Samenvatting
(bron: Prisma uittrekselboek Nederlandse literatuur 1880 – 1945)
De roman speelt zich voor een groot deel af in de Haagse “coterie” aan het eind van de 19e eeuw. Een vaste kring mensen uit dezelfde hogere klasse maakt visites bij elkaar, geeft een dinertje of een soirée, gaat naar de opera of naar het Kurhaus in Scheveningen. We geven hier eerst een opsomming van de leden van deze Haagse kring om ons daarna te beperken tot de verhaallijn rond Eline Vere. Aan het eind van deze samenvatting vertellen we kort de lotgevallen van de belangrijkste overige personages.
Eline woont bij haar zus Betsy, die getrouwd is met Henk van Raat; ze hebben een zoontje, Ben, die wat achterlijk is. Henks moeder, de oude mevrouw Van Raat (Dora) heeft na het overlijden van haar man, met wie ze zeer gelukkig was, een eenzame oude dag. Haar zoon Paul, die bij haar woont, gaat veel uit> Hijvormt een vrolijk clubje met zijn nichtjes Lili en Marie Verstraeten en de twee jongste telgen van de adellijke familie Van Erlevoort ter Horze: Etienne (Eetje) en Frédérique (Freddy). Bij de van Erlevoorts heerst altijd een gezellige drukte. Aan het grote huis aan het Voorhout woont de weduwe Van Erlevoort met de twee genoemde kinderen en met haar zoon Otto en dochter Mathilde van Rijssel, die na haar scheiding met haar vier kinderen Johan, Lientje, Tina en Nico weer haar intrek in het ouderlijk huis heeft genomen. De oudste zoon, Théodore, woont met zijn vrouw Truus en zijn kinderen op het Gelderse familielandgoed de Horze; de zusters Cathérine en Suzanne zijn respectievelijk getrouwd met Percy Howard en Arnold van Stralenburg. Zomers komt de hele familie meestal bijeen op de Horze.
De gebeurtenissen in de roman spelen zich voor een belangrijk deel in de huizen van bovengenoemde families af. Andere families zoals de “Eekhofjes” of de Oudendijks, worden slechts schetsmatig beschreven. Alleen het jonge Cateautje (Toos) van der Stoor en broer en zus De Woude van Bergh (de 38-jarige oude vrijster Emilie en de veel jongere, wat fatterige Georges) worden meer in detail getekend. Uitgebreide aandacht is er ook voor de met ziekteverlof uit Indië overgekomen familie Ferelijn, al hoort dieniet echt bij de coterie. Jeanne, een jeugdvriendin van Eline en Betsy, heeft een zorgelijk huwelijksleven met haar zieke man Frans Ferelijn en haar zwakke kinderen Dora, Wim en Fritsje.
De roman begint op een avond in november. Eline is niet met haar zuster en zwager meegegaan naar de verjaardag van de heer Verstraeten, wiens kinderen en vrienden prachtige tableaux vivants opvoerden. Eline is in een melancholieke bui, wat wel vaker voorkomt. Ze is ontevreden met haar doelloze, nutteloze bestaan. ’s Nachts stort ze haar hart uit bij haar zwager Henk van Raat.
De volgende dag voelt Eline zich opgeknapt. Paul, met wie ze vaak zingt, komt langs en ze gaat zelf mijnheer Verstraeten en daarna de oude mevrouw Van Raat opzoeken. ’s Avonds aan het diner schertst ze vrolijk met Georges de Woude, haar gemaakte lachje doet haar oude schoolvriendin Jeanne van haar vervreemden. Als de Ferelijns weg zijn, gaan Eline, Betsy en broer en zus De Woude naar de opera. Er zingt een nieuwe bariton: Théo Fabrice. Eline probeert de anderen niet te laten merken dat ze nogal onder de indruk is van zowel de opera als de zanger. Tijdens de pauze zien ze neef Vincent Vere, pas teruggekeerd van een van zijn reizen. Eline mag hem wel; hij doet haar aan haar overleden vader denken. Betsy daarentegen koestert een soort vrees voor haar neef.
Op Sinterklaasavond ten huize van de Van Erlevoorts krijgt Eline een prachtige waaier van Bucchi. Ze weet niet wie de gever is, maar Frédérique heeft een vermoeden, dat na een gesprek met haar broer Otto enige tijd later bewaarheid wordt. Freddy voelt een sterke antipathie tegen Eline; ze waarschuwt Otto, dat dat “coquette nest” hem ongelukkig zal maken. Eline zelf, zich nergens van bewust, koestert ondertussen haar geheime hartstocht voor Fabrice. Ze verbeeldt zich dat hij haar de waaier heeft gegeven en droomt al van een opwindend leven aan zijn zijde. Ze gaat zo vaak mogelijk naar de opera en verzamelt plaatjes met zijn portret. Ze maakt lange ochtendwandelingen door het park in de hoop hem tegen te komen, wat een enkele keer gebeurt. Aan haar liefde komt abrupt een einde als ze hem zonder de flatteuze opera-kleding ziet optreden tijdens een concert – hoe had ze zo kunnen dwepen met die lompe, burgerlijke timmerman! Elines teleurstelling is hevig, maar duurt niet lang. Een nieuwe ontwikkeling doet zich voor: Otto van Erlevoort vraagt haar zijn vrouw te worden. Eline twijfelt, ze voelt geen hartstochtelijke liefde voor Otto. Tijdens een avondje met enkele intieme vrienden voelt ze zich echter gedreven door een onzichtbare macht en ze stemt toe in een huwelijk. Vanaf dan voelt ze zich steeds rustiger en gelukkiger worden. In de zomermaanden die ze met Otto op de Horze doorbrengt, bereikt haar geluk een hoogtepunt. Ze voelt zich gezonder en vrolijker dan ooit tevoren. Op een nacht huilt Eline van geluk, later noemt ze dit het keerpunt; de gedachte dat het geluk ooit afgelopen kan zijn, zaaide een kiem van twijfel die niet meer weg zou gaan.
In de tijd dat Eline op de Horze was, logeerde Vincent bij Henk en Betsy. Betsy dacht dat het hun wat gezelligheid zou geven en Vincent zou dan wat minder geldzorgen hebben. Als Eline weer thuis is, blijft Vincent hangen – tot ergernis van Betsy. Eline werkt aan haar uitleg en voert vage, filosofisch getinte gesprekken met Vincent. O.a. over het noodlot. Bijna elke avond komt Otto dineren. Vincent wordt op een dag ernstig ziek, Eline gaat hem verplegen. Ze gaat Vincent steeds sympathieker vinden en verbeeldt zich dat Vincent een geheime liefde voor haar koestert. Voor Otto voelt ze af en toe een onverschilligheid, wat ze wanhopig tegen probeert te gaan: op de Horze hield ze zo innig veel van hem! Op een avond maakt ze met Betsy ruzie over Vincent en vaart daarna driftig uit tegen Otto; ze wordt dol van zijn eeuwige kalmte! Henk dwingt haar vergiffenis te vragen aan Otto, maar zowel Eline als Otto beseft die avond dat het afgelopen is met hun geluk. Otto koestert nog hoop, maar na enige tijd schrijft waarin ze de verloving verbreekt. Dat voelt ze als haar plicht; ze zal hem nooit gelukkig kunnen maken. Na het versturen van de brief huilt Eline zo wanhopig, dat Betsy en Henk het ergste vrezen. Na een ruzie met Betsy vertrekt Vincent naar Londen en vandaar naar New York, zijn vriend St. Clare weet daar een baan voor hem. Eline hoopt dat Vincent bij zijn afscheid over zijn liefde voor haar zal spreken, maar het enige wat hij doet is haar bedanken voor de goede zorgen. De dagen slepen zich eentonig voort; Eline is zelfs te lusteloos om Betsy tegen te spreken, als die tijdens het eten op Vincent scheldt. De eerste keer dat Eline weer mee uit gaat dineren, hoort ze Betsy weer kwaad spreken over Vincent en wijst haar terecht waar iedereen bij is. Thuis maken ze er ruzie over, Eline verlaat halsoverkop het huis. Ze zwerft rond in het noodweer, en vlucht dan naar Jeanne Ferelijn voor hulp. Ze heeft een zware kou wonen en blijft bij de Ferelijns om aan te sterken. Ze wil beslist niet terug naar Betsy.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden