Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Kees de jongen (beeldroman) door Theo Thijssen

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
Boekcover Kees de jongen (beeldroman)
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • havo | 2345 woorden
  • 10 april 2008
  • 14 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
14 keer beoordeeld

Boekcover Kees de jongen (beeldroman)
Shadow

'Dit is het beste wat ik ooit gemaakt heb.' - Dick Matena

Kees de Jongen behoort tot de weinige eversellers van de Nederlandse literatuur. Na de honderdduizenden verkochte exemplaren en de verfilming enkele jaren geleden is er eigenlijk niemand meer die Kees niet in zijn hart heeft geloten.

Voor Dick Matena was het een lang gekoesterde wens om het boek o…

'Dit is het beste wat ik ooit gemaakt heb.' - Dick Matena

Kees de Jongen behoort tot de weinige eversellers van de Nederlandse literatuur. Na de honderdduizenden verkoch…

'Dit is het beste wat ik ooit gemaakt heb.' - Dick Matena

Kees de Jongen behoort tot de weinige eversellers van de Nederlandse literatuur. Na de honderdduizenden verkochte exemplaren en de verfilming enkele jaren geleden is er eigenlijk niemand meer die Kees niet in zijn hart heeft geloten.

Voor Dick Matena was het een lang gekoesterde wens om het boek om te werken tot een beeldroman. Het resultaat is zonder twijfel ook in zijn omvangrijke oeuvre een hoogtepunt. Zeldzaam mooi heeft Matena zowel Kees als Amsterdam tot leven gewekt in heldere sfeerbeelden en aangrijpende ensceneringen.

Net als bijvoorbeeld Reves De Avonden en Kaas en Dwaallicht van Elsschot bevat ook Kees de Jongen de integrale tekst van de roman.

Dick Matena ontving in 1986 de Nederlandse Stripschapsprijs en in 2003 de Vlaamse Staatsprijs voor het beeldverhaal, de hoogste onderscheidingen die er op zijn vakgebied te verdienen zijn.

Kees de jongen (beeldroman) door Theo Thijssen
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titel: Kees de jongen
Auteur: Theo Thijssen
Uitgever: C. A. J. van Dishoeck
Plaats van uitgave: Bussum
Jaar van uitgave: 1923
Druk: 28e druk

Samenvatting van de inhoud
Kees denkt dat hij alles kan als hij er maar de goed spullen voor zou hebben. Die heeft hij niet, want ze hebben het thuis erg arm. Hij heeft erg veel fantasie, zo fantaseert hij als hij een keer een paar schermzwaarden moet halen in de gymzaal, dat hij een keer met de meester mag schermen en dat de meester hem erg talentvol vindt. Er komt een nieuw meisje bij Kees in de klas. Ze heet Rosa Overbeek. Ze komt van een rijk instituut. Kees merkt dat Rosa, van de eerste dag af, op hem let . Hij denkt veel aan haar en maakt van haar een fantasie beeld.
De vader van Kees word ziek. Truus zijn zus moet bij juffrouw Smit gaan slapen en Kees moet heel veel boodschappen voor zijn vader doen en vaak moet hij medicijnen halen. Kees moet op een dag vijf rijksdaalders bij een kantoor brengen. Hij begrijpt dat zijn vader hier geld heeft geleend en dan elke maand vijf rijksdaalders moet geven. Kees denkt dat hij door niemand gezien mag worden en verzint allerlei smoesjes voor als hij onderweg gezien wordt. Hij sluipt er naar toe en wordt door niemand gezien. Met pa gaat het beter en koopt voor Kees een atlas.

Een hele dure atlas met harde kaft. Zijn vader wil door deze koop doen of dat hij helemaal niet arm is. Wat wel zo is omdat pa een poos ziek is geweest. Kees fantaseert dat hij Franse toeristen kan gaan helpen en is er erg trots op dat hij op een avondschool Frans leert. Kees doet een boodschap voor zijn vader: Geld halen bij een mevrouw met een duur huis. Hij doet zijn best en krijgt het geld mee. Hij is erg trots en zijn vader is blij.
Kees wil Franse toeristen helpen maar zet zichzelf voor aap omdat hij tegen een Nederlander Frans staat te praten. Kees fantaseert weer over Rosa maar durft niets daarover tegen haar te zeggen. Kees krijgt van opoe een oud pakje wat ze tot een mooi buisje voor hem zou laten maken. Kees vindt de stof niet mooi en ziet tegen het buisje op. Maar, gelukkig voor Kees is de kleermaker met zijn stofje van door dus krijgt hij niet zo'n buisje. Voor zijn verjaardag krijgt Kees een postzegelalbum, een echte grote. Hij krijgt van zijn oom een mooie zegel. Kees zit nu in de achtste klas en dan kreeg je een prijs. Je mocht zelf weten wat. Kees koos een schaakspel; iets dat nog nooit iemand had gekozen. Pa is weer ziek geworden. Maar gelukkig niet zo erg als de vorige keer en pa is snel weer beter. Kees wordt jongen van de bel. Op een dag doet hij voor Rosa, die al een poos ziek was, en haar moeder open. Hij is blij en vertelt het in de klas. Rosa komt weer meedoen in de klas en ze zit nu vlak voor Kees. Later is er op het schoolplein een steekspel tussen de jongens en de meisjes. Rosa zit achter hem aan maar ze krijgt hem niet te pakken. Als hij thuis komt ziet hij dat er bezoek is: Juffrouw Dubois. Kees hoort dat ze bij hen in huis komt wonen. Hij vindt haar in het begin een raar wijf. Hij krijgt van Juffrouw Dubois een mooie gordel en hij is er erg trots op. Het gaat weer erg slecht met Kees zijn vader, en Kees en Truus slapen nu bij oom en tante. Een paar dagen later sterft vader, maar Kees gelooft het eerst niet. Er komt een soort van familie ruzie, omdat moeder nog geld moet geven aan opa en opoe, maar dat heeft ze niet. Ze verhuizen en komen in een appartement. Juf betaald ook mee en is nu geheel in het gezin opgenomen. Ze maken een koffie- en theehandeltje en Kees moet de artikelen altijd bij het bedrijf: Stark en Co. kopen.
Moeder gaat ook naaien om wat meer te verdienen, maar veel geld ontvangt ze niet; ze worden steeds armer. Dan besluit Kees om bij Stark en Co. te gaan werken en zo geld te verdienen; die laatste drie maanden op school zijn toch niet belangrijk meer.
Het boek eindigt dat er een grote liefde is tussen Kees en Rosa en dat ze allebei huilen omdat Kees nu van school af gaat en dat ze elkaar nu niet meer zo vaak zien.

Thema:
Het boek beschrijft de twee werelden waarin een kind leeft: de realiteit en zijn fantasie.

Motieven:
Motieven: school, geld, familie en dromen over een beter leven.
Leidmotief: dromen over een beter leven zodat iedereen kan zeggen: ‘Kijk, daar heb je Kees! Die goede jongen!’
In het verhaal komen veel dromen voor. Deze gaan allemaal over hoe Kees zou willen zien hoe hij leefde en hoe iedereen naar hem opkeek. Er komen geen symbolen voor.

Titel:
Het boek vertelt over Kees Bakels, die in het verhaal een deel van zijn jeugd beleeft. Het heet "Kees de jongen", omdat het gaat over de jongen, Kees, die langzaam volwassener wordt, en fantasie naar realiteit weet om te zetten.

Motto:
Tous les enfants ont des imagination heroïques: ils se voient accomplissant des actions d’éclat qui leur valent la reconnaissance et l’admiration publiques.

Léon Frapié, Les Contes de la Guerre.

Alle kinderen hebben heldhaftige fantasieën. Zij zien zichzelf heldendaden verrichten, die hun erkenning en bewondering van hun omgeving bezorgen.

Personages:
Kees Bakels : (hoofdpersoon)
Kees is een jongen van twaalf (later dertien) jaar oud. Hij heeft lichtbruine haren en blauwe ogen. Hij is niet zo groot, maar wel erg snel. Kees is de zoon van twee arme mensen, waarvan de vader timmerman is, en de moeder een winkeltje runt. Hij heeft een broertje en zusje, en ze hebben maar net genoeg geld om het hele gezin te onderhouden. Op school is hij een van de oudsten, alhoewel velen uit de klas hem een opschepper vinden. Hij is best wel aardig en beleefd. Hij is ook erg emotioneel en moet, ook al wil hij het niet, vaak huilen. Hij heeft een (over-)grote fantasie, en loopt veel te dagdromen. In het begin van het verhaal speelt hij een passieve rol in de intrige, want hij fantaseert alleen maar, maar doet helemaal niets: Hij laat alles met zich gebeuren. Langzamerhand krijgt hij een steeds actievere rol, en begint hij eigen inbreng in dingen te krijgen. Zijn doel is een beroemd, vereerd persoon te worden, en met Rosa Overbeek te 'gaan'. Hij ondervindt geen echte hulp of tegenwerking van mensen, alhoewel zijn broetje en zusje het hem soms lastig maken, en ook zijn opa en oma hem wel eens dwarsliggen, maar hij is zelf de hoofdzakelijke 'lastigheidsfactor', want hij durft vaak dingen niet te zeggen of te doen. Ook de dood van zijn vader werkt hem tegen. Kees is een rond karakter, want aan het eind van het boek weet je veel over hem, en ook hoe hij denkt.

Rosa Overbeek: (hoofdpersoon)
Zij is, net als Kees, twaalf jaar oud. Ze heeft lange, blonde haren en bloost snel. Ze is een beetje een stil, verlegen meisje, maar wel aardig en grappig. Haar ouders zijn rijker dan die van Kees, en zij vaart dus ook wel. Ze durft niet altijd te zeggen wat ze vindt. Haar rol in de intrige is actief, want het verhaal wordt grotendeels bepaald door wat zij zegt en doet. Haar doel is niet duidelijk. Ze is een rond karakter, alhoewel ze voornamelijk in de fantsie van Kees wordt beschreven, en ik dus niet zeker weet of ze ook zo is.

Moeder Bakels: (bijpersoon)
Haar echte voor- en achternaam weet ik niet, want ze wordt in het boek altijd 'moeder' genoemd. Ze is ongeveer vijfenveertig jaar oud, schat ik. Ze is erg arm, en haar gezin kan van het inkomen van haar echtgenoot, en van haar eigen, slechtlopende winkeltje maar net rondkomen. Ze is erg aardig, en geeft veel om haar kinderen en haar man. Met haar ouders kan ze het minder goed vinden. Ze speelt een actieve rol, want ze maakt veel beslissingen voor Kees. Ze heeft geen echt doel voor ogen, behalve dat ze een winkel wil hebben. Ze ondervindt geen tegenwerking, en hulp van haar broer Dirk en zoon Kees. Ze is wel een rond karakter, want ik weet veel van haar eigenschappen.

Vader Bakels: (bijpersoon)
Zijn voornaam is Jan. Hij is ongeveer vijftig jaar oud. Hij is arm (zie beschrijvingen van moeder Bakels en Kees Bakels). Hij is ook erg aardig, en geeft erg veel om zijn oudste zoon. Hij is goedmoedig, en geeft snel dingen toe als zijn kinderen erom zeuren. Zijn rol is passief in het boek, want hij ondergaat alles: Ruzies, zijn ziekte en zijn dood. Aan het eind van het boek speelt hij helemaal geen rol meer, want dan is hij dood. Hij heeft geen duidelijk doel, en ondervindt daar dus ook geen hulp of tegenwerking van. Over het algemeen kun je echter zijn dood wel tegenwerking noemen. Hij is een vlak karakter, want zijn enige duidelijke eigenschap is dat hij aardig is voor Kees, en dat is ook het enige belangrijke van hem voor het verhaal.


Truus : (bijpersoon)
Is het zusje van Kees. Ze realiseert zich niet dat er thuis behoorlijk wat
problemen zijn. Je leert haar niet echt kennen en wat je over haar weet, weet je allemaal via Kees.

Tom: (bijpersoon)
Is het broertje van Kees. Tom zit nog op de bewaarschool en beseft helemaal niet wat er allemaal aan de hand is.

Juffrouw Dubois: (bijpersoon)
Komt bij Kees in huis wonen en daarmee verdienen Kees zijn ouders weer
wat geld. Ze verhuist mee naar het kleinere huis. Je leert haar ook niet echt kennen.

Tijd en ruimte:
- Het verhaal speelt in de Jordaan, in Amsterdam. Het speelt zich af aan het einde van de 19e eeuw. Het heeft geen thematische functie.
- Het verhaal wordt chronologisch verteld. Er zitten wel wat flasbacks in, waar hij b.v aan zijn kleutertijd denkt.
- Een tijdsverdichting komt vaak voor. Meestal gebeurt er erg weinig in die tijd, en wordt alles erg snel verteld. Tijdsvertragingen zijn er ook wel. Het grootste deel van de gebeurtenissen worden erg uitgebreid verteld, maar als de vader van Kees is overleden is de tijdsvertraging wel groot. Kees treurt dan erg om zijn vader, en dat wordt uitgebreid beschreven.
- Verteltijd: 356 blz.

- Vertelde tijd: ongeveer een jaar.

Structuur:
- Er is een soort van proloog, hier stelt de schrijver Kees Bakels voor.
- Er is een open einde, er zou nog een deel over het leven van Kees geschreven kunnen worden.
- Er zijn 30 hoofdstukken.

Perspectief en verteller:
Er is hier sprake van een auctoriaal verhaal.

Stijl:
Er wordt veel gebruik gemaakt van spreektaal en dit is dan een tikkeltje Amsterdams. Verder is de gebruikte taal simpel, omdat het over een twaalfjarige jongen gaat en hij niet zo ingewikkeld denkt. Er zijn vrij veel dialogen in het verhaal.

Idee:
Ik denk dat de schrijver dit boek heeft geschreven om mensen te amuseren. Ik denk niet dat hij er een bepaalde betekenis mee heeft gehad.

Literatuurgeschiedenis:
Het is een verhaal dat zich afspeelt rond het jaar 1920. In die tijd waren mensen arm. Dat wordt ook duidelijk gemaakt in dit boek. Ze worden steeds armer. Kees behoort ook al snel volwassen te zijn, zodat hij zijn eigen leven kan leiden. Het is een verhaal dat rond die tijd echt gebeurd kan zijn.


Theodorus Johannes Thijssen wordt geboren op 16 juni 1879 in Amsterdam, en overlijdt op 23 december 1943, in diezelfde stad. Van 1898 tot 1921 is Theo onderwijzer in Amsterdam en is vervolgens hoofdbestuurder van de Bond van Nederlandse Onderwijzers. In 1933 wordt hij tweede kamerlid voor de Sociaal Democratische Arbeiderspartij (SDAP).
Theo Thijssen schrijft vooral novellen en romans over het school- en kinderleven. Het poëtische element en zijn inlevingsvermogen worden pas na zijn dood ten volle erkend. Kees de jongen is het meest bekende werk van Theo Thijssen en wordt in 1971 met veel succes door Gerben Hellinga voor het toneel bewerkt.

Eigen mening:
Ik vind het boek Kees de jongen een heel leuk boek. Het las vlot en ik vond het heel leuk verteld. Doordat het in spreektaal geschreven is, moest ik, vooral in de gesprekken, soms wel goed lezen om te begrijpen wat ze precies zeiden.
De gebeurtenissen vond ik heel echt, al heb ik de situatie die Kees meemaakte (armoe, vader overlijdt, huisgenoot) niet meegemaakt. Ook in mijn omgeving ken ik geen mensen die in dezelfde situatie zitten.
Echt schokkende gebeurtenissen waren er niet, al maakte het stuk over het overlijden van Kees' vader wel indruk op me.
Ik vond Kees zelf heel sympathiek, al had hij het soms wel hoog in z'n bol! Vooral zijn fantasieën vond ik leuk, ze gaven een heel andere dimensie aan het verhaal. Verder waren er niet echt figuren die ik onsympathiek vond. Ik vond het heel goed van Kees, dat hij besloot van school te gaan om het gezin te helpen.

Songtekst
Somewhere over the rainbow. Barbara Streisand.
When all the world is an hopeless jumble,
and the raindrops tumble all around.
Heaven opens a magic lane.
When all the clouds darken up the skyway,
there’s a rainbow highway to be found.
Leading from your windowpane.
To a place behind the sun,
just a step beyond the rain.

Somewhere over the rainbow, way up high,
there’s a land that I heard of once in a lullaby.
Somewhere over the rainbow, skies are bleu,

and the dreams that you dare to dream,
really do come true.
Someday I wish upon a star and wake up where the clouds are far behind me.
where troubles melt like lemondrops a way above the chimney-tops,
that’s where you’ll find me.
Somewhere over the rainbow, bleu birds fly.
Birds fly over the rainbow, why that oh why can’t I.
If all those little bleubirds fly, why that oh why can’t I.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Kees de jongen (beeldroman) door Theo Thijssen"