij de kerk. Hij gaat inwonen bij zijn broer Pieter Daens, die een drukkerij heeft. Adolf heeft nu geen werk, en wil wat geld verdienen. Daarom gaat hij het zoontje van textielfabrikant Borremans lesgeven. Hij ziet hoe slecht de omstandigheden zijn in de fabrieken. Kinderen kruipen over de vloer, onder de machines door om draden op te rapen, waardoor er veel ongelukken gebeuren. De omgang tussen de fabrikant en de arbeider is erg slecht. De arbeiders worden mishandeld. Daens is hier woedend over en wil er wat aan doen. Omdat er moet worden bezuinigd, worden er veel mannen ontslagen. De vrouwen en kinderen mogen blijven. Daens zorgt dat de parlementaire commissie langskomt. Voordat de parlementaire commissie komt, sluit de fabriekseigenaar alle kinderen op in een hok, zodat de parlementaire commissie denkt dat de werkomstandigheden prima zijn, en Daens de verhalen over kinderarbeid verzint. Zodra de mannen van de Franstalige commissie arriveren, probeert arbeidster Nette Scholiers de andere arbeidsters in opstand te brengen, om zo te laten zien dat de baas dingen achterhoudt voor de commissie. De andere arbeidsters weigeren mee te werken aan Nette`s plan van de opstand, en zo blijft de commissie geloven dat de werkomstandigheden prima zijn. Als Nette`s broertje overlijdt door een ongeluk met de machines, zijn de arbeidsters het beu. Ze komen in opstand. Ze lijken aan de winnende hand te zijn, maar dan slaat de politie de opstand hardhandig tot een eind. Hierdoor vallen er veel gewonden, maar deze opstand draagt wel mede mee aan het algemeen kiesrecht. Doordat Daens erg populair is bij de arbeiders, wordt hij verkozen tot volksvertegenwoordiger. Met deze gebeurtenis maakt hij wel veel vijanden, zoals Meneer Woeste, de textielfabrikanten en de Bokken (het legertje van de rijken). De textielfabrikanten en de bokken denken alleen in hun eigen belang, en niet in dat van de arbeiders. Daens doet er alles aan om dit te bestrijden: Hij richt een eigen partij op (de Christen Volkspartij), hij houdt preken in de kerk en schrijft artikelen in de krant van zijn broer Pieter. De rijken willen dat hij van zijn functie wordt gezet, omdat hij volksvertegenwoordiger is geworden. Omdat de rijken aandringen op Daens zijn ontslag moet hij voor de paus in Rome verschijnen. Hij wordt niet ontvangen, maar hem wordt wel verteld dat hij uit de buurt van de socialisten moet blijven, wil hij in zijn functie blijven. Het huis van Daens` zijn broer wordt bekogeld en met vuur bedreigd door de aanhangers van Woeste in de tijd dat Daens in Rome verblijft. De verhaallijn in de film over Nette Scholiers, een arbeidster uit de fabriek van meneer Borremans, gaat als volgt. Ze krijgt een relatie met Jan de Meeter, een socialistische krantenverkoper. Wanneer Nette in de fabriek wordt verkracht door haar baas, heeft dit veel invloed op Nette`s relatie met Jan de Meeter. Op het einde komt alles weer goed. Jan en Nette besluiten om hun allereerste kindje Sjefke te noemen, omdat Sjefke, een klein jongetje, een tragische dood is gestorven
Sjefke was een arbeider in de fabriek van Borremans. In het begin van de film komt hij in actie door een steen door de ruit van Daens` z`n kamer te gooien, terwijl Daens lesgeeft aan het zoontje van Borremans. Daens krijgt de steen tegen zijn hoofd. Er is een circus in de stad aan het eind van de film. Omdat Sjefke hele erge honger heeft, probeert hij het eten van de tijgers te stelen. Dit mislukt, en Sjefke wordt vermoord met één klap van de tijger z`n poot. De priester wil niet dat Sjefke begraven wordt, omdat hij heeft gestolen heeft en niet gebeden heeft voor hij stierf. Daens is inmiddels ontslagen als pastoor, mede doordat hij Sjefke wél wilde begraven. Hij is tegen Meneer Woeste, en ook tegen mensen die denken zoals Woeste. Ook mede hierdoor werd hij ontslagen van zijn pastoorschap. De laatste tekst van de film: Adolf Daens overleed in 1907 na een tweede ambtstermijn als volksvertegenwoordiger. ‘Op maandag, te negen uur werd hij begraven. Daar waren alleen de armen, volksvrouwen met een zwarte doek over de schouders, arbeiders, stakers en een zwijgende menigte…’ Mening: Wij vonden het een mooie, emotionele film, waarin goed te zien was hoe het in de Industriële revolutie eraan toeging. We werden meegesleept door de gebeurtenissen: de bevolking die in armoede leefde, de honger, de slechte werkomstandigheden, de slechte huizen en vooral het onrecht van de rijken ten opzichte van de armen. De machtsverdeling was ook heel oneerlijk. De rijken hadden zoveel macht, dat de armen volkomen onderdrukt werden. Er gebeurt erg veel in de film, dus je moet je ogen goed de kost geven.