Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Dooi door Rascha Peper

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
Boekcover Dooi
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 1855 woorden
  • 18 februari 2008
  • 11 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
11 keer beoordeeld

Boekcover Dooi
Shadow
Dooi door Rascha Peper
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Dooi, Rascha Peper

Motto:
Geen

uitgave: 1999

Boekbeschouwings onderdelen en literaire ontleding

Thematiek & Personage
In een interview met Judith Koelemeijer (de Volkskrant, 8 augustus 1997) zegt Rascha Peper dat ze graag schrijft over personages die er eigenaardige verlangens op na houden. Haar karakters zijn steevast 'onhandige sukkels, in zichzelf gekeerde wroeters, of hooggestemde fantasten, (...) mensen die de vlotheid en het gemak missen om zich op een prettige manier staande te houden. Ze dromen zichzelf een uitweg. (...) Ze kunnen dromen en werkelijkheid niet meer van elkaar onderscheiden, en gaan daardoor onherroepelijk onderuit.' Ze vindt dat haar werk is geschreven vanuit 'een grote melancholie en zwaarmoedigheid'.
Centraal in de novelle Dooi staat de botsing tussen romantiek en werkelijkheid. Belangrijke motieven zijn: het onvervulbare verlangen naar geluk; menselijk tekort; eenzaamheid en dood.

Ruben Saarloos, leidt een tamelijk saai bestaan en voelt zich uitgeblust. Hij is een misantroop, die ritueel kankert op smakeloze televisieprogramma's, op carrièmakers in het bedrijfsleven, op zijn drukbezette uitgever, op modieuze restaurants, op vrouwen die een 'maatje' zoeken en op verachtelijke 'How to'-brabbelboeken. Hij heeft de literatuur afgezworen en moet niets meer hebben van boeken als Exploring Your Emotions . Hij heeft zijn boot veelzeggend de Harnasman gedoopt, overtuigd als hij is dat ongecontroleerde emoties geen vat meer op hem kunnen hebben. Zijn boot is zijn 'harnas' en dat harnas bemint hij hartstochtelijk. Ruben Saarloos is een in een isolement levend personage, een 'bevroren' mens die goed past in een 'ijzige' omgeving. Maar de dooi zet in en daarmee breekt zijn weerstand. Zonder zijn steun en toeverlaat Ina (die hem verzorgt en in alles gelijk geeft) is hij een prooi voor sombere gedachten over ouderdom, dood en zijn vader. Zijn leven vlamt op door de roodharige Bente, die zijn kleurloos leven zomaar komt binnenschaatsen. Zij weet zijn pantser te breken. Maar, zoals altijd in de romantiek, houdt het geluk niet lang aan. De volgende dag komt een ijsbreker hem 'bevrijden' en hij ziet 'zijn' Bente niet meer terug. Ze lijkt van de aardbodem verdwenen. In een interview met Elsbeth Etty (NRC Handelsblad , 24 september 1999) typeert Rascha Peper zichzelf als een ouderwetse, romantische verteller over mannen die een passie najagen, die zich helemaal kunnen overgeven. In dit interview stelt ze dat de vrouw aan wie Ruben aan het eind van het boek terugdenkt, niet meer dezelfde vrouw is die hij heeft liefgehad. 'Hij verlegt zijn verliefdheid, hij projecteert die op een vrouw die al een jaar dood is. Hij doet ook niet echt moeite om de levende vrouw, die even zijn geliefde was, op te sporen. Als hij dat wilde, had hij dat makkelijk gekund. Hij rouwt om een meisje dat hij niet gezien kan hebben.' Ruben Saarloos is iemand die met het dagelijks leven niet goed uit de voeten kan en die probeert de chaotische buitenwereld op een afstand te houden door zich over te geven aan een wereldje dat hij zelf kan besturen. Hij is een au fond eenzaam figuur, ondanks zijn liefhebbende echtgenote Ina. Met zijn geobsedeerd verlangen naar de spoorloos verdwenen schaatster lijkt Ruben in de voetsporen van zijn vader getreden. Zijn vader had volgens hem zijn leven vergooid aan een obsessie: een vergeefse jacht op een uitgestorven gewaande prehistorische vis, de coelacanth. Zijn vader had zijn leven opgeofferd, zijn gezin en huwelijk verwaarloosd om zijn droom na te jagen. Tijdens zijn verblijf in het ijs en de komst van Bente bespeurt Ruben een verandering ten opzichte van zijn vader. Na hem jarenlang gehaat te hebben, kan hij zich uiteindelijk toch met zijn vader verzoenen. De ruimte ontbreekt om nader in te gaan op voor de hand liggende motieven als Vatersuche, eenzaamheid, liefde, dromen, dood en angst. In het kort enkele:

Leidmotieven en symbolen, waarvan Peper in deze novelle veelvuldig gebruikmaakt:
- IJs: staat voor de emotieloosheid van Ruben Saarloos en voor de dood.
- Dooi: staat voor diens verandering, het ontwaken uit zijn lethargie
- Blauw: staat voor koelheid, emotieloosheid (het blauwe schijnsel van Rubens monitor bijvoorbeeld, p. 55).
- Rood (Bentes haar!): staat voor liefde, lust en passie
- Kraaien/zwart: staan voor de dood en zijn 'symbolen van de winter' (p. 47).
- Winter: staat voor de dood.
- Spiegel (letterlijk, maar ook als naam van een krant: The Daily Mirror ): staat voor het zelfbeeld, de zelfreflectie.
- Vis (coelacanth): staat voor het geluk dat de vader nastreeft.
- Gebroken vaas/scherven (p. 98): staat voor Rubens huwelijk met Ina, dat 'verbroken' lijkt te worden.
- Eiland (het kunstmatige eiland waar Ruben Saarloos zich met zijn woonboot vlakbij bevindt): staat voor zijn isolement

Titel
'Dooi' kan op de eerste plaats letterlijk worden genomen: na een periode waarin het hard gevroren heeft, is de temperatuur boven nul gekomen en is de dooi ingetreden, waardoor het ijs gaat smelten. Figuurlijk opgevat slaat de titel op de verandering in gemoedsgesteldheid bij Ruben: hij is onzeker en angstig geworden: 'En die weersomslag had zijn geest beïnvloed. Geen sprake van dat hij twee weken geleden, toen het nog vroor dat het kraakte, zo gek was geweest om te denken dat er een insluiper op de boot was. De vorst had zijn wezen gestaald, de dooi verslapte het nu' (p. 31). 'Dooi' slaat ook op de omslag bij Ruben, als de rode schaatster in zijn leven komt: hij verandert dan van gereserveerd, gelaten, berustend, cynisch en uitgeblust in gepassioneerd, uitgelaten, energiek en viriel. 'De dooi had hem verweekt en overdreven sensibel gemaakt (...)' (p. 98).

Ten slotte kan 'dooi' ook worden gezien als de veranderde kijk van Ruben op zijn vader. Hij haat hem niet meer, is veel milder over hem gaan denken en koestert zelfs bewondering voor diens levenslange passie een coelacanth te vinden: 'Blijkbaar moest ik eerst ver in de vijftig worden, voordat ik de grootsheid kon inzien van zo'n obsessie. Ja, grootsheid, dat is het woord' (p. 85).

Chronologie:
Verhaal is grotendeels chronologisch op een paar uitzonderingen na

Vertelde tijd:
Ongeveer één jaar

Structuur en techniek
De novelle telt tien Romeins genummerde hoofdstukken. De opbouw van de hoofdstukken is als volgt:
Hoofdstuk I: proloog
Hoofdstuk II: eerste dag (voor de lezer!).
Hoofdstuk III: tweede dag; eerste ontmoeting Bente.
Hoofdstuk IV: derde dag; tweede ontmoeting.
Hoofdstuk V: vierde dag; derde ontmoeting.
Hoofdstuk VI: vijfde dag; vierde ontmoeting.
Hoofdstuk VI-X: tijd na Bente.

Er zijn opvallende parallellen in de opbouw van de hoofdstukken.In de proloog nadert een anonieme, geheel in het zwart geklede schaatster een klein eiland en een boot in het ijs, keert terug en lost op in het niets. Dit hoofdstuk is in de tijd 'naar voren gehaald' en sluit chronologisch aan bij hoofdstuk II.

In de eerste alinea van hoofdstuk II begint het eigenlijke verhaal. Ruben Saarloos maakt zijn 'twaalfuurronde' op het kunstmatig aangelegde, torpedovormige eilandje. De verteller geeft informatie over hem, over Ina en zijn vertaalwerk. Opvallend in dit hoofdstuk is een ingelast verhaal, een door witregels gemarkeerd relaas over de coelacanth (p. 17-18), dat volgens een mededeling op bladzijde 21 een droom van de vorige nacht blijkt te zijn geweest. De lezer volgt verdere handelingen van Ruben deze dag, zoals koffie zetten. De tijd verloopt traag, tijdsaanduidingen worden veelal exact gegeven (half vier, drie uur 's nachts), wat de indruk wekt dat de hoofdpersoon niet geheel raad weet met het invullen van de tijd en zich eenzaam voelt. Hij piekert veel. 'Hij zette de radio aan; het was wel geen tijd voor nieuws of weerbericht, maar je wilde weleens een menselijke stem horen' (p. 18-19). Hij ziet in de verte een schaatser die zijn kant oprijdt, stopt en teruggaat (inhoud hoofdstuk I).


Hoofdstuk III is voor de lezer de tweede dag van Ruben Saarloos op de Harnasman . Hij maakt weer een middagwandeling en telt zoals elke dag de konijnen op het eiland. Hij ontmoet Bente Nerwanen. Net als in hoofdstuk II wordt hij om drie uur in de nacht wakker. Hij denkt aan de heer Omsof, aan de geheimzinnige Bente en aan het verhaal Joris en de kleurendief , dat hij ooit aan een neefje had voorgelezen.

Hoofdstuk IV begint met het ochtendgloren van de volgende dag en verhaalt over zijn ochtendwandeling, de tweede ontmoeting met Bente (tijdvertraging) en zijn bezigheden erna. Ook nu eindigt het hoofdstuk met een droom. Hoofdstuk V begint met het wakker worden van Ruben. Centraal staat de derde ontmoeting met Bente. Een belangrijke, door witregels gemarkeerde, flashback geeft de lezer informatie over zijn vader (p. 77-81). Het hoofdstuk eindigt weer met een droom, al is het hier een dagdroom: Ruben reflecteert over zijn relatie met Ina, zijn verliefdheid en vangt in een hallucinerende toestand morsesignalen op.

Ook in hoofdstuk VI vormt de (vierde) ontmoeting met Bente het hoogtepunt. Ze gaan met elkaar naar bed. De (korte) droom is nu in het hart van het hoofdstuk geplaatst (p. 105-106). Toch eindigt ook dit hoofdstuk met een soort hallucinatie: de wakker geworden Ruben denkt dat Bente in zijn bed ligt.

Ook hoofdstuk VII is chronologisch opgebouwd. De ijsbreker bevrijdt de Harnasman en Ruben vaart terug.

Vanaf hoofdstuk VIII wordt verteld hoe Ruben eraan toe is, als Bente niet meer terugkomt. Er is sprake van veel en grote tijdverdichtingen: 'De eerste paar dagen; 'op een middag'; 'In al die tijd'. Het hoofdstuk eindigt weer met een droom.

In hoofdstuk IX staat een verslag van Rubens reis naar Hoorn en het kerkhof in Nibbixwoud. Er komt geen droom in voor.

Hoofdstuk X begint op een dag in mei, springt naar de zomervakantie, naar een warme middag begin september en eindigt op een novemberdag. Ruben is inmiddels een jaartje ouder geworden (59). Het grootste gedeelte van Dooi wordt personaal verteld. We volgen als lezer vooral Rubens gedachten en gevoelens (via inwendige monologen).

Hoofdstuk I wordt auctorieel verteld: een naamloze verteller schetst de komst en het vertrek van een schaatser. Hij geeft commentaar: 'Wie zo ver van de bewoonde wereld vandaan is, moet al een tijd onderweg zijn, maar dat is haar niet aan te zien' (p. 5). Ook elders duiken dergelijke auctorieel vertelde fragmenten op, waarin de verteller commentaar geeft: 'Hij stond er nadien als hork en izegrim te boek - daarvoor misschien ook al' (p. 11, typering van de relatie tussen Ruben en zijn uitgever) en: 'Maar het nam af. Natuurlijk nam het af, men is niet voor niets achtenvijftig' (p. 144; typering van de verminderde verliefdheid van Ruben). Een duidelijk perspectiefwisseling vinden we aan het slot van hoofdstuk V: 'Wie een halfuur later naar binnen zou hebben staan kijken, had hem echter nog steeds aan de keukentafel kunnen zien zitten' (p. 96). De belangrijkste gebeurtenissen vinden plaats op de woonboot van Ruben en Ina ergens aan een kunstmatig eilandje voor de westkust van het IJsselmeer. De beginzin van de novelle heeft al dadelijk een sterke ruimtewerking: 'Plotseling is ze er'. De verlatenheid van de ijsvlakte en de kaalheid van het eiland worden suggestief beschreven en versterken de somberheid en eenzaamheid van de hoofdpersoon: 'Eén enkele boot in deze verlatenheid' (p. 5); 'Zou je een beschrijving van het eiland willen geven, dan zou je moeite hebben meer dan een minuut vol te praten' (p. 8). De kleurloosheid van de ruimte werkt door in de kleurloosheid van de hoofdpersoon

Belangrijke ruimten zijn verder: het laboratorium van de VU en het kerkhof in Nibbixwoud.


Bronnen:
Uittrekselbank
Google
En literair lexicon'

xxx

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Dooi door Rascha Peper"