Perenbomen bloeien wit door Gerbrand Bakker

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
Boekcover Perenbomen bloeien wit
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 3e klas vwo | 5526 woorden
  • 12 juni 2009
  • 334 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
334 keer beoordeeld

Boekcover Perenbomen bloeien wit
Shadow

De tweeling Klaas en Kees en hun jongere broer Gerson spelen vaak 'zwart', een spel waarbij de belangrijkste regel is dat zij hun ogen niet open mogen doen.
Als de broers met hun vader en de hond Daan op een zondagmorgen met z'n allen in de auto zitten op weg naar opa en oma, verandert hun leven met één harde klap. Een auto-ongeluk zor…

De tweeling Klaas en Kees en hun jongere broer Gerson spelen vaak 'zwart', een spel waarbij de belangrijkste regel is dat zij hun ogen niet open mogen doen.
Als de b…

De tweeling Klaas en Kees en hun jongere broer Gerson spelen vaak 'zwart', een spel waarbij de belangrijkste regel is dat zij hun ogen niet open mogen doen.
Als de broers met hun vader en de hond Daan op een zondagmorgen met z'n allen in de auto zitten op weg naar opa en oma, verandert hun leven met één harde klap. Een auto-ongeluk zorgt ervoor dat Gerson blind wordt en de rest van zijn leven 'zwart' zal moeten spelen. Hoe zal dat gaan? Zal Gerson met hulp van de hond Daan zich gaan aanpassen aan zijn nieuwe leven? Ook voor zijn vader en zijn broers ziet de wereld er nu heel anders uit. Wat overeind blijft is de warmte van het gezin.
Dit ontroerende verhaal wordt afgewisseld verteld door drie stemmen, die van de tweeling, van Gerson, en van de hond.

Perenbomen bloeien wit door Gerbrand Bakker
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Boekverslag Literatuur Nederlands.

Titel: ‘Perenbomen bloeien wit’
Auteur:Gerson Bakker
Eerste uitgave: 1999

Samenvatting:
Het boek ‘Perenbomen bloeien wit’ gaat over een gezin van drie zoons, een vader en een hondje. De moeder in het gezin is naar Italië vertrokken met een andere man toen de kinderen nog jong waren. Het vertrek van moeder viel iedereen zwaar, maar niemand in het gezin kan echt goed met zijn gevoelens omgaan. Gerard bijvoorbeeld (de vader) vervangt moeder door een snotkleurig autootje, waarvan hij heel veel gaat houden. Gerson (de jongste zoon) en Klaas en Kees (tweelingbroers) spelen vaak het spel ‘Zwart’. Tijdens dat spel is het de bedoeling dat iedereen zijn ogen dicht doet (dus je bent er even niet) en een doel zoekt dat daarvoor al is bepaald. Je moet dat doel proberen te vinden met je ogen dicht. Het leven van het gezin is rustig en vrolijk, iedereen houdt van elkaar, tot op een fatale zondagmiddag. De jongens hebben een afspraak bij opa en oma en rijden hier naartoe in Gerard’s snotkleurige autootje. Gerard is gewoon van plan om de hoofdroute over de snelweg te nemen, totdat Gerson aangeeft dat hij heel graag de perenbomen wil zien bloeien. Deze keuze wordt zeer ingrijpend. Na het zien van prachtige witte perenbomen, komt er een kruispunt. Dit kruispunt kun je zien als een doodnormaal kruispunt voor auto’s en ander verkeer, maar je kunt het ook bekijken als een kruispunt in het leven van Gerson, Gerard, Klaas en Kees. Stop je hier? Of sla je een weg af, een weg naar een totaal ander leven? De jongens slaan de weg af, maar hierbij worden ze aangereden. Vanaf hier wordt het boek heel somber. Nadat Klaas last van zijn nek had, Kees een gebroken arm, Gerard een aantal hechtingen in zijn gezicht, Gerson anderhalve week in coma en Daan buiten vergeten was, wordt alles anders. Gerson merkt dat hij blind is, wat eerst niemand hem durft te vertellen. Meteen is Gerson al heel chagrijnig, hij heeft niet echt zin om zich aan te passen aan zijn blindheid. Dat is begrijpelijk natuurlijk, want aan blindheid kún je je ook niet zomaar aanpassen! Gerard en de tweeling denken dat de chagrijnigheid van Gerson maar tijdelijk is, maar hoe verder ze komen in de tijd, hoe meer ze gaan merken dat Gerson altijd chagrijnig is en er echt geen zin meer in heeft. Gerson wil bijvoorbeeld geen kunstogen, waardoor hij er heel eng uitziet. Ook wil hij geen blindengeleidehond, omdat hij Daan al heeft (absoluut niet bedoeld als blindenhond) en hij dit als verraad ziet tegenover hem. Gerson leeft eigenlijk een beetje in zijn eigen wereldje, samen met Daan, omdat hij de enige is waarmee hij kan praten (vindt hij zelf dan). De relatie tussen Gerson en de rest van het gezin verslechtert steeds meer, hij wil niet geholpen worden, het liefst wil hij gewoon dood. Dit merk je als het perspectief bij Gerson ligt. Je merkt dat hij depressief is en dat hij zich op dingen als grafstenen heel erg thuis voelt. In de zomervakantie, als Klaas, Kees en Gerson bij Jan en Anna (opa en oma) gaan slapen, zegt Gerson ‘Ik wil hier nooit meer weg’. Hij maakt zijn bewering tamelijk waar, want na nog wat rondgeloop en nagedenk, besluit hij om zichzelf te verdrinken in het meer waar hij zoveel mooie tijden heeft meegemaakt. Hierbij gaat hij alleen met Daan een wandeling maken (zegt hij) en besluit uiteindelijk om zich aan het lot over te geven.
Een paar dagen later wordt Gerson gevonden in het meer. Daan, vanuit wie het perspectief op de bladzijdes over Gerson’s dood werd verteld, was nog steeds aan het wachten tot Gerson terugkwam. Maar Gerson was dood, hij zou nooit meer terugkomen.

Na Gerson’s dood veranderden er nog enkele dingen in het leven van de tweeling en Gerard. Ten eerste gingen de ogen van Gerard open, je hebt er niets aan om je problemen weg te slapen, dus besluit hij om de confrontatie met de werkelijkheid aan te gaan. Ook vindt het gezin dat ze op zoek moeten gaan naar moeder in Italië.
Het boek heeft een open einde en eindigt met het besluit dat ze op zoek gaan naar moeder.

1a. Er is één echte hoofdpersoon voor het boek en dat is Gerson. Daarom zal ik nu zijn karakter gaan beschrijven. Gerson is een lief jongetje met een goed gevoel voor humor. Hij is erg vriendelijk, maar kan soms best jaloers overkomen tegenover zijn broers Klaas en Kees. Zij zijn namelijk tweelingbroers, en dit maakt dat Gerson zich een buitenstaander voelt.

1b. Ja, in het karakter van Gerson is zeker sprake van een verandering. De verandering treedt voor het eerste op na het ongeluk. Vanaf dit moment wordt Gerson een echte mokker, hij klaagt om alles. Ook durft Gerson niet echt meer over zijn gevoelens te praten, hij denkt dat hij er alleen voor staat en wordt erg introvert. Na het ongeluk lijkt hij qua karakter een totaal ander persoon. Van vriendelijk, open jongen naar een gesloten, klagerige jongen.

1c. Ik zal nu de karakters van de iets minder belangrijke personen uitleggen.
Klaas en Kees: Ik beschrijf deze twee personages in één persoon, omdat hun karakters precies hetzelfde zijn. Dit merk je ook in het boek vaak, de ene keer is Klaas aan het woord en de andere keer Kees, maar dit merk je bijna niet. Hun manier van denken en doen is steeds precies hetzelfde en ze zien zichzelf ook als één geheel. Daarom zal ik nu het karakter van Klaas en Kees ook als geheel uitleggen. Klaas en Kees zijn twee zeer behulpzame jongens, die alles doen om het mensen naar hun zin te maken. Ze zijn goed in mensen ‘aanvoelen’, omdat ze dat bij elkaar al zo goed kunnen. Ze zijn altijd vrolijk en kunnen tegen een stootje, bijvoorbeeld als Gerson (later in het boek, na het ongeluk) weer eens tegen ze moppert. Dan trekken ze zich daar niets van aan. Ze genieten van het leven en willen geen moment missen. Bij Klaas en Kees komt eigenlijk geen verandering in het karakter voor. Ze zijn wie ze zijn, en laten dit door niets en door niemand veranderen.
Gerard: Gerard is de vader van de drie kinderen, terwijl die kinderen soms zelf nog wel meer volwassen zijn dan hij is. Gerard is iemand die bang lijkt te zijn voor de toekomst, hij wil zich vastklampen aan het verleden. Hij is kinderlijk, en zo gedraagt hij zich ook. Als er iets ergs gebeurt, dan handelt hij niet als een vader, maar als een bang jongetje. Er is wel een verandering in zijn karakter, want eerst sliep hij om zijn problemen te vergeten, zodat hij niet de confrontatie met het leven aan hoefde te gaan. Maar nadat Gerson dood was gegaan, besefte hij dat het eigenlijk helemaal geen zin had om je problemen ‘weg te slapen’. Vanaf dan gaat hij gewoon de confrontatie met de werkelijkheid aan.
Moeder: In het boek kom je niet veel over het karakter van moeder te weten. Je merkt wel dat ze heel afstandelijk is, juist tegenover haar kinderen. Het enige wat ze doet is een felicitatie kaartje sturen met verjaardagen, terwijl de kinderen zelf niet eens haar adres weten. Ze is dus afstandelijk en dit blijft het hele boek zo. Ze zoekt geen echt contact op, zoals een telefoontje, met de kinderen of met Gerard.
Daan: Daan is het hondje van Gerson (en moeder). Hij is een bijzonder hondje, die verschillende emoties kan uiten, door een soort blik in zijn ogen of een bepaalde manier van doen. Hieruit blijkt dat hij een gevoelig karakter heeft. Ook is Daan erg trouw, toen Gerson in het meer sprong (om zichzelf te verdrinken), bleef Daan de hele tijd zitten kijken, te huilen tot Gerson terug zou komen.

Jan en Anna: Jan en Anna zijn de ouders van Gerard. Uit het feit dat Gerard erg kinderlijk is en steeds terug lijkt te willen naar vroeger, kan je afleiden dat Jan en Anna hele aardige ouders waren. Jan en Anna zijn heel zorgzaam en wonen op een groot huis op het platteland, waar iedereen zich goed voelt. Het ruikt er lekker, ziet er mooi uit, enz. Hier heeft iedereen mooie tijden meegemaakt en Gerson wil hier voor de rest van zijn leven blijven. Dat is de reden dat hij zelfmoord pleegt in het meer bij zijn opa en oma.
Harald: Harald is de verpleegkundige van Gerson als deze in coma ligt na het ongeluk. Je weet een paar dingen van Harald; hij is homo, heeft kortgeschoren haar, een vlassig baardje, een linker oorbel, is gespierd. Belangrijker is zijn innerlijk; hij is heel zorgzaam en superlief, hij doet er alles aan om Gerson zo snel mogelijk uit coma te laten komen. Het kan zijn dat Gerbrand Bakker Harald ziet als ‘zijn’ personage, dus als het personage waarop hij zelf gebaseerd is. In ieder geval qua uiterlijk, als je kijkt naar de beschrijving die ik heb gegeven en naar de foto van de schrijver.

1d. Ja, ik herken mezelf wel een beetje in Gerson. Het is bij hem zo, dat hij een heel ander karakter heeft vóór het ongeluk en na het ongeluk. Die twee karakters komen bij mij ook voor. Ik ben in het algemeen een heel vrolijk en vriendelijk meisje, die wel haar gevoelens durft te uiten. Als het even niet mee zit, kan ik soms best wel chagrijnig worden. Ik word dan een beetje een mokker, totdat iemand me er op wijst en zegt; ‘Melissa, doe even normaal.’ Dan word ik langzaam weer net zo vrolijk als ik al was! Dus de karakterwisseling die Gerson over een lange tijd heeft, heb ik soms in een korte tijd. In dat punt herken ik mijzelf in Gerson, ik vind dat een overeenkomst.

2. Gerson – Klaas, Kees; Gerson en Klaas en Kees zijn broers (de relatie met beiden is hetzelfde, behalve in één punt; Gerson houdt meer van Kees, zegt hij op een gegeven moment!). Het eerste punt in de relatie tussen Gerson en de tweeling, is dat Gerson een beetje jaloers is op hun band. Hij voelt zich een buitenstaander, omdat Klaas en Kees precies hetzelfde zijn en Gerson anders. De relatie tussen beiden is verder goed, ze hebben altijd leuke dingen met elkaar gedaan en hun geheimen met elkaar besproken. Positieve kanten aan deze relatie zijn dus dat de tweeling en Gerson in het algemeen goed met elkaar kunnen opschieten, en dat er open over dingen gepraat kan worden. Dit is waarschijnlijk in zowel de ogen als de tweeling als in de ogen van Gerson hetzelfde. Ze weten beide dat ze altijd op elkaar kunnen rekenen in tijd van nood. Een negatief punt is dat Gerson een verkeerde kijk heeft op de relatie van Klaas en Kees. Hij denkt dat hij een buitenstaander is, terwijl de tweeling hier absoluut niet zo over denkt. Zij vinden gewoon dat Gerson erbij hoort. Er is hier dus een beetje miscommunicatie. Later zijn er wel veranderingen in deze relatie, na het ongeluk. Eigenlijk verandert er heel veel na het ongeluk. Gerson wordt blind en hij ziet niets meer. Hij voelt zich nu nog meer alsof hij anders is, maar nu is hij dat ook echt. Hij wil een beetje met rust gelaten worden, terwijl de tweeling er juist alles aan wil doen om hem te helpen en oplossingen te bedenken. Zo groeien de tweeling en Gerson een beetje uit elkaar. De reden van dat uit elkaar groeien is het ongeluk, het blind worden van Gerson dus. Hij zal nu nooit ook maar in de buurt komen van hoe de tweeling is, dus wordt hij nog chagrijniger dan hij al is. Ook tegenover de tweeling, en dat verslechtert de relatie. Ik vind de relatie tussen de tweeling en Gerson mooi, als ik zelf een tweelingbroer zou hebben, of de ‘buitenstaander’ Gerson zou zijn, zou ik heel blij zijn met zo’n relatie. Ik heb zelf geen broer of zus, dus ik weet niet precies hoe het is, maar ik zie soms wel mensen die een wat mindere band hebben met hun zussen of broers, dus je mag van geluk spreken als je zo’n relatie hebt als de tweeling en Gerson!

Gerson – Daan: Gerson en Daan hebben een goede relatie. Gerson troostte Daan toen moeder weg was gegaan en Daan hielp Gerson in zijn plaats weer toen hij blind was geworden. Positieve kanten zijn: Ze kunnen op elkaar rekenen. Zoals ik al in het karakter van Daan vertelde, is hij erg trouw. Daarom klampt hij zich stevig vast aan zijn baasje Gerson. Vanuit Daan’s ogen is het misschien meer angst, wat als Gerson weg gaat? Ik moet zorgen dat hij bij me blijft, ik kan het niet aan als er wéér iemand weggaat waarvan ik hou (moeder!). Vanuit Gerson’s ogen is het meer dat hij Daan niet in de steek wil laten, maar ook dat hij hem nodig heeft. Als hij blind is, wil hij geen blindengeleidehond, want hij vindt dit verraad tegenover Daan. Hij wil alleen Daan, ook al is dat natuurlijk een beetje apart. De relatie verandert na het ongeluk wel weer, want Daan is de enige waartegen Gerson op een normale manier kan praten. Hij is immers een hondje, die niet terug kan praten, dus geen kritiek kan leveren op wat Gerson zegt. Daarom verbetert de relatie na het ongeluk. Ik vind de relatie tussen Gerson en Daan leuk en ik geloof ook wel dat het tussen een baasje en een hondje in het echt ook zo kan gaan. Hondjes zijn heel trouw, en vooral na zo’n heftige gebeurtenis (blind worden van Gerson), is hun relatie beter geworden. Ik vind het mooi uitgewerkt en de relatie spreekt me echt aan!

Gerson – Gerard: Gerson en Gerard zijn vader en zoon. In principe zorgt dit al voor een vrij goede band. Ik denk dat Gerson soms zijn vader niet helemaal ziet als een vader. Vanuit Gerson’s ogen, voelt hij zich soms in de steek gelaten. Bijvoorbeeld toen hij nog kleiner was, toen moeder was vertrokken. Toen wou hij antwoord op zijn vragen, ‘waarom’, ‘waar is ze?’, maar die vragen kon Gerard niet beantwoorden. Ook omdat Gerard zich zelf vrij kinderlijk gedraagt en zijn problemen ‘weg slaapt’, kan je hem niet echt zien als een vader. Ik denk dat Gerard het ook wel eng vindt, alleen met drie kinderen, hoe moet dat nou? Daarom grijpt hij terug naar vroeger, toen hij zelf nog een klein kind was en vertroeteld werd door zijn kinderen. Verder is de relatie tussen Gerard en Gerson goed, maar deze verslechtert na het ongeluk. Een voorbeeld hiervan is dat bij Gerson’s verjaardag, toen Gerard heel zorgvuldig een cadeau had uitgezocht, maar Gerson hier niet eens aandacht aan besteedde. Toen was Gerard heel teleurgesteld en verdrietig, en werd de relatie al iets slechter. Zo hoeft het allemaal niet meer… De relatie tussen vader en zoon vind ik op zich wel oké, Gerard kan prima om gaan met Gerson, juist omdat hij zelf nog een beetje kind is, weet hij hoe Gerson zich soms voelt. Maar Gerson voelt dit soms zelf niet aan en zet Gerard een beetje van zich af. Dus ik vind dat de relatie tussen Gerson en Gerard veel beter kan, ten eerste door Gerard’s gedrag te verbeteren in wat meer volwassen gedrag.

Klaas – Kees: Over de relatie tussen Klaas en Kees valt eigenlijk niet veel te vertellen. Ze zijn ontzettend close met elkaar en voelen elkaar precies aan. Waar houdt de een van, wat vindt de ander niet leuk? Hun relatie verandert in het hele boek niet. Positieve punten van hun relatie zijn, en dan hoef ik het maar vanuit één oogpunt te bespreken, aangezien het karakter van Klaas en Kees precies hetzelfde is, het aanvoelen van elkaar, het precies weten hoe iemand in elkaar zit, enzovoorts. Ik vind eigenlijk niet dat er negatieve kanten aan hun relatie zitten, behalve misschien dat je je eraan kunt gaan irriteren als je te lang bij elkaar bent, je bent immers met ‘twee keer jezelf’ in dezelfde kamer. Ik vind hun relatie heel leuk, ik zou heel graag zo’n relatie willen hebben als ik een tweeling broer- of zus had. Mooi vind ik de manier hoe ze met elkaar om gaan…

3a. In het algemeen wordt het verhaal uit de ogen van Kees vertelt, maar je merkt dit bijna niet, het lijkt alsof het wordt vertelt uit de ogen van de tweeling in het algemeen, omdat Kees ook steeds spreekt over ‘Kees’ als hij het over zichzelf heeft (dus in plaats van ‘ik ging naar bed’ ‘Kees ging naar bed’).

3b. Het perspectief wisselt van Kees naar Gerson, of van Kees naar Daan.

3c. Door het verhaal te lezen uit iemands anders ogen, zie je de verschillende kanten van een verhaal. Dit werkt hetzelfde als bij bijvoorbeeld een overval; De dief weet precies wat hij heeft gedaan, maar dit zul je alleen te weten komen als je in zijn hoofd zit. In boeken vertaal je dit in het lezen van zijn gedachtes, dus vanuit zijn perspectief kijken. De politie daarentegen heeft een mening, hij of zij denkt dat de dief om half drie een overval heeft gepleegd, terwijl dit pas om vier uur was. Zo werkt het ook in dit verhaal, Klaas en Kees hebben gedachtes over Gerson, ze denken dat het allemaal nog wel goed komt. Maar als je dan het verhaal leest uit de ogen van Gerson, merk je toch al dat hij vrij depressief is en dat hij vaak denkt aan de dood. Ook vanuit de ogen van Daan scheelt het, het is raar om te lezen hoe iets gaat op die manier, ook omdat een hond dingen anders beschrijft dan een mens. Dus de gevolgen van het wisselen van het perspectief zijn dat je het verhaal beter gaat begrijpen en dat het daardoor leuker wordt om verder te lezen.

4a. Het verhaal speelt zich af in de moderne tijd, ongeveer in het voorjaar.


4b. De tijd van dit verhaal is van groot belang. Ten eerste de moderne tijd in het algemeen, als het niet in de moderne tijd had afgespeeld, waren dingen als het autootje van Gerard en het vertrek van moeder in de grote glanzende auto niet van toepassing. Dan was er ook geen ongeluk gebeurt, omdat Gerard en de anderen dan niet in de auto naar Jan en Anna konden. Een ander heel belangrijk punt is het voorjaar. Perenbomen gaan bloeien in het voorjaar. Als de perenbomen niet bloeiden, hoefde Gerson ook niet de toeristische route langs de gaarde te nemen. Dan was Gerard misschien niet afgeleid en was er ook nooit een ongeluk gebeurd. Dan was er geen boek geweest!

4c. Het verhaal is chronologisch verteld, omdat het achteraf is verteld. Het verhaal was al gebeurd, dat merk je aan de flashbacks maar vooral aan de flashforwards. Je kunt geen flashforwards hebben, als het verhaal nog niet is gebeurd. Bovendien begin je bij het begin, eerst spelen ze het spel Zwart, dan gebeurt een ongeluk, dan wordt Gerson steeds ongelukkiger en dan gaat Gerson dood. Heel chronologisch allemaal!

5a. Het verhaal speelt zich af op verschillende plaatsen, maar de belangrijkste plek is waarschijnlijk het huis van Gerson.

5b. De plek is van belang, omdat Gerson en de tweeling hier vroeger altijd het spel Zwart speelden, maar er nu alleen nog maar herinneringen liggen. Er zijn mooie tijden meegemaakt daar, met moeder vroeger, later hadden de kinderen een leuke jeugd, enz. Na het ongeluk moet Gerson de rest van zijn leven doorbrengen op een plek die hij nooit meer kan zien, maar die vroeger altijd een bruisende, leuke plek was. Hij zit er opgesloten. Daarom is de plek belangrijk.

6. Het thema dat ik heb gevonden is: ‘Ingrijpende gebeurtenissen kunnen grote gevolgen hebben voor de rest van je leven.’

7. Er zijn veel verschillende motieven in het verhaal, maar ik heb er uiteindelijk drie uit gekozen die ik ga behandelen.
- Zwart. Zwart is de naam van het spel dat Gerson, Klaas en Kees vroeger altijd speelden. Na het ongeluk ziet Gerson alles zwart, want hij is blind. Maar hij ziet ook alles zwart op de figuurlijke manier. Hij probeert niets meer van zijn leven te maken en denkt dat alles negatief en tegen hem is. De relatie met het motief: Ongeluk is de ingrijpende gebeurtenis. Na het ongeluk zag Gerson alles alleen nog maar zwart, letterlijk en figuurlijk dus, dat is een groot gevolg van die gebeurtenis. Deze gebeurtenis heeft uiteindelijk geleid tot Gerson’s dood. Het depressiever worden en het plegen van zelfmoord waren de verdere invulling van Gerson’s leven.

- Auto’s. In het boek komen verschillende auto’s voor die heel belangrijk zijn. De grote glanzende auto van moeder, waarmee ze letterlijk weg is gereden uit het leven van Gerard en de kinderen. Dit heeft met het thema te maken, omdat moeder wegrijdt in die auto en dat is een ingrijpende gebeurtenis voor het hele gezin. Daarna werd het leven van iedereen heel anders, de kinderen leven zonder moeder, Gerard zonder vrouw en moeder met een nieuwe vlam in Italië. Deze gebeurtenis heeft grote invloed op de verdere invulling van ieders leven. Er komen nog drie auto’s voor in het verhaal, namelijk het snotkleurige autootje van Gerson, deze staat voor het vertrek van moeder (het is de vervanging van moeder) en dat vertrek heb ik net al uitgewerkt als een ingrijpende gebeurtenis met gevolgen. De derde auto is de rode auto van het ongeluk, waarmee Gerson, Gerard en de tweeling werden aangereden. Je kan rood zien voor de kleur van bloed en gevaar. De rode auto veroorzaakte het ongeluk (ingrijpende gebeurtenis) met enorme gevolgen voor het leven van iedereen in de auto. De laatste auto was de nieuwe blauwe van Gerard, die hij kreeg na het ongeluk. Deze staat voor nieuw leven, dus het gevolg van dat ongeluk.

- Grafsteen en treurwilg. Een voorbeeld daarvan; Gerson houdt zich aan het begin van het boek al bezig met de dood. Zijn favoriete doel van het spel Zwart is de grafsteen van Piet Mulder. Als je later terugkijkt op het boek, zie je al dat dit een vooruitwijzing is, later komt Gerson’s graf namelijk naast die van Piet Mulder. Gerson voelt zich thuis op de grafsteen, dit zie je in het hoofdstuk grafsteen liggen. De treurwilg komt steeds voor op de begraafplaats. Het is bijvoorbeeld een herkenningspunt op de begraafplaats als ze het spel Zwart spelen, je hoort namelijk het ritselen van de bladeren. De relatie met het thema is: Gerson is al de hele tijd erg bezig met de dood, vooral na het ongeluk. Dat is in dit geval weer de ingrijpende gebeurtenis. Later pleegt Gerson zelfmoord en krijgt hij zelf een grafsteen bij de treurwilg. Dit is het gevolg.


8a. De titel van het boek is ‘Perenbomen bloeien wit’. Ik zal dit uitleggen. Ten eerste is de oorzaak van het ongeluk misschien wel dat Gerson perse de bloeiende perenbomen wou zien. Hiervoor moest het gezin een andere, toeristische route nemen, waarbij het ongeluk uiteindelijk gebeurde. Het laatste wat Gerson zag voordat hij blind werd, dus het laatste wat hij ooit in zijn leven zag, waren de perenbomen. Hij sloeg ze op in zijn geheugen en zou ze niet meer vergeten; zij waren toch immers de oorzaak van het ongeluk? Daarna ligt Gerson anderhalve week in coma. In zijn hoofd (als je vanuit zijn perspectief leest dus) merk je dat er iets dwars zit bij hem. Dan ontwaakt hij uit coma en zie je dat het gene dat hem dwars zat de perenbomen waren. Zodra Gerson uit coma komt, is het eerste wat hij roept; ‘Perenbomen bloeien wit!’ De perenbomen zijn een contrast met hoe Gerson’s leven er voor de rest uit zal komen te zijn; zwart. Dus de titel van het boek is ‘Perenbomen boeien wit’, omdat deze zin een grote invloed heeft gehad op Gerson’s leven en het boek hier eigenlijk op draait, om wat hem en het gezin is overkomen.

8b. Bij dit boek is geen motto, dus kan ik deze vraag helaas ook niet beantwoorden.

9. Dit boek hoort bij het existentialisme. Ik zal dat uitleggen met voorbeelden uit het boek.
- Een belangrijk deel in existentialistische werken is dat de hoofdpersoon zich gaat vervreemden van de omgeving. Dit is in dit boek ook het geval. Gerson vervreemdt zich in verschillende punten. Ten eerste voelt hij zich al een buitenstaander ten opzichte van zijn tweelingbroers. Ten tweede maakt de afwezigheid van zijn moeder de omgeving chaotisch. Een kind heeft zijn moeder nodig! Ten derde vervreemdt Gerson enorm van de omgeving door zijn blindheid. Hij kan niets meer zien en daarom weet hij niet meer precies hoe de buitenwereld eruit ziet. Alles wordt steeds meer anders van hem. Dat vervreemdt dus.
- Ook de miscommunicatie in een existentialistisch werk is overduidelijk. Ook in Perenbomen zo het geval. Voorbeelden daarvan zijn… Ten eerste het vermijden van Klaas, Kees en Gerard van de woorden die iets met zien te maken hebben na het ongeluk. Gerson wordt hierdoor juist extra attent gemaakt op dat hij blind is, terwijl de rest juist denkt dat Gerson het fijn vindt als hetgeen dat hij nooit meer kan doen wordt vermeden. Ten tweede zijn de ansichtkaarten zonder stempel van moeder ook een vorm van miscommunicatie. Gerson en de rest van het gezin zouden maar al te graag hun moeder willen opzoeken, of tenminste een kaartje terug willen sturen. Maar doordat de moeder er expres voor zorgt dat niemand achter haar adres komt, ontstaat er miscommunicatie. Ten derde is een voorbeeld van de dag dat Gerson net thuis was gekomen uit het ziekenhuis en dat alle buren op bezoek kwamen bij hem om te zeggen hoe zielig ze het vonden. Het is begrijpelijk, maar Gerson reageerde hier op een gegeven moment heel heftig op. Hij begon te schelden tegen zijn buurman, terwijl hij het uit zijn hart aardig bedoelde. Gerson daarentegen dacht dat mensen het hem probeerden in te wrijven dat hij blind was. Een vierde vorm van miscommunicatie en een hele belangrijke in dit boek, is dat Gerson in coma lag. Klaas en Kees praatten tegen hem en zoenden hem op zijn mond, maar Gerson was niet wakker. Hoe hard ze ook probeerden, uitleggen heeft geen zin, Gerson hoort je wel, maar heeft zelf niet de kracht om iets terug te zeggen. Dat is een erge vorm van miscommunicatie.
- Het omgaan van de werkelijkheid in dit boek komt ook nog terug. Bijvoorbeeld doordat sommige mensen hun werkelijkheid proberen te ontvluchten. Zoals Gerson, hij vlucht terug naar vroeger. Het spel Zwart is ook een voorbeeld van ontvluchting. Je sluit daarbij je ogen, dus technisch gezien ben je er dan gewoon even niet. Er komt verder veel ontvluchting naar de jeugd, auto en jeugdboeken voor, gewoon omdat er angst is, maar voor wat? Een ander voorbeeld van existentialisme in dit punt is dat het vertrek van moeder vermeden wordt. Gerard vervangt haar gewoon door een auto, dat is zijn nieuwe liefde. Ook als de kinderen graag naar Italië op vakantie willen, om moeder (niet) tegen te komen, wordt dat vermeden, maar om de kinderen de zin te geven, en om er maar van af te komen, gaat Gerard toch.
- In dit boek worden er ook duidelijke keuzes gemaakt zonder de hulp van God. Een paar keuzes zijn; Gerson wil de perenbomen zien bloeien. Dit is een duidelijke keuze, hij wil het, dus gebeurt het, en gebeurt er een ongeluk (dit is dan weer geen keuze, maar het gevolg van een keuze!). Moeder maakt ook een keuze, door het gezin te verlaten en met een nieuwe man in Italië te gaan wonen. Gerson maakt nog een keuze, later, na het ongeluk, hij kiest namelijk niet voor een blindengeleidehond, maar voor Daan. Ook wil hij geen kunstogen.
- Het laatste punt in dit boek is de antihelden die in het boek voorkomen. Gerard is een voorbeeld van een antiheld in dit boek. Hij is erg kinderlijk en verlangt terug naar zijn eigen kindertijd. Hij gedraagt zich niet echt als een vaderfiguur en dit maakt hem een antiheld. Ook Gerson is in dit boek een antiheld. Hij wordt blind en dit maakt hem toch wel een beetje anders de rest, hij wordt lummelig en kan dingen die ‘normale’ mensen wel kunnen niet meer. Bovendien is hij de jongste van het gezin, en dit maakt dat hij zich ook een buitenstaander voelt.
Dit waren mijn voorbeelden van hoe het existentialisme terugkomt in het boek.


10. Het boek is geschreven door Gerbrand Bakker. Hij is geboren op 28 april 1962 en is nu dus 46 jaar oud. Gerbrand Bakker heeft totaal 25 jaar op school gezeten, inclusief kleuterschool, basisschool, middelbare school en twee universitaire opleidingen. Gerbrand is voor een aantal jaar ondertitelvertaler geweest en hierbij krijg hij een voorkeur voor natuurdocumentaires. Dit is waarschijnlijk ook de reden dat hij in 2003 begon met een avondopleiding tot hovenier. In ‘Perenbomen bloeien wit’, komt veel bos, water, grote huizen op erven en mooie landschappen voor. Dit kun je begrijpen door te kijken naar de achtergrond van Gerbrand, hij wist veel over tuinen en bossen, omdat hij hovenier is geworden. Dankzij zijn ontmoeting met drie belangrijke jeugdliteratuurschrijvers kwam Gerbrand nog eens extra terecht in het ‘goede leven’. Grote huizen, veel alcohol, mooie tuinen, enz. Hij besloot te gaan schrijven, wat eerst mislukte, maar uiteindelijk toch uitte op twee etymologische woordenboeken voor kinderen. Uiteindelijk besloot Gerbrand ook een roman te schrijven en dat is ‘Perenbomen bloeien wit’ geworden. Er zijn totaal vijf verschillende drukken van dit boek gekomen en is zelfs naar het Duits.
Gerbrand Bakker hoort bij de stroming ‘Existentialisme’. Dit merk je al bij de punten die bij vraag 9 zijn besproken, je schrijft geen zwaar existentialistisch boek als je het zelf niet bent. Alle andere boeken van Gerbrand bakker zijn ook existentialistisch, mensen hebben vrijheid en mogen keuzes maken, enz.
Ik heb niet precies kunnen vinden wat de centrale thematiek in het werk is, behalve dan dat ook in het boek ‘Boven is het stil’ een tweeling voorkomt, waarbij een broer daarvan verdrinkt. Ook moeten er allemaal keuzes gemaakt worden en is er niet echt veel vreugde in het boek. Verder speelt het oek zich ook nog af op een boerderij, in het landschap dus, net als in het boek ‘Perenbomen bloeien wit’. Ik denk dat je als thema van het boek ‘Boven is het stil’ op een deel ervan wel ‘Ingrijpende gebeurtenissen kunnen grote gevolgen hebben voor de rest van je leven’ kan gebruiken. In de korte inhoud van het boek staat namelijk dat het lijkt alsof iemand zijn eigen leven niet heeft geleefd en dat hij helemaal opnieuw moet beginnen. Dat eerste is een ingrijpende gebeurtenis, als je erachter komt dat je misschien wel het leven van iemand anders hebt geleefd, is dat een enorme schok. Dat je opnieuw moet beginnen is een gevolg met betrekking tot de rest van je leven.

11. Ik ga nu mijn mening over het boek uitleggen.
-In het boek zijn de gebeurtenissen meestal best wel spannend en heftig. Bijvoorbeeld het ongeluk, hoe dat wordt beschreven ‘Er zat een deur in Gerson’ en hoe Gerson blind wordt. Ook het plegen van zelfmoord door Gerson, het zijn allemaal erge dingen. Ik vind dat er genoeg spannende gebeurtenissen gebeuren, die ook wel gevoelens bij me oproepen. Bijvoorbeeld het stuk op het laatst dat verteld werd door het hondje Daan. Dat was heel spannend, omdat hij niet echt wist wat er aan de hand was, terwijl Gerson gewoon zelfmoord pleegde. Toen werd ik best verdrietig. Op sommige momenten kon ik ook best kwaad op Gerson worden, door de gebeurtenis die toen plaatsvond. Bijvoorbeeld op het moment dat hij jarig was en Gerard heel zorgvuldig een cadeau voor hem had uitgezocht. Toen reageerde hij niet eens blij of aardig! Op dit soort momenten riep het verhaal grote gevoelens bij me op; ik kon Gerson wel slaan!
- Het boek was dus spannend en leuk, maar de realiteitswaarde in het boek was niet altijd even hoog. Het ligt niet aan de schrijfstijl, want alles wordt heel geloofwaardig beschreven, maar het is gewoon de gebeurtenissen zelf. Een ongeluk bijvoorbeeld wordt zo en zo beschreven, maar in het echt gaat dat veel sneller en ik denk dat als Gerson blind is geworden door dit ongeluk, de anderen in het echte leven ook wel iets heftigere verwondingen opgelopen waren. Dus de realiteitswaarde had soms hoger gekund.
- De schrijfstijl van het boek droeg bij aan het begrijpen van het verhaal. De woorden die werden gebruikt waren meestal wel logisch, soms leek het zelfs voor nog jongere kinderen bedoeld. De zinsbouw was ook niet moeilijk. Het was een enkele zin die onbegrijpelijk was door een vreemde volgorde van woorden, maar als je dan verder las in de tekst begreep je wel weer wat er werd bedoeld.
Conclusie: Ik vond ‘Perenbomen bloeien wit’ in het algemeen een goed geschreven boek, die goed te begrijpen was, maar helaas waren de gebeurtenissen soms niet zo geloofwaardig en dat maakt me iets minder tevreden over het boek.

REACTIES

A.

A.

Hee hele goede verslag alleen bij auteur staat gerson bakker, maar hij heet toch gerbrand?

12 jaar geleden

H.

H.

da boe von gerbrand is Djeniaal. i was betoeverd door da perzikken, ma i k moe kaan, crane weet nie waar die is... -_-

11 jaar geleden

S.

S.

Heel goed verslag! Dit gaat mij zeker helpen bij mijn boekentoets vrijdag!dankje ;)

11 jaar geleden

B.

B.

Volgens mij duurt het tien jaar, want aan het begin van het verhaal was Gerson vier jaar en aan het einde van het verhaal veertien jaar.

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Perenbomen bloeien wit door Gerbrand Bakker"