- Mijn eerste persoonlijke reactie op het boek:
Ik vind het ten eerste een somber verhaal. De hoofdpersonage geeft de indruk erg gedeprimeerd te zijn en erg in zichzelf gekeerd, hierdoor krijgt het verhaal een oninteressante vorm, ik vond het eigenlijk moeilijk om door te blijven lezen en mijn aandacht er bij te houden, naar mijn mening was het dus ook een weinig zeggend verhaal, bijna waardeloos eigenlijk. Alleen op het einde werd mijn stemming beter. Niet door de trieste gebeurtenis, maar ik vond het boeiender om te lezen.
- Een korte samenvatting van het boek:
Een Joodse vrouw, Chaja, blikt terug op haar studententijd in de jaren zestig. Chaja studeerde filosofie, in Antwerpen. Ze woont op een kleine zolder en leest veel boeken over wetenschappelijke onderwerpen
Ze vertelt over haar werk bij de bloemisterij, waar ze grafkransen maakt en over het werk in het restaurant.
Het grootste deel van het verhaal gaat over de tijd dat ze bij de familie Kalman werkt, een gezin van vijf kinderen. Met de jongste zoon van meneer en mevrouw Kalman, Simcha, heeft zij een hele goede band. Zij is de enige die hij vertrouwt. Simcha is een heel ernstig en lief jongetje dat nog niet zindelijk is en erg op eendjes is gesteld, daarom gaan ze dagelijks naar de vijver toe om brood te strooien. Als hij eendjes ziet wordt hij vrolijk. Chaja ‘leeft’ op het laatst alleen nog maar voor Sichma.
Chaja heeft niet veel contact met haar ouders. Haar vader is op zoek naar de twee koffers die hij ergens heeft verstopt tijdens de oorlog. Zijn verleden is erg belangrijk voor hem en dat geldt ook voor Chaja. Haar moeder praat alleen maar over onbelangrijke dingen, om maar niet over de oorlog te hoeven praten.
De hoofdpersonage heeft vaak ruzie met de conciërge van de flat, een jodenhater, waar de familie Kalman woont. Als er een oorlog uitbreekt tussen Chaja en de conciërge en hij de gangen voor haar blokkeert komt ze een week niet bij het gezin en niet bij Sichma, dat overleeft ze bijna niet. Ze stort haat hart uit bij meneer Apfelschnitt, de buurman van Chajas vader.
Nadat de week zonder Sichma is afgelopen, komt meneer Apfelschnitt langs en vertelt haar dat Sichma is verdronken in de parkvijver, toen hij naar de eendjes aan het kijken was.
Meneer Kalman geeft haar de schuld van de dood van hun zoon, maar mevrouw Kalman komt daartegen in opstand en zegent Chaja.
Uiteindelijk stopt ze met haar studie filosofie en gaat natuurkunde studeren
Verdiepingsopdracht 1
De vertelsituatie/het perspectief:
Het wordt verteld, vanuit één oogpunt, dat is het oogpunt van Chaja. Alles wordt verteld als een ‘ik-persoon’.
De thematiek:
Het thema is ‘de tragiek van oorlogsslachtoffers, die de herinnering aan vervolging en concentratiekampen niet kunnen verwerken, maar die toch verder moeten leven.’
Naar mijn idee is het ‘Jodendom’ ook een thema, hier ‘drijft’ het boek op. Bijna alles draait erom.
De ruimte:
Het speelt zich af in Antwerpen.
De tijd:
Het verhaal speelt zich af in de zestiger jaren.
De verteltijd is: 168 bladzijden. (Er zijn nog 3 bladzijden beschreven. Op 2 ervan staat een woordenlijst met een aantal Joodse woorden, en 1 bladzijde bevat een aantekening, met kleine teksten vanuit het boek, die uit een andere boeken zijn gehaald.)
De vertelde tijd is: 1 jaar (studententijd, eerste jaar op de universiteit.) Of 30 jaar. De tijd tussen het heden en het verleden.
De structuur:
Het verhaal is opgedeeld in 21, ongenummerde hoofdstukken, het verhaal wordt over het algemeen chronologisch beschreven. De eerste en laatste bladzijde zijn in het heden, (1991) alles ertussenin speelt zich af in het verleden. Dat speelt zich af in de zestiger jaren, de studententijd van Chaja.
De stijl:
De stijl is vrij zacht, er worden redelijk beschaafde conversaties gehouden. Dit heeft er ook mee te maken, dat Chaja zich tegenover veel personages moet gedragen. Bij de familie Kalman omdat ze daar een baantje heeft, dit geldt ook voor haar baantje bij de bloemisterij. Met meneer Apfelschnitt kan ze het goed vinden en zij praten dan ook regelmatig met elkaar.
De Taal:
De taal is niet het gemakkelijkste. Er worden veel Joodse woorden in gebruikt. En er wordt af en toe Duits gesproken. Er worden woorden die met de godsdienst te maken hebben gebruikt.
De Personages:
De hoofdpersonage:
Chaja, een Joodse vrouw, die terugblikt op haar studententijd. Ze is dan ongeveer 20 jaar en studeert filosofie in Antwerpen. Chaja is een jonge vrouw die veel filosofeert en constant bezig is met het bedenken van redenen van het leven. Ze is erg standvastig en zal nooit gemakkelijk toegeven aan iets.
Ze werkte ‘s morgens bij een bloemist. En ‘s middags paste zij op de kinderen van de familie Kalman, een streng orthodoxe familie.
Haar ouders hebben de oorlog meegemaakt en kunnen daar allebei niet mee leven. Chaja is een oorlogsslachtoffer van de tweede generatie en ze leeft net als haar ouders nog elke dag met die herinnering. Het verleden is voor haar heel belangrijk ze wordt er steeds weer mee geconfronteerd.
Wat haar ook erg bezighoudt is het geloof. Ze is van Joodse afkomst, maar twijfelt heel erg aan het bestaan van (een) God. Ze snapt niet zoveel van het geloof en van wetenschappers. Chaja leest en denkt er veel over.
Bijpersonages:
Sichma, de jongste zoon van de familie Kalman, waar Chaja oppast. Het is een heel ernstig en lief jongetje dat nog niet zindelijk is en erg op eendjes is gesteld. Chaja is de enige die hij vertrouwt. Aan het einde van het verhaal is Sichma dood, hij is verdronken in de parkvijver, bij de eendjes. Ik denk dat hij het zelf heeft gedaan en het geen ongeluk was. Hij had Chaja al een week niet gezien, omdat zij een ruzie heeft gehad met de conciërge van de flat. Hij zal dat waarschijnlijk heel erg hebben gevonden.
Conciërge, hij werkt in de flat van de familie Kalman, hij is een jodenhater. Als hij een keer duidelijk wil maken dat de liftdeur dicht moet, duwt hij het handje van Sichma ertussen, Chaja wil dat tegen houden, maar scheurt het schort van de conciërge, hij wil een schade vergoeding. Nu wordt Chaja een tijd niet binnen gelaten in de flat (dit raadde mevrouw Kalman aan om zijn kwaadheid te laten bedaren.)
Meneer (Jacov) Apfelschnitt, de bovenbuurman van de ouders van Chaja. Een man van vijfenzeventig jaar, die met een kaarsrechte rug door het leven gaat. Hij heeft door zijn brede schouders en zijn hoge voorhoofd en een vorsende blik een magische uitstraling. De kinderen noemden hem: de Koning van de Lange Kievitstraat. Hij heeft regelmatig gesprekken met Chaja over verschillende wetenschappelijke onderwerpen. Chaja gaat naar hem toe als ze een week niet bij Sichma mag/kan zijn. Hij komt haar vertellen dat Sichma verdronken is.
Familie Kalman, bestaat uit: meneer Kalman, mevrouw Kalman, Tzivja, Esja, (5 maanden oude tweeling) Avram en Dov. (oudere broertjes van Sichma) En Sichma. De vader is zeer negatief over Chaja, de moeder bemoeit zich er niet zo mee, maar later wordt de verhouding tussen Chaja en haar beter en ze zegent Chaja ook aan het einde van het verhaal, omdat Chaja zo goed voor Sichma heeft gezorgd.
Ouders van Chaja, ze zoekt hen niet vaak op. Haar moeder praat alleen maar over onbelangrijke dingen, om maar niet over de oorlog te hoeven praten. Haar vader is op zoek naar zijn koffers, die hij tijdens de oorlog heeft verstopt. Ze koestert de meeste sympathie voor haar vader, omdat ze zijn opvattingen over het verleden deelt.
Sophie, een medestudente. Haar grote passie is: ‘Nietsche en zijn leerstuk’ Sophie doet haar uiterste best om Chaja te bekeren, die wil daar namelijk niets van hebben. Totdat Sophie erachter komt dat Chaja Joodse is, dan is het contact over.
Verdiepingsopdracht 2
Leeservaringen gedetailleerd beschrijven
- De door mij gekozen motieven en een toelichting daarbij:
De verhouding tussen Simcha en de Chaja. Zij leven hoe hun ouders willen dat er geleefd wordt. Beide personen hebben ouders die de oorlog hebben meegemaakt. Joden werden toen als slecht gezien. Ze moeten zich steeds aan regels houden die voor Joden gelden, maar ze proberen zich daar tegen te verweren, zoals dat ook ging tijdens de oorlog.
Koffers: Koffers met herinneringen. Ook al zijn ze begraven, ze blijven je achtervolgen.
Eendjes: Kinderlijkheid. Genieten tegenover de strenge joodse leer waarbij alleen leren en kennis telt.
Verleden: Chaja en haar vader vinden de geschiedenis heel erg belangrijk. Iedereen leeft, zoals men denkt dat het goed is, dat hangt af van hun verleden.
- Het verband tussen de titel, de thema’s en de motieven:
De twee koffers zijn verstopt ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Veel mensen vinden het heel erg moeilijk om over de oorlog te praten. Dit heeft weer te maken met het geloof. (Joden)
- Welke plaatsen zijn het belangrijkste?
Antwerpen.Hier speelt het hele verhaal zich af.
De parkvijver. Hier gaan Chaja en Sichma met de tweeling bijna ieder dag heen om eendjes te voeren. Hier verdrinkt Sichma ook.
- Welke functies hebben de ruimtebeschrijvingen?
Je weet waar het zich allemaal afspeelt. Voor de rest heeft het volgens mij geen functies.
- Welk verband bestaat ertussen plaats en thematiek?
In Antwerpen leven veel Joden. Zij hebben veel van de oorlog meegemaakt. En werden daarin ook groot en deels afgemaakt.
Onderwerp
- Is het onderwerp van de tekst duidelijk?
Volgens mij zijn ‘het Jodendom’ (chassidiem), ‘jodenvervolging’ en ‘concentratiekampen’ de onderwerpen van de tekst.
- Vind ik het onderwerp/de onderwerpen interessant?
Nee, ik vind de onderwerpen niet interessant.
- Is het een onderwerp waar ik zelf wel eens over nagedacht heb?
Ik heb wel eens over Joden nagedacht, bij geschiedenis, toen het over WO 2 hadden, maar voor de rest denk ik daar niet zo vaak over na.
- Ben ik door dit boek anders over het onderwerp gaan nadenken?
Ik kwam erachter dat Joden het zwaarder hebben dan ik dacht. Ze moet zich heel erg aan het geloof vasthouden. Kleine kinderen moeten, als ze kunnen praten, net zo hard meebidden, als grotere.
- Verwachtte ik dat het onderwerp op deze manier uitgewerkt zou worden?
Ik had er geen idee van. Tijdens het lezen kwam ik er pas achter, dat bijna alles om het geloof draait, dat had ik van tevoren niet gedacht.
- Wordt het onderwerp goed uitgewerkt?
Ja, je weet nadat je het boek hebt gelezen, veel meer over het strenge Jodendom.
Gebeurtenissen
- Wat is de belangrijkste gebeurtenis uit het boek?
Als Chaja gaat oppassen op de kinderen Kalman. Hierdoor maakt ze de hele dag veel mee. Deze gebeurtenis vindt niet direct aan het begin plaats, maar wat verder in het verhaal.
- Ligt de nadruk meer op de gebeurtenissen of meer op de gevoelens van de personen?
Het ligt meer op de gevoelens van de persoon. De gebeurtenissen zijn een oorzaak van haar gevoelens, maar er ligt meer nadruk op de gevoelens.
- Wat vind ik van de gebeurtenissen?
Ik vind de gebeurtenissen best boeiend. Het is niet niks om van de ene op de andere dag op vijf kinderen te passen, die zwaar gelovig zijn aan het Jodendom, terwijl zijzelf atheïstisch is. En dan ook nog met de vader van de kinderen die heel negatief over Chaja is. Hoe ze zich dan overeind weet te houden door aan Sichma te de denken, vind ik vreemd. Ik vind dat je niet voor één ding moet leven. Dat stelt je leven niet zo veel voor.
- Een gebeurtenis die de meeste indruk op mij heeft gemaakt:
Het verdrinken van Sichma, omdat hij zo graag eendjes wilde zien, maar dat een week niet kon, omdat Chaja niet langs kwam. (dit had te maken met de ruzie tussen Chaja en de conciërge)
- Hebben bepaalde gebeurtenissen mij aan het denken gezet?
Dezelfde gebeurtenis, als hierboven beschreven. Voor Sichma waren de eendjes zo belangrijk, dat hij één met hen wilde worden. (Deze gedachte is misschien vergezocht; maar ik denk dat Sichma, onbewust (hij is nog te jong) / bewust in het water is gevallen. Hij leefde voor Chaja en voor de eendjes. Toen Chaja een week niet kwam wilde hij alleen maar bij de eendjes zijn…)
- In welke sfeer spelen de gebeurtenissen zich af? Welk effect heeft dat op mij?
In een strenge, onveilige sfeer. Joden werden gehaat. Chaja en de familie Kalman waren Joods. Iedereen die Joods was, moest zich streng aan de regels van het jodendom houden.
- Maken de gebeurtenissen een echte indruk op me? Zag ik het voor me?
Niet alles, maar toen meneer Apfelschnitt kwam vertellen dat Sichma dood was, voelde ik ook een soort verdriet. Chaja had zo naar hem uitgezien en hij was er niet meer. Ook vond ik het heel erg toen meneer Kalman Chaja de schuld van de dood Sichma gaf.
- Heb ik zelf wel eens zo’n gebeurtenis meegemaakt?
Gelukkig niet.
- Bleven de gebeurtenis mij constant boeien?
Nee, ik vond het regelmatig erg moeilijk om mijn aandacht bij het verhaal te houden, en in mijn hoofd te herhalen wat ik eigenlijk gelezen had.
- Heb ik wel eens eerder een film gezien of een boek gelezen met vergelijkbare gebeurtenissen?
Nee, nog nooit, maar binnenkort ga ik de film Twee koffers vol bekijken. Dat hoort bij dit verslag.
Personages
- Is de hoofdpersoon volgens mij een held op wie ik zou willen lijken? Waarom (niet)?
Geen held. Ze is een beetje depressief en leeft op een gegeven moment alleen nog maar voor Sichma. Ze houdt ervan om over wetenschappelijke zaken te spreken, dat vind ik niet interessant. Ze maakt het leven van Sichma wel iets makkelijker door iedere dag naar de eenden te gaan. Dat vind ik goed van haar.
- Kon ik me goed verplaatsen in de personages?
Op het moment dat Chaja hoort dat Sichma is overleden kon me goed in haar verplaatsen. Maar in de rest van het verhaal niet. Ze heeft hele andere interesses.
- Zijn de personages zo beschreven dat ze voor mij gingen leven?
Ja, er was een vrij goede beschrijving. Dat gold ook voor de gevoelens van Chaja.
- Hebben de personages eigenschappen die ik bewonder of gewoon vind of die ik verafschuw?
Het goed om gaan met Sichma bewonder ik, maar ‘haar liefde voor hem’ niet. Ook vind ik het niet netjes dat ze haar ouders zo weinig bezoekt. Ik vind dat erg voor haar ouders, die hebben daar wel behoefte aan, vooral haar moeder.
- Wat vind ik van de ideeën en gedachten van de personages.
Ik vind ze niet altijd goed. Ik vind dat je niet voor één ding, of één persoon moet leven, maar voor meerder zaken.
- Vind ik de beslissingen van de personages begrijpelijk of aanvaardbaar?
Ja, je probeert op de één of andere manier er een goed leven van zien te maken. Je moet het beste voor jezelf en voor elkaar over hebben. Maar de ‘fout’ van meneer Kalman vind ik erg fout. Hij beschuldigt Chaja van de dood van Sichma, omdat zij iedere dag met hem naar de vijver ging om eendjes te bekijken.
- Reageren de personen voorspelbaar, of niet?
Nee, de ene keer reageert Chaja beter op iets en de ander keer denk ik: ‘nou dat kan ook wel wat minder’
- Welke personages vind ik sympathiek?
Ik vind meneer Apfelschnitt sympathiek. Hij probeert anderen het leven gemakkelijker te maken door met hen, over allerlei gebeurtenissen en zaken te praten. Hij helpt zoveel mogelijk. Ik vind het ook goed hoe hij het aanpakt om Chaja te vertellen over de dood van Sichma. Eerst iets positiefs, dan pas iets negatiefs.
- Van welke personage kwam ik het meeste te weten?
Van Chaja. Je bekijkt alles vanuit haar oogpunt. Je ‘leest’ haar gevoelens.
- Moest ik veel invullen over het innerlijk van de personages?
Dat valt wel mee, er is veel beschrijving.
Bouw
- Vond ik de bouw ingewikkeld? Wat vond ik lastige stukken?
Nee, de bouw was vrij simpel. De eerste en laatste bladzijden spelen zich af in het heden. DE middelste bladzijden zijn op chronologische volgorde beschreven.
- Kwam het verhaal langzaam op gang of zat er meteen vaart in?
Het verhaal kwam heel langzaam op gang. Pas op het moment dat de ruzie tussen Chaja en de conciërge begint vind ik het echt leuk om het boek te lezen.
- Hangt alles goed met elkaar samen?
Ja. Dit komt door de chronologische volgorde. Het één is het gevolg van het andere.
- Is het verhaal spannend? Hoe komt dat?
Het verhaal is niet spannend. Dit komt doordat de persoon geen avonturen meemaakt. Er zitten dat ook niet veel open plekken en spanningsbogen in het verhaal vind ik.
- Is het verhaal boeiend?
Het verhaal wordt pas boeiend op het moment dat Chaja ruzie krijgt met de conciërge.
- Is er één verhaallijn of lopen er meer door elkaar heen? Wat vind ik ervan?
Er is een verband tussen de twee verhaallijnen:
· de ontwikkeling van de verhouding tussen Chaja en Sichma
· De ontwikkeling van de ideeën van de ik-figuur.
- Vind ik dat de bouw goed past bij het onderwerp?
Ja, een wat oudere vrouw blikt terug op haar studententijd. Het is dan logisch dat het eerst een beetje wordt ingeleid, dan wordt het verhaal, op chronologische volgorde verteld en dan moet het ook afgesloten worden; dit wordt gedaan doordat Chaja vertelt hoe haar studie verder is verloopt en hoe de relatie tussen haar vader en haar wordt, dit is maar een heel klein stukje tekst.
- Wordt er met de tijd gespeeld?
Nee, alleen de eerste en laatste bladzijde geven een blik op het heden.
- Zitten er veel terugblikken of herinneringen in de tekst? Wat vind ik ervan?
Er zit één terugblik in, die duurt het hele verhaal. Ik vind dat een duidelijke manier van weergave. Het verschil tussen het heden en verleden wordt hierdoor duidelijk. Je komt veel te weten over die tijd en over Chaja en haar leven.
- Wat vind ik van het einde? Blijft er nog veel onduidelijk?
Het einde van de terugblik is eigenlijk erg triest. Sichma is dood en ze krijgt er de schuld van, van meneer Kalman. De verhouding met de conciërge is wel beter. Hij vindt het rot voor haar dat Sichma dood is. Door het kleine stukje tekst dat in ‘het heden’ is geschreven wordt het verhaal nog afgemaakt. Er blijft niet veel onduidelijk. Alleen of de koffers van de vader van Chaja ergens liggen. Hij mag er namelijk niet naar zoeken.
- Zie je de gebeurtenissen door de ogen van één of meerdere personages? Past dat goed bij het verhaal?
Je ziet de gebeurtenissen vanuit het oogpunt van één persoon, Chaja. Dat is goed, want de terugblik, het verhaal gaat over haar.
Taalgebruik
- Vond ik de tekst moeilijk om te lezen? Hoe kwam dat?
Er wordt af en toe wat Duits in gesproken. Voor de rest kwamen er regelmatig Joodse woorden in voor. En dat vond ik het minst leuke van het boek. Hierdoor begreep ik er niet veel van. (Dit gold tot vóór de ruzie met de conciërge.)
- Hoe vond ik de verhouding tussen de beschrijving, dialoog en de weergave van gedachten/gevoelens
Er was een goede verhouding tussen, vond ik.
- Vond ik de manier van vertellen te wijdlopig, te uitgesponnen of te hoogdravend?
Dit valt mee, maar soms ging ze (te lang) door over het Joodse geloof.
- Vond ik dat het taalgebruik paste bij de personage en het onderwerp?
Ja, het speelde zich af in de jaren zestig. Ze heeft geen gemakkelijk leven, met ouders die de oorlog bewust hebben meegemaakt en daar allebei op een andere manier mee omgaan, waar zij niet echt blij mee is. Ook haar ‘werkgevers’ maken het haar niet makkelijk.
- Bevatte de tekst veel beeldspraak en/of symbolische verwijzingen?
Nee.
Spanningsbogen en open plekken
- Welke verwachtingen zijn er bij mij gewekt? En op welke manier?
Een verhaal vaneen meisje van twintig jaar, die een goede studententijd doormaakt.
- Bevat het verhaal veel open plekken?
Wat mij wel opviel is, dat pas veel later in het verhaal vermeld wordt hoe de hoofdpersonage heet.
Je weet aan het einde van het verhaal nog steeds niet waar de koffers van Chaja’s vader verstopt liggen en of ze er nog wel liggen.
Op de eerste bladzijde praat Chaja over een foto. Ik, als lezeres, weet niet over welke foto het gaat. Deze open plek wordt niet beatwoord.
- Wat zijn de belangrijkste open plekken in het verhaal?
Er is eigenlijk geen belangrijkste open plek, ze zijn geen van alle belangrijk.
- Is er gebruik gemaakt van spanningsbogen?
Ja, hoe Chaja heet, en waar de koffers van haar vader verstopt liggen. Maar daar houdt het dan ook bij op.
REACTIES
1 seconde geleden
L.
L.
Heel netjes gedaan. Precies wat ik nodig had. :)
20 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
echt goed jonge
je hebt ons echt gered met die shit verslag van jou
respect voor jou G
laterz to da westcoAST
20 jaar geleden
Antwoorden