Dooi door Rascha Peper

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
Boekcover Dooi
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo/vwo | 5904 woorden
  • 25 januari 2015
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
3 keer beoordeeld

Boekcover Dooi
Shadow
Dooi door Rascha Peper
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Uittreksel

Hoofdpersoon is de 58-jarige Ruben Saarloos, vertaler van beroep en al jarenlang getrouwd met Ina. Sinds hij zijn oude liefde voor de literatuur heeft afgezworen, vertaalt hij alleen nog maar non-fictie voor het geld. Hij is een somber en gedesillusioneerd man. Tijdens een tochtje met hun woonboot (de Harnasman) op het IJsselmeer om een nieuwe motor te testen, zijn Ruben en Ina in het ijs vast komen te zitten. Hun boot ligt naast een kunstmatig eiland.

Het verhaal begint als Ina over het ijs naar het vasteland is afgereisd, omdat ze niet langer op haar werk gemist kan worden en Ruben alleen achterblijft, in afwachting van de dooi. Zo is er voor hem alle aanleiding om na te denken over ouderdom, naderende dood en zijn vader. Rubens vader, een bioloog, heeft zijn leven lang gezocht naar de uitgestorven gewaande coelacanth, een fossiele vis met pootjes die de wegbereider zou zijn geweest voor de huidige amfibieën. Tot vijftig jaar geleden dacht men dat deze vis al tachtig miljoen jaar geleden was uitgestorven. Totdat Afrikaanse vissers in 1938 plotseling een exemplaar in hun netten vonden. Sindsdien waren er nog enkele coelacanthen gevonden. Ruben neemt het zijn (jong gestorven) vader nog altijd kwalijk dat hij zijn gezin in de steek liet om op 'een hersenschim' te jagen. Het toeval wil dat Ruben bezig is met een vertaling van een boek over het paargedrag van vissen. Omdat zijn gedachten telkens afdwalen en het boek veel lastige woorden bevat, vordert de vertaling maar moeizaam. Ruben desintegreert langzaam. Tijdens zijn dagelijkse tocht over het eiland meent hij een Chinese jonk aan de horizon te zien, een beeld dat even later oplost in het niets. Hij denkt ook een schaatser te zien. 's Avonds wordt hij gebeld door iemand die vraagt of de heer Omsof aanwezig is. Het telefoontje maakt hem bang. Die nacht denkt hij een insluiper op zijn boot te horen. Hoewel de dooi het ijs al aardig heeft aangetast, komt tot Rubens verwondering op een dag een schaatster naar zijn boot. Een jonge, roodharige vrouw: Bente Nerwanen, zo leest hij aan de binnenkant van de noren die ze heeft uitgetrokken, als hij haar bij hun tweede ontmoeting op zijn boot uitnodigt. Ruben nodigt haar uit voor de thee en heeft moeite om een gesprek op gang te houden, omdat ze weinig zegt. Bij haar vertrek vraagt ze plotseling of ze, als ze hier morgen misschien weer in de buurt schaatst, iets voor hem mee kan nemen. Inderdaad komt ze de volgende middag met de gevraagde sigaren. Ook nu begint het gesprek stroef. Nadat Ruben wat informatie over zichzelf heeft gegeven, zegt hij dat het nu haar beurt is. Ze blijkt aan de Vrije Universiteit pupillometrisch onderzoek te doen. Met enkele neurologen onderzoekt ze of er een relatie is tussen de ziekte van Alzheimer en pupilverwijding. Ze vertrekt met de belofte de volgende dag een pak lucifers te brengen.

Ruben bespeurt een verandering bij zichzelf. Hij voelt zich daadkrachtig en onweerstaanbaar aangetrokken tot het geheimzinnige 'sproetenmeisje', wier 'waterval van rood haar' een 'melancholiek gevoel van gemis en verlangen' in hem losmaakt. Ruben moet terugdenken aan zijn tante Mady, de vijftien jaar jongere zuster van zijn moeder, die zijn eerste liefde was geweest. Ze was jong gestorven na een ongeval. Aan dek van zijn boot cirkelen onophoudelijk kraaien om een spiegel. In een hallucinatie ziet Ruben plotseling een roerloos zittende kraai weerspiegeld met een snavel vol bloed, 'alsof hij zojuist in een verse prooi had zitten pikken'. Die middag verschijnt Bente weer, inderdaad met een pak lucifers. Hij heeft enkele keren de neiging om haar te omhelzen. Behalve over zijn liefde voor haar verbaast hij zich over zijn openhartigheid. Zo praat hij voor het eerst sinds twintig jaar ongeremd over zijn vader. Hij merkt dat zijn gevoelens voor hem zijn veranderd. 'Het is nu net of hij mijn zoon is, die zich onbezonnen en onverantwoord heeft gedragen, maar op wie je niet echt boos kunt zijn'. Ruben hoort van haar vreemde hobby: het seinen met morsesignalen. Ondanks de aanhoudende dooi belooft ze de volgende dag weer te komen en een krant mee te nemen. De volgende dag is het ijs door de aanhoudende dooi een zompige substantie geworden. Rond drie uur komt Bente tot zijn verbazing echter toch. Ze geeft hem niet de gevraagde Volkskrant maar The Daily Mirror. Hij is door haar aanwezigheid nerveus en begaat tijdens het theezetten enkele onhandigheden. Bente staat hem stilzwijgend peinzend aan te kijken. Voordat hij weet wat hij doet, stapt hij naar haar toe en omhelst haar. Ze gaan met elkaar naar bed. Tot twee keer toe komt hij klaar. Omdat ze voor het donker thuis wil zijn, vertrekt ze haastig rond half vijf. Ze belooft morgen vroeg in de middag te komen.  In The Daily Mirror leest hij tot zijn verbazing een artikel over de coelacanth, waarin uiteengezet wordt dat de opvatting dat de longvis een voorloper is van alle landdieren, als achterhaald moet worden beschouwd. Hij denkt aan de passie van zijn vader, die nu des te belachelijker wordt.

De volgende dag voelt hij zich 'jong, viriel, sterk'. Dan ziet hij een ijsbreker naderen. Even later wordt hij door de kapitein ervan, Bertelink, gebeld. Ruben hoort dat zijn vrouw de Kustwacht heeft gevraagd een vaargeul voor hem open te breken. Lichte paniek overvalt hem. Zou Bente de vaargeul op tijd opmerken? Aan een boom hangt hij een briefje voor Bente met de vraag hem te bellen. De Harnasman wordt uit het ijs bevrijd en Ruben kan naar zijn vaste ligplaats nabij Naarden varen. In totaal is hij zes weken met de boot weggeweest. Ina verwelkomt hem bij aankomst. 's Avonds komen vrienden en kennissen langs met whisky en champagne. In een provinciaal dagblad verschijnt een relaas onder de kop: 'Eenzame schipper overleeft Nova Zembla'. Hij moet aan het werk (de deadline van het vertaalwerk nadert), maar dat wil niet vlotten: hij blijft aan Bente denken. Hij heeft geen adres van haar, weet alleen dat ze als pupillometriste aan de VU werkt. Ina zegt tegen Ruben dat ze hem veranderd vindt: het lijkt alsof hij met zijn gedachten nog 'op dat eiland' is. Ruben probeert zich te vermannen en Bente van zich af te zetten. Het wordt half maart. Dan belt hij in een opwelling naar de VU. Hij hoort tot zijn verbijstering dat Bente Nerwanen juli vorig jaar is overleden. 'We zijn allemaal naar de begrafenis geweest. In Nibbixwoud', zegt een medewerkster van het laboratorium, waar Bente heeft gewerkt. Ze zegt hem mevrouw Faaskes te kunnen geven, die nauw met haar heeft samengewerkt. Maar Ruben hangt haastig op, danig in de war. Heeft 'zijn' Bente niet haar eigen naam genoemd, maar die van een dode? En die naam in haar noren dan? Was mevrouw Faaskes soms 'zijn' Bente? Ruben gaat naar het universiteitencomplex van de VU, ziet het laboratorium, blijft er een uur staan, maar komt er niet toe naar binnen te gaan. Hij voltooit de vertaling van het vissenboek. De dag dat hij de vertaling inlevert, meent hij Bente te zien lopen. Ze is het niet. Tijdens het opknappen van zijn boot voelt hij een diep fysiek verlangen naar haar. Maar zijn gevoelens voor haar nemen af, 'men is niet voor niets achtenvijftig'. Ondanks zijn vertaalachterstand werkt hij dat voorjaar veel aan de boot. Een enkele keer haalt hij nog wel het telefoonnummer van het laboratorium tevoorschijn en overweegt hij te vragen of er nog iemand werkt met rood haar. Een 'vage angst' weerhoudt hem er echter van. In verband met een nieuwe vertaling over West-Europese havensteden in de Gouden Eeuw die hij heeft aangenomen, reist Ruben naar Hoorn. Op de terugweg hoort hij bij het station een engelachtig meisje tegen haar vriendin zeggen dat ze met de bus naar Nibbixwoud gaat. Ruben besluit met de streekbus mee te gaan. Door de chauffeur laat hij zich het kerkhof van Nibbixwoud wijzen. Systematisch bekijkt hij de grafstenen. Op een liggende steen van zwart marmer ontdekt hij de naam: Bente Johanna Nerwanen, eronder de geboorte- en sterfdatum (3 juli). Ze was achtentwintig jaar geworden. In een impuls legt hij de zes appels die hij gekocht heeft op het graf; hij verlaat het kerkhof. In de trein gebeurt er iets bijzonders: zijn verdriet ontlaadt zich en de tranen blijven stromen. 'Toen de trein Purmerend naderde en er geloop kwam, was het over'. Hij werkt weer aan zijn boot en jaagt er in een paar maanden twee vertalingen door. In Ina's zomervakantie varen ze met de Harnasman een eind de Rijn en Donau op. Na thuiskomst begint hij aan een nieuwe vertaling.  Op een warme dag in september krijgt Ruben bezoek van de Dood. Hij is niet bang en zegt wel mee te willen. 'Het is alleen beroerd voor mijn vrouw'. Maar hij gaat niet, 'Ruben Saarloos was er de man niet naar om zich lang door fantasieën en hersenspinsels te laten ringeloren'. Steeds minder vaak denkt hij aan Bente. In november wordt hij nog een keer aan haar herinnerd. Tijdens een kijkdag van een grote veiling van scheepsattributen in Amsterdam ziet hij een oud seintoestel en een leerboek met het morsealfabet erin. Hij loopt naar buiten en is in gedachten weer alleen op zijn eiland. Hij denkt aan de duizenden, miljoenen, ijle geluidjes van ver boven, niet waarneembaar voor het menselijk oor, 'boodschappen van buitenaardse wezens'. Dan voegt Ina zich bij hem en veegt hij haastig een traan weg. Ze kopen nog een mooie, antieke scheepslantaarn op de veiling, 'voor een prikje'.

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

 

Analyse

Titel

'Dooi' kan op de eerste plaats letterlijk worden genomen: na een periode waarin het hard gevroren heeft, is de temperatuur boven nul gekomen en is de dooi ingetreden, waardoor het ijs gaat smelten.

Figuurlijk opgevat slaat de titel op de verandering in gemoedsgesteldheid bij Ruben: hij is onzeker en angstig geworden: 'En die weersomslag had zijn geest beïnvloed. Geen sprake van dat hij twee weken geleden, toen het nog vroor dat het kraakte, zo gek was geweest om te denken dat er een insluiper op de boot was. De vorst had zijn wezen gestaald, de dooi verslapte het nu'

'Dooi' slaat ook op de omslag bij Ruben, als de rode schaatster in zijn leven komt: hij verandert dan van gereserveerd, gelaten, berustend, cynisch en uitgeblust in gepassioneerd, uitgelaten, energiek en viriel. 'De dooi had hem verweekt en overdreven sensibel gemaakt (...)'.

Ten slotte kan 'dooi' ook worden gezien als de veranderde kijk van Ruben op zijn vader. Hij haat hem niet meer, is veel milder over hem gaan denken en koestert zelfs bewondering voor diens levenslange passie een coelacanth te vinden: 'Blijkbaar moest ik eerst ver in de vijftig worden, voordat ik de grootsheid kon inzien van zo'n obsessie. Ja, grootsheid, dat is het woord'.

 

Genre

Dit boek een psychologische roman, met als hoofdgenre is lyriek omdat het gaat om de emotionele gebeurtenissen. Ruben maakt allerlei dingen mee, die emotioneel belangrijk zijn. Hij kan er ’s nachts niet van slapen en ziet dingen die er niet zijn. Ook gaat hij op zoek naar Bente Nerwanen, die dood blijkt te zijn. Hij praat met haar weer over zijn vader, terwijl hij nooit met iemand over zijn vader praat.

 

Thema

In dit boek zijn meerdere thema’s zoals onmogelijke liefde, eenzaamheid, de dood en jeugdleed.

 Onmogelijke liefde: Ruben Saarloos is getrouwd met Ina. Hij is 58 jaar en verwacht niet dat hij nog een keer echte hartstocht en verliefdheid zal voelen. Als hij echter Bente Nerwanen ontmoet, wekt zij gevoelens bij hem op waarvan hij dacht ze niet meer te hebben. Ze wekt een gevoel van gemis en verlangen bij hem op. Hij wordt hopeloos verliefd op haar, terwijl hij al getrouwd was. “Hij hield toch van Ina? Wat gebeurde er dan nu met hem? Wat sloeg hem zo uit het lood? Was hij verliefd? Het woord alleen al wekte een hevige irritatie. Misschien was het maar beter als dat meisje morgen niet meer kwam”. Tijdens de derde ontmoeting bedrijven ze de liefde. Na die dag verdwijnt ze uit zijn leven. Terug in de bewoonde wereld denkt hij nog vaak aan haar en gaat hij naar haar opzoek. Ze is echter in het niets verdwenen, maar wat wilde hij nu eigenlijk als hij haar wel gevonden had, zijn vrouw bedriegen? Hij beseft dat het een onmogelijke liefde geweest zou zijn.

Eenzaamheid: Tijdens zijn verblijf op de boot heeft Ruben het erg moeilijk met de eenzaamheid. Na het vertrek van zijn vrouw had hij zelfs even een inzinking. Het isolement heeft een afstompende werking, hij verliest zijn concentratie en zijn vertaalwerk lijdt er onder. Hij beschrijft zichzelf als een mensenhater, maar na zes weken isolement verlangt hij toch weer naar mensen. “Hij zette de radio aan: het was wel geen tijd voor nieuws of weerbericht, maar je wilde wel eens een menselijke stem horen”. Nadat Bente op een dag naar hem toe schaatst en een praatje met hem maakt is “de onafzienbare monotonie van de dagen doorbroken”. Ze belooft hem de volgende dag weer langs te komen, maar “ook dagen met een belofte kunnen traag verlopen”.

De dood speelt ook een belangrijke rol in het boek. Ruben heeft angst voor de dood, maar nadat hij terug komt in de bewoonde wereld is deze angst verdwenen. Als hij een bezoek van de dood krijgt, gebeurt het volgende: “Ja ik kom, zei hij zonder zich om te draaien. Nou, je werkt sportief mee, zei de Dood. Dat is prettig”. Op dat moment vraagt hij de dood: “Kan het zijn dat je een halfjaar geleden op het IJsselmeer was? Toen heb je me bang gemaakt. ’t Is mogelijk. Maar nu ben ik niet wanhopig en ook niet bang”.

Ruben heeft het vertrek van zijn vader nooit verwerkt. Tijdens zijn verblijf op de boot op het IJsselmeer ziet hij de grootsheid van zijn vaders obsessie voor de coelacanth in en kan hij zich hier enigszins bij neerleggen.

 

Motieven

Motieven die het thema ondersteunen:

 - Het nadrukkelijk aanwezig zijn van krassende kraaien (teken van de dood).

 - Het in de spiegel kijken van de kraaien. De dood is Ruben's spiegel.

 - Het spookschip dat Ruben in de verte ziet.

 - De aanwezigheid van Vlaamse gaaien (teken van de dood).

 - Dode konijnen.

 - Het telefoontje, waari Ruben werd verteld dat meneer Omsof (de dood) aan boord is.

 - Het kraken van Ruben's boot. Het lijkt alsof er nog iemand aan boort is. Dit is de dood.

 - De aanwezigheid van Bente Nerwanen, een meisje dat uit de dood is opgestaan.

 - Het te vroege sterven van Ruben's nichtje Mady en van Ruben's vader.

 Overige motieven:

 - Jeugdtrauma's: Ruben Saarloos heeft zijn jeugdtrauma's nooit kunnen verwerken. Door een gebrek aan warmte en mislukkingen in zijn jeugd heeft Ruben geen vrede met zijn leven. "Maar 's nachts, toen hij sliep, borduurde zijn onderbewustzijn weer doodgemoedereerd voort op een heel ander thema; iets waarvan hij meende dat hij er al minstens veertig jaar mee afgerekend had, maar dat blijkbaar zijn eigen weg ging en in deze weken van afzondering en afwachten de kans schoon zag opnieuw de kop op te steken en zij nachtelijke brein te beheersen.

 - Pantsering tegen een moderne en kille maatschappij. Ten gevolge van deze pantsering is Ruben mensenschuw geworden.

 - Verliefdheid en gevoel: Ruben keert zich voor zijn "ontdooiing tegen gevoel en warmte. Hij is een kille persoonlijkheid. "Nou kweenie, zei het meisje, ik had gewoon de hele dag vlinders in me buik". "Met een grom zette hij (Ruben)de radio weer uit"."Vlinders in je buik, een van de ergste uitdrukkingen". Een paar dagen later had Ruben zelf vlinders in zijn buik en kwam hij tot de conclusie dat hij verliefd was.

 - Het ontstaan van dementie ten gevolge van emotionele oorzaken bij Ruben.

 - Schuldgevoel: Ruben voelt zich schuldig tegenover zijn vrouw Ina als hij met Bente de liefde bedrijfd. Bovendien voelt hij zich schuldig als hij hoort dat Bente dood is. Hij dekt dat Bente door hem zijn schuld op het gevaarlijke ijs is omgekomen.

 - Relatieproblemen: De vader van Ruben misbruikt zijn vrouw, zijn vrouw moet altijd voor hem klaarstaan, terwijl vader Saarloos altijd weg is en het geld van zijn vrouw meeneemt. Ruben op zijn beurt bedriegt zijn vrouw Ina, als hij met Bente de liefde bedrijfd.

 - De dooi van ijs: Het is een symbool van het bevroren harnas van Ruben dat ontdooit.

 - Vuur en licht: Het vuur ontdooit Ruben. Als Ruben ontdooit is dan ziet hij weer licht in het donker. De belangrijkste symbolen voor vuur zijn: de vuurrode haarkleur van Bente en de lucifers die zij meeneemt. Het belangrijkste symbool voor licht is de scheepslantaarn die Ruben op het einde van het verhaal, als hij zij trauma's verwerkt heeft, koopt.

 - Het oproken van een sigaar: Als Ruben de laatste sigaar, die Bente hem gegeven heeft, opgerookt heeft, is het hoofdstuk Bente voor hem afgesloten. Blz. 145: "Alsof het opsteken van die laatste sigaar Bentes bestaan definitief in rook zou laten opgaan".

 

Idee

Sommige mensen zitten zo met hun eigen leven in de knoei dat ze zich allerlei rare beelden in hun hoofd halen

Opbouw

De auteur heeft het boek ingedeeld in 10 hoofdstukken. De hoofdstukken zelf zijn gestructureerd met regels wit, die vaak een tijdsprong aangeven, het is dus fragmentarisch tijdverloop. Fabel en sujet zijn dus ook niet gelijk, door de tijdsprongen en terugblikken. Steeds als hij aan zijn vader denkt, is het eigenlijk een terugblik. Als innerlijke organisatie zijn er 2 verhaallijnen. Zijn jeugdleed dat hij verwerkt, hij begrijpt zijn vader steeds beter, maar ook zijn gevoelens voor Bente en Ina. Op het eind komen beide verhalen samen door het besluit dat hij gelukkig is en nog niet met de Dood mee gaat.

Het begin van het verhaal is open, als je het tenminste bekijkt vanaf het tweede hoofdstuk. Het verhaal begint hier dat Ruben gewoon zijn dagelijkse wandeling over het eiland maakt. Als je begint bij hoofdstuk 1 is het in midden-in-de-opening, maar dan zou het wel heel vreemd zijn, want het eerste hoofdstuk blijkt pas na hoofdstuk 3 een betekenis te hebben. Dan kom je er pas achter dat het over Bente gaat.

Het einde is open, het eindigt heel plotseling en je weet niet hoe het nu gaat met de Dood en of hij Bente ooit nog terugziet.

 

Tijd

Hoewel dit nergens in het verhaal beschreven is, ga ik er van uit dat het verhaal zich in deze tijd (aan het einde van de twintigste eeuw) afspeelt. Het grootste gedeelte van het verhaal speelt zich af tijdens een strenge winter, in deze tijd.

Het verhaal is chronologisch geschreven met enkele flash backs. Ik heb geen flash forwards kunnen ontdekken.

Een belangrijke flash back, is als Ruben zijn vader en de Coelacanth herinnert.

Tevens denkt hij terug aan zijn overleden nichtje Mady, zijn moeder, enkele werkervaringen, enkele jeugdproblemen en hoe hij op het IJsselmeer beland is. De belangrijkste flash back staat op bladzijde 156, als hij terugblikt naar de mensen die een belangrijke rol in zijn leven hebben gespeeld en die hij voor zijn dood nog eens zou willen ontmoeten. "Een tante van me die lang geleden in Turkije van een dak gevallen is, zei hij". "En mij vader, die wil ik nog wat vragen". "En een vrouw die me vorige winter een paar keer opgezocht heeft, toen ik ingevroren lag in het IJsselmeer; die zou ik willen terugzien". Zowel tijdverdichting, als tijdrekking komen in het verhaal voor.

 

Vertelde tijd

De vertelde tijd van het verhaal enkele maanden. Om precies te zijn van begin januari tot en met mei.

 

Vertelsituatie

Het vertellersperspectief is het personaal perspectief (hij-zijverteller). Het verhaal wordt in de hij-vorm verteld. In het boek Dooi krijgt de lezer een vrij goed beeld van het hoofdpersonage: Ruben Saarloos. Elke handeling ziet de lezer door de ogen van Ruben Saarloos. "Hoe vond je het bij me, zou hij haar willen vragen"(Ruben over Bente). Het gevolg hiervan is dat de lezer een vrij beperkt beeld krijgt van de andere personages, omdat hij alles door de ogen van het hoofdpersonage ziet. Het verhaal heeft geen wisselend standpunt.

 

Ruimte

Belangrijkste plaats van handeling: een klein eilandje in het bevroren IJsselmeer, waar Ruben met zijn boot is vast komen te zitten.

 -Amsterdam: Dit is de thuishaven van Ina, Ruben en hun boot de Harnasman.

 -Het universiteitscomplex van de VU: Hier gaat Ruben naar toe om Bente te zoeken.

 -Nibbixwoud: De woonplaats van Bente. Ruben zoekt hier het graf van Bente op.

 

Personages

Ruben Saarloos:

Ruben is het hoofdpersonage van dit boek. Zijn naam Ruben Saarloos betekent Ruben zonder Saar (geliefde). Hij bemint enkel zijn boot nog met hartstocht. Ruben Saarloos is achtenvijftig jaar en vertaler van beroep. Ruben is getrouwd met Ina, zij hebben geen kinderen. Je komt in het boek steeds meer te weten over hem. Bovendien maakt hij een ontwikkeling door in het boek. Hij is dus een round character. Ruben vertaalt Egelse wetenschappelijke boeken. Ondanks het feit dat hij de meeste boeken gruwelijk vindt, kan hij zich bij dit werk in zichzelf terugtrekken en heeft hij hierbij geen last van anderen. Helemaal alleen op het IJsselmeer is Ruben dan ook in zijn element, hij wordt niet lastiggevallen. Ruben wordt op het IJsselmeer tijdelijk uit zijn gewone doen gehaald om eens goed over zichzelf te kunnen nadenken. Op zijn boot maakt hij een louche indruk, met zijn slordige kleren en zijn stoppelbaard. Ruben is een slechte persoonlijkheid: hij is geremd en niet levensblij. Bovendien is hij mensenschuw. Waarschijnlijk lijdt Ruben aan dementie. Ruben heeft er een hekel aan om onder de mensen te komen, hij heeft vooral een hekel aan de collega's van zijn vrouw. "De doodenkele keer dat hij er kwam (op het kantoor van zijn vrouw), ergerde hij zich aan de grappen van de blaaskaken met wie zijn vrouw dagelijks moest omgaan". Ook wensen enkele mensen hem sterkte met zijn verblijf op zijn boot. Ruben gelooft echter niet dat zij dit serieus menen.

Hij heeft last van jeugdtrauma's. Hij werd in zijn jeugd verwaarloosd door zijn vader, die zijn leven in het teken gezet had van een kansloze odernemig: het vinden van de enige overgebleven Coelacanth. Met zijn moeder kon hij ook niet goed overweg. Bovendien heeft het overlijden van zijn nichtje Mady hem diep getroffen. Mady was een van de weinige lichtpuntjes in zijn jeugd. "als Mady op bezoek kwam, was het huis op slag licht en vrolijk, alsof er blinden voor de ramen waren weggehaald". Door deze gebeurtenissen heeft Ruben in zijn jeugd op het punt gestaan om zelfmoord te plegen. (Ruben tegen de dood) "Vroeger heb ik je een keer geroepen", zij Ruben,"toen ik een jaar of achttien was". "Ik was wanhopig". Ruben vraagt zich af of hij een ander mens geworden als zijn vader normaal voor zijn gezin gezorgd had. Had hij dan zijn studie voltooid en carriere gemaakt? Zat hij hier op zijn achtenvijftigste nog zijn vader de schuld van zijn mislukkingen te geven? Hij kan (en wil) zich niet van deze jeugdtrauma’s bevrijden. Er wordt beschreven dat Ruben kotsmisselijk werd van het boek: Being afraid of your emotions. Het lijkt erop dat Ruben de angst voor zijn emoties niet wil overwinnen om een levensblije en communicatieve persoonlijkheid te worden.

Door een opeenstapeling van gebeurtenissen is Ruben zich gaan pantseren tegen wat het leven met je kan doen. Hij is een "harnasman" geworden. Alleen warme persoonlijkheden zijn in staat om hem te helpen, zoals zijn nichtje Mady, en de schaatster die hem op zijn boot bezoekt. "Dat zoete vrouwelijke rood deed hem duidelijk beseffen hoe vaal en verschraald zijn bestaan georden was en hoe dor en vreugdeloos zijn gedachten". Bente brengt weer kleur en vuur in zijn leven. Zijn vrouw Ina slaagt er niet in om Ruben te ontdooien. Na drie ontmoetingen zou hij Bente echter nooit meer zien. Bente was van de ene op de andere dag verdwenen. ‘Liep je de ene dag nog door een veld met rode klaprozen, de volgende dag was al het rood van het veld verdwenen en waren de klaprozen wit.’

 

De schaatster:

Bij de analyse van de schaatster die Ruben opzoekt, ga ik er vanuit dat dit Bente Nerwanen is die uit de dood is opgestaan. De dood komt Ruben dus opzoeken.

Bente is een van de twee warme personages die Ruben kunnen helpen (Bente en Mady). Ondanks het feit dat Bente weinig over zichzelf verteld, kom je in de loop van het verhaal steeds meer over haar te weten. Zij is dus een round character.

Bij de eerste ontmoeting met Ruben was zij geheel in het zwart gekleed (de dood).

Het valt Ruben bovendien op, dat zij erg luchtig gekleed is. De echte Bente Nerwanen is in de zomer (begin juli) overleden. Vermoedelijk staat Bente uit de dood op en bezoekt zij Ruben in de zomerkleding waarin zij gestorven is. Bente is rond de twintig jaar oud. Zij heeft een lichte, sproetige huid en rode haren. Bovendien is zij bleek en mager (een teken van de dood). Bente vormt een overeenkomst met de Coelacanth (de vis waarna de vader van Ruben op zoek was). Beiden zijn na hun dood rood. Zowel Bente als de Coelacanth hebben dezelfde functies: zij zijn de enigen die Ruben en zijn vader kunnen helpen. Beiden zijn bovendien levende fossielen.

Tijdens de ontmoetingen tussen Bente en Ruben praten zij vooral over Ruben. Opvallend is dat Bente weinig over zichzelf loslaat. Zij vertelt hem weinig of niets over haar priveleven. Op de vraag waar zij vandaan komt, antwoord zij slechts: "van ver". Ook geeft zij nooit een duidelijke bevestiging van haar naam. "Ze leek een ogenblik na te denken, alsof zij ook over haar eigen naam nog moest nadenken". Ruben komt er dus nooit achter of haar werkelijke naam Bente Nerwanen is.

Bente verteld Ruben echter wel over haar beroep en dat zij woonachtig is in Nibbixwoud. Als medisch analyste onderzoekt zij het verband tussen de ziekte van Alzheimer en pupilverwijdering. Alzheimer is een vorm van dementie. Door emotionele oorzaken kan er een persoonlijkheidsverandering ontstaan. Dementie kan gepaard gaan met vereenzaming en isolering. Men kan er dus vanuit gaan dat Ruben lijdt aan dementie. Bente verwijderd Ruben's pupillen en probeert Ruben zo over zijn dementie te helpen.

Ruben komt maar weinig over Bente te weten. Bente blijkt echter het nodige van Ruben te weten. Als Ruben haar vraagt de Volkskrant mee te nemen, neemt zij hem de Dailey Mirror mee, waarin een stuk over de Coelacanth staat. De Coelacanth en de zoektocht van zijn vader, is Ruben's dagelijkse spiegel. Toeval? Of weet zij meer van Ruben? Na de drie ontmoetingen zou Ruben Bente nooit meer zien. Het bleek dat zij in de zomer gestorven was. Met zijn verlangen om deze schaatster terug te zien dreigt Ruben in de voetsporen van zijn vader te treden. Ruben ziet tijdig in dat hij Bente nooit meer zal terugzien. "Alsof het opsteken van die laatste sigaar Bentes bestaan definitief in rook zou laten opgaan".

 

 

Bram Saarloos (de vader van Ruben):

De vader van Ruben was een vader die geen vader kon zijn. Zijn vader was een man die zijn leven in het teken had gezet van de zoektocht naar de als enig overgebleven Coelacanth. Bram Saarloos startte deze zoektocht door het verlangen om de twintigste eeuw, met al haar technologische ontwikkelingen de rug toe te keren. "Iemand die ziel en zaligheid aan een vis verkwanseld had en niet wist hoe oud zijn eigen kinderen waren". Bij deze zoektocht stond hij alleen tegenover een rijke Brit. Zijn onderneming was dus kansloos. Aangezien de kenmerken van zijn vader in de loop van het verhaal niet veranderen, is hij een flat character. Voor Ruben was zijn vader een vreemde, nerveuze en bruine man. Ruben noemt een verblijf van zijn vader: "enkele onwennige weken, waarin iedereen zich behoedzaam en geforceerd gedroeg". Vervolgens verdween zijn vader met het spaargeld van zijn moeder om weer een nieuwe zoektocht naar de Coelacanth te beginnen.

Zijn vader probeerde warmte bij de Coelacanth te vinden, dit lukte hem niet. Kort na zijn dood werd de laatste Coelacanth gevonden. Ruben vond warmte bij Bente. Zijn vader is te vroeg gestorven: hij had zijn leven niet verwerkt en hij was dus niet klaar om te sterven. Ruben is echter wel klaar voor de dood. Dankzij Bente heeft hij zijn trauma's en mislukkingen kunnen verwerken.

 

De moeder van Ruben:

De moeder van Ruben wordt in het verhaal nauwelijks beschreven. Ook maakt zij geen ontwikkeling door. Zij is dus een flat character. Zijn moeder werd door haar man in de steek gelaten met twee kleine kinderen. Toen er geen inkomsten meer binnenkwamen ging zij lesgeven op een gereformeerd gymnasium. Haar man nam vervolgens al het spaargeld af voor zijn kansloze onderneming. Omdat ze troost zocht in haar eenzaamheid en verbittering, werd zij overdreven godsdienstig. "Alsof zij zijn vader wilde overtroeven met een 'echte' zingeving in het leven."Psalmen en Bach, hooggesloten bloezen, strengheid en soberheid". Ondanks dat Ruben zich tegen zijn vader keerde, kon hij met zijn moeder ook niet goed overweg. Zij was geen warme persoonlijkheid.

 

Ina Saarloos:

Ina Saarloos is de vrouw van Ruben Saarloos. Ze maakt geen ontwikkeling door in het verhaal en is dus een flat character. Ina heeft blond haar met een slordig knotje. In tegenstelling tot Ruben is Ina levenslustig en heeft zij een groot vertrouwen in de mensheid. Ina werkt als secretaresse op een accountantskantoor. Ruben kan goed met Ina oposchieten, al heeft hij nog nauwelijks hartstochtelijke gevoelens voor haar. Dat Rubens huwelijk na dertig jaar nog niet verdord was, kwam dan ook door Ina. "Ina had van het begin af aan begrepen, dat ze bij Ruben, beter zelf het heft in handen kon nemen". Ondanks dat Ruben van Ina hield, raakt Ruben verliefd op Bente. Ina is dus blijkbaar niet in staat om Ruben de warmte te geven, die Bente hem kan geven.

 

Mady:

Mady was de vijftien jaar jongere zus van Ruben's moeder. "Toen hij (Ruben) nog een korte broek droeg, was zij (Mady) een bakvis". Mady was een warme persoonlijkheid, die de strengheid en soberheid in het gezin Saarloos doorbrak. Zij was een van de weinige lichtpuntjes in de jeugd van Ruben. "Pas in zijn studententijd had hij (Ruben) zich gerealiseerd dat Mady zijn eerste liefde was geweest". Mady zou veel te vroeg sterven, toen zij tijdens een zomervakantie in Turkije van een dak viel. Aangezien Mady slechts sporadisch in het verhaal voorkomt en ook geen ontwikkeling doormaakt, is zij een flat character.

 

Stijl

Rascha Peper gebruikt niet echt heel lange zinnen, maar ze zijn wel langer dan de gemiddelde zin. Er worden niet erg veel bijvoeglijke naamwoorden gebruikt, behalve als het Bente betreft. Het is een boek wat niet moeilijk is om te lezen. Ze gebruikt bijna altijd redelijke taal, niet te ouderwets en omslachtig, maar er komen niet veel dialogen in het boek voor. Wat wel heel kenmerkend is voor Rascha Peper en ook goed naar voren komt in dit boek is haar prachtige, bijna filmische ruimtebeschrijvingen.

 

Tekstbelevingsverslag

Het onderwerp

Ik vond het een heel erg interessant onderwerp, vooral omdat je goed door moet denken over bepaalde gebeurtenissen in het boek, bijvoorbeeld de zwarte kraaien, de dode konijnen, het telefoontje voor meneer Omsof etc. Natuurlijk kan dit niet gebeuren in onze eigen wereld dat is wel een beetje erg ver gezocht. Zoals die toestand met Bente die al bijna een jaar dood blijkt achteraf. Ik had eigenlijk nooit nagedacht over een onderwerp als deze, maar ik vind het wel heel erg boeiend. Het onderwerp werd erg uitvoerig besproken vind ik.

 

De gebeurtenissen

Het belangrijkste in het boek zijn de gedachten van Ruben, het laat helemaal zien wat er allemaal in hem omgaat op het moment dat hij in zijn eentje over het eiland wandelt of op het moment dat Bente weer op bezoek komt. Ik vind dat er wel wat meer had mogen gebeuren in het boek, wat meer actie en wat minder gedachten, want op een gegeven moment gaat dat een beetje vervelen. Ik vond de gebeurtenissen die er waren erg verrassend zoals de dode konijnen, het feit dat Bente al een jaar dood blijkt te zijn en dat soort dingen. De afloop vond ik eigenlijk wel het spannendste en verrassendste van het hele boek. Ik had echt nooit gedacht dat er zo'n einde aan zou komen. Ik heb niet eerder boeken gelezen over mensen die eenzaam en alleen ergens afgesloten leven, maar ik vond dit ene boek wel leuk. Ik ga er denk ik niet meer boeken over lezen. Ik ben aan het denken gezet over wat eenzaamheid met een mens kan doen, hoe het de persoon kan beïnvloeden, ook als deze weer terug komt in de samenleving. Het boek gaat vooral om de gedachten van Ruben, want er gebeurt niet veel bijzonders. Dat kan ook niet omdat hij vast zit op een klein eilandje in zijn eentje. Er komt niet veel toeval voor in het boek dus de rol van het toeval is ook niet groot. De spanning in het boek heeft te maken met de gebeurtenissen, want je vraagt je af of Ruben Bente ooit nog tegenkomt.

 

Opbouw

Het verhaal is niet ingewikkeld opgebouwd en erg begrijpelijk. De zinnen zijn niet echt lang en er worden nauwelijks moeilijke woorden gebruikt. De volgorde van vertellen is niet gelijk aan die van gebeuren, omdat er ook flashbacks in het verhaal worden beschreven. Het boek wordt hier niet onduidelijker door, maar je begrijpt juist meer van het verhaal en de personages.

 

Personages

Het belangrijkste personage is Ruben Saarloos, want je volgt hem constant in zijn leventje op het eenzame eiland. Ik kan me wel met het personage identificeren, omdat ik denk ik ook wel een beetje gek zou worden als ik zo lang alleen zou zijn. Ruben en de schaatsster reageren volgens mij niet voorspelbaar, omdat Ruben met de schaatsster naar bed gaat terwijl hij gelukkig is met zijn vrouw Ina. Ook vind ik het onvoorspelbaar van de schaatsster, omdat zij met een 30 jaar oudere man naar bed gaat terwijl zij Ruben helemaal niet goed kent.

Het belangrijkste personage is Ruben Saarloos, want je volgt hem constant in zijn leventje op het eenzame eiland. Ik kan me wel met het personage identificeren, omdat ik denk ik ook wel een beetje gek zou worden als ik zo lang alleen zou zijn. Ruben en de schaatsster reageren volgens mij niet voorspelbaar, omdat Ruben met de schaatsster naar bed gaat terwijl hij gelukkig is met zijn vrouw Ina. Ook vind ik het onvoorspelbaar van de schaatsster, omdat zij met een 30 jaar oudere man naar bed gaat terwijl zij Ruben helemaal niet goed kent.

 

Conclusie

Ik vond het een leuk en interessant boek om te lezen, ook al was het soms een beetje vaag, met de Dood enzovoorts. De verschillen met andere boeken die ik heb gelezen is vooral het thema. Dooi gaat over het eenzame leven van Ruben op een klein eilandje, terwijl ik normaal graag boeken lees met een romantisch tintje. Toch vond ik dit geen saai boek om te lezen, vooral omdat Dooi ook niet zo’n dik boek is en er niet eeuwig over een bepaalde gebeurtenis wordt gepraat. Toch blijft mijn voorkeur toch uitgaan naar romantische boeken.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Dooi door Rascha Peper"