A. Verwachtingen en eerste reactie
Ik had laatst op televisie kleine fragmenten gezien van de film ‘Kees de jongen’. Het leek me een leuke film en de fragmentjes maakten me nieuwsgierig.. Toen ik het boek zag staan in de mediatheek van school, las ik de flaptekst. Het leek me een leuk en goed boek, daarom leende ik het boek en begon het te lezen.
Ook stond me er iets van bij dat ik dit boek had gezien in de toplijst van Nederlandse literatuurboeken. Het is zeker terecht dat het boek zo hoog staat! Ook had ik al vaker van de naam ‘Kees de jongen’ en van ‘de zwembadpas’ gehoord. Het leek me gewoon een erg leuk boek!
Toen ik het boek uit had, heb ik de film gekocht. De film was ook erg leuk, al werden de ‘gedachtes’ van Kees een beetje raar en anders beschreven. De film was wel goed gemaakt naar het boek, er waren dus niet veel afwijkingen van het boek. Dat was wel leuk.
B. Beknopte samenvatting en analyse
Zakelijke gegevens
Auteur: Theo Thijssen
Titel: Kees de jongen
Uitgever: Agathon, Houten
Jaartal van eerste druk: 1923
Aantal bladzijden: 338
Personages
Hoofdpersonen
De hoofdpersoon is Kees Bakels. Hij is twaalf jaar oud. Zijn vader is schoenmaker. Verder heeft hij een zusje, Truus, van elf en een klein broertje, Tom. Kees fantaseert over vele dingen. Hij fantaseert dan dat hij een held zou zijn.
Kees wil altijd goed voor de dag komen. Daarom hecht hij ook veel waarde aan zijn kleding. Maar omdat zijn ouders niet erg rijk zijn, moet hij altijd oudere kleding dragen. Hij draagt altijd een pet.
Verder wil Kees mensen helpen. Hij doet vaak boodschappen voor zijn ouders. Ook wil hij buitenlanders in Amsterdam helpen. Tevens heeft hij ‘de bel’ op school. Hij moet dan als de bel van de school gaat, de deur openmaken.
Hij wordt op school altijd met ‘Bakels’ aangesproken. Kees voelt zich meer dan de andere in de klas. Maar hij is ook wel een van de betere van de klas.
Bijpersonen
Verder spelen er nog een klein aantal personen een bijrol.
Rosa Overbeek is een meisje dat bij Kees in de klas zit. Ze is anders dan de andere kinderen, omdat ze zich verheven boven de rest gedraagt, net als Kees. Ze heeft als enige van de klas een schooltas. Ze heeft mooi krullend haar. Haar vader is stuurman.
Vader Bakels is de vader van Kees. Hij is schoenmaker. De winkel loopt niet erg goed. Ook is hij vaak ziek. Steeds is het erger, totdat hij overlijdt. Hij is erg zuinig, maar als Kees iets heel erg graag wil, krijgt hij dat ook.
De moeder van Kees is een vrouw die voor het huishouden zorgt. Tevens let ze op de winkel als haar man ziek is. Als haar man overleden is, verhuist ze met de familie, naar een kleiner huis. Daar wordt ze vertegenwoordiger in thee en koffie.
Motief
Het belangrijkste motief is fantasie. Kees fantaseert de hele dag door. Hij staart dan voor zich uit en/of hij denkt hoe dingen aflopen. In de ‘zwembadpas’ vindt hij dat hij heel goed kan denken en fantaseren.
Perspectief en verteller
Het perspectief is een gecombineerd perspectief en het is een alwetende verteller. De ‘verteller’ zegt Kees zelf gekend te hebben, en de gedachtes en meningen worden alleen van Kees verteld.
Ruimte
Kees woont in de Jordaan in Amsterdam. Het verhaal speelt zich voornamelijk af in het huis van Kees, de straat van Kees, de school van Kees, het huis van zijn opa en oma en het huis van Kees’ oom en tante. De ouders van Kees hebben een schoenenwinkeltje die aan hun huis grenst. Als Kees’ vader overlijdt verhuizen ze naar een klein huisje in een ‘mindere’ buurt.
Stijl
De woordkeus van de schrijver, Theo Thijssen, is redelijk makkelijk. Hij gebruikt meestal korte, makkelijke zinnen en hij gebruikt niet veel bijvoeglijke naamwoorden. Er worden wel redelijk veel oude woorden gebruikt, maar dat is omdat het boek al 81 jaar geleden is geschreven. Er worden niet erg veel levende dialogen gebruikt, en ook ruimtebeschrijvingen zijn niet erg uitgebreid.
Thema
Het thema van het boek is een moeilijke jeugd. Kees heeft vele problemen in zijn jeugd. Zijn vader overlijdt en het gezin van Kees is redelijk arm. Toch worstelt Kees zich erdoorheen, vooral door zijn vele fantasieën.
Maar ook liefde is hierin een thema. Kees is tot over zijn oren verliefd op Rosa Overbeek. Wat Rosa van Kees vindt, wordt niet uitvoerig beschreven. Het lijkt erop of Rosa een lichtpunt is in Kees zijn leven en hij fantaseert veel over haar.
Tijd
Het verhaal speelt zich af aan het begin van de 20e eeuw. Het verhaal wordt chronologisch verteld, er komen dus geen flashbacks in voor. De verteltijd is 338 bladzijdes en de vertelde tijd is ongeveer 1,5 jaar. Er vindt wel tijdvertraging plaats. Als Kees een ‘boodschap’ moet doen voor zijn meester of zijn ouders wordt de tijd vertraagd omdat hij onder andere veel nadenkt over wat er zou kunnen gebeuren. Er komen ook niet echt flashforwards in voor. Al fantaseert Kees wel vaak wat er misschien gaat gebeuren, maar dit zijn eerder fantasieën die toch nooit uitkomen. Er vinden een aantal kleine tijdsprongen plaats.
Titelverklaring
De titelverklaring is simpel. Het hele boek draait om Kees, de jongen.
Gebeurtenissen
Kees woont in de Jordaan in Amsterdam, gaat overdag en 's avonds naar school. Zijn ouders hebben een schoenwinkel.
Hij fantaseert veel, vooral dat mensen hem bewonderen. Hij leert een speciale manier van lopen van een vriendje, de zogenaamde "zwembadpas" waarbij je goed kan fantaseren.
Op een dag komt er een nieuw kind in de klas, Rosa Overbeek. Kees merkt dat zij anders is dan de rest en veel op hem let. Als Kees' vader ziek wordt, wordt Kees van school opgehaald om boodschappen te doen. Zijn vader heeft tuberculose: hij hoest heel erg en soms spuugt hij bloed. Kees moet nog vaker boodschappen doen voor z'n vader. Die wordt langzamerhand weer beter. Als Kees een atlas nodig heeft, die behoorlijk duur zijn, krijgt hij er eentje van zijn vader.
Als Kees op een dag naar de zwervers bij de Dam staat te kijken, vraagt een Fransman hem waar het Krasnapolsky is. Kees komt niet uit zijn woorden en een straatslijper helpt de man. Kees denkt na over een vereniging van jongens die allemaal Engels, Duits en Frans praten en die op straat de buitenlanders helpen.
Als hij achterstallig geld moet gaan ophalen, komt hij op de heenweg een echtpaar tegen voor het museum. Kees denkt dat ze Frans zijn en hij begint het Frans tegen ze te praten. Ze blijken gewoon Nederlands te zijn en Kees voelt zich dom.
Rosa Overbeek is al een tijdje niet meer op school geweest. Kees fantaseert gelijk weer over haar dood en begrafenis. Ook fantaseerde hij dat hij heel goed viool kan spelen en dat iedereen hem bewonderd nadat hij muziek hoort bij een raam.
Op school wordt er veel aan postzegels gedaan en Kees doet ook mee.
Met de schoenwinkel gaat het slecht en Kees' vader wordt alweer ziek.
Kees zit nu in de hoogste klas en iedereen in zijn klas mag een cadeautje vragen aan school. Kees vraagt als enige een schaakspel en krijgt dat ook. Ook mag Kees ‘de bel’, dat betekent dat hij de voordeur op school open mag doen als er wordt gebeld. Rosa komt weer terug.
Als kees thuiskomt komt een mevrouw in de opkamer van Kees' huis wonen, mevrouw Dubois. Dit omdat zijn ouders het geld nodig hebben.
Dan overlijdt Kees' vader. Ze verhuizen naar een kleiner huis en Kees' moeder begint een koffie-en-thee handeltje. Ze gaat ook naaien. Als Kees een mooi reclameplaatje krijgt, geeft hij het aan Rosa.
Als Kees na school over straat loopt, denkt hij dat hij zijn vader ziet, maar het blijkt een vreemde meneer te zijn.
De volgende dag kom Kees in het grote theepakhuis en hij ziet dat er naar een jongste bediende wordt gezocht. Het gaat thuis slecht en Kees wil het baantje en van school af gaan. Hij mag van zijn moeder. Na zijn laatste dag op school vertelt hij het Rosa en ze kust hem. Kees loopt gelukkig naar huis.
C. Een verwerkingsopdracht over het gelezen boek
Theodorus Johannes Thijssen werd geboren op 16 juni 1879. Zijn vader was schoenmaker. Na de lagere school ging Theo met een rijksbeurs naar de Rijkskweekschool voor Onderwijzers in Haarlem. Van 1898 tot 1921 was hij onderwijzer in Amsterdam. Het langst gaf hij les op een 'kosteloze' openbare school in Amsterdam-Oost, waar hij ook met zijn gezin woonde.
In 1905 richtte Thijssen, samen met kweekschoolvriend Piet Bol, het rebelse onderwijzersblad De Nieuwe School op, waarin hij fel van leer trok tegen alles wat hij als een bedreiging voor goed onderwijs ervaarde. In De Nieuwe School publiceerde Thijssen ook verhalen en de roman Barend Wels in feuilletonvorm.
Van 1921 tot 1939 was hij bezoldigd bestuurder van de Bond van Nederlandsche Onderwijzers. Daarnaast was hij voor de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) van 1933 tot 1940 lid van de Tweede Kamer en van 1935 tot 1941 van de Amsterdamse gemeenteraad. Hij overleed op 23 december 1943.
Thijssens bekendste roman is Kees de jongen. Het meisje ‘Rosa Overbeek’ wat erin voorkomt is Theo’s ‘droommeisje’. Verder schreef hij onder meer Schoolland, De gelukkige klas en Het grijze kind. In 1941 verschenen ten slotte zijn jeugdherinneringen: In de ochtend van het leven.
Alle werken van Theo Thijssen:
· Barend Wels (1908)
· Jongensdagen (1909)
· Taal en schoolmeester (1911)
· Sommenboek voor de volksschool (1912)
· Cijfers (1913)
· Cijferboek voor de volksschool (1913)
· Kees de Jongen (1923)
· School-land(1925)
· De gelukkige klas (1926)
· Het grijze kind (1927)
· Het taaie ongerief (1932)
· Een bonte bundel (1935)
· In de ochtend van het leven (1941)
Theo Thijssen zijn vader was schoenmaker. Ook Kees zijn vader was schoenmaker. Hier zou een directe link tussen kunnen zijn. Rosa Overbeek scheen Theo Thijssen zijn ‘droommeisje’ te zijn. Ook van Kees is Rosa zijn droommeisje.
Welke vijf vragen zou je willen stellen aan de auteur van het boek?
· Waar haalde u de inspiratie vandaan voor het boek ‘Kees de jongen’?
· Is er een link tussen dat Kees zijn vader schoenmaker was, en ook uw vader? En waarom heb je ervoor gekozen die link juist in dit boek te leggen?
· Hoe lang bent u bezig geweest met het schrijven van dit boek?
· Vind u Kees de jongen uw beste boek, en waarom?
· In welke punten herkent u Kees in uzelf, toen u klein was?
D. Eindoordeel en evaluatie
Eindoordeel
Het kwam allemaal erg werkelijk over en dat vond ik leuk aan het boek. Ik heb zelf niet zoiets dergelijks meegemaakt en ook in mijn kennissen- en vriendenkring ken ik niemand die zoiets dergelijks heeft meegemaakt, maar gewoon door het mooie en werkelijke woordgebruik is het heel realistisch. Ik heb wel meer films gezien en boeken gelezen waarin ook bijvoorbeeld de vader dood gaat of iets dergelijks, maar de beschrijving van de gebeurtenissen wijkt wel af van andere boeken.
Dit boek heeft me wel aan het denken gezet over hoe het bijvoorbeeld is om als kind je vader kwijt te raken en om erg arm te zijn.
Van Kees werd erg veel beschreven. Zo wel innerlijk als uiterlijk. De andere personages waren meer types. Ik vond Kees, Kees zijn vader en de meester van Kees erg sympathiek. Ik vond de opa en oma van Kees wel irritant, maar niemand echt onsympathiek.
Vooral in Kees kon ik me goed inleven omdat er zoveel gedachtes van hem werden beschreven. Je begreep helemaal hoe hij zich voelde. De hoofdpersoon nam vooral beslissingen die ik ook genomen zou hebben.
Het verhaal was niet erg lastig te lezen. Er kwamen wel een paar ouderwetse woorden in voor maar dat was totaal niet lastig. Het verhaal was niet erg spannend, al wou ik wel graag weten hoe het verder ging en hoe het af zou lopen. Dit zat vooral in de aard van de gebeurtenissen.
Ik heb het hele boek gelezen, er zaten geen saaie of langdradige stukken in.
Ik hou het meest van boeken met een onzichtbare verteller, zoals hier ook het geval was. Het is moeilijk te zeggen of het einde open of gesloten was. Aan de ene kant sluit Kees de school af en gaat hij werken bij Starck & co, het koffie-en-thee bedrijf, maar aan de andere kant weetje niet hoe het verder zal gaan met Kees zijn leven. Er vond gelukkig geen perspectiefwisseling plaats in het boek.
Het boek liet zich makkelijk lezen, vind ik, vanwege het leuke taalgebruik en omdat de zinnen niet al te lang waren. Er kwamen veel leuke zinnen in voor, te veel om op te noemen. Het taalgebruik was erg ‘beeldend’ en duidelijk. Er waren niet erg veel dialogen, wel een paar, precies genoeg wat ik leuk vind.
Mijn beoordelingscijfer voor dit boek is een 8.
Evaluatie
Ik vind werken aan leesverslagen over het algemeen wel leuk. Ik heb voor de verwerkingsopdracht over de auteur gekozen omdat deze mij redelijk makkelijk leek en omdat ik wel benieuwd was naar het leven en informatie van Theo Thijssen. Ik vind het leuk om te weten dat er een link bestaat tussen het leven van Kees en het leven van de auteur zelf. Ook ben ik na het maken van dit leesverslag wel anders tegen het boek aan gaan kijken. Je bekijkt het verhaal zo toch van alle kanten. Ik ben het boek nog meer gaan waarderen. Ik vind ‘Kees de jongen’ echt een goed boek!
Bronnen
http://members.tripod.com/~theothijssen/index-4.htmlhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Theo_Thijssen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden