Het beeld en de klok door Harry Mulisch

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
Boekcover Het beeld en de klok
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 2571 woorden
  • 26 maart 2008
  • 10 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
10 keer beoordeeld

Boekcover Het beeld en de klok
Shadow
Het beeld en de klok door Harry Mulisch
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
I Tekstbeleving:persoonlijke reactie en waardeoordeel
Ikzelf vind dit boek het leukste boek dat ik tot nu toe gelezen heb. Het leest makkelijk (handig voor mijn dyslexie), maar het ging ook over een onderwerp wat ik interessant vind, namelijk tijd. De hoofdpersoon was continu met tijd bezig, dus je moest je hoofd er wel bij houden, anders was je alles even kwijt. Af en toe kwamen er ook raadseltjes voorbij, waar ik even heb stilgestaan, zoals: “…en met de vijfde horloge heb ik er zeven.” De schrijver wist je vanaf het begin tot het einde te boeien door middel van een goede structuur en veel (grote) flashbacks.

II Tekstbestudering: samenvatting, analyse en interpretatie
A: VOORWERK:

1. Complete titelbeschrijving:
Schrijver: Harry Mulisch

Titel: Het beeld en de klok
Ondertitel: -
Uitgeverij: De bezige bij
Plaats: Amsterdam
Jaar/druk: 1989
Aantal pagina’s: 95
Hoofdstuktitels: Een, Twee,…,achttien
Motto’s: End fact. Try fiction. (Ezra Pound, Near Perigord)

B: SAMENVATTING VAN DE INHOUD:

De novelle opent met: `Er zijn natuurlijk vaker beelden van hun sokkel gekomen, dat weet elk kind; maar het is denkelijk lang geleden, dat dat voor het laatst is gebeurd. De tijden zijn er niet meer naar. (…) Zelf had ik het in elk geval nooit gedaan, en ik was ook niet van plan het ooit te doen'. Deze opening maakt meteen duidelijk dat het vroeger heel normaal voor een beeld was om van zijn `voetstuk' te vallen, zij het in een andere betekenis. Toch gebeurt hetgeen het beeld voor onmogelijk had gehouden toch: Terug in zijn vaderstad Haarlem, wekt een figuur die aangeduid wordt als `De Meester' met een knipoog het bronzen standbeeld van Laurens Janszoon Coster tot leven. Tegenwoordig bleven de meeste beelden staan waar ze waren, uit roerloosheid, zo ook dit beeld. Het staat namelijk al honderd dertig jaar op de Grote Markt in Haarlem en heeft in die tijd veel dingen en mensen zien komen en gaan: de paardentram, elektrische tram en vervolgens was hij getuige van de komst van de auto. Al deze levenservaring ten spijt, echt veel van de wereld heeft hij verder niet gezien door zijn roerloosheid. Een goed tijdsbeeld heeft het standbeeld wel, in tegenstelling tot begrip van ruimte. Wanneer De Meester en het standbeeld een voettocht door Haarlem maken, is het een hele verademing voor het beeld om de stad eens vanaf een andere plaats te zien. De Meester is op zoek naar een horloge waarop een dubbele klok staat, zodat hij de tijd op meerdere plaatsen in de wereld bij kan houden. Hoe hij aan het idee van dit dubbele horloge komt, vertelt hij in een verhaal over een zojuist gemaakte vliegreis naar Australië, vanwaar hij via een bezoek aan zijn oude moeder in San Francisco is teruggekomen: Omdat hij tijdens de reis z'n horloge telkens moet verzetten om te zorgen dat zijn tijd synchroon loopt met de tijd ter plekke, bedenkt hij dat het handig is om een horloge te hebben waar je de tijd op verschillende plekken bij kan houden. Tijdens de vlucht van Australië naar de Verenigde Staten, op de eerste dag van de Australische lente, passeert het vliegtuig de evenaar op het -denkbeeldige- punt waar ook de datumgrens loopt. De meester raakt in grote opwinding: `Besef toch wat er gebeurt! (…) Wij hebben vandaag de eerste lentedag gehad, en over een paar minuten gaan wij diezelfde dag nog eens overdoen, voor de tweede keer doorleven, maar nu als de eerste herfstdag! Gedurende een etmaal zullen wij onze eigen dubbelgangers zijn! Direct komt dat punt, die overgang… dat is toch… dat is toch zoiets als… het Gulden Vlies!' Uit dit voorbeeld en de rest van het verhaal van De Meester wordt duidelijk dat hij geobsedeerd is door tijd en daaruit de betrekkelijkheid van het leven afleidt. Aan het standbeeld wordt uitgelegd dat wijzerhorloges in reclamebladen vaak op negen minuten over tien staan omdat die tijd staat voor de ultieme perfectie. De hoek tussen beide wijzers is dan namelijk 108 graden en deze hoek komt ook terug in een pentagram en pentalpha. Omdat in een pentalpha -een pentagram waarbij alle diagonalen getekend zijn- alleen maar hoeken van 108, 72 en 36 graden en is een internationaal symbool van gezondheid.
Wanneer De Meester en het standbeeld teruglopen naar de Grote Markt, nemen ze afscheid en neemt het beeld weer zijn plaats op de sokkel in.


C: ANALYSE EN INTERPRETATIE:

1. Titel- en ondertitelverklaring:
Het beeld wijst terug naar de hoofdpersoon, die een beeld is. De klok wijst naar tijd, wat een belangrijke rol speelt in dit boek. Ze zijn namelijk op zoek naar een horloge waar 2 tijden in kunnen.

2. Motto / opdracht:
And fact. Try fiction. And fact kan er op wijzen dat er een einde komt aan de werkelijkheid, dus dat de mens sterfelijk is. Het standbeeld echter, komt tot leven -wat dus fictief is in het verhaal-, maar hij blijft wel lang bestaan, terwijl er al vele generaties mensen dood zijn gegaan.

3. Genre en subgenre:
Genre: Epiek. Het is echt een avonturenboek. In het boek komen geen of nauwelijks emoties voor. Het verhaal wat de Meester verteld, is zijn avontuur naar Australië.
Subgenre: Novelle. Het boek telt niet zoveel bladzijdes, maar is toch ingewikkeld.

4. Thema:
Het thema is heel duidelijk in dit boek, namelijk tijd. Tijd staat zo centraal en komt alsmaar terug. De meester heeft het er steeds over. Hij wil namelijk een nieuwe horloge (voor 2 tijden). De hoofdpersoon (het beeld) heeft het ook over tijd. Hij staat daar al 30 jaar, en de persoon die hij uitbeeld bestond 400 jaar geleden, enz. Maar het beeld vraagt ook telkens naar het avontuur van de Meester naar Australië. En daardoor gaat de Meester het ook over tijd hebben. Later in het boek gaat de Meester ook nog eens uitleggen waarom alle wijzers van een horloge in een reclamefolder op 10 over 10 staan.

5. Idee:
In `De Meester' is zonder veel moeite Harry Mulisch te herkennen. Een pseudo-wetenschapper die graag met zijn kennis te koop loopt en die de mens een hoop te vertellen heeft. Het zoeken naar de schaduw van De Meester kan opgevat worden als het zoeken naar de ware `ik' door Mulisch. Hij kan op zoek zijn geweest naar het beste thema om zijn boeken over te schrijven, of een nieuwe stijl. Het vertegenwoordigt in ieder geval de zoektocht naar iets nieuws, iets ontbrekends in zijn leven of werk.

Mulisch gaat het bij deze novelle om een uitval naar de moderne tijd: de aanduiding van de tijd op horloges: `Digitaalhorloges waren voor mensen, die niet met vulpennen schreven maar met ballpoints; iemand met een digitaal horloge beschouwde De Meester niet werkelijk als een mens.' Mulisch lijkt te willen zeggen dat ondanks de voordelen die veel technologische ontwikkelingen met zich meebrengen, toch niet iedere ontwikkeling positief is. De echtheid van de samenleving lijkt er af te gaan, de mens lijkt nergens meer van op te kijken. Dit wordt verbeeld door de mensen die niet eens vreemd opkijken wanneer ze een wandelend standbeeld in de stad zien lopen. Het lijkt dus alsof iedereen langs elkaar heen leeft en op dit verschijnsel geeft Mulisch commentaar met zijn boek.

6. Motieven:
naam omschrijving / citaat bron
1. Tegenstellingen. De meester is op reis naar Australië geweest en ontdek daardoor enkele tegenstellingen met Nederland. Onder andere hoe de zon zich verplaatst langs de horizon. Maar ook dat het badputje andersom leeg loopt. Iets wat hem ook opvalt is dat het daar lente is en in Nederland herfst. Wat je ook nog als tegenstelling kan zien is dat de schaduw van de meester niet hetzelfde is als de meester zelf.
2. Schaduw. De meester is op zoektocht geweest naar de ware, die zijn schaduw voorstelt. Zijn laatste reis naar Australië is om een conferentie te geven over zijn schaduw. Ook het beeld heeft het er in het begin over gehad dat de meester bijzonder was door zijn schaduw.
3. Analyseren. Het boek lijkt af en toe heel erg wetenschappelijk. Het beeld gaat eerst zelf op ‘onderzoek’ uit om te achterhalen wie er eerder was met de boekdrukkunst, van Laurens Janszoon Coster (wat hij voorstelt) of Gutenberg. De meester zelf is ook aan het analyseren. Hij zoek namelijk uit waarom de wijzers van een horloge altijd op 10 over 10 staan. Hij zegt dat dat te maken heeft met de gulden snede in een pentagram. Later komt hij tot de conclusie dat 9 over 10 de perfecte stand is.
4 Tijd. De belangrijkste is wel tijd. Tijd komt in elke vorm terug. Zelfs op de kaft. Op de kaft staat namelijk de wereldkaart met de tijdzones erin. Ook staat er een grote kerktoren met een klok. De tijd komt ook terug aan de hand van de geschiedenis van het beeld. Ook wordt tijd verbonden aan een vliegreis naar Australië. Als laatste wordt tijd verbonden aan horloges, waar het werkelijke verhaal om gaat.
5. Dubbelganger. Het motief ‘dubbelganger’ komt op 2 manieren naar voren. Het beeld zelf is een dubbelganger van de persoon die hij uitbeeld, namelijk Laurens Janszoon Coster. Het beeld vind dat hij een persoon is en niet dat hij iets uitbeeld, terwijl de mensen om hem heen hem echt zien als Laurens Janszoon Coster. Als 2e komt het motief terug in de schaduw van de meester. De schaduw is normaal de dubbelganger van de persoon zelf, “Een immaterieel, 2 dimensionaal plek, waar iets niet is, althans minder, namelijk licht, met alleen een contour.” zegt hij zelf. Maar de schaduw van hem is niet zijn schaduw, maar van iemand anders. De vraag die dan luid: Van wie is die schaduw. Wie heeft zijn schaduw.

7. Structuur:
De structuur kan je simpel vinden of niet. Het begint met een korte inleiding van het beeld. Wie hij is en wat hij voorstelt. Op een gegeven moment komt zijn meester uit de kerk en knipoogt naar hem. Dat is het moment waarop ze samen gaan lopen en 2 verhaallijnen door elkaar gaan lopen, het echte verhaal: ze gaan op zoek naar een nieuwe horloge, en het verhaal van de meester in Australië, wat wordt verteld door middel van veel en lange flashbacks. Uiteindelijk valt alles op zijn plaats, ook het beeld op zijn sokkel.

Het boek is ingedeeld in 18 hoofdstukken, die allemaal voluit zijn geschreven, dus “een, twee, drie, enz”. Het begin is Ab Ovo, dus vanaf het begin van het verhaal. Je komt niet meteen in een gebeurtenis terecht. Het einde is heel speciaal. Het verhaal stop en alles valt op zijn plaats, maar het laatste leesteken, . ,geeft aan dat het verhaal oneindig is. Het einde is dus zowel gesloten als open.

8. Personages:
De hoofdpersoon van het boek is het beeld, dat Laurens Janszoon Coster uitbeeld en met een rode A in de hand en een boek in de andere hand op de Grote plein in Haarlem staat. Hier ziet hij al 30 jaar mensen komen en gaan. Zo ook zijn meester. De meester is voor hem heel bijzonder, omdat hij een schaduw heeft, die niet van hem is. Ook geeft de meester voor het eerst een knipoog naar hem, waardoor hij opgewonden van wordt en van zijn sokkel af gaat. Daarna ga ze samen een rondje lopen op zoek naar een nieuwe horloge. In die tijd komen de verhalen van de meester naar boven, zijn reis naar Australië en al zijn bevindingen die niet alleen met zijn schaduw te maken heeft. In de meester zou ook Harry Mulisch zelf gezien kunnen worden. Een persoon die zijn kennis maar al te graag deelt met andere.
Naast deze 2 personages komen geen andere nadrukkelijk naar voren. Af en toe zegt een burger iets tegen hen.

9. Tijd:
Het verhaal speelt zich af op 30 september 1989. De vertelde tijd van het boek is vanaf 1889 (toen Laurens Janszoon Coster voor het eerst opdook als mogelijke uitvinder van de boekdrukkunst) tot aan die dag zelf. Het handelingsverloop is zelf maar 1 middag. Het verhaal wordt chronologisch verteld. De gebeurtenissen die zich die dag afspelen worden chronologisch verteld en tussendoor zijn er flashbacks naar de reis van de meester naar Australië. Het lijkt alsof er in het boek een aantal vertragingen zitten, maar dat is het niet. Dit komt gewoon omdat de ene keer de flashback een bladzijde is, terwijl de andere keer de flashback 3 hoofdstukken omvat.

10. Perspectief / vertelsituatie:
Het verhaal is geschreven vanuit een ik-perspectief. De ikpersoon is het beeld. Tussen de dialogen door kom je alleen de gedachten te weten van het beeld, wat wijst op een ik-perspectief.

11. Ruimte
Het verhaal speelt zich af in Haarlem. Het beeld zelf staat op de Grote Markt, waar gedurende het verhaal gaat hij een wandeling maken door heel Haarlem en beland daardoor ook in de winkelstraten en parken. De flashback die in het verhaal zijn spelen op meerdere plaatsen af, maar eentje is voor de meester heel speciaal, namelijk het vliegtuig. Het vliegtuig zorgt er voor dat er verschillende tijden zijn, verschillende standen van de zon, enz. Dit vindt de meester zo speciaal en is heel zijn reis daarmee bezig geweest. Hij was bezig met zijn horloge, omdat als het vliegtuig een tussenlanding ging maken, hij moest kiezen welke tijd hij koos. Wat het vliegtuig voor hem ook mogelijk maakte is om door het punt te gaan waar de evenaar én de tijdslijn elkaar snijden. Hij ging dat van een dag vanuit de lente naar de herfst.

12. Taalgebruik en stijl:
De beschrijvingen van theorieën en filosofische opvattingen over ruimte, tijd, meetkunde en relativiteit maken het boek toch een beetje ingewikkeld om te lezen. Mulisch heeft gebruik gemaakt van lange zinnen en beschrijvingen, waardoor het bijna bezwerend is. Door dit taalgebruik, maakt hij wel duidelijk dat hij de onderwerpen en thema's die hij aanstipt, goed beheerst. Er straalt een soort van wijsheid vanaf.


13. Achtergronden van de schrijver en het boek:
Enkele citaten van Wikipedia:
“Harry Kurt Victor Mulisch (Haarlem, 29 juli 1927) geldt als een van de voornaamste naoorlogse Nederlandse schrijvers. Hij wordt gerekend tot 'De Grote Drie' waartoe ook Willem Frederik Hermans en Gerard Reve behoren. Mulisch werd grotendeels opgevoed door de huishoudster, Frieda Falk. Met haar reisde de vierjarige Harry, die gedeeltelijk in het Nederlands en in het Duits werd opgevoed, in het najaar van 1931 naar Berlijn en verdwaalde in het labyrint van de Tiergarten. Naar eigen zeggen zouden dit de plaats en het moment geweest zijn waarop de voorwaarden voor zijn schrijverschap tot stand kwamen. Mulisch leerde schrijven op een particulier instituut in Haarlem, dat hij bezocht tussen 1933 en 1939. In deze jaren schreef Harry al zijn eerste verhaal, De pottebakker, een verhaal over een komisch voorval op school. Harry heeft de 2e wereld oorlog meegemaakt, maar zei zelf: "Ik heb de oorlog niet zo zeer 'meegemaakt', ik ben de Tweede Wereldoorlog." Een constante factor in Mulisch' literaire activiteiten en uitspraken over zichzelf is zijn gebrek aan zelfrelativering. Zelf zegt hij (onder meer in Over de verbeelding, zijn dankwoord bij het ontvangen van de P.C. Hooftprijs) dat dit een houding is van tot het extreme opgedreven zelfironie. Hij ontving op 8 januari 2007 een eredoctoraat aan de Universiteit van Amsterdam bij gelegenheid van de 375ste dies natalis van deze Amsterdamse universiteit. In oktober 2006 werd de planetoïde (10251) Mulisch naar hem vernoemd. In meer dan dertig talen zijn zijn boeken te koop, zoals onder meer in de grote reguliere talen als het Duits, het Engels, het Spaans, het Frans; en in minder voor de hand liggende talen als het Bahasa Indonesia, het Hebreeuws, het IJslands, het Servo-Kroatisch, het Fins, het Russisch, het Albanees, het Chinees, het Esperanto (Twee Vrouwen) en het Afrikaans.”

(bron: Wikepedia, http://nl.wikipedia.org/wiki/Harry_Mulisch)

14. Bronnen die je gebruikt hebt:
- Scholieren.com
- Wikipedia

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Het beeld en de klok door Harry Mulisch"