Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Eline Vere door Louis Couperus

Beoordeling 4
Foto van een scholier
Boekcover Eline Vere
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 7519 woorden
  • 1 december 2014
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 4
3 keer beoordeeld

Boekcover Eline Vere
Shadow

De meeslepende, virtuoos vertelde geschiedenis van Eline Vere speelt zich af in de kringen van de gegoede Haagse burgerij aan het einde van de negentiende eeuw. De onafwendbaarheid van het noodlot krijgt gestalte in de zwakke, overgevoelige en wankelmoedige Eline, een meisje van stand, begaafd, maar niet in staat zich aan te passen aan het `banale leven . Door haar an…

De meeslepende, virtuoos vertelde geschiedenis van Eline Vere speelt zich af in de kringen van de gegoede Haagse burgerij aan het einde van de negentiende eeuw. De onafwendbaarheid…

De meeslepende, virtuoos vertelde geschiedenis van Eline Vere speelt zich af in de kringen van de gegoede Haagse burgerij aan het einde van de negentiende eeuw. De onafwendbaarheid van het noodlot krijgt gestalte in de zwakke, overgevoelige en wankelmoedige Eline, een meisje van stand, begaafd, maar niet in staat zich aan te passen aan het `banale leven . Door haar angst voor de werkelijkheid verliest zij zich in dromerijen, waarna de angst alleen maar verhevigd terugkomt. Het noodlot slaat langzaam maar onvermijdelijk toe. De roman waarmee Couperus in 1889 debuteerde, is meteen ook zijn meest gelezen boek geworden, dat hem direct beroemd maakte. Couperus schiep met deze naturalistische roman een vrouwenportret dat tot ons klassieke erfgoed behoort.

Eline Vere door Louis Couperus
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Zakelijke gegevens:

Auteur         :        Louis Couperus

Titel            :        Eline Vere

Uitgeverij    :        Veen, uitgevers – Amsterdam/Antwerpen

Druk           :        Vierde druk

Uitgavejaar :        Vierde druk (die ik heb) komt uit 1987, verschijningsjaar is 1889


A. Opbouw

De titel van dit verhaal is Eline Vere, een Haagsche roman. Deze titel is niet moeilijk te verklaren, aangezien het hoofdpersonage Eline Vere heet. Het verhaal speelt zich af in Den Haag en speelt daarbij ook nog een belangrijke rol in de ondergang van Eline. Ook wordt in dit boek het leven van de bourgeoisie van Den Haag in de negentiende eeuw uitvoerig beschreven, en aangezien Eline Vere een roman is, is de ondertitel Een Haagsche Roman dus ook eenvoudig te verklaren. Wat opvalt aan de titel, is dat deze zeer vergelijkbaar is met andere bekende romans uit de 19e eeuw, zoals Madame Bovary van Gustave Flaubert en Anna Karenina van Leo Tolstoj.

Eline Vere bevat een opdracht op pagina 5, helemaal aan het begin van het boek. De opdracht is als volgt:

“Aan

mijn vriend

GERRIT JÄGER

L.C.

Luik, 14 Sept. ’90”

Gerrit Jäger was een Nederlandse journalist en toneelschrijver. Hij was een goede vriend van Couperus en bewerkte na zijn dood zijn boek Noodlot tot een toneelstuk.

Dit boek bevat geen proloog, epiloog, motto en inhoudsopgave.

Eline Vere bestaat uit 36 genummerde hoofdstukken (Latijns gecijferd). Deze hoofdstukken bestaan elk weer uit subhoofdstukken (moderne cijfers). De hoeveelheid subhoofdstukken varieert van 2 tot 9.

Het boek bestaat uit één deel en bevat geen dagboekfragmenten, een stamboom, plattegronden of brieffragmenten.

De voorkant van dit boek ziet er, naar mijn mening, niet heel aantrekkelijk en ouderwets uit. Het is een paperback versie met bovenaan in donkergele letters de naam van de schrijver en de titel van het boek gedrukt. Daaronder is een afbeelding te zien van Eline Vere, gespeeld door Marianne Basler in de gelijknamige film. Dit alles is afgebeeld tegen een roodbruine achtergrond.

De achterflap van dit boek is wederom niet erg speciaal; een samenvatting en een zeer korte biografie zijn afgedrukt tegen dezelfde roodbruine achtergrond.

B. Tijd

De verteltijd van dit boek is 568 pagina’s.

De vertelde tijd in dit boek is ongeveer 4 jaar (iets meer). Dat blijkt uit verschillende zinnen waarmee hoofdstukken worden geopend of die in het begin van een hoofdstuk staan. Jaartallen worden niet genoemd.

  • Anderhalf jaar was verlopen.” (pag. 348)
  • Anderhalf jaar lang had zij gereisd, of, zoo zij niet bij haar oom Vere te Brussel vertoefd had, bij vreemden gewoond, altijd bij vreemden, zonder een plekje gekend te hebben, dat zij haar eigen kon noemen.” (pag. 387)
  • Er was meer dan een jaar verlopen na Eline’s dood.” (pag. 564)

Dit verhaal speelt zich af aan het einde van de 19e eeuw. Hiervoor worden geen directe aanwijzingen gegeven, maar het is te merken aan een aantal onopvallende zaken. Ten eerste kun je uit de omschrijving van het leven, de klederdracht en de omgeving halen dat het zich niet in de moderne tijd afspeelt. Daarnaast was Den Haag in die tijd een stad waar mensen die terugkwamen uit Nederlands-Indië hun toevlucht zochten, zoals Frans Ferelijn (de man van Jeanne), assistent-rezident in Nederlands Indië, die voor een korte tijd terugkeert naar Den Haag. Ten slotte komen er in het boek al treinen voor. Tijdens het lezen heb ik hier eigenlijk helemaal niet over nagedacht, maar nu ik ernaar moet zoeken valt het mij opeens op, bijvoorbeeld op pagina 387:

         "Haar hoofd, een weinig kwijnend, geleund tegen het gecapitonneerde roode fluweel, zal Eline alleen in de damescoupé. Zij luisterde werktuiglijk naar het geratel der raderen over de rails en het scheen haar, of zij eene zenuwachtige driekwartsmaat hoorde in die eentonig harde melodie van ijzer."

Ook wordt Eline meerdere malen ontvangen op het station, zowel in Den Haag als in Gelderland (vlakbij de Horze). Ook de andere personages die naar de Horze reizen doen dit met de trein.

Er komen meerdere seizoenen in dit boek voor, aangezien de vertelde tijd zo'n vier jaar is. De seizoenen passen vaak bij de gemoedstoestand van Eline: wanneer het koud en stormachtig is, is zijzelf vaak in wanhoop of verdriet, en wanneer het zonnig en warm is, voelt zij zich gelukkig (zoals op de Horze met Otto).

De verschijningstijd van dit boek is 1889. Het verhaal speelt zich dus in dezelfde tijd af als die waarin het geschreven is.

C. Structuur

Dit verhaal is volledig chronologisch geschreven. De functie hiervan is, dat je het proces van emoties en de aftakeling van Eline veel beter kunt volgen dan wanneer er steeds flashbacks of flashforwards in zaten. Op deze manier kun je je dus ook beter inleven in het hoofdpersonage.

Dit verhaal bevat één verhaallijn, hoewel er verschillende mensen focaliseren. Alle gebeurtenissen haken immers op elkaar in.

Eline Vere begint media res, oftewel: midden in het verhaal. Vanaf de eerste bladzijde tot en met bladzijde 16 wordt de verjaardag van mevrouw Verstraeten gevierd met een groot feest en de opvoering van verschillende tableaux vivants. De bevriende kring van families komt hier bijeen en je maakt al lezend kennis met al deze vrienden en familieleden, behalve Eline.

Het verhaal nadat Eline Vere zelfmoord  heeft gepleegd, door het innemen van een overdosis morfine. Nadat het bekend werd dat zij was overleden, treuren haar familie, vrienden en romances vrij kort en komen zij allen nog een keer bijeen voor haar begrafenis. Hierna gaat iedereen weer door met zijn/haar leven en vindt iedereen een partner. Zelfs Otto, die ooit Eline ten huwelijk vroeg maar wie zij haar jawoord teruggaf, doet in de laatste passage van het verhaal een aanzoek aan Marie, die dit dolgelukkig accepteert. Toch treurt hij diep vanbinnen nog steeds om Eline, maar hij heeft het nu een plekje kunnen geven.

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Eline Vere heeft een gesloten einde. Haar leven is ten einde gekomen. Daarna wordt ook nog beschreven hoe het zal gaan met de rest van de personages, dus het verhaal van Eline is echt afgelopen.

Dit alles geeft het verhaal een zeer hechte structuur. De gebeurtenissen worden uitgebreid beschreven en volgen elkaar in een logische volgorde op, zonder al te grote tijdsprongen of dergelijke. Het effect van deze structuur is dat je als lezer het verhaal goed kunt volgen en je er beter in kunt verdiepen.

Ik vind dat Couperus goed heeft gedaan om te kiezen voor een hechte structuur, want op deze manier kan ik mij veel beter inleven in Eline. Haar aftakeling is nu eigenlijk stap voor stap te volgen en zo uitgebreid beschreven, dat ik haast kon voelen wat zij moet hebben gevoeld. Daarnaast is het verhaal op deze manier ook veel beter te volgen. Er zijn namelijk zoveel personages die ook nog eens allemaal familie van elkaar zijn, dat het fijn is dat er een hechte structuur in het verhaal zit, wat de onderlinge verbanden tussen de personages wat duidelijker maakt.

D. Personages

De hoofdpersoon in dit verhaal is Eline Vere. De betekenis van haar voornaam is “de fakkel”, “de stralende” of “de schitterende”. Deze betekenissen passen heel goed bij de jeugdige Eline, voor zij haar relatie met Otto verbrak. Ze wordt ook vaak beschreven als schitterend, en dan met name hoe zij vroeger schitterde.

“Er begon een blos op haar wangen te tintelen en zij kreeg iets terug van hare vroegere schitterende bevalligheid”. (pag. 486)

Het uiterlijk van Eline is daarmee ook een belangrijk deel van haar. Haar uiterlijk blijkt namelijk allerlei verschillende soorten mannen aan te trekken. Het wordt in verschillende stukken van het boek uitgebreid beschreven.

“Eline Vere was de jongste der beider zusters, donkerder van haar en ogen, slanker, minder rijk van vormen. Haar schaduwvolle, zwartbruine blik, bij de geämberde bleekheid van haar tint en het kwijnende van sommige heur gebaren, gaven haar iets van eene loome odaliske, die droomde. Die schoonheid verzorgde zij zeer, als een dierbaar juweel, dat men laat fonkelen en flonkeren, en deze aanhoudende zorg deed haar als verlieven op wat zij bevalligs aan zich vond.” (pag. 22)

Eline besteed dus ook veel tijd aan haar uiterlijk, zoals hierboven te lezen is. Niet alleen haar gezicht, maar ook haar kleding is altijd zeer verfijnt en ze wordt als het ware beschreven als een ideale schoonheid.

Maar, haar uiterlijk zal niet altijd zo blijven. Nadat zij haar engagement met Otto verbreekt en in een steeds dieper dal van depressieve gedachten terechtkomt, wordt zij beschreven als ingevallen, met een gelige, wasachtige waas over haar gelaat en met doffe, weggezakte ogen. Zij kleedt zich in die tijd ook niet meer met zorg. Wanneer zij bijna aan haar einde is gekomen en zelfs het haar appartement niet meer uitgaat, kapt zij haar haar zelfs niet meer en draagt zij enkel nog een japon met muilen.

Ik vind het innerlijk van Eline moeilijk te verwoorden, aangezien zij altijd maar aan het acteren is. Eline heeft een positivistisch - deterministische levensvisie, waardoor zij gelooft dat alles is voorbeschikt en dat zij als het ware een speelbal van het noodlot is. Ook kan zij niet goed aanpassen in het wat banale leven van haar stand. Door deze dingen verliest zij zichzelf in dromerijen, waar ze uiteindelijk alleen maar angstiger van wordt (voor het lot). Eline laat haar angsten echter voor lange tijd niet blijken, en blijft maar acteren en doen alsof ze heel lief, aardig en mooi is en geen problemen heeft. Uiteindelijk breekt dit haar op en wordt haar ware aard onthuld, waardoor ze kort daarna zelfmoord pleegt.

Er zitten, naar mijn mening, zeer veel bijfiguren in dit boek, die ook bijna allemaal een keer focaliseren. Omdat het er zo veel zijn, zal ik niet elk bijfiguur uitgebreid beschrijven, enkel de belangrijkste voor het verhaal.

Betsy Vere: Betsy is de zus van Eline, en zorgt ook voor haar onderdak. Betsy, die erg op hun nuchtere moeder lijkt, heeft een totaal ander karakter dan Eline, die juist veel op hun artistiekerige vader lijkt. Daarom heeft Betsy het ook vaak moeilijk met het feit dat Eline bij haar en haar man inwoont; ze begrijpt haar immers niet. Het is dus moeilijk te zeggen of Betsy een helper of tegenstander is; ze heeft immers het beste met Eline voor maar vaak kiest ze toch voor zichzelf omdat ze Eline gewoonweg niet kan begrijpen. Betsy is een round character, je leert haar goed vanbinnen kennen.

Henk van Raat: Henk van Raat is Betsy's man. Eline zoekt vaker toevlucht bij hem dan bij haar eigen zuster, omdat Henk altijd kalm blijft en haar écht probeert te helpen. Eline is zelfs een tijdje lichtelijk gecharmeerd geweest van Henk, maar daar heeft zij zich overheen moeten zetten voor Betsy. Wanneer Eline uit het huis van Betsy en Henk wegrent, is Henk ook de eerste van de twee die zij weer wilt spreken en zien. Je kunt dus stellen dat Henk een echte helper is. Henk is een flat character, hij focaliseert niet en je komt weinig te weten over zijn gevoelens en gedachten.

Vincent Vere: Vincent is de neef van Eline en Betsy. Hij lijkt, zoals beschreven, ook veel op Eline’s vader en heeft daardoor het zenuwachtige karakter van deze geërfd. In het boek wordt aan het begin neergezet als een sluw en vervelend persoon; hij leent veel geld en weet precies hoe hij mensen moet bespelen (hij is dus ook constant aan het acteren). Als hij zonder geld zit en bij Betsy en Henk intrekt (Eline is hier in Brussel), krijgt hij ruzie met Betsy en daaruit blijkt dat hij heel gemeen kan zijn. Wanneer hij in dienst gaat bij Lawrence St. Clare, wordt hij veel nuchterder en positiever. Ik zou Vincent niet portretteren als een helper, omdat hij Eline juist in verwarring brengt, waardoor zij haar engagement verbreekt. Vincent is naar mijn mening een round character, hij focaliseert een paar keer en je leert hem in die paar keren vrij goed kennen. 

Elize en Daniël Vere: Daniël Vere is een oom van Eline en woont samen met zijn vrouw Elize in Brussel. Ook reizen zij veel. Zij vangen Eline tweemaal op: wanneer zij niet langer bij Betsy wil wonen en een tweede maal wanneer zij weg wilt bij mevrouw van Raat. Hiermee kun je zeggen dat Daniël en Elize helpers zijn; ze staan altijd paraat voor Eline, namen haar overal mee naartoe en proberen het haar zoveel mogelijk naar haar zin te maken. Ze focaliseren beiden niet en worden ook niet goed beschreven; zij zijn dus beiden flat characters. 

Dora (mevrouw) van Raat: Mevrouw van Raat is de moeder van Henk. Zij is altijd al gecharmeerd geweest van Eline. Zij leeft alleen in haar eenzaamheid en ze mist haar man heel erg. Zij gelooft dat het lot van ouders is om hun kinderen op te voeden om ze vervolgens het huis uit te zien gaan en ze te missen. Ze is dan ook dolblij als Eline bij haar intrekt en doet er alles aan om haar op te beuren. Hiervan wordt ze zelf aan het begin ook levendiger van, maar als blijkt dat er geen hoop meer is, geeft ze op. Nog één keer leeft mevrouw van Raat op, wanneer zij Paul en Freddy weer bij elkaar brengt. Dat lukt, en aan het einde van het verhaal is ze dan ook voor het eerst sinds tijden ingenomen met zichzelf. Mevrouw van Raat is een echte helper en houdt van Eline als van haar eigen kind. Ze is een round character: je komt veel over haar gevoelens (vooral haar eenzaamheid) te weten en focaliseert een paar keer.

Otto Verstraeten: Otto was de verloofde van Eline en komt uit een bevriende familie, de Verstraetens. Otto is een helper: hij houdt immers zielsveel van Eline en wilt zelfs met haar trouwen. Ook laat hij haar zich écht gelukkig voelen en zichzelf zijn wanneer hij haar meeneemt naar de Horze. Otto is, zoals de meeste mannen in dit boek, een flat character. 

Fabrice: Fabrice is een operazanger waar Eline eerst verliefd op denkt te zijn. Zij ziet hem voor het eerst in het opera Le tribut de Zamora. Sindsdien heeft ze veel aan hem gedacht en verschillende platen en fotografieën van hem gekocht. Je kunt niet echt zeggen of hij een helper of tegenstander is, omdat je daarnaast bijna niks over hem te weten komt. Hij is daarmee ook een flat character. 

Lawrence St. Clare: Lawrence St. Clare is de Amerikaanse vriend van Vincent, die met Vincent een doorreis naar Moskou maakt. Onderweg stopt hij in Brussel, bij Daniël en Elize. Eline veblijft daar op dat moment ook. Lawrence is de laatste waar Eline nog een beetje blij van wordt, maar helaas voor haar komt hij te laat. Hij is heel positief en gelooft dat ieder zijn eigen lot kan bepalen. Hij heeft Vincent zelfs die kijk op het leven aangeleerd en die is er veel beter van geworden. Hij ziet de gebroken Eline en doet haar een aanzoek, zeker wetende dat zij daarvan beter zal worden, maar Eline zegt dat het voor haar te laat is. Lawrence St. Clare is dus zeker een helper. St. Clare is een flat character en focaliseert geen enkele keer.

Andere bijfiguren zijn:

Paul van Raat: Paul van Raat is de knappe, jongere broer van Henk, een helper en een round character.

Marie: Marie is een gescheiden vrouw die, met haar kind, weer bij haar moeder woont. Na Eline’s dood engageert zij zich met Otto. Zij is een helper en een round character.

Frédérique Verstraeten : Frederique Verstraeten is een dochter van mevrouw Verstraeten en is verliefd op Paul van Raat, met wie zij uiteindelijk trouwt. Ze is een tegenstander, aangezien ze meerdere malen zegt dat de Eline niet mag. Ze wilt zelfs Otto van het idee brengen Eline ten huwelijk te vragen. Frédérique is een round character.

Lili Verstraeten : Lili Verstraeten is een jonge dochter van mevrouw Verstraeten en is verliefd op George de Woude van Bergh, met wie zij uiteindelijk trouwt. Lili is een helper en een round character.

George de Woude van Bergh: George de Woude van Bergh is een jongeman vol dromen, maar ook een harde werker. Hij is verliefd op Lili Verstraeten en trouwt met haar. George is een helper en een flat character.

Mevrouw Verstraeten : Mevrouw Verstraeten is een oude vrouw die graag in het gezelschap van haar kinderen en kleinkinderen is. Het landgoed De Horze is van haar. Ze is een helper en gunt Eline en Otto al het geluk van de wereld. Mevrouw Verstraeten is een round character en focaliseert enkele keren.

Het doel van Eline Vere is zeer moeilijk te achterhalen. Ik denk dat haar uiteindelijke doel is om vrij, gelukkig en vooral zichzelf te zijn, en niet zoveel zorgen te hebben. Dit doel wordt niet behaald. Dat komt door haar ‘erfelijke’ kwaal waardoor ze als het ware depressief wordt. De belangrijkste beslissing die Eline neemt, is het teruggeven van haar jawoord aan Otto. Hiermee gooit ze eigenlijk haar eigen ruiten in, want daarna gaat alles eigenlijk pas “mis”. Daarna komt ze nog één keer voor een belangrijke beslissing te staan: zal ze meegaan met St. Clare of is het al te laat? Zij kiest voor het laatste en daarmee geeft ze toe aan haar lot. Als ik Eline was, zou ik getrouwd zijn met Otto. Met hem heeft zij immers echt geluk leren kennen en dat is iets heel belangrijks voor haar.

Eline’s belangrijkste waarden zijn schoonheid en waardering. Haar normen wijken af van de normen in het rijke Haagse milieu waarin zij zit. De normen die daar gelden, vind zij ‘banaal’, maar zelf weet ze niet zo goed wat ze zelf dan wel als norm ziet. Ik ben het ermee eens dat de normen van de Haagse gegoede burgerij toen inderdaad nogal banaal waren, maar ik zou dan zelf wel weten wat ik anders zou doen. Eline heeft dat niet en heeft er dan ook moeite mee zich van dit leventje los te maken. Als belangrijkste waarden zou ik nooit schoonheid of waardering geven, omdat dat simpelweg voor mij niet de belangrijkste dingen in het leven zijn.

Ik kan me, mede vanwege de schrijfstijl, toch heel goed verplaatsen en Eline en het voelde tijdens het lezen soms alsof ik zelf een fijn -bezenuwd gestel had, zoals Eline. Doordat ik haar gedachten zo goed kon lezen, kon ik haar beter begrijpen en vond ik haar denk ik ook sympathieker dan wanneer dit niet gekund zou hebben, maar het acteren en het opgeven van Eline keur ik toch af, omdat ik zelf niet zo ben.

E.  Vertelinstantie (perspectief)

Eline Vere is geschreven vanuit een personaal perspectief: er komen meerdere focalisatoren in voor, maar het perspectief (ook wel vertelinstantie) blijft hetzelfde.

“Ze was dus aangenaam gestemd en ze zong een tweede wals, die van Juliette uit Gounods opera. Ze dweepte met Gounod!

Het was half elf, toen er geklopt werd aan haar deur.

Paul van Raat trad de kamer in.

         - Bonjour Eline. Dag, kleine rakker.

         - Zoo, Paul!

Zij stond op, eenigzins verbaasd hem te zien. Ben liep naar zijn oom toe en trok zich aan zijn beenen op.” (pag. 34)

Er is geen sprake van een wisselend perspectief. Het perspectief in dit boek is betrouwbaar, omdat er gewisseld wordt van focalisator. Hierdoor lees je ook hoe andere personages tegen Eline en haar aankijken. Hierdoor kan de lezer zelf de verschillende standpunten van de personages tegen elkaar afwegen en een eigen mening vormen.

In Eline Vere komt vrijwel elk belangrijk personage wel eens aan bod als focalisator, maar Eline is toch de belangrijkste. Omdat er zoveel personages focaliseren, geef ik een paar voorbeelden.

Eline: “Eline knikte en terwijl zij achter zich het gefluister van Betsy en Georges hoorde, bleef zij de kunstige evoluties volgen der eerse danseuse, die onder de, op en neêr gezwaaide, sluiers en waaiers tusschen de anderen doorzweefde, steeds op de punt van heur satijnen, naar omlaag gekromde voeten, de armen omhoog, in heur kapsel een flikkerend aigrette van diamanten.

Uit den aard harer droomerig idealistische natuur, hield Eline dol veel van de opera, niet alleen om er zich in haar loome elegance te laten bewonderen, niet alleen om de muziek, en om eener beroemde chanteuse de voordracht van een of ander aria af te hooren, maar ook om de gespannen, zeer romantisch gekleurde intrigues, de eenigzins ruw geschilderde, melodramatische peripetieën, vol haar en liefde en wraak, waarvan het conventioneele haar niet hinderde, en waarin zij zelfs geen waarheid zocht.” (pag. 56)

Betsy: “Betsy zag hem doordringend aan, vol geheime minachting. Met zijn doffe oofen, zijn matte gebaren, zijn moede stem scheen hij haar geen ideaal van een echtgenoot voor een jong meisje.

- Niet geheel en al. Ik geloof, dat je een gloeiende egoïst bent. Ik geloof ook niet, dat een vrouw veel steun aan je zoû hebben. Je bent zwak… ik meen natuurlijk moreel…

Zij gevoelde aanstonds berouw over hare woorden, en zij was geërgerd over haar onvoorzichtigheid. Zij huiverde bijna, nu hij haar met zijn geheimzinnige glimlach aanzag, met zijn zachten, fletsen slangenblik.

- En een vrouw heeft altijd steun nodig, hè? sprak hij, syllabe voor syllabe. Jij ook, nietwaar, je steunt op Henk, je laat je heel en al op hem neêr, en hij is er sterk genoeg voor… ik meen natuurlijk fyziek… (pag. 263)

Lili: “Er was ongeveer een week verloopen na de tableaux-vivants, toen Lili Verstraeten zich des middags in den kleinen salon neêrzette, daar waar deze waren vertoond geworden. Het vertrek had sinds lang weer zijn gewoon aanzien hernomen, en in het open haardje vlamde een vroolijk vuur. Buiten was het koud; er woei een gure wind, en het dreigde te zullen regenen. (…) Hoe heerlijk niets te doen dan een beetje droomen, en hoe dom van Marie en Freddy, uit te gaan in dat vreeslijke weêr! Haar kon het niet schelen, het weer; buiten mocht het waaien en stortregenen, binnen was het heerlijk; de wolken temperden het licht, de laag gedrapeerde meubelgordijnen lieten het slechts zeer bescheiden doorglijden… Dien had zij weggestuurd, toen die ze wilde wegtrekken naar terzijde.” (pag. 63)

Frédérique: “Frédérique gevoelde zich zeer ontevreden over zichzelve. Zij

meende, dat die ontevredenheid voortsproot uit een tweede vertrouwelijk gesprek met Paul, waarin zij opnieuw vermeten had hem de les te lezen, omdat zij ontdekt had, dat hij Etienne telkens geld leende. Wat, dacht ze, liet ze zich toch altijd verleiden om zich in de zaken van die jongens te mengen! Etienne was een groot kind en hèm mocht ze, als zuster, wel eens de waarheid zeggen, maar Paul zoû haar langzamerhand onverdragelijk gaanvinden met haar wijze lessen en haar bouderies. Want zij had hem weder geboudeerd om die zaak van Etienne, voordat het tot een verklaring was gekomen. Waarom had ze Paul niet koelweg gevraagd Etienne niet meer te leenen, waarom had ze eerst geboudeerd en, daardoor, als wenschte zij het zelve, eene tweede explicatie uitgelokt! Waarom was dat nodig!” (pag. 423)

F. Thematiek, motieven, opdracht en motto

De belangrijkste onderwerpen in dit boek zijn zelfmoord, het noodlot, psychische afwijkingen en liefdesrelaties.

Het belangrijkste thema van Eline Vere is dat aan het noodlot niet te ontkomen valt. Dit thema rond het noodlot speelt vaker een hoofdrol in de boeken van Couperus. Er wordt beweerd dat alles in het leven is voorbeschikt. Vincent en Eline lijken in dat opzicht erg op elkaar, want zij geloven beiden dat ze niet kunnen ontkomen aan hun lot. Toch verschilt Vincent hierin van Eline, omdat hij geaccepteerd heeft dat zijn leven al is voorbeschikt. Eline is echter veel meer een soort speelbal van het noodlot en aanvaart haar levensvisie eigenlijk niet. In plaats daarvan, raakt ze er heel erg gefrustreerd van en dit speelt dan ook een grote rol in haar ondergang. Dokter Reijer bevestigt ook dat deze “kwaal” in de familie zit: Eline en Vincent lijken immers veel op Elines vader, die ook jong stierf vanwege deze positivistisch- deterministische levensvisie. Dat wil zeggen dat erfelijkheid en milieu cruciaal zijn voor de vorming van een persoon en zijn verdere ontwikkeling en zijn/haar uiteindelijke lot. Betsy lijkt veel meer op Elines moeder, en heeft dan ook totaal geen last van het probleem waar Eline zo mee kampt. Lawrence St. Clare, de Amerikaanse vriend van Vincent, ziet het leven heel anders: volgens hem kan ieder zijn eigen noodlot bepalen. Hij kan Vincent overhalen om het leven meer op die manier te bekijken, maar voor Eline is hij te laat.

Er komen verschillende motieven voor in dit verhaal.

Ten eerste kunnen we schoonheid als motief zien. Schoonheid komt immers regelmatig voor in het boek en wordt dan ook duidelijk benoemd. Later blijkt die schoonheid eigenlijk meer schone schijn te zijn; het is alsof de schoonheid de ondergang met zich meebrengt, hoewel aan het begin vaak onzichtbaar. Het boek begint met verschillende tableaux vivants, die allerlei mooie en romantische voorstellingen lijken te vertonen. Het eerste tableau bijvoorbeeld (´La mort de Cleopatre´), lijkt erg mooi, maar later realiseert de lezer zich pas dat Cleopatra hier zelfmoord pleegt door middel van vergif, precies hetzelfde wat Eline later zal doen. Eline zelf wordt ook vaak beschreven als een schoonheid, die voortdurend met haar uiterlijk en overkomen bezig is. Hierdoor wekt ze bij anderen de indruk op dat ze niet “echt” is. Haar innerlijk, haar zorgen en haar wanhoop verbergt zij achter deze muur van schoonheid. Maar, na lange tijd alles op deze manier te verbergen, verdwijnt zelfs haar schoonheid. Eline kan niet meer doen alsof en haar schoonheid is ontmaskerd.

Een ander motto in dit verhaal is acteren. Uit bovenstaand stuk tekst blijk dat Eline eigenlijk altijd aan het acteren is, en zelfs vlak voordat ze sterft speelt ze nog dat ze een iemand anders is. En niet alleen slaat het acteren terug op het gedrag van Eline, het komt ook terug in de tableaux en in de verschillende opera’s die Eline bezoekt. Het acteren van Eline kan van twee kanten bekeken worden: aan de ene kant is het je anders voordoen dan je bent, maar Eline gebruikt het acteren ook om weg te vluchten naar een fantasiewereld en daar gelukkig te zijn.

Tot slot is een belangrijk motto in dit boek muziek. Eline gebruikt deze kunstvorm om haar gevoelens te uiten. Ze houdt zeer veel van muziek, zingt zelf en gaat ook regelmatig naar opera’s, waar ze telkens weer geboeid raakt. Muziek wordt ook wel gezien als de taal der liefde en de liederen die Eline zingt hebben dan ook vaak te maken met hoe zij op dat moment in de liefde staat.

Dit boek is door Louis Couperus opgedragen aan Gerrit Jäger. De opdracht zelf is al eerder vermeld in dit verslag. Zoals ook al eerder te lezen, was Gerrit Jäger een Nederlandse journalist en toneelschrijver. Hij was een goede vriend van Couperus en bewerkte na zijn dood zijn boek Noodlot tot een toneelstuk.

G. Meningen

Recensie

Elma Drayer herleest 'Eline Vere'

Elma Drayer − 15/11/03, 00:00

RECENSIE Welke klassiekers verdienen het nog herlezen te worden? Deze maand test 'het kanon' vier Nederlandse, naturalistische romans.

Stel dat Louis Couperus (1863-1923) de VPRO-gids van een paar weken geleden onder ogen had gekregen. In de rubriek Achterwerk schrijft een 15-jarig meisje: ,,Mijn ouders zeggen al vanaf mijn geboorte dat ik op mijn vader lijk en mijn zus op mijn moeder.' Pap komt uit een 'sportieve, ongezellige, hardwerkende familie', mam uit een 'gezellige'. ,,Het voelt aan als een wedstrijd tussen mij en mijn zus, en mijn zus is die aan het winnen. Alsof mijn ouders voor mijn geboorte al bepaald hebben dat ik de saaie ben.'

Couperus had er niet vreemd van opgekeken. Wat het meisje beschrijft is de verdunde variant van een denktrant die in zijn tijd gloednieuw was: de mens is gedetermineerd door de wetten van erfelijkheid en milieu, en aan dat noodlot valt niet te ontsnappen. Als een van de eersten in Nederland heeft hij deze naturalistische psychologie gepopulariseerd -vooral in zijn grote Haagse romans: 'Eline Vere', 'De boeken der kleine zielen' en 'Van oude menschen, de dingen die voorbijgaan'.

Couperus begon aan 'Eline Vere' in december 1887. Tot dan toe had hij zich, weinig succesvol, bekwaamd in de poëzie. Nu wilde hij een 'langen roman' schrijven die het 'groote publiek' zou behagen. In de trant van Tolstoi, van Flaubert en Zola, en gebaseerd op het gegoede Haagse milieu waaruit hij zelf kwam. Hij voegde zich daarmee in een trend: in januari 1888 verscheen 'Een liefde', scabreuze eersteling van Lodewijk van Deyssel, óók met een 'zenuwachtige' vrouw als hoofdpersoon. Couperus' biograaf Frédéric Bastet noemt het aannemelijk dat de Haagse schrijver door Van Deyssel werd beïnvloed. Alleen bleef Couperus in 'Eline Vere' zó netjes dat een recensent tevreden constateerde: ,,Er is geen regel in deze lijvige deelen, die een jong meisje zou kunnen doen blozen.'

Geheel volgens de destijds moderne inzichten kan Eline het niet helpen dat ze is zoals ze is: haar bedilzuchtige zuster Betsy aardt naar hun moeder, zij lijkt op hun artistiekerige, jonggestorven vader. Die was behept met een 'fijn-bezenuwd gestel', en te weinig wilskracht. Langzaam gaat Eline haar ondergang tegemoet, ervan overtuigd dat ze geen keuze heeft. Reddingspogingen van een liefhebbende verloofde, een Amerikaanse aanbidder -ze slaat ze af. En daar ligt ze dan, bij de open balkondeur op haar pensionkamer. ,,Toen vloeide het bewustzijn, als druppel na druppel, uit haar weg en zij sliep in de dood in.'

'Eline Vere' verscheen eerst in feuilleton. Beroemd is de anekdote over de indruk die de tragische dood van de heldin maakte op de Haagse krantenlezers; in de paardentram sprak iederéén erover, als betrof het een vrouw van vlees en bloed. Ook critici jubelden over het werkelijkheidsgehalte van 'Eline Vere', het 'hollandsche' karakter ervan. Hier werd 'een slachtoffer van onze nerveuse eeuw' neergezet.

Even waarheidsgetrouw beschrijft Couperus de leegheid van het 19de-eeuwse vrouwenbestaan. Een beetje op de chaise longue liggen, piano spelen, naar de opera gaan, eindeloos visites afleggen, een snufje liefdadigheid - méér zat er voor vrouwen uit de betere kringen niet in. Gewoon werken voor je boterhammetje, panacee voor klachten van depressieve aard, was uitgesloten voor Eline, Frédérique en Lili. (Heette je Dien, Leentje of Mina, dan had je natuurlijk nog méér pech gehad.)

Ook Constance, heldin uit 'De boeken der kleine zielen' (1901-1903), zou je de anachronistische boodschap graag willen influisteren. Ook zij lijdt hevig onder de onvoldaanheid van haar leven, in een ongelukkig tweede huwelijk, in een omgeving die haar haar vroegere misstap nog steeds nadraagt. Soms voelt ze een 'plotse heel vage treurigheid': ,,Wat zijn en wat doen wij klein. Nu word ik oud, en wat is er geweest. Zou er dan nog bestaan... iets anders? Of is dit voor iedereen... zoo: leven?' Pas als Constance zich ver van Den Haag wijdt aan de medemens, vindt ze vrede met haar bestaan.

Prachtig laat Couperus zien hoe milieu en erfelijkheid de personages bepalen. Dwars door de omvangrijke familie Van Löwe loopt 'een groote kraak', en die is tot in de kleinkinderen waarneembaar. Subtiel en met groot psychologisch inzicht beschrijft hij het web van sympathieën en antipathieën, de geheime passies en kleingeestige jaloezietjes van zijn kleine zielen. De auteur houdt zich, als echte naturalist, verre van een moreel oordeel. Couperus zelf zei het later zo: ,,Het komt er per slot zoo weinig op aan hoe ik die medemensch vind -als kunstenaar moet het mij oneindig meer interesseeren hoe die ander is.'

Tegenwoordig geldt 'De boeken der kleine zielen' als een hoogtepunt in Couperus' oeuvre, maar tijdgenoten deden er zuinig over. Van Deyssel noemde de familieroman 'beter dan niets' en 'onderhoudend'. De Telegraaf schreef: ,,Eilieve, welke indruk moet over vijftig jaar -gesteld dat Couperus dan nog gelezen wordt- iemand krijgen van de Nederlander uit het laatste vierde gedeelte der negentiende eeuw?'

Gaver nog van compositie en rijper van toon werd 'Van oude menschen, de dingen die voorbijgaan' (1906). Met deze literaire misdaadroman keerde Couperus nog één keer terug naar het Haagse milieu dat hij zo goed kende. Uiteraard bezoeken ook hier de zonden der vaderen weer ruimschoots de kinderen. Een moord van zestig jaar geleden ('het vreeselijke Ding') laat sporen na tot in het zoveelste geslacht.

De naturalistische noodlotsgedachte raakte allengs uit de mode. Dat Couperus niettemin nog steeds gelezen wordt, is natuurlijk vooral te danken aan zijn verteltalent en schrijfplezier. Daarmee ontstijgt hij moeiteloos de naturalistische clichés. En zelfs tegen regelmatig herlezen blijken de Haagse romans bestand. De personages zijn vertrouwd, de afloop is bekend, maar zelf sadder and wiser, treffen je andere details en inzichten dan tien, dan twintig jaar geleden. Het is de lakmoesproef voor het ware meesterwerk.

  • Bron: http://www.trouw.nl/tr/nl/4512/Cultuur/archief/article/detail/1761192/2003/11/15/Elma-Drayer-herleest-Eline-Vere.dhtml

    Eigen mening

    Ten eerste wil ik even kwijt, dat ik dit een beetje een vreemde recensie vindt. De recensente zou Eline Vere van Louis Couperus herlezen en hier over schrijven, maar uiteindelijk is het toch meer een algemene recensie over de belangrijkste werken van Couperus geworden.

    Maar, om mijn mening aan de recensie te koppelen, ben ik het voor de helft eens met de schrijfster. Ik ben inderdaad ook van mening dat Couperus zeer naturalistisch en waarheidsgetrouw ‘de leegheid van het 19de-eeuwse vrouwenbestaan’ beschrijft, maar hier moet ik wel bij zeggen dat hij dit alleen vanuit de kant van de bourgeoisie doet. De levens en gevoelens van de huis- en kindermeiden, die vanzelfsprekend uit een lagere klasse van de samenleving komen, worden namelijk totaal niet beschreven. Dit is dan ook een punt van kritiek dat ik heb op dit boek: het leven in de 19e eeuw wordt heel “mooi”, rijk en luxe beschreven, terwijl de standenverschillen en de invloed van bijvoorbeeld de industriële revolutie uit die tijd volledig koud worden gelaten. Daarnaast ben ik het niet helemaal eens met de schrijfster wanneer deze meent dat Couperus niet oordeelt in dit boek. Het mag dan niet opvallend zijn, maar toch zitten er in Eline Vere verschillende hints naar de mening van de schrijver, met name maatschappijkritisch gezien. Uiteindelijk wordt de burgerij uit Den Haag namelijk beschreven als oppervlakkig, met een op uiterlijk gericht milieu waarin niet veel te beleven valt behalve een paar feesten, begrafenissen en trouwerijen. De kritiek komt ook naar voren in het materialisme van een aantal personages, maar vooral wanneer de schrijver het leven in Den Haag vergelijkt met de Horze, waar iedereen rust en geluk kan vinden en zichzelf kan zijn, oftewel: het tegenovergestelde van het gekunstelde Den Haag.

    Maar ondanks deze twee puntjes, vind ik het één van de mooiste boeken die ik ooit heb gelezen. Vooral op stilistisch vlak maak ik een diepe buiging voor Couperus, die de personages en hun omgeving zó realistisch beschreven heeft dat ik me voor even waande in het Den Haag van die tijd. In de passages waarin Elines kleren worden beschreven kon ik de stof haast door mijn vingers heel voelen glijden en in de stukken waarin zij in complete wanhoop is, werd ik zelf ook zeer onrustig. Door dat hij zo naturalistisch schrijft, kon ik me bij dit boek nog meer inleven dan bij elk ander boek wat ik tot nu toe heb gelezen, alhoewel dat ook met mijn eigen ervaringen en emoties te maken heeft. Ik denk mijn karakter best wel wat raakvlakken heeft met dat van Eline, hoewel ik me natuurlijk niet om de haverklap afvraag waarom ik leef en wat het leven nog voor zin heeft. Maar het onrustige in haar karakter, het niet kunnen kiezen en je steeds afvragen wat het lot voor jou in petto heeft, dat kan ik wel herkennen.

    Inhoudelijk vond ik het een zeer goed boek, waarin Couperus zijn psychologisch inzicht goed laat zien. Het thema zelfmoord was in de 19e eeuw waarschijnlijk nog niet heel gangbaar en daarmee is het denk ik heel vernieuwend.

    Ik mag dus tot de conclusie komen dat Eline Vere van Louis Couperus een prachtig boek is wat nog steeds achterin mijn hoofd blijft hangen en wat ik denk ik ook niet meer zal vergeten!

    H. Secundaire literatuur

    Louis Couperus

    Den Haag 1863 - De Steeg 1923

    In de biografie uit 1987 wordt Louis Couperus een ‘onverbiddelijke man van zaken’ genoemd. Hij leefde van de pen en onderhandelde met zijn uitgever Veen dan ook scherp over zijn gages. In de 31 jaar dat Couperus actief was, produceerde hij zo’n 50 titels. Behalve romans, schreef hij verhalen, reisverslagen, feuilletons en sprookjes. Daarnaast was hij een echte reiziger. Italië en Zuid-Frankrijk waren geliefde pleisterplekken en hij ging als journalist naar Azië en Afrika.

    Couperus begon met het schrijven van gedichten, maar hij ontdekte vrij snel dat het schrijven van proza zijn kracht was. Zijn debuutroman Eline Vere (1889) was meteen een succes, mede doordat het werk als feuilleton in een Haagse krant verscheen. Eline Vere is een jonge vrouw van gegoede burgerlijke komaf die hartstochtelijk probeert om zich aan de gezapigheid van haar milieu te onttrekken, maar daar niet in slaagt. Aan het eind pleegt ze zelfmoord. Het is nog niet zo eenvoudig om aan te geven waarom zij dat nu precies doet. Zeker is dat zij absoluut overgevoelig is en een weinig stabiele persoonlijkheid heeft. Zo kan het gebeuren dat zij sterk onder de invloed komt van haar neef Vincent. Deze is half op de hoogte van de naturalistische ideeën die in de negentiende eeuw populair waren en spreekt er tegen Eline voortdurend over hoe zinloos het leven in zijn ogen is.

De belangrijkste romans van Couperus spelen in Den Haag. Behalve Eline Vere zijn De boeken der kleine zielen (1901-1903) en Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan... (1906) de bekendste voorbeelden. De schrijver toont ons in deze werken een wereld van voorbije glorie. Den Haag was namelijk de stad waar gepensioneerde ambtenaren uit Nederlands-Indië zich terugtrokken en zich erbij moesten neerleggen dat hun maatschappelijke rol zo goed als uitgespeeld was. De boeken der kleine zielen is een lijvige romancyclus in vier delen. Couperus toont hoe het aanzien van de welgestelde familie Van der Lowe langzaam afbrokkelt. In het spannende Van oude menschen staat een moord centraal, begaan in Indië. Deze moord is nooit opgehelderd en blijft in Den Haag als een donkere wolk boven de gebeurtenissen en personages hangen. Het mysterieuze De stille kracht (1900) speelt helemaal in Indië. Couperus baseerde de roman op zijn eigen kinderherinneringen aan Nederlands-Indië.

Na de eeuwwisseling ging Couperus ook romans schrijven die in de klassieke oudheid spelen. Voorbeelden zijn De berg van licht (1905/1906), De komedianten (1917), Xerxes of de hoogmoed (1919) en Iskander (1920). Deze laatste roman gaat over de opkomst en ondergang van het rijk van Alexander de Grote. Net als in Eline Vere is er een personage dat het noodlot een handje helpt: de eunuch Bagaos danst voor de veroveraar Alexander en bereidt kruidige wijnen voor hem. Alexander, aanvankelijk een toonbeeld van zelfbeheersing, gaat zichzelf daardoor overschatten. De val van zijn rijk is in gang gezet. Het is niet uitzonderlijk voor een schrijver uit de negentiende eeuw dat dit thema van noodlottigheid of verval belangrijk is. Tijdgenoten als Gontsjarow, Flaubert en Tjechov lieten immers ook uitgebreid zien hoe hun personages hevig geplaagd worden door de omstandigheden.

Hoewel de thematiek van Couperus zwaar is, is zijn schrijfstijl licht, bijna zwierig. Dat zie je bijvoorbeeld aan de opening van Metamorfoze (1897): ‘Het leven, zooals Hugo Aylva het zag, en de wereld, zoo ver hij ze zien kon, ze bloeiden jong in hem op, in zijn eigen jeugd, in al het jonge Aprilgeblader van het vroege voorjaar in de wemelgroene Boschjes.’

Na zijn dood in 1923 is de Haagse schrijver in de belangstelling blijven staan. Zo zijn er televisie-, film- en toneelbewerkingen gemaakt en verschenen er twee uitgaves van zijn verzameld werk. Tegenwoordig roemen we hem onder meer om zijn psychologisch inzicht. Daarnaast spreken de bijfiguren uit de romans tot de verbeelding. In de manier waarop die bijfiguren geschetst zijn, zien we de invloed van het fin de siècle. Ernst uit De boeken der kleine zielen bijvoorbeeld is zonderling, een eenzame verzamelaar van dure vazen. Hij hoeft niet te werken voor zijn geld. Oververfijning en decadentie zijn veelvoorkomende thema’s aan het eind van de negentiende eeuw. Oscar Wilde en Joris-Karl Huysmans zijn andere voorbeelden van schrijvers die met deze thema’s bezig waren.

Louis Couperus was een goedgeklede dandy én een harde werker, hij was kosmopoliet én vergroeid met zijn geboortestad Den Haag. Hoewel hij als persoon vol schijnbare tegenstrijdigheden zat, is zijn grote oeuvre een eenheid: een dwingende rol voor het noodlot, in zichzelf gekeerde personages en een consequent volgehouden eigen schrijfstijl.

  • Bron: http://www.literatuurgeschiedenis.nl/lg/19de/auteurs/lg19033.html

     

    I. Literatuurgeschiedenis

    Eline Vere is voor het eerst verschenen in 1889.

    In mijn boek zijn niet veel historische en culturele kenmerken uit de 19e eeuw te vinden, behalve enkele verwijzingen naar Nederlands-Indië, dat toen een belangrijke Nederlandse kolonie was en dat de trein vanwege de industriële revolutie zijn intrede deed als vervoersmiddel voor (rijke) mensen.

    Frans Ferelijn was, als Oost-Indisch ambtenaar, met verlof voor herstel van gezondheid in Holland gekomen en zijn vrouw was een oude schoolkennis van Eline en Betsy.” (pag. 45)

    In Eline Vere is met name de in de 19e eeuw ontwikkelde literaire stroming het naturalisme goed terug te vinden. In de 19e eeuw ontstond de romantiek, waaruit de romantische literatuur uit voortkwam. De romantische literatuur werd vooral door schrijvers gebruikt om door middel van verbeelding aan bijvoorbeeld melancholie te ontvluchten, wat op zich ook goed past bij het hoofdpersonage in mijn boek, Eline Vere. In de romantiek had men een voorkeur voor lyrische teksten, teksten waarin de weergave van gevoel en emotie centraal staat. Dat kenmerk is goed terug te vinden in dit boek:

    “Minuten lang bleef zij soms voor den spiegel turen op haar verwelkt gelaat. Tranen welden dan in haar oogen, wier glans als voor immer uitgebluscht scheen, en zij dacht aan vroeger. Zij verlangde jet verleden terug te hebben, zonder zich goed rekenschap te geven wat haar verleden geweest was, want zij kon in den laatsten tijd niet meer doordenken, alsof aan haar gedachten een grens was gesteld, die niet overschreden mocht worden. Die dofheid verlichtte echter haar melancholie, die, ware zij helder van hersenen geweest, tot een onovertrefbare crizis gestegen zoû zijn. Maar in plaats van die melancholie, doorstreed zij thans uren van vertwijfeling, waarin zij niet wist, wat zij zoû aanvangen met haar nutteloos lichaam, haar nutteloos bestaan, dat zich in hoestbuien voortsleepte, tusschen die vier muren… Dan weende zij bitter om haar onvoldane verlangens, en zij dwong zich op de grond en strekte de armen uit naar een beeld, dat haar niet duidelijk was.” (pag. 544)

    Het naturalisme is een onderdeel van het realisme. In het realisme proberen personages hun vaste sociale rollen te doorbreken. Eline probeert dit als het ware ook: ze probeert te ontvluchten van het ‘banale’ leven in Den Haag.

    In realistische teksten werd veel aandacht geschonken aan concrete details uit het dagelijks leven. Hoewel niet nodig voor de ontwikkeling van het verhaal, bewerkstelligden deze wel het realisme-effect, de uitwerking dat het verhaal echt, en dus waar was. Naturalisten wilden de werkelijkheid zo objectief mogelijk weergeven en zo neutraal mogelijk blijven. Omdat naturalisten niet langer schreven vanuit een veilig burgerlijk kader, leidde dat er toe dat ook taboe-onderwerpen nu in de literatuur aan de orde werden gesteld. In Eline Vere zou dat dan Eline’s zelfmoord zijn. In naturalistische romans word vaak verwezen naar een positivistisch -deterministische levensvisie, zoals Eline die ook heeft. Dat hiernaar verwezen wordt, komt door de wetenschap en de filosofie uit die tijd, met name die van Auguste Comte. Daarnaast komen vaak personages voor met een neuveus temperament (Eline, Vincent) en eindigt het verhaal vaak met een ontnuchtering, desillusie of het sterven (de zelfmoord van Eline).   

  • In realistische teksten werd veel aandacht geschonken aan concrete details uit het dagelijks leven. Hoewel niet nodig voor de ontwikkeling van het verhaal, bewerkstelligden deze wel het realisme-effect, de uitwerking dat het verhaal echt, en dus waar was. Naturalisten wilden de werkelijkheid zo objectief mogelijk weergeven en zo neutraal mogelijk blijven. Omdat naturalisten niet langer schreven vanuit een veilig burgerlijk kader, leidde dat er toe dat ook taboe-onderwerpen nu in de literatuur aan de orde werden gesteld. In Eline Vere zou dat dan Eline’s zelfmoord zijn. In naturalistische romans word vaak verwezen naar een positivistisch -deterministische levensvisie, zoals Eline die ook heeft. Dat hiernaar verwezen wordt, komt door de wetenschap en de filosofie uit die tijd, met name die van Auguste Comte. Daarnaast komen vaak personages voor met een neuveus temperament (Eline, Vincent) en eindigt het verhaal vaak met een ontnuchtering, desillusie of het sterven (de zelfmoord van Eline).   

     

     

     

     

    REACTIES

    Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

    Andere verslagen van "Eline Vere door Louis Couperus"