Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Dooi door Rascha Peper

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
Boekcover Dooi
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 2135 woorden
  • 14 juni 2003
  • 67 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
67 keer beoordeeld

Boekcover Dooi
Shadow
Dooi door Rascha Peper
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1. -Naam auteur: Rascha Peper (pseudoniem voor Jenny Strijland) -Titel: Dooi -Plaats van uitgave, jaar van eerste druk en de door mij gelezen druk: Amsterdam, 1999, eerste druk. -Motto: n.v.t. 2. Gegevens over de auteur: Rascha Peper is pseudoniem voor Jenny Strijland. Zij werd geboren op 1 januari 1949 in Driebergen. Ze groeide op in een beschermd milieu, waarin volgens haar de godsdienst miste. Ze studeerde Nederlands, met als hoofdvak Middelnederlandse literatuur, en werkte enige tijd als lerares. In 1983 verhuisde ze naar Wenen vanwege het werk van haar partner die in dienst was van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Daar begon ze, omdat ze zich nogal "op zichzelf teruggeworpen" voelde en omdat ze ernstig ziek werd, serieus werk te maken van het schrijven. In die tijd ontstond de eerste versie van haar boek "Oesters". Na de publicatie van haar eerste verhalen in "Hollands maandblad" en "Tirade", zette ze zich aan het herschrijven van deze roman omdat ze "in alle valkuilen van een beginnend schrijver was getuind". Najaar 1999 verhuisde ze naar New York, waar haar man als diplomaat bij de VN-missie werkzaam is. Rascha Peper streeft ernaar boeken te schrijven die vooral boeien door een meeslepend verhaal. Haar romans zijn leesboeken met boeiende karakters en sfeervolle details. Haar thema's ontleent ze vaak aan berichten uit de krant. Zoals de figuren in haar werk een gepassioneerde verzameldrang hebben, zo verzamelt zij zelf krantenknipsels waarin ze een verhaal ziet. Deze werkwijze brengt met zich mee dat Rascha Peper geen autobiografisch schrijfster is met het soort werk dat voornamelijk te herleiden is tot zaken uit haar eigen leven. Het enige boek waarvoor dit eigenlijk niet opgaat is Oesters. Andere bekende werken van Rascha Peper zijn o.a. Een Spaans hondje, Rico's vleugels en Russisch blauw. 3. Plaats waar het verhaal zich afspeelt / vertelde tijd: Het verhaal speelt zich voornamelijk af op een boot die vastzit in het ijs bij een klein eilandje in het IJsselmeer (wat duidt op de isolatie van de hoofdpersoon van de buitenwereld) De vertelde tijd van het verhaal beslaat ongeveer enkele maanden. Om precies te zijn van begin januari tot en met mei. Ik ga er vanuit dat het geheel zich afspeelt in de twintigste eeuw (er komt een computer in voor). Andere plaatsen waarin het verhaal zich afspeelt: -Amsterdam: Dit is de thuishaven van Ina, Ruben en hun boot de Harnasman. -Het universiteitencomplex van de VU: Hier gaat Ruben naar toe om Bente op te zoeken. -Nibbixwoud: De wooplaats van Bente. Ruben zoekt hier het graf van Bente op.
4. Hoofdpersonen: Ruben Saarloos: Ruben Saarloos is het hoofdpersonage van dit boek. Zijn naam Ruben Saarloos betekent Ruben zonder Saar (geliefde). Hij bemint enkel zijn boot nog met hartstocht. Ruben Saarloos is achtenvijftig jaar en vertaler van beroep. Ruben is getrouwd met Ina, zij hebben geen kinderen. Hij is een rond karakter. Op zijn boot maakt hij een louche indruk, met zijn slordige kleren en zijn stoppelbaard. Ruben is mensenschuw. Waarschijnlijk lijdt hij aan dementie. Ruben heeft er een hekel aan om onder de mensen te komen, hij heeft vooral een hekel aan de collega's van zijn vrouw. Blz. 23: "de doodenkele keer dat hij er kwam (op het kantoor van zijn vrouw), ergerde hij zich aan de grappen van de blaaskaken met wie zijn vrouw dagelijks moest omgaan". Ook wensen enkele mensen hem sterkte met zijn verblijf op zijn boot. Ruben gelooft echter niet dat zij dit serieus menen. Hij heeft last van jeugdtrauma's. Hij werd in zijn jeugd verwaarloosd door zijn vader. Met zijn moeder kon hij niet goed overweg. Bovendien heeft het overlijden van zijn nichtje Mady hem diep getroffen. Mady was een van de weinige lichtpuntjes in zijn jeugd. Blz. 71: "als Mady op bezoek kwam, was het huis op slag licht en vrolijk, alsof er blinden voor de ramen waren weggehaald". Door deze gebeurtenissen heeft Ruben in zijn jeugd op het punt gestaan om zelfmoord te plegen. Blz. 155: (Ruben tegen de dood) "Vroeger heb ik je een keer geroepen", zij Ruben,"toen ik een jaar of achttien was". "Ik was wanhopig". Ruben vraagt zich op bladzijde 43 af of hij een ander mens geworden als zijn vader normaal voor zijn gezin gezorgd had. Hij kan (en wil) zich niet van deze jeugdtrauma's bevrijden. Ruben is een "harnasman" geworden. Alleen warme persoonlijkheden zijn in staat om hem te helpen, zoals zijn nichtje Mady, en de schaatsster die hem op zijn boot bezoekt. Blz. 34: "Dat zoete vrouwelijke rood deed hem duidelijk beseffen hoe vaal en verschraald zijn bestaan geworden was en hoe dor en vreugdeloos zijn gedachten". Bente brengt weer kleur in zijn leven. Zijn vrouw Ina slaagt er niet in om Ruben te "ontdooien". Bente Nerwanen: Bente is een van de twee warme personages die Ruben kunnen helpen. Ondanks het feit dat Bente weinig over zichzelf verteld, kom je in de loop van het verhaal steeds meer over haar te weten. Zij is dus een rond karakter. Bij de eerste ontmoeting met Ruben was Bente geheel in het zwart gekleed. Het valt Ruben bovendien op, dat zij erg luchtig gekleed is. Bente is rond de twintig jaar oud. Zij heeft een lichte, sproetige huid en rode haren. Bovendien is zij bleek en mager. De echte Bente Nerwanen is in de zomer (begin juli) overleden. Tijdens de ontmoetingen tussen Bente en Ruben praten zij vooral over Ruben. Opvallend is dat Bente weinig over zichzelf loslaat. Zij vertelt hem weinig of niets over haar privé-leven. Op de vraag waar zij vandaan komt, antwoord zij slechts: "van ver". Ook geeft zij nooit een duidelijke bevestiging van haar naam. Blz. 54: "Ze leek een ogenblik na te denken, alsof zij ook over haar eigen naam nog moest nadenken". Ruben komt er dus nooit achter of haar werkelijke naam Bente Nerwanen is. 5. Samenvatting: Ruben Saarloos zit met zijn boot vast in het ijs op het IJsselmeer. Hij is eenzaam en alleen op de boot. Hij neemt de tijd voor het vertalen van een vissenboek. Het gaat o.a. over de vis Coelacanth. Hij wordt herinnerd aan zijn vader die hiernaar zijn hele leven zocht. Rubens vader heeft zo zijn gezin verwaarloosd. Ruben maakt gebruik van de rust en isolering. Alleen als de dooi invalt neemt de eenzaamheid de overhand. Zijn concentratie verdwijnt. Dan komt de dood hem op schaatsen opzoeken. Dit roodharige meisje, Bente genaamd, "ontdooit" de harnasman. Dan breekt het ijs en ziet hij Bente niet meer. Ruben start een zoektocht. Bij de VU (waar ze zou werken) vertellen ze dat Bente dood is. Ruben bezoekt haar graf. Hij staakt zijn zoektocht. Later heeft Ruben een dialoog met de dood. Dankzij Bente heeft Ruben zijn jeugdtrauma's verwerkt. Ruben is klaar voor de dood. 6. Einde: Het verhaal heeft naar mijn mening een gesloten einde. Je kunt dit opmaken uit het feit dat de dood de hoofdpersoon komt opzoeken. Hij kan dus elk moment gehaald worden door de dood. Toch is het ook beargumenteerbaar dat er sprake is van een open einde. Op het einde koopt Ruben namelijk een antieke scheepslantaarn. Het licht in de duisternis. Misschien heeft Bente hem nog kracht gegeven om nog verder te leven. En als hij sterft, sterft hij in vrede. 7. Bijzonderheden van de indeling: Het 158 bladzijden tellende boek, is ingedeeld in tien hoofdstukken, genummerd met Romeinse cijfers. De hoofdstukken zelf zijn min of meer aansluitend aan elkaar. 8. Perspectief: Het vertellersperspectief is het personaal perspectief (hij-zijverteller). Het verhaal wordt in de hij-zijvorm verteld. In het boek Dooi krijgt de lezer een vrij goed beeld van het hoofdpersonage: Ruben Saarloos. Elke handeling ziet de lezer door de ogen van Ruben Saarloos. Blz. 109: "Hoe vond je het bij me, zou hij haar willen vragen"(Ruben over Bente). Het gevolg hiervan is dat de lezer een vrij beperkt beeld krijgt van de andere personages, omdat hij alles door de ogen van het hoofdpersonage ziet. Het verhaal heeft geen wisselend standpunt. 9. Gebruik van tijd: Het verhaal is chronologisch geschreven met enkele flashbacks. Ik heb geen flash-forwards kunnen ontdekken. Een belangrijke flashback is als Ruben zijn vader en de Coelacanth herinnert. Tevens denkt hij terug aan zijn overleden nichtje Mady, zijn moeder, enkele werkervaringen, enkele jeugdproblemen en hoe hij op het IJsselmeer beland is. De belangrijkste flashback staat op bladzijde 156, als hij terugblikt naar de mensen die een belangrijke rol in zijn leven hebben gespeeld en die hij voor zijn dood nog eens zou willen ontmoeten. Zowel tijdverdichting, als tijdrekking komen in het verhaal voor. Tijdrekking: Alle ontmoetingen tussen Bente en Ruben worden uitvoerig beschreven. Hier treedt tijdrekking op. Tijdverdichting: Het boek speelt zich af in de periode begin januari tot en met mei. De eerste maand van deze periode, beslaat ongeveer 130 pagina's van het boek (het boek heeft 158 pagina's in totaal). Er treedt dus aan het einde van het verhaal tijdsverdichting op. Er treedt tijdsverdichting op omdat de belangrijkste gebeurtenissen zich in de eerste maand (als Ruben op het ijs vastzit) afspelen.
10. Bijzondere tekstgedeeltes: geen. 11. Symbolen, (leid)motieven: Motieven/symbolen die van toepassing zijn op het thema (zie punt 12): - Het nadrukkelijk aanwezig zijn van krassende kraaien (teken van de dood). - Het in de spiegel kijken van de kraaien. De dood is Rubens spiegel. - Het spookschip dat Ruben in de verte ziet. - De aanwezigheid van Vlaamse gaaien (teken van de dood). - Dode konijnen op het eiland. - Het telefoontje, waarin Ruben werd verteld dat meneer Omshof (Bargoens voor "de dood") aan boord is. - Het kraken van Rubens boot. Het lijkt alsof er nog iemand aan boord is. Dit is de dood. - De aanwezigheid van Bente Nerwanen, een meisje dat uit de dood zou kunnen zijn opgestaan. Overige motieven: - Jeugdtrauma's: Ruben Saarloos heeft zijn jeugdtrauma's nooit kunnen verwerken. Door een gebrek aan liefde en mislukkingen in zijn jeugd heeft Ruben geen vrede met zijn leven. Blz.66: "Maar 's nachts, toen hij sliep, borduurde zijn onderbewustzijn weer doodgemoedereerd voort op een heel ander thema; iets waarvan hij meende dat hij er al minstens veertig jaar mee afgerekend had, maar dat blijkbaar zijn eigen weg ging en in deze weken van afzondering en afwachten de kans schoon zag opnieuw de kop op te steken en zij nachtelijke brein te beheersen. - Pantsering tegen een moderne en kille maatschappij. Door deze pantsering is Ruben mensenschuw geworden. - Verliefdheid en gevoel: Blz. 19: "Nou kweenie, zei het meisje, ik had gewoon de hele dag vlinders in me buik". "Met een grom zette hij (Ruben) de radio weer uit"."Vlinders in je buik, een van de ergste uitdrukkingen". Een paar dagen later had Ruben zelf vlinders in zijn buik en kwam hij tot de conclusie dat hij verliefd was. - Het ontstaan van dementie ten gevolge van emotionele oorzaken bij Ruben. - Schuldgevoel: Ruben voelt zich schuldig tegenover zijn vrouw Ina als hij met Bente de liefde bedrijft. Bovendien voelt hij zich schuldig als hij hoort dat Bente dood is. Hij denkt dat Bente door hem zijn schuld op het gevaarlijke ijs is omgekomen. - Relatieproblemen: De vader van Ruben misbruikt zijn vrouw, zijn vrouw moet altijd voor hem klaarstaan, terwijl vader Saarloos altijd weg is en het geld van zijn vrouw meeneemt. Ruben op zijn beurt bedriegt zijn vrouw Ina, als hij met Bente de liefde bedrijft. Overige symbolen: - De dooi van ijs: Het is een symbool voor het bevroren harnas van Ruben dat ontdooit. (- Vuur en licht: Het vuur ontdooit Ruben. Als Ruben ontdooid is, dan ziet hij weer licht in het donker. De belangrijkste symbolen voor vuur zijn: de vuurrode haarkleur van Bente en de lucifers die zij meeneemt. Het belangrijkste symbool voor licht is: de scheepslantaarn die Ruben aan het einde van het verhaal, als hij zij trauma's verwerkt heeft, koopt. - Het oproken van een sigaar: Als Ruben de laatste sigaar, die Bente hem gegeven heeft, opgerookt heeft, is het hoofdstuk Bente voor hem afgesloten. Blz. 145: "Alsof het opsteken van die laatste sigaar Bentes bestaan definitief in rook zou laten opgaan".) 12. Thema's: Het thema van dit verhaal is de dood. Dit is een verrassend uitgewerkt thema omdat de dood Ruben overal achtervolgd. De dood is altijd nadrukkelijk aanwezig. Bovendien komt de dood hem opzoeken. Het verhaal is dan ook een soort duel tussen Ruben en de dood. Ruben heeft op het eind van het verhaal zijn angst voor de dood overwonnen. Bente heeft Ruben geholpen om zijn jeugdtrauma's te verwerken. Na de komst van Bente heeft Ruben vrede met zijn leven. Ruben is klaar voor de dood en zal wellicht spoedig sterven. Blz. 155: "Maar nu ben ik niet wanhopig en ook niet bang. Ik vind het best dat je komt". (Ruben tegen de dood). 13. Titelverklaring: De titel van het boek is Dooi. Dooi heeft in het verhaal twee betekenissen: - De dooi van het ijs waarin de boot van Ruben, De Harnasman, vastligt. - De dooi van het "harnas" dat Ruben ten gevolge van jeugdtrauma's heeft opgedaan.

REACTIES

K.

K.

thanx..;)

19 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Dooi door Rascha Peper"