Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Tonio door A.F.Th. van der Heijden

Beoordeling 8.2
Foto van een scholier
Boekcover Tonio
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 3398 woorden
  • 30 april 2017
  • 10 keer beoordeeld
Cijfer 8.2
10 keer beoordeeld

Boekcover Tonio
Shadow

Op de Eerste Pinksterdag van 2010 komt Tonio van der Heijden, het enig kind van A.F.Th. van der Heijden en Mirjam Rotenstreich, bij een verkeersongeval om het leven. Het is vroeg in de ochtend als hij, ter hoogte van het Vondelpark in het centrum van Amsterdam, wordt geschept door een auto. Hij wordt in kritieke toestand naar het Academisch Medisch Centrum vervoerd, w…

Op de Eerste Pinksterdag van 2010 komt Tonio van der Heijden, het enig kind van A.F.Th. van der Heijden en Mirjam Rotenstreich, bij een verkeersongeval om het leven. Het is vroeg i…

Op de Eerste Pinksterdag van 2010 komt Tonio van der Heijden, het enig kind van A.F.Th. van der Heijden en Mirjam Rotenstreich, bij een verkeersongeval om het leven. Het is vroeg in de ochtend als hij, ter hoogte van het Vondelpark in het centrum van Amsterdam, wordt geschept door een auto. Hij wordt in kritieke toestand naar het Academisch Medisch Centrum vervoerd, waar hij diezelfde dag aan zijn verwondingen overlijdt. Tonio zal niet ouder worden dan 21 jaar.

A.F.Th. van der Heijden doet het enige waar hij op dat moment toe in staat is: in zijn herinnering graven, aantekeningen maken, schrijven. Daarbij voortgedreven door twee dwingende vragen: wat gebeurde er met Tonio in de laatste uren en dagen voorafgaand aan de ramp, en hoe kon dit ongeluk plaatsvinden? Een zoektocht naar het wat en het hoe, die leidt langs verschillende ooggetuigen, vrienden, politiemensen, artsen en het mysterieuze meisje Jenny, dat in de laatste weken van Tonio’s leven een cruciale rol blijkt te hebben vervuld.

Tonio vormt de neerslag van die zoektocht. Een nauwgezette reconstructie van een jongensleven en een radeloze queeste naar zin en betekenis.

Tonio door A.F.Th. van der Heijden
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Zakelijke gegevens
a) A. F. Th. van der Heijden
b) Tonio
c) 5V, 3 sterren

Motieven
1. Het briefje van vijftig dat Adri Tonio wilde toestoppen
Als Tonio afscheid neemt van zijn vader en moeder na een gezellig avondje dineren, komt zijn vader nog even naar hem toe om hem een briefje van vijftig toe te stoppen omdat hij nog uit gaat. In plaats daarvan omhelzen ze elkaar en dat is wel ongebruikelijk, want ze waren niet vaak op deze manier intiem. Hij vergeet daardoor om hem het geld te geven.
‘Ik was al, achter Mirjam aan, op weg naar de auto, toen ik bedacht dat Tonio wel wat extra geld kon gebruiken voor straks: hij had de nacht nog voor zich, en na de laatste tram zou een taxi uitkomst bieden. Ik draaide me naar hem om. Hij moest dezelfde kant op als wij, maar vreemd genoeg bleef hij staan dralen voor de deur van het eetcafé. Met enkele stappen was ik bij hem terug. Hij briefje van vijftig dat ik hem toe wilde stoppen, had ik al opgevouwen tussen mijn vingers. In plaats van het hem te geven liet ik het los in de zak van mijn regenjas, waarna ik mijn armen om hem heen sloeg.’ (blz. 146)

2. Tonio’s horloge
Bij Tonio’s eenentwintigste verjaardag krijgt hij een mooi horloge van zijn ouders dat hij altijd omheeft. Na Tonio’s overlijden krijgen Adri en Mirjam zijn spullen mee. Zijn horloge zit niet bij die spullen en dat is erg vreemd.
‘‘Er dringt opeens iets tot me door’, zei ik zacht tegen Mirjam. ‘Ze hebben ons zijn mobiel meegegeven, zijn portemonnee, maar niet zijn horloge.’ ‘De aanrijding…’ Haar stem klonk mat, uitgeput. ‘Misschien is het van zijn pols geschoten. Die armband, daar zat wat speling in.’ ‘Dan zou de politie het gevonden hebben. Na zo’n ongeluk zetten ze meteen het hele gebied af. Gele verfstrepen op het wegdek… je weet wat die agent vanmorgen zei. Ze reconstrueren alles. Zo’n hele plek wordt uitgekamd op aanwijzingen. Misschien ligt Tonio’s horloge bij de politie als bewijsmateriaal…’ Ik moest denken aan de foto’s van polshorloges uit een museum in Hiroshima. Gesmolten en vervormd, en allemaal met hun verwrongen wijzers het tijdstip van de atoombom vereeuwigend. ‘Het kan stil zijn blijven staan op het moment van de klap,’ zei ik. ‘Als hij het om had.’ (blz. 170/171)

3. De fotosessie met het onbekende meisje Jenny
Tonio heeft drie dagen voor zijn aanrijding een fotoshoot met een meisje. Tonio gaat foto’s van haar maken voor haar portofolio. Hij vraagt zijn ouders of hij in zijn ouderlijk huis de shoot mag doen, want daar is de lichtval en de tuin zo mooi. Adri en Mirjam gaan daarom een middagje weg zodat Tonio de shoot kan doen. Er is alleen niemand die na Tonio’s overlijden weet wie het fotomeisje was. Niemand van zijn vrienden kende haar en toch krijgt Adri het idee dat het fotomeisje een belangrijke rol in Tonio’s leven speelde.
‘Ja, volgens Jim had Tonio het over een meisje gehad. Hij zou met haar een fotoshoot doen, maar het fijne wist Jim er niet van. Hij kende haar niet, wist haar naam niet eens. Tonio was die zaterdagavond uitgegaan, dat was alles wat hij kon vertellen. En ja, Tonio had beloofd om vier uur thuis te zijn, zodat Jim nog wat aanspraak had. Ze zouden misschien nog naar een film kijken samen… Wat voor rol had het fotomeisje in Tonio’s laatste dagen gespeeld? Dat was de vraag die tot ziekmakens toe telkens weer terugkwam.’ (blz. 320)

Hoofdgedachte
De dood van je eigen, enige kind is het ergste wat een ouder kan meemaken. Zo hoort het niet te zijn, maar aan het lot valt niks te veranderen.

Motto
In het boek zijn twee motto’s.
1: ‘Give sorrow words: the grief that does not speak. Whispers the o’erfraught heart, and bids it break.
- Shakespeare, Macbeth (IV, 3)
Dit is een advies.
Het luidt: geef je verdriet aan woorden en praat. Anders kan je het rouwen misschien niet aan. Je moet dus praten over je verlies, want dat help bij de verwerking.

2: ‘Farewell, thou child of my right hand, and joy; My sin was too much hope of thee, loved boy, Seven years thou wert lent to me, and I thee pay, Exacted by thy fate, on the just day. O, could I lose all father now. For why Will man lament the state he should envy? To haven so soon ‘scaped world’s and fresh’s rage, And, if no other misery, yet age! Rest in soft peace, and, asked, say here doth lie Ben Johnson his best piece of poetry. For whose sake, henceforth, all his vows be such, As what he loves may never like too much.
- Ben Johnson, ‘On My First Son’
Johnsons zoon is ook overleden op zeven jarige leeftijd.
Hij schreef dit gedicht over zijn zoon; een requiemgedicht. Zo schreef van der Heijden ook een requiemroman over zijn overleden zoon.

Titelverklaring
De titel ‘Tonio’ is de naam van de overleden hoofdpersoon en komt dus vaak in het boek voor.

De ondertitel is: ‘Een requiemroman’. Een requiemroman is een boek dat je geschreven is over een overleden persoon. A. F. Th. van der Heijden heeft naast requiemromans voor vrienden, zijn vader en zijn neefje, nu ook een requiemroman over zijn eigen zoon geschreven.

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Overige verhaalaspecten
a. De opbouw

1. Het boek is opgebouwd uit verschillende delen en uit verschillende lagen. Het begint met een proloog getiteld ‘Geen tweede naam’. Dan volgt het eerste boek: ‘Zwarte Pinksterdag’. Het eerste boek is weer onderverdeeld in 6 hoofdstukken. Na het eerste boek komt het intermezzo: ’15 september 2010’. Het intermezzo wordt gevolgd door het tweede boek: ‘De goudenregen’. Ook het tweede boek is weer onderverdeeld in 7 hoofdstukken. Het boek wordt afgesloten met een epiloog getiteld ‘De zonsverduistering’. Aan het einde is er nog een verantwoording. De hoofdstukken zijn ook onderverdeeld in nog kleinere subhoofdstukken. De subhoofdstukken kunnen in lengte variëren van een paar alinea’s tot enkele bladzijdes.

2. Het boek opent met de geboorte van Tonio, op 16 juni 1988 en Adri gaat de naam van zijn zoon doorgeven bij de ambtenaar van de gemeente, maar door zijn handelswijze vergeet Adri de tweede naam op te geven.

3. Het einde van het boek is voor Jenny. Ze vraagt bij haar bezoek of ze de kamer van Tonio nog mag zien. Ze blijft lang weg en als ze terugkomt zegt de dat ze niet naar binnen is geweest, maar dat ze voor de drempel is blijven staan. Zo heeft ze afscheid van hem genomen. Ze zegt: ‘Ja, ik geloof echt dat de doden een bepaalde energie voor ons achterlaten.’

b. De schrijfstijl
Het boek is heel lang. 633 bladzijdes. Bij bladzijde 500 was ik er al wel een beetje klaar mee. Dit komt door de langdradige bespreking van de aanrijding. Er is sprake van veel herhaling. Van der Heijden beschrijft heel veel emoties, gevoelens en vreselijk treurige gebeurtenissen. Na een tijdje vond ik het wel genoeg en wilde ik wel weten wat er precies met Tonio gebeurd was en wat de antwoorden op de vragen zijn die gesteld en opgeroepen waren. Van der Heijden schrijft is een prettige stijl. Het is niet moeilijk en je komt er redelijk goed doorheen.

c. De ruimte/plaats
Het verhaal speelt zich af in Amsterdam. Het weer speelt wel een rol in dit verhaal. Het is namelijk heel mooi weer als Tonio verongelukt. Ook de volgende dag als Tonio overleden is dan gaat de hele wereld gewoon verder, het is tweede pinksterdag en prachtig weer en Mirjam en Ardi kunnen niet ongelukkiger zijn dan op dat moment. Lekker weer en rouw en verdriet zijn eigenlijk een grote tegenstelling.

d. De tijd
Het eerste boek is de beschrijving van alles wat Adri en Mirjam meemaken totdat ze weer thuis zijn net nadat Tonio gestorven is. Het eerste boek heeft dus een tijdstrekking van één dag; zondag 23 mei 2010. Het tweede boek speelt vanaf tweede pinksterdag totdat het Nederlands elftal wordt ingehaald op 13 juli 2010 in Amsterdam.

Het verhaal is niet chronologisch want er zijn constant flashbacks met herinneringen aan Tonio.

e. Het perspectief
Het verhaal is volledig vanuit de ik-vertelsituatie geschreven met Adri als ik-persoon. Je weet precies wat hij denkt en voelt. De gevoelens en gedachten van Mirjam worden dus ook vanuit het perspectief van Adri bekeken. Je komt alleen de dingen te weten die Mirjam aan Adri laat blijken en vertelt. Je weet ook alleen hoe Adri over Tonio denkt en zijn herinneringen aan Tonio.
De vertelmanier waarvan hier sprake is, is showing. Je raakt nauw betrokken bij het verhaal en bij de personages.
Ik denk ook dat er in zekere zin wel een vision par derrière is. Je weet dat Tonio dood is, maar niet hoe dat verwerkt wordt en hoe er gerouwd wordt.

 

f. De personages
Tonio van der Heijden
Tonio is de enige zoon van Adri en Mirjam. Zijn bijnaam is Totó. Hij wordt door zijn vrienden beschreven als heel attent, vriendelijk en behulpzaam. Tonio is een slimme jongen. Hij zat op het gymnasium, volgde een opleiding aan de kunstacademie voor Media en Communicatie. Hij zou gaan beginnen aan zijn master. Op 23 mei 2010, zondagnacht, wordt Tonio aangereden en hij overleeft het niet.

Adri van der Heijden
Adri is de vader van Tonio. Hij is verteller en de auteur van het boek. Tonio lijkt qua karaktereigenschappen heel erg op hem. Hij houdt zielsveel van Tonio. Hij was al niet heel zuinig met de drank, maar nu Tonio overleden is vergrijpen hij en Mirjam zich steeds vaker aan de drank. Hij doet er met Mirjam alles aan om iedere minuut van Tonio’s leven te weten te komen vanaf het moment van de fotosessie. Ook vindt hij dat de dood van zijn zoon zijn schuld is, ook al kan hij er eigenlijk niets aan doen.

Mirjam Rotenstreich
Mirjam is Tonio’s moeder. Zij is helemaal kapot van het overlijden van haar zoon. Mirjam is voor Adri D&GA, deze en geen ander. Ze is de vrouw van zijn leven. Ze houden heel erg veel van elkaar. Ze zouden kunnen bezwijken onder de dood van hun zoon, maar samen houden ze stand. Ze blijven sterk voor elkaar en voor Tonio. Mirjams verdriet komt veel tot uiting. Ze huilt vaak om Tonio, want ze hield zo van hem.

g. Spanning
Van der Heijden zorgt voor spanning door het gedeelte van de politie aan de deur tot het overlijden van Tonio, uitgebreid te vertellen. Er is dan toch nog een sprankje hoop dat Tonio het gaat redden. Hij ligt namelijk in kritieke toestand in het ziekenhuis en hoe vaak hoor je wel niet dat het weer goed komt? Adri hoort dat geregeld, maar Tonio mocht het niet redden. Eigenlijk weet je al aan de voorkant dat hij dood gaat, maar hij weet toch een sfeer te creëren waarin nog hoop is op een goede afloop.

h. Gegevens over de auteur
Adrianus Franciscus Theodorus van der Heijden, 1951, debuteerde in 1978 met zijn bundel ‘Een gondel in de Herengracht.’
Hij is een autobiografische schrijver. In zijn boeken is altijd een deel van zijn leven verwerkt. Van der Heijden is getrouwd met schrijfster en journaliste Mirjam Rotenstreich. In 2010 verloor hij zijn zoon Tonio bij een auto-ongeluk. Tonio is dan ook een waar gebeurd boek. Van der Heijden heeft vele prijzen gewonnen. Voor zijn boek Tonio heeft hij de
NS-publieksprijs en de Libris Literatuurprijs gewonnen.

Samenvatting van de site: http://www.lantarenvenster.nl/36-5512-Tonio?gclid=CNvtib7qydACFUeVGwodd-8KHA

Op eerste pinksterdag 2010, na een avond uit met zijn vrienden, fietst de 21-jarige Tonio vroeg in de ochtend richting huis. Hij wordt onderweg geschept door een auto en komt hierbij om het leven.

Zijn ouders Adri en Mirjam worden geconfronteerd met het grote verlies dat hun leven voorgoed zal veranderen. Terwijl Mirjam hard vecht om niet in een neerwaartse spiraal van verdriet terecht te komen, doet Adri het enige waar hij op dat moment toe in staat is: in zijn herinnering graven, aantekeningen maken, schrijven. Daarbij voortgedreven door twee dwingende vragen: wat gebeurde er met Tonio in de laatste uren en dagen voorafgaand aan de ramp, en hoe kon dit ongeluk plaatsvinden?

Een zoektocht naar het wat en het hoe, die leidt langs verschillende ooggetuigen, vrienden, politieagenten en artsen. Tijdens een radeloze queeste naar zin en betekenis reconstrueert hij het leven van zijn zoon.

Recensie van de site: http://www.volkskrant.nl/boeken/tonio-van-a-f-th-van-der-heijden-vuistslag-op-een-blinde-muur~a3332161/

Tonio van A.F.Th. van der Heijden: 'Vuistslag op een blinde muur'

'Tóóóóóóó-niii-ióóóóó...!' Met deze brul van ontzetting begint het requiem dat A. F. Th van der Heijden maakte voor zijn verongelukte zoon. In de finale richt de schrijver zich op en blijkt een tovenaar.

Door: Arjan Peters 15 oktober 2012, 22:17

 

(Dit is de recensie van Tonio die Volkskrant-journalist Arjan Peters in de Volkskrant publiceerde op 28 mei 2011)

ADVERTENTIE

Om te beginnen: er zijn woorden voor. Bij alle onbevattelijks is dat een wonderbaarlijkheid als bonus. Het vorig jaar verloren A.F.Th. van der Heijden en zijn vrouw Mirjam Rotenstreich op Eerste Pinksterdag hun zoon Tonio (15 juni 1988 - 23 mei 2010), student Media & Cultuur en begaafd fotograaf, aan de gevolgen van een verkeersongeluk in nachtelijk Amsterdam. Precies een jaar later verschijnt het vuistdikke Tonio, getooid met de ondertitel 'een requiemroman'. Een niet bestaand genre, als om de uitzonderlijkheid van deze situatie te accentueren.

Zo vaak als Van der Heijden, die zijn uitgevers en lezers rustig twintig titels in het vooruitzicht kon stellen, in zijn ongeremde ambitie kon speculeren over het schrijven van 'het onmogelijke boek', nooit heeft hij hier aan gedacht: een eerbetoon aan zijn eigen zoon, aan wiens leven een bruut einde kwam, een maand voordat hij 22 jaar zou worden.
Maar dit is het onmogelijke boek. Het noodlot heeft hem hiertoe uitgedaagd. Tonio is de inlossing van een verplichting. Van der Heijden kan niks meer, nadat hij en zijn vrouw op die zwarte zondagochtend naar het ziekenhuis zijn gebracht, waar hun zoon nog op de Intensive Care aan de beademing ligt, maar enkele uren later door het medisch team moet worden opgegeven.
Het werk aan de roman waar hij in die dagen mee bezig was, stokt. In plaats daarvan begint hij aan een journaal van rouw, een verslag van pijn, gemis, van zelfverwijten ook ('Zijn ontijdige dood bewijst dat ik de zaken verkeerd heb aangepakt, met te weinig inzet, en dat ik belangrijke dingen over het hoofd heb gezien'), en van woede.
Een rampenscenario waar de schrijver, bedreven in het uitdenken van complexe intriges en onmogelijke werkschema's, niets mee kan. De schrijver schrijft niet meer, hij maakt dit requiem, en dat is geen schrijven, maar overleven.

 

Brul
Onder die omstandigheden ontstaat Tonio. Het boek opent met een kreet: 'Tóóóóóóó-niii-ióóóóó...!' Daar resoneert veel in mee: het is een aanroeping, een schreeuw achterom, een terugroeping, de brul van ontzetting die een lawine van 633 pagina's veroorzaakt, de vuistslag op een blinde muur. In de verte galmt er zelfs avontuurlijkheid in na: begon de ridderserie Ivanhoe, naar het boek van Walter Scott, niet ook met zo'n roep die een oproep was? We gaan beginnen.
En zo komt Tonio toch de literatuur binnen. Eigenlijk is dat met zijn naam (naar Tonio Kröger van Thomas Mann) al gebeurd, en met het omslag: voor een groepsopdracht op de Foto-academie heeft Tonio zich in 2006 vastgelegd als Oscar Wilde. 'De Nederlandse literatuur en ik, dat is een ramp', kon de beeldbeluste jongen tegen zijn vader zeggen. Het leek er dan ook op, dat Tonio's aanwezigheid in de letteren beperkt zou blijven tot ontwapenende figurantenoptredens: als kind 'samen signeren' naast vader Adri. Later: gewapend met een camera met hem mee naar het Boekenbal.

Maar nu neemt Tonio voorgoed een plaats in tussen de requiems die schrijvers en dichters zich nooit hadden gedacht te zullen maken - die voor hun eigen kind - , van Vondel en Van Eeden tot Jan Wolkers, van Vasalis en Hemmerechts, Esther Jansma, Hester Knibbe, Anna Enquist en P.F. Thomése tot Jeroen Brouwers. Met Boudewijn Büch, die roerend schreef over zijn dode kind, dat er in werkelijkheid niet bleek te zijn geweest, als buitenissige variant.
Van der Heijden wil er geen verhaal van maken. Hij wantrouwt zijn vakmanschap, zoals hij het geloof in al zijn werk met terugwerkende kracht verliest - daarmee immers heeft hij dit verlies niet kunnen tegenhouden. Terwijl hij ooit zijn vrouw beloofde zijn zoon altijd te zullen beschermen, en dat schrijven iets werd voor 'in de pauzes van het vaderschap'. Hij heeft gefaald.

Loze praat
Wat hij hier schrijft is geen verhaal. Het is het vlees en bloed, en het zijn de tranen, van de werkelijkheid die met rechtvaardigheid niets te schaften heeft. Die werkelijkheid bestaat uit schuldgevoel, veel drinken, praten met de vrienden en vriendinnen die Tonio in zijn laatste dagen en uren (hij reed die nacht met de fiets van een feest uiteindelijk alleen terug naar huis) hebben gezien, reconstrueren, herinneringen verzilveren in woorden, een grafsteen uitzoeken, en zich in verbetenheid teweerstellen tegen de goedbedoelde loze praat van derden. Niks rust zacht. Niks slijt. Het zal alleen maar erger worden.

Brul
Onder die omstandigheden ontstaat Tonio. Het boek opent met een kreet: 'Tóóóóóóó-niii-ióóóóó...!' Daar resoneert veel in mee: het is een aanroeping, een schreeuw achterom, een terugroeping, de brul van ontzetting die een lawine van 633 pagina's veroorzaakt, de vuistslag op een blinde muur. In de verte galmt er zelfs avontuurlijkheid in na: begon de ridderserie Ivanhoe, naar het boek van Walter Scott, niet ook met zo'n roep die een oproep was? We gaan beginnen.
En zo komt Tonio toch de literatuur binnen. Eigenlijk is dat met zijn naam (naar Tonio Kröger van Thomas Mann) al gebeurd, en met het omslag: voor een groepsopdracht op de Foto-academie heeft Tonio zich in 2006 vastgelegd als Oscar Wilde. 'De Nederlandse literatuur en ik, dat is een ramp', kon de beeldbeluste jongen tegen zijn vader zeggen. Het leek er dan ook op, dat Tonio's aanwezigheid in de letteren beperkt zou blijven tot ontwapenende figurantenoptredens: als kind 'samen signeren' naast vader Adri. Later: gewapend met een camera met hem mee naar het Boekenbal.

Maar nu neemt Tonio voorgoed een plaats in tussen de requiems die schrijvers en dichters zich nooit hadden gedacht te zullen maken - die voor hun eigen kind - , van Vondel en Van Eeden tot Jan Wolkers, van Vasalis en Hemmerechts, Esther Jansma, Hester Knibbe, Anna Enquist en P.F. Thomése tot Jeroen Brouwers. Met Boudewijn Büch, die roerend schreef over zijn dode kind, dat er in werkelijkheid niet bleek te zijn geweest, als buitenissige variant.
Van der Heijden wil er geen verhaal van maken. Hij wantrouwt zijn vakmanschap, zoals hij het geloof in al zijn werk met terugwerkende kracht verliest - daarmee immers heeft hij dit verlies niet kunnen tegenhouden. Terwijl hij ooit zijn vrouw beloofde zijn zoon altijd te zullen beschermen, en dat schrijven iets werd voor 'in de pauzes van het vaderschap'. Hij heeft gefaald.

Loze praat
Wat hij hier schrijft is geen verhaal. Het is het vlees en bloed, en het zijn de tranen, van de werkelijkheid die met rechtvaardigheid niets te schaften heeft. Die werkelijkheid bestaat uit schuldgevoel, veel drinken, praten met de vrienden en vriendinnen die Tonio in zijn laatste dagen en uren (hij reed die nacht met de fiets van een feest uiteindelijk alleen terug naar huis) hebben gezien, reconstrueren, herinneringen verzilveren in woorden, een grafsteen uitzoeken, en zich in verbetenheid teweerstellen tegen de goedbedoelde loze praat van derden. Niks rust zacht. Niks slijt. Het zal alleen maar erger worden.


Van der Heijden spreekt zijn zoon rechtstreeks toe, beantwoordt brieven, en doet verwoede pogingen de verlegen en vriendelijke Tonio terug te halen. De jongen die na een kibbelpartij van zijn ouders langs de neus weg kwam informeren: 'Zijn jullie er een beetje uitgekomen?'
De zinnen staan er soms hulpeloos bij, alsof zelfs meester-stilist Van der Heijden de clichés niet kan omzeilen: 'Alles zal voortaan in het teken van Tonio staan, opdat we hem niet zullen vergeten'. De requiems die hij in voorgaande jaren heeft geschreven (over zijn ouders, een neef, twee jeugdvrienden, en over zijn vriend Jean-Paul Franssens, die hij in 2002 condoleerde met het verlies van diens zoon) hebben hem geen stramien geschonken om deze opgave zonder kleerscheuren te volbrengen.

 

Ervaring helpt niet. Deze onderneming is in alle opzichten eenmalig.

Mijn leven is kapot, het gaat niet meer. Dat is de teneur van het proza dat bijwijlen wankelt en zwalkt, parallel aan de gemoedsschommelingen van de schrijver. Geen lezer zal helemaal ontkomen aan de vrees door pathetiek te worden gegijzeld: mag je deze weerloze schrijver zeggen dat het, wat jou betreft, wel iets minder had gekund?

Afslag
Na 500 pagina's is die vrees verdampt. De schrijver richt zich op. In een reconstructie van Tonio's laatste eenzame fietstocht spreekt hij de jongen zacht toe, zodat dat die zijn route alsnog verlegt: in plaats te koersen naar het Leidseplein, de binnenstad in (waar de dood hem wacht), neemt hij de eerdere afslag naar het huis van zijn ouders, waar hij heeft besloten te gaan logeren. Te moe om verder te gaan.

Dit is de tovenaar Van der Heijden ten top: fictie, maar van een diepe waarheid getuigend - de wens en de liefde die uit deze passage spreekt, met de fietstocht die zijn zoon helaas niet maakte, is verscheurend. De verstilde voorbode van een majestueuze finale: op 13 juli 2010 bezoeken de schrijver en zijn vrouw de plek waar Tonio is aangereden, terwijl op hetzelfde moment het Nederlands elftal vlakbij wordt gehuldigd door een dierlijk loeiende meute oranje idioten. Clandestien rouwen in een menigte die feest viert, nadat 'we' de WK-finale nog verloren hebben ook. Het contrast kan moeilijk schrijnender, en in de schildering daarvan keert de aloude kracht in Van der Heijdens penseelvoering terug.

Later die dag zijn er de filmbeelden. En ze bekijken thuis nóg een film: met beveilingscamera's van het casino aan de Leidsekade blijkt de aanrijding in de vroege ochtend van Eerste Pinksterdag 2010 te zijn vastgelegd. Van der Heijden laat ons meekijken. Zelfs voor die beelden vindt hij woorden, in zijn behoefte om intensief voor zijn zoon te blijven zorgen. Hij heeft niet gefaald

 


 

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Tonio door A.F.Th. van der Heijden"