Algemeen
Plaats van uitgave: Amsterdam/Antwerpen
Jaar van uitgave: 1999
Gebruikte druk: eerste druk
a. Eerste druk: 1999
b. Motto: Geen. c. Illustraties: Het omslagontwerp is van Marloes Bervoets. Op de voorkant van het boek komt vanaf rechtsboven een lok rode haren, die staat voor de rode haren van Bente. Op de achtergrond van de kaft zie je ijsschotsen, deze slaan op het verhaal, het gaat namelijk over een man, die vastzit met zijn boot in het ijs. Persoonlijk vind ik de kaft niet echt functioneel, voor dat je het verhaal hebt gelezen, zie je niet echt wat er met de kaft bedoeld wordt. d. Geleding: Het boek telt 158 bladzijden, die onderverdeeld zijn in tien Romeins, genummerde hoofdstukken. De hoofdstukken hebben geen titel. 2. Samenvatting. Ruben is een oudere man van rond de zestig, samen met zijn vrouw Ina maakt hij een vaartochtje met hun woonboot op het IJsselmeer. Wanneer het avond wordt beslissen ze te overnachten en de volgende dag pas terug te gaan. De volgende dag blijkt het hard gevroren te hebben die nacht en is de boot vastgevroren. Na een paar dagen is het ijs dik genoeg om op te lopen en om er met een auto over te rijden. Ina besluit bij een vriendin te gaan logeren, omdat ze weer aan het werk moet. Ruben blijft achter om op de boot te passen. Ruben is vertaler van beroep en kan zijn werk dus prima uitvoeren op de boot. Hij is met een boek bezig over vissen, waardoor hij herinnerd wordt aan zijn vader, die zijn hele leven naar een bijzondere vis heeft gezocht, de coelacanth. Het ijs begint langzamerhand te dooien, maar op een dag komt er toch nog een schaatsster aan, ze is jong en heeft rood haar. Wanneer Ruben en de jonge vrouw een praatje maken, zegt ze dat ze morgen weer gaat schaatsen en vraagt Ruben of ze nog iets mee zal brengen voor hem. Ruben vraagt haar een doos sigaren voor hem mee te nemen. De volgende dag verschijnt de jonge vrouw inderdaad en nu met een doos sigaren. Ruben nodigt haar uit om binnen te komen, en samen drinken ze thee met een scheut rum erin. Ruben ziet in haar schaatsen de naam Bente Nerwanen staan en hij neemt aan dat ze zo heet. Bente vertelt dat ze onderzoek aan de universiteit doet naar het verband tussen de reacties van pupillen en de ziekte van Alzheimer. Voordat ze weg gaat, zegt ze de volgende dag weer terug te komen en vraagt of ze nog iets mee moet nemen. Ruben verheugt zich er erg op. En ondanks het steeds dunner wordende ijs, komt ze toch, dit keer met een krant. Ze was onderweg gevallen en had het dus erg koud en was nat. Als Bente de keuken in komt lopen in de kleren van Ruben die hij haar had aangeboden, kan Ruben het niet meer weerstaan en kust haar. Samen bedrijven ze de liefde en vallen daarna in slaap. Als ze wakker worden, blijkt het al erg laat te zijn. Bente wil naar huis, omdat het al donker begint te worden. De volgende dag is het ijs al erg dun. Een ijsbreker van de reddingsbrigade komt een vaargeul breken om Ruben’s woonboot te verlossen. Ruben is er niet gelukkig mee, omdat hij nu Bente niet meer zou zien. Maar wat kan hij doen? Hij kan moeilijk zeggen dat hij wil blijven. En Ina zat vol spanning op hem te wachten. Eenmaal veilig aangemeerd begint het gewone leven weer. Ruben denkt nog veel aan Bente en wil haar nog een keer zien. Hij weet aan welke universiteit ze onderzoek deed. Hij besluit te bellen en vraagt vervolgens naar Bente Nerwanen. De mevrouw aan de telefoon vindt het vreemd dat Ruben naar haar vraagt. Bente was namelijk al een half jaar geleden overleden. Ruben begrijpt er niets meer van en begint te twijfelen of Bente eigenlijk wel haar eigen naam was. Het enige dat hij weet is dat het in haar schaatsen stond geschreven. Hij zou er nu nooit achter komen wie ze nu eigenlijk was, en waar ze nu zou zijn. Hij gaat nog wel naar het graf van een Bente Nerwanen, maar wordt daar ook niet veel wijzer. Ruben denkt dat Bente haar echte naam niet heeft gezegd, omdat ze verder niets met hem te maken wilde hebben. Wat moet zo’n mooie jonge vrouw nou met een man van achtenvijftig?
3. Vertelsituatie.
Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van Ruben, de hoofdpersoon. Ruben vertelt het verhaal niet zelf, er is een verteller die het doen en het denken van de Ruben beschrijft. Het is geen alwetende verteller, en de verteller speelt ook geen rol in het verhaal. Ook komen er in het verhaal regelmatig dialogen voor.
“Weer aan zijn bureau gezeten moest hij zich dwingen niet steeds met de kijker de einder af te zoeken om te zien of de roodharige koerierster er al aankwam.”
(bladzijde 50)
“ ‘U bent er nog helemaal beduusd van, geloof ik,’zei Bertelink.
‘Het overvalt me inderdaad nogal,’ zei Ruben. ‘Ik was er vanuit gegaan dat ik nog minstens een week vast zou zitten. Als u nagaat dat hier gisteren nog een schaatser heeft gereden.’
‘Een schaatser?’ vroeg Bertelink.
‘Ga weg!’ zei zijn collega.
‘Echt waar.’
De twee mannen keken elkaar aan.
‘Dat zal wel een zwemmer geweest zijn, die een beetje veel omhoogstak!’ riep de derde man in de motorboot.
Ze lachten alle drie. ”
(bladzijde 124)
4. Tijd.
a. Chronologisch of niet:
Het verhaal is chronologisch geschreven, er komen geen flashbacks in voor. Wel komen er een aantal herinneringen bij Ruben naar boven, over zijn vader. Maar het zijn niet echte flashbacks.
b. Welke tijd speelt het zich af:
Het verhaal speelt zich af in deze tijd. Er wordt gesproken over faxen en draadloze huistelefoons.
5. Ruimte.
a. Waar speelt het zich af:
Het verhaal speelt zich voor het grootste deel af in en om de boot van Ruben, die vastgevroren ligt bij een klein eilandje op het IJsselmeer. Ook op dit eilandje spelen zich enkele gebeurtenissen af. Slechts een kort gedeelte van het verhaal speelt zich af op het vaste land in Amsterdam. Dit is de thuishaven van Ina, Ruben en hun boot, de Harnasman. Het verhaal speelt zich maar heel kort af in Nibbixwoud, maar dit is wel een belangrijk element van het verhaal. Nibbixwoud is de woonplaats van Bente. Ruben zoekt hier het graf van Bente op.
b. Belangenruimte:
Dit is het eerste boek dat ik gelezen heb, waarin een ‘echte’ belangenruimte is.
Het verlaten eiland op het IJsselmeer wekt gevoelens van isolement op. Bovendien zorgt dit isolement voor spanning in het verhaal omdat de dood altijd nadrukkelijk aanwezig is. Op een eiland zijn dingen mogelijk die op het vaste land ongeloofwaardig zouden zijn. Het is dan ook de ideale plaats voor Ruben om eens goed over zichzelf na te denken. Op deze verlaten plaats kan het ‘harnas’ van Ruben ontdooien. Het ijs heeft dus een symbolische functie, omdat er meer ontdooit dan het ijs alleen.
Het universiteitscomplex van de VU geeft een sfeer van teleurstelling, als Ruben ontdekt dat Bente al bijna een jaar dood is.
Het kerkhof van Nibbixwoud geeft een trieste maar verlossende sfeer. Een trieste sfeer omdat Ruben weet dat hij Bente nooit meer zal zien en een verlossende sfeer, omdat het lijkt dat hij het feit verwerkt heeft dat hij Bente nooit meer zal zien.
“Toen gebeurde er iets bijzonders. De tranen begonnen te stromen en vielen niet meer te stuiten.”
“Toen de trein Purmerend naderde en er geloop kwam, was het over.”
(bladzijde 153)
6. Personen.
Ruben Saarloos: is de hoofdpersoon van het verhaal. Zijn naam Ruben Saarloos betekent Ruben zonder Saar (geliefde). Hij bemint enkel zijn boot nog met hartstocht. Ruben is getrouwd met Ina, ze hebben geen kinderen. Ruben is 58 jaar en vertaler van beroep. Ruben vertaalt Engelse wetenschappelijke boeken. Ondanks het feit dat hij de meeste boeken gruwelijk vindt, kan hij zich bij dit werk in zichzelf terugtrekken en heeft hij hierbij geen last van anderen. Helemaal alleen op het IJsselmeer is Ruben dan ook in zijn element. Hij wordt niet lastiggevallen.
Hij heeft last van jeugdtrauma's. Hij werd in zijn jeugd verwaarloosd door zijn vader die zijn leven in het teken gezet had van een kansloze onderneming: het vinden van de enige overgebleven Coelacanth.
Bente brengt weer kleur en vuur in zijn leven. Zijn vrouw Ina slaagt er niet in om Ruben te ontdooien. Na drie ontmoetingen zou hij Bente echter nooit meer zien. Bente was van de ene op de andere dag verdwenen.
Bente: is de andere hoofdpersoon van het verhaal. Ondanks het feit dat Bente weinig over zichzelf vertelt, kom je in de loop van het verhaal steeds meer over haar te weten. Bij de eerste ontmoeting met Ruben was zij geheel in het zwart gekleed (de dood). Het valt Ruben bovendien op, dat zij erg luchtig gekleed is. De echte Bente Nerwanen is in de zomer (begin juli) overleden. Vermoedelijk staat Bente uit de dood op en bezoekt zij Ruben in de zomerkleding waarin zij gestorven is. Bente is rond de twintig jaar oud. Zij heeft een lichte, sproetige huid en rode haren. Bovendien is zij bleek en mager (een teken van de dood). Bente vormt een overeenkomst met de Coelacanth (de vis waarnaar de vader van Ruben op zoek was). Beiden zijn na hun dood rood. Zowel Bente als de Coelacanth hebben dezelfde functies: zij zijn de enigen die Ruben en zijn vader kunnen helpen.
Ina Saarloos: zij is de vrouw van Ruben Saarloos. Ina heeft blond haar met een slordig knotje. In tegenstelling tot Ruben is Ina levenslustig en heeft zij een groot vertrouwen in de mensheid. Ina werkt als secretaresse op een accountantskantoor. Ruben kan goed met Ina opschieten, al heeft hij nauwelijks meer hartstochtelijke gevoelens voor haar.
7. Thematiek.
a. Motieven:
- Eenzaamheid;
- Liefde;
- Dood;
- De dooi van het ijs en het ‘harnas’ van Ruben;
Over het motief ‘de dood’ wil ik nog even het een en ander kwijt. Want dit wordt benadrukt door een aantal gebeurtenissen die in het verhaal voorkomen, namelijk:
- De nadrukkelijke aanwezigheid van krassende kraaien;
- Het in de spiegel kijken van de kraaien, de dood is Rubens spiegel;
- Het spookschip dat Ruben in de verte ziet;
- De dode konijnen;
- Het telefoontje waarin Ruben werd verteld dat meneer Omsof (Bargoens voor dood) aan boord is;
- Het kraken van Rubens boot. Het lijkt alsof er nog iemand aan boord is, dit is de dood;
- De aanwezigheid van Bente Nerwanen, een meisje dat uit de dood is opgestaan;
- Het te vroege sterven van Rubens nichtje en zijn vader.
b. Thema:
Een eenzame man die met zijn boot zit vastgevroren in het IJsselmeer, is bang voor de dood, die hem overal achtervolgt. Een jonge, mysterieuze vrouw die hem komt bezoeken geeft hem liefde, waardoor hij langzaam ontdooit en zijn angst voor de dood overwint.
8. Taalgebruik.
Er wordt verder geen opvallend moeilijke of juist makkelijke taal gebruikt. Verder werden de gedachtes van Ruben veel beschreven, wat je een goed beeld geeft van hoe hij over de situatie(s) denkt. De zinnen zijn erg helder en hebben een ‘warme sfeer’. Het boek bestaat voornamelijk uit beschrijvingen, met af en toe dialogen. Over het algemeen zijn de zinnen niet echt lang, op enkele uitzonderingen na. (Zie het voorbeeld op de volgende bladzijde.) Opvallend zijn de vele metaforen die in het verhaal voorkomen, zoals de krassende kraaien die voor de dood staan. Al met al is het boek lekker vlot geschreven, waardoor het makkelijk en prettig leest.
“Vooral bij de gemene oostenwind die het eiland tijdenlang geteisterd had, was hij de godganse dag in de weer geweest met het vorstvrij houden van de machinekamer, het dichtstoppen van kieren, het maken van dubbele ramen van plastic zakken en het verversen van de heetwaterkruiken in de dekens rondom de butaantank buiten, zodat hij het fornuis tenminste kon blijven gebruiken.”
(bladzijde 16)
9. Eigen mening.
a. Wat vond je het allerbeste, -leukste, -indrukwekkendste?
Het allerleukste en indrukwekkendste vond ik het mysterie van het boek en dat het zo meeslepend was. Ik las dat critici, zoals Hans Warren beweren dat het boek een te grote geheimzinnigheid bevat. “Zo grote geheimzinnigheid in een boek is onbevredigend.” Ik ben het deels met deze mening eens. Je weet niet goed waar je aan toe bent, dus in die zin is het onbevredigend. Maar het zet je wel aan het denken. Wat eigenlijk veel leuker is, want het houdt je nog bezig.
b. Wat vond je minder goed of miste je?
Er waren geen aspecten die ik niet goed vond of miste, maar er was wel iets wat een beetje een teleurstelling was. Het einde. Het boek heeft een open eind, ik had eigenlijk gehoopt dat het op een of andere manier toch weer goed zou komen tussen Ruben en Bente. Ook is het einde erg onduidelijk, omdat de schrijfster een onduidelijke weergave geeft van wat er met Ruben gaat gebeuren. Aan de ene kant is dit jammer, want je blijft nieuwsgierig. Maar tevens zet het je ook aan tot denken.
Het begin van het boek vond ik enigszins langdradig. Het duurde heel lang voor dat het verhaal op gang kwam. Dit zorgt er wel voor dat wanneer het verhaal dan eenmaal op gang is de spanning en nieuwsgierigheid versterkt worden.
De minder leuke kanten van het boek zijn dus eigenlijk erg dubieus, want ook de mindere kanten van het boek brengen mooie aspecten met zich mee. Die het boek nu juist speciaal maken.
c. Hoe is al met al je oordeel over het hele boek?
Al met al vond ik het een fantastisch boek. Net als “De passievrucht” en “Het strijkkwartet” heeft ook dit boek een bepaalde charme die me fascineert. Het boek heeft een sterke plot, boeiende karakters en sfeervolle details.
De technieken die worden gebruikt om de spanning op te bouwen, vond ik erg mooi. Zoals de sfeer op de boot van Ruben. Overal is de dood nadrukkelijk aanwezig. De vraag waarmee je blijft zitten, heeft ook een positieve werking op mij gehad. Of Ruben spoedig dood zal gaan, of dat Bente hem weer de kracht heeft gegeven om verder te leven? De vraag of Bente nu dood is, en een soort geestverschijning is of niet, houdt mij ook nog steeds bezig! Ik ben van mening dat het een heel goed boek is. Wanneer een schrijver een boek zo weet te schrijven, dat het de lezer nog zo bezig houdt nadat het boek uitgelezen is.
Ik had voor dat ik het boek ging lezen, enkele boekverslagen van het internet doorgelezen. Hierdoor werden de achterliggende motieven en het mysterie van het verhaal mij veel duidelijker. Ik denk dat wanneer ik het boek had gelezen, zonder die boekverslagen als ‘voorbeeld’, dat ik dat er allemaal niet uitgehaald had. Dat de dood overal nadrukkelijk aanwezig is, was nooit tot mij doorgedrongen, daar had ik zo overheen gelezen. Zoals ik al zei, ik vond het een fantastisch en fascinerend boek.
Jaar van uitgave: 1999
Gebruikte druk: eerste druk
a. Eerste druk: 1999
b. Motto: Geen. c. Illustraties: Het omslagontwerp is van Marloes Bervoets. Op de voorkant van het boek komt vanaf rechtsboven een lok rode haren, die staat voor de rode haren van Bente. Op de achtergrond van de kaft zie je ijsschotsen, deze slaan op het verhaal, het gaat namelijk over een man, die vastzit met zijn boot in het ijs. Persoonlijk vind ik de kaft niet echt functioneel, voor dat je het verhaal hebt gelezen, zie je niet echt wat er met de kaft bedoeld wordt. d. Geleding: Het boek telt 158 bladzijden, die onderverdeeld zijn in tien Romeins, genummerde hoofdstukken. De hoofdstukken hebben geen titel. 2. Samenvatting. Ruben is een oudere man van rond de zestig, samen met zijn vrouw Ina maakt hij een vaartochtje met hun woonboot op het IJsselmeer. Wanneer het avond wordt beslissen ze te overnachten en de volgende dag pas terug te gaan. De volgende dag blijkt het hard gevroren te hebben die nacht en is de boot vastgevroren. Na een paar dagen is het ijs dik genoeg om op te lopen en om er met een auto over te rijden. Ina besluit bij een vriendin te gaan logeren, omdat ze weer aan het werk moet. Ruben blijft achter om op de boot te passen. Ruben is vertaler van beroep en kan zijn werk dus prima uitvoeren op de boot. Hij is met een boek bezig over vissen, waardoor hij herinnerd wordt aan zijn vader, die zijn hele leven naar een bijzondere vis heeft gezocht, de coelacanth. Het ijs begint langzamerhand te dooien, maar op een dag komt er toch nog een schaatsster aan, ze is jong en heeft rood haar. Wanneer Ruben en de jonge vrouw een praatje maken, zegt ze dat ze morgen weer gaat schaatsen en vraagt Ruben of ze nog iets mee zal brengen voor hem. Ruben vraagt haar een doos sigaren voor hem mee te nemen. De volgende dag verschijnt de jonge vrouw inderdaad en nu met een doos sigaren. Ruben nodigt haar uit om binnen te komen, en samen drinken ze thee met een scheut rum erin. Ruben ziet in haar schaatsen de naam Bente Nerwanen staan en hij neemt aan dat ze zo heet. Bente vertelt dat ze onderzoek aan de universiteit doet naar het verband tussen de reacties van pupillen en de ziekte van Alzheimer. Voordat ze weg gaat, zegt ze de volgende dag weer terug te komen en vraagt of ze nog iets mee moet nemen. Ruben verheugt zich er erg op. En ondanks het steeds dunner wordende ijs, komt ze toch, dit keer met een krant. Ze was onderweg gevallen en had het dus erg koud en was nat. Als Bente de keuken in komt lopen in de kleren van Ruben die hij haar had aangeboden, kan Ruben het niet meer weerstaan en kust haar. Samen bedrijven ze de liefde en vallen daarna in slaap. Als ze wakker worden, blijkt het al erg laat te zijn. Bente wil naar huis, omdat het al donker begint te worden. De volgende dag is het ijs al erg dun. Een ijsbreker van de reddingsbrigade komt een vaargeul breken om Ruben’s woonboot te verlossen. Ruben is er niet gelukkig mee, omdat hij nu Bente niet meer zou zien. Maar wat kan hij doen? Hij kan moeilijk zeggen dat hij wil blijven. En Ina zat vol spanning op hem te wachten. Eenmaal veilig aangemeerd begint het gewone leven weer. Ruben denkt nog veel aan Bente en wil haar nog een keer zien. Hij weet aan welke universiteit ze onderzoek deed. Hij besluit te bellen en vraagt vervolgens naar Bente Nerwanen. De mevrouw aan de telefoon vindt het vreemd dat Ruben naar haar vraagt. Bente was namelijk al een half jaar geleden overleden. Ruben begrijpt er niets meer van en begint te twijfelen of Bente eigenlijk wel haar eigen naam was. Het enige dat hij weet is dat het in haar schaatsen stond geschreven. Hij zou er nu nooit achter komen wie ze nu eigenlijk was, en waar ze nu zou zijn. Hij gaat nog wel naar het graf van een Bente Nerwanen, maar wordt daar ook niet veel wijzer. Ruben denkt dat Bente haar echte naam niet heeft gezegd, omdat ze verder niets met hem te maken wilde hebben. Wat moet zo’n mooie jonge vrouw nou met een man van achtenvijftig?
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
A.
A.
Hoi,
Heel erg bedankt voor dit uittreksel. Ik was opzoek naar een goede samenvatting en die heb ik hier gevonden. Alleen nog een vraagje.. hoelang duurt het verhaal? 1 week, een maand?? of iets anders?
Groetjes
19 jaar geleden
AntwoordenK.
K.
How about 14 years...
4 jaar geleden