1. Inleiding
Willem Frederik Hermans
Biografie
Willem Frederik Hermans werd op 1 september 1921 geboren te Amsterdam.
Tijdens zijn middelbare schooltijd, die hij doorbracht op het Barlaeus Gymnasium, was hij enige tijd hoofdredacteur van de schoolkrant, Suum Cuique genaamd. In 1940 begon hij sociografie te studeren op aandringen van zijn vader, maar hij stapte na 1 jaar over op fysische geografie, waarin hij in 1943 kandidaatsexamen deed. Net op tijd, want vlak daarna zouden de Duitsers van de studenten loyaliteitsverklaringen eisen. Na de oorlog begon hij weer met studeren, maar omdat hij op literair gebied veel publiceerde, studeerde hij pas in 1950 af. In 1955 promoveerde hij en drie jaar later werd hij benoemd tot lector fysische geografie aan de Rijksuniversiteit van Groningen. In 1973 gaf hij deze functie op, omdat hij naar Parijs vertrok. Tijdens de oorlog schreef hij een groot aantal verhalen, gedichten en de roman Conserve. Meteen na de bevrijding kwam er een stroom van publicaties op gang in diverse periodieken. Toen hij redacteur was van "Criterium" (1946 - 1948) liet hij het eerste deel van zijn boek "Tranen der acacia's" verschijnen. In mei/juni 1951 verschenen fragmenten van zijn "Ik heb altijd gelijk" in "Podium". Deze zouden later de aanleiding zijn voor een proces tegen hem. In Podium stonden ook de eerste publicaties van zijn boek "Mandarijnen op zwavelzuur". Verder publiceerde hij ook in "Haagse post", "Het vaderland", "Het vrije volk", "Propria cures", "Hollands diep" en "Avenue". Hierbij maakte hij veelvuldig gebruik van pseudoniemen, zoals: Age Bijkaart, Fjodor Klondyke en Godebaert van Grijnen. Het is logisch dat hij zoveel verschillende pseudoniemen gebruikte, omdat hij door de mand zou vallen als hij te lang gebruik zou maken van een en hetzelfde pseudoniem. Hij gebruikte vaak de naam van een pater als hij anti-katholieke geschriften publiceerde. In 1952 was hij in een proces verwikkeld in verband met een anti-katholieke passage in "Ik heb altijd gelijk". Hierin wordt hij vrijgesproken. Het was zijn gewoonte om de boeken die herdrukt werden nog even te corrigeren en toen zijn uitgever Van Oorschot zonder waarschuwing ongecorrigeerd een aantal van zijn boeken herdrukte, deed Hermans hem een proces aan. Nadat hij deze zaak in eerste instantie verloren had, werd hij later door een uitspraak van de Arbitrage commissie in het gelijk gesteld.
Hij had een aversie tegen de officiele vertegenwoordigers van de Nederlandse literatuur en daardoor weigerde hij een lidmaatschap van de Maatschappij der Nederlandse letterkunde. Verder weigerde hij principieel alle literaire prijzen, op "de prijs der Nederlandse letteren" na. Hij ondervond veel tegenstand, omdat naar aanleiding van zijn bezoek aan Zuid-Afrika in 1983 hij op de zwarte lijst van de Verenigde Naties zou staan. In interviews verdedigde hij zich en zette hij zijn opvattingen over het land Zuid-Afrika uiteen.
De meest recente romans van Willem Frederik Hermans zijn: "Uit talloos veel miljoenen" (1981), "Een heilige van de horlogerie" (1988), "Au pair" (1990), "In de mist van het schimmenrijk" (1993) en natuurlijk "Ruisend gruis" (1995).
Waarom
Omdat ik al eens een boek van Hermans heb gelezen nl. ”Nooit meer slapen”, vond ik het wel leuk om nu eens een boek van hem te lezen voor een spreekbeurt. Mijn keuze is gevallen op “Ruisend gruis”. We hadden nog geen onderwerp voor onze presentatie. Toen kwam Nick met deze schrijver en makkelijk als ik ben heb ik ermee ingestemd. En een boek over de oorlog vind ik meestal wel leuk.
Hoofdpersonen
De belangrijkste persoon is Fahrenkrog, een getalenteerd hoogleraar in de mineralogie. Hij heeft een dochter, Lievestro. Zijn vrouw is overleden tijdens een van zijn geologische expedities. Hij vindt het leuk om gaatjes te prikken in koffiepakken, omdat de lucht er dan zo gelijkmatig uitloopt.
Een tweede belangrijke figuur is Birra. Ook een hoogleraar in de mineralogie. Hij is jaloers op Fahrenkrog. Birra geeft les vanuit een busje wat speciaal is omgebouwd. Zo kunnen er acht studenten plaatsnemen en kan de stoel waar Birra inzit ronddraaien. Birra heeft een oude jas die rinkelt als hij loopt of beweegt. Dat komt omdat er vaak gaten in zijn zakken komen te zitten, en de spullen in zijn zakken vallen dan in de voering van zijn jas. De spullen in zijn zakken zijn hoofdzakelijk knopen, steentjes en kleingeld dat hij op straat vindt. Hij heeft in zijn jas een speciale zak met plakband en een zak met veiligheidsspelden. Zo kan hij als er knopen van zijn jas vallen een van de gevonden knopen opspelden. Af en toe maakt hij een gaatje aan de onderkant van zijn jas om de populatie van spulletjes in zijn jas op peil te houden en wat van te voorwerpen te herwinnen, zodat ze weer in zijn zakken kunnen waar geen gat in zit.
Lievestro is de dochter van Fahrenkrog. Zij houdt een handplant. Een handplant is een radioactief ontwikkelde plant ter grootte van een golfbal. Het is een soort rage op school. Je moet een handplant zich vast laten zetten in je handpalm, dat doet geen pijn, maar je kan de plant er nooit meer afhalen, behalve door de plant over te zetten op een andere hand.
Samenvatting
Het verhaal begint met de uitleg van het idee van Fahrenkrog om koffiepakken lek te steken. De lucht komt er namelijk heel mooi uit waardoor het pak inzakt. Fahrenkrog is net aan het verhuizen, naar een huis wat gebouwd is op een poedervulkaan. De muren zijn er hol, en ertussen zit het vol met poeder. Maar dat weet hij niet. Fahrenkrog pakt dus zijn boormachine om een gaatje in de muur te maken waar hij zijn kwikbarometer aan kan ophangen. Deze barometer hangt hij altijd als eerste op als hij verhuisd is. Maar nu begint er plotseling wit poeder uit de muur te stromen. Het komt steeds hoger en hoger, dus wil Fahrenkrog om hulp roepen maar niemand luistert. Doordat het ook vanuit de grond het huis in stroomt begint het in de omgeving te zakken, wat leidt tot een paar rare gevolgen. Zo ontspoort er een trein vol met in plastic zakken verpakte Oostblokkinderen, die voor adoptie beschikbaar zouden moeten zijn. Deze trein wordt geramd door de hoge snelheidstrein, alle kinderen krioelen er uit en gaan dood. Maar deze treinramp wordt door de overheid in de doofpot gestopt. Een ander gevolg wat niet helemaal te plaatsen is, is dat de Groninger faculteit vanuit de lerarenkamer overwoekerd raakt door een vreemd soort planten, die beginnen te groeien uit het eikenhouten meubilair. Birra die ondertussen studenten lesgeeft in zijn busje moet uitwijken voor de gereactiveerde poedervulkaan waaronder het busje bijna bedolven raakt. Hij beschuldigt direct al Fahrenkrog van het lekprikken van muren, en dat hij dat vroeger elke week met koffiepakken in de supermarkt ook al deed. In zijn razernij loopt hij de poeder in en gaat daarin dus dood. Ondertussen arriveert de brandweerauto eindelijk bij het huis van Fahrenkrog. Deze zat klem tussen twee bomen waarvan er een omgezaagd moest worden. Daarbij gehinderd door milieupunkers. Lievestro klimt op de ladder en weet via haar handplant haar eigen hand en de hand van haar vader vast te klampen zodat hij gered wordt. Maar na het losmaken van de handplant van de hand van Fahrenkrog gaat Fahrenkrog toch nog dood. De handplant begint te groeien en vermenigvuldigt zich totdat er een soort massieve groene kegel om Lievestro gevormd is. Paarse bloementjes vormen daar de letters HELP in maar er kan niks worden gedaan. Daar eindigt het verhaal.
Motieven en thema.
De motieven in het verhaal liggen verscholen achter echte gebeurtenissen en dingen. De personages maken zichzelf voortdurend belachelijk, wat lijkt te komen doordat ze juist professor zijn en slim doen. Terwijl mensen die nogal dom lijken, zoals de chauffeur van het busje van Birra, wel overleven en eigenlijk het meest logisch reageren. Er wordt ook veel gespot met Nederland. Minister Pronk komt aan de orde, en af en toe wordt er iets herhaald wat ‘al jaren niet meer zo is’ zoals het dragen van uniformen als je machinist bent, of luisteren naar de leraren. Het thema is dus de chaos en de valse realiteit. Een motief dat telkens terugkomt is de verpakking. De verpakking letterlijk, en alles wat er uit leegloopt staan eigenlijk voor de figuurlijke verpakking van iets om de waarheid te verhullen, wat ook weer het thema is. De vulkaanuitbarsting heeft te maken met de chaos, en op internet stond nog dat de handplant staat voor literatuur die de werkelijkheid overwoekerd. Zelf zou ik er niet op komen maar het klinkt wel aannemelijk.
Tijd en plaats
De tijd is een aantal jaren in de toekomst, wat blijkt uit dingen die ‘al jaren niet meer zo zijn’ en de radioactieve handplant. Het verhaal speelt zich af in en rond Groningen.
Mening
Ik vond het boek erg grappig, het was een dun boek, niet uit gemakzucht maar Hermans schrijft geen dikke boeken. Ik wil nu ook wel andere boeken van hem lezen, omdat ik het een leuk schrijver vind en je in zijn boeken veel dingen herkent die een beetje belachelijk gemaakt worden.
Vorm
Het boek is chronologisch verteld. Het volgt de gebeurtenissen van een aantal personen die te maken hebben met de acties van de hoofdpersonen. Het wordt in een aaneengesloten tijdsperiode verteld.
Conclusie
Ik vind dat er een gelijkenis is met sommige boeken van Godfried Bomans. Beide schrijvers proberen op een alternatieve manier de realiteit weer te geven en schrijven zo humoristische kleine verhaaltjes. Hermans levert echter via zijn verhalen kritiek op dingen en maakt ze belachelijk. Door de gelijkenissen met de werkelijkheid krijgen zijn boek iets herkenbaars, wat ze erg leuk maakt om te lezen.
REACTIES
1 seconde geleden
H.
H.
Heel goed verslag. Petje af
21 jaar geleden
Antwoorden