Samenvatting (975 woorden)
Fahrenkrog bedacht vaak aparte ideeën. Als je bijvoorbeeld een gaatje prikt in een (vrij hard) pak koffie, verleist het zijn kracht en zakt het in elkaar. Op die manier zou het leuk zijn als je een heel gebouw op die manier kan maken; als er dan een baldadige jongen in prikt zakt het hele gebouw in elkaar.
Fahrenkrog was professor in de mineralogie. Hij ging (voor de zoveelste maal) verhuizen. Hij maakt altijd al voor de verhuizing een haakje voor zijn barometer, die hij tijdens de verhuizing zelf vasthield en rechtop hield, zodat er geen kwik uit zou lopen. Ook nu weer boorde hij een gaatje in de muur van zijn nieuwe woning. Er kwam een straaltje wit poeder uit het gaatje, dat steeds harder ging stromen. Na een tijdje kwam er gorenig poeder uit en nog even later was het roze poeder. Toen hij bij de bovenste verdieping op de muur klopte klonk het daar hol: de hele muur zat dus vol met gruis… Weer beneden gekomen was er reeds een hele laag poeder, waardoor hij onmogelijk bij de voordeur kon komen, omdat het als soort drijfzand fungeerde.
Fahrenkrog ging naar het balkon. Het was rustig op straat. Hij sprak een jongen aan en vertelde het verhaal. Deze jongen vertelde hem dat dit het sandwich huis is en weigerde hulp te halen van de brandweer.
Toch kwam de brandweer, waarschijnlijk door iemand anders gewaarschuwd, maar deze kon niet tussen de knotwilgen door, en begonnen deze om te zagen om de weg vrij te maken.
Lievestro was de elf jarige dochter van Fahrenkrog. Zij had een handplant. Dat was een soort rage. Het was een plant die zich op je hand kon nestelen en er alleen af kon door hem aan een andere hand te laten groeien
De moeder van Lievestro was gestorven. Het deed Lievestro eigenlijk niks en Fahrenkrog leefde als weduwnaar verder.
Een naaste collega van Fharenkrog was professor Birra. Hij was erg door zijn vak in beslag genomen, waardoor Fahrenkrog hem eigenlijk nauwelijks kende. Hij had een volkswagenbusje: het busje van Birra. Het busje had een draaibare voorstoel zodat hij les kon geven aan studenten in het busje. Hij noemde het ook wel "het college busje". Verder had Birra altijd een versleten hoed op waarvan niemand hem durfde vragen waarom. Zijn jasje repareerde hij altijd met knopen en spelden die hij op straat vond en altijd bewaarde. Birra doseerde o.a. over poedervulkanen, waarvan er eentje was gelegen onder de stad, die is weggestopt door er een huis op te zetten: het sandwich huis. Daar reed de Birra nu heen met zijn studenten. Daar aangekomen was het asfalt gebarsen en zakte het busje plotseling weg.
Niet ver daarvandaan kwam een trein tot stilstand, die vol zat met kinderen uit voormalige oostbloklanden, door de maffia aangeleverd in Nederland. Die kinderen waren allemaal ingepakt inclusief extra absorberende luiers, een voedingsfles en een zuurstoffles, genoeg voor twee weken. De trein kwam zonder reden tot stilstand, de machinist ging kijken of hij hulp kon krijgen (maar er werd niet naar hem geluisterd, want hij had geen uniform). Ondertussen braken de kinderen los en gilden en renden om en op de trein. Op dat moment knalde de niet gewaarschuwde Hoge Snelheids Lijn boven op de kindertrein. Het was één groot bloedbad, maar alle documenten en bewijs materiaal zijn (o.a. door de minister) verduisterd.
Een deel van het poeder stroomde de doorgebroken kelderdeur door, maar dat was lang niet genoeg op de weg naar de voordeur weer vrij te maken. Het gat was inmiddels flink groot geworden en er kwam nog steeds veel poeder uit stromen.
Lievestro, die inmiddels had vernomen dat haar vader een huis had gekocht kwam nietsvermoedend aanlopen. Ze schrok toen ze een voortuin vol gruis zag en sloeg haar handen in elkaar. De handplant hechte zich meteen aan beiden handen en liet niet meer los, hoe ze ook trok of draaide.
De brandweer was nog steeds bezig met de bomen omzagen.
Het huis was geëxplodeerd en fahrenkorg leefde nog, maar zat tot diep in het poeder. Eindelijk was de brandweer aangekomen.
Birra legde de link tussen het faforite gaatjes prikken in koffiepakken in de supermarkt en deze vulkaanuitbarsting in zijn nieuwe huis. Birra liep naar de snee in het wegdek en kroop het laatste stuk. Rombouts kwam achter hem aan. Oppeens zakte Birra weg en greep Rombouts nog net zijn linker voet. Dat resulteerde in het feit dat Rombouts nu een been in zijn handen had en de rest van Birra was verdwenen. Dit been was onmiddellijk dicht geschroeid. Later werd dit been in een speciale kist verticaal begraven.
Er was een helikopter gekomen of Fakrenkrog te redden. Lievestro greep de haak om zo haar vader te redden. Ze had haar handplant losgekregen van haar inmiddels bloedende hand en greep nu met de hand met de handplant haar vader. In het ziekenhuis overleed Fahrenkrog en Lievestro zat nog steeds met haar handplant. Die was gaan woekeren en het duurde niet lang en Lievestro zat van top tot teen onder de handplanten. Ze bleef echter wel leven, al kon ze zich niet bewegen in de kluwe handplanten.
De oude flat van Fahrenkrog werd leeggehaald in opdracht van zijn familie door zijn standaard verhuizer. Deze wist echter niet dat hij de barometer rechtop moest houden. Zo leip de verhuizer een ernstige kwikvergiftiging op.
Artsen durfde niet meer heel dicht bij Lievestro te komen, in angst voor besmetting met handplanten. Na een lange tijd vormde er bloemetjes op de kluwe in de vorm van letters: H E L P. De artsen deden alsof ze het niet zagen en lieten het lekker zijn gang gaan en langzaam verdwenen de bloemetjes weer. Tenminste die van de –P-. Maanden later stond nog steeds het woord "H E L" in bloemetjes om Lievestro. Niets wees erop dat hierin ooit verandering zou komen.
REACTIES
1 seconde geleden