De zwarte met het witte hart door Arthur Japin

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
Boekcover De zwarte met het witte hart
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 3731 woorden
  • 31 december 2007
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
12 keer beoordeeld

Boekcover De zwarte met het witte hart
Shadow

In 1837 worden Kwasi en Kwame, twee Afrikaanse prinsjes, aan koning Willem I geschonken als onderpand voor de illegale slavenhandel van de Nederlandse regering. In Delft worden de zwarte jongens als Hollanders opgevoed. Terwijl Kwasi zich uit alle macht aanpast en een echte Nederlander wil worden, vecht Kwame om zijn Afrikaanse identiteit te behouwen en op een dag te …

In 1837 worden Kwasi en Kwame, twee Afrikaanse prinsjes, aan koning Willem I geschonken als onderpand voor de illegale slavenhandel van de Nederlandse regering. In Delft worden de …

In 1837 worden Kwasi en Kwame, twee Afrikaanse prinsjes, aan koning Willem I geschonken als onderpand voor de illegale slavenhandel van de Nederlandse regering. In Delft worden de zwarte jongens als Hollanders opgevoed. Terwijl Kwasi zich uit alle macht aanpast en een echte Nederlander wil worden, vecht Kwame om zijn Afrikaanse identiteit te behouwen en op een dag te kunnen terugkeren naar zijn volk.

Jaren later, aan het begin van de twintigste eeuw, kijkt de bejaarde prins Kwasi Boachi vanaf zijn Javaanse theeplantage terug op hun buitengewone levens. Pas dan ontdekt hij het complot waarmee de Nederlandse regering zijn Indische carrière heeft gedwarsboomd.

De zwarte met het witte hart door Arthur Japin
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

Leesverslag 6
Titel: De zwarte met het witte hart
Schrijver: Arthur Japin
Uitgever: De arbeiderspers
Jaar van uitgave: 1997
Eerste druk: mei 1997
Aantal bladzijden: 389

Eerste oordeel
Ik vond het een geweldig boek. Ik las een paar maanden geleden in de krant een stuk over de opera die over dit boek gemaakt is. Daar wilde ik toen naar toe, maar dat ging niet. Dus besloot ik in plaats daarvan het boek maar te gaan lezen.
Dit boek voldeed helemaal aan mijn verwachtingen, ik hoopt dat het een leuk geschiedenis boek zou worden, wat gebaseerd was op een waargebeurd verhaal. Dit boek was zelfs nog meer dan ik verwachte, er zat meer diepgang in, je kreeg veel meer inzicht in hoe Kwasi en Kwame zich voelden. Ik kon me helemaal voorstellen hoe wanhopig Kwame zich moest voelen toen hij geen toegang kreeg tot het binnenland. Ik kon me heel goed vinden in Kwasi’s beweegreden om zich aan te passen. Maar ik kon me ook erg goed vinden in Kwasi’s redenen om dat niet te doen. Je ziet in dat er geen goed of fout gedrag is, dat er geen goede manier van gedragen is als je in een ander land komt. Ik zag in dat de overstap veel groter was dan ik altijd gedacht had. Dit wierp een heel nieuw licht op het emigreren. Dit was het eerste literatuurboek wat mij echt liet nadenken over mijn eigen leven, en wat mij echt een nieuwe manier van kijken bood. Petje af voor Japin!


Samenvatting
Kwasi en Kwame zijn 2 Ashantijnse prinsen. Hun rijk, wat wij tegenwoordig goudkust zouden noemen, kreeg contact met Europeaanse handels/ kolonisatiemissies. Op een dag, toen de beide prinsen een jaar of 10 waren, kwam er weer een missie vanaf het Hollandse fort aan de kust, naar het binnenland. Ze gaven de koning vele geschenken en probeerden hem gunstig te stemmen. Ze wilden met hem handelen. Onder veel poeha wordt de handelsmissie binnengehaald. Een grootse stoet heeft zich verzameld. De onderhandelingen verlopen succesvol, en als blijk van goede wil, geeft de koning zijn neefje Kwame, en zijn zoon Kwasi, mee aan de delegatie, om in Holland opgevoed te worden. Als ze volgroeid waren konden ze terug komen naar Ashanti, en daar koning en aanvoerder van het leger worden. Kwame, wiens vader net overleden is tijdens een strijd met een ander volk, had alleen zijn moeder nog in Ashanti. Kwasi was de zoon van de koning en genoot daarom veel aanzien. Door hun hoge positie waren ze een waardevol geschenk, en het getuigde van veel respect van de koning, om ze mee te geven.
Natuurlijk kon dit de prinsen niets schelen. Ze wilden alleen maar blijven. Sinds de dood van Kwasi’s broers – die ook mee waren gegaan op een handelsmissie. Waren hij en Kwame steeds dichter naar elkaar toe gegroeid. Samen verstopten ze zich, om hun lot te ontlopen. Natuurlijk kon dit niet. De twee prinsen werden weg gehaald van hun eigen rijk, en meegenomen in een tocht door de jungle, naar het Hollandse fort.
Na een lange zeereis, komen de twee in Holland aan. Daar krijgen ze een enorme cultuurshock. De kou en de rare taal, de gewoonten die ze niet kennen, en het hele rare land. Alles is beangstigend. De twee groeien steeds meer naar elkaar toe. Het enige bekende wat ze hebben in dit vreemde land.
De twee omen intern bij een kostschool, daar leren ze allereerst lezen en schrijven. Later krijgen ze ook onderricht in geschiedenis, politiek wiskunde en aardrijkskunde. Door hun afwijkende huidskleur en hun ongeletterdheid vallen ze buiten de groep in de kostschool. Kwame maakt het niets uit. Hij wil wel alles leren, maar hoeft geen deel uit te maken van de cultuur. Hij gaat toch weer terug naar Ashanti als hij oud genoeg is. Kwasi daarentegen wil wel bij de groep horen. Hij doet ontzettend zijn best om toegelaten te worden tot de groep. Maar hij komt er achter dat dat toch niet zo gemakkelijk gaat als hij zou willen. Hij wordt meerdere malen geslagen, en gepest, De enige die hem bijstaat is Cornelius de Groot. Als Kwasi er achter komt dat Kwame ook mishandeld wordt, neemt hij bokslessen bij Cornelius. Langzamerhand leert hij zichzelf te verdedigen. Het gepest neemt af, maar ze worden nooit deel van de groep.
De twee prinsen komen aan het einde van hun middelbare school carrière. De krijgen vrienden in de hoge kringen van de Nederlandse adel. Kwasi wordt verliefd op prinses Sofie, en ze zijn een erg gewilde gast/ atractie. Voor Kwame hoeft al deze onzin niet meer. Hij wil terug naar huis, zo snel mogelijk. Het gaat steeds slechter op school, hij loopt inmiddels een jaar achter op Kwasi, en ze beginnen steeds verder uit elkaar te groeien. Kwame gedraagt zich stug tegenover de adel, en misdraagt zich ontzettend op zijn eigen verjaardag. Kwasi daarentegen is heel goed op school en is gespierd door de bokslessen van Cornelius.
Op een dag is Kwasi aan het worstelen met Cornelius, als van Drunen langs komt. De afgezant van koning Willen de 2e denkt dat ze echt aan het vechten zijn, en stapt uit zijn koets om ze te scheiden. Hij nodigt Kwasi uit om in zijn koets mee te rijden. Cornelius blijkt niet mee te mogen. De zwarte mag rijden, en de witte moet er achteraan lopen.
Dit is het einde van de vriendschap tussen Kwasi en Cornelius. Cornelius zet de rest van de groep weer op tegen Kwasi en Kwame, en ze blijven altijd buiten de groep vallen.
De twee gaan studeren, ondanks het feit dat ze na de middelbare school naar Ashanti terug zouden gaan. Na overleg tussen de beide koningen is besloten dat ze mogen blijven.
Kwasi treedt toe tot een studentenvereniging, en verloochend zijn eigen afkomst, hij maakt zijn volk belachelijk om erelid te kunnen worden van de Delftse studentenvereniging. Een paar gelukkige jaren gaan voorbij. Kwasi studeerd en viert feest. Kwame doet hetzelfde. Maar overal komt een einde aan. Na een toespraak van Kwasi, waarin hij zijn volk compleet de grond in boort vertrekt Kwame. Hij gaat terug naar Ashanti, Kwasi vertrekt naar Java. Daar komt hij Cornelius weer tegen. Hij krijgt een nietszeggend baantje, en al zijn kansen worden hem afgenomen door de regering. Kwame wordt ondertussen niet toegelaten tot het rijk van de Ashanti. Hij vervalt tot wanhoop, wordt gek en pleegt zelfmoord.
Kwasi krijgt na veel diplomatiek gedoe een plantage op Java. Als hij daar vol goede hoop aankomt, blijkt het een zooitje te zijn. Hij begint met opbouwen, en jaren later woont hij daar nog steeds. Hij vertelt het verhaal van zijn leven. Schrijft het op voor zijn kinderen, en haalt oude herinneringen op, ter voorbereiding op een groot feest.


Stijl
Het boek is makkelijk te lezen. Het boek is in dagboekvorm geschreven, iedere dag schrijft Kwasi een deel van zijn verleden op. Ook haalt hij herinneringen op door oude brieven en verslagen te lezen. Deze staan in een ander lettertype genoemd. De stijl van de verslagen is natuurlijk zakelijk, zoals je een verslag aan de regering zou opstellen. De rest van het boek is in persoonlijke stijl beschreven. Er wordt in de ik-persoon geschreven, hierdoor krijgt het boek een persoonlijk tintje. Het aantal bijvoeglijke naamwoorden ligt misschien iets hoger, maar niet zo veel dat het erg opvallend is. De zinnen zijn relatief kort, en gemakkelijk te lezen. De woordkeus is gemakkelijk, en in modern Nederlands geschreven, soms komen er worden Twi in voor. Deze worden dan niet vertaald maar zijn uit de context af te lijden. Alleen de stukken van Kwasi, als hij op Java is, zijn in moeilijker Nederlands geschreven.
De verhouding tussen dialoog en beschrijving is goed. De dialogen sluiten goed aan bij de beschrijvingen, en alles is zo beschreven dat je het voor je kan zien.

Plaats
Het boek speelt op verschillende plaatsen, Kwasi is zijn hele leven over de wereld gereisd, dus er zijn veel plaatsen waar hij geweest is.
West-Afrika, wat wij tegenwoordig Goudkust zouden noemen. Dit is het rijk van zijn vader. Het bestaat voornamelijk uit oerwoud, behalve aan de kust, daar is een Hollands fort.
Het Hollandse fort, een militair gebouw met uitzicht op de kust. Er zijn kerkers, waar vroeger slaven zaten, in afwachting van de verscheping, er is een grote eetzaal en er zijn aparte slaapruimten voor de officieren. Het hele fort is wit, en heeft een grote binnenplaats.
Delft, de kostschool van Van Moock. Het kindertehuis waar Kwasi en Kwame intern wonen totdat ze gaan studeren. Er zijn klaslokalen, een bibliotheek en slaapzalen. Ook is er het aparte woongedeelte voor meneer en mevrouw Van Moock.
De huizen van de Koninklijke familie. Deze verschillende huizen, zoals het Loo en een buitenverblijf in de duinen zijn meestal grote, rijk ingerichte panden. Kwasi en Kwame komen vaak bij de Koninklijke familie, waar ze gewilde gasten zijn.
Duitsland, Weimar, hier komt Kwasi terug na een tijd in Nederlands-Indie te zijn geweest. Hier woont prinses Sophie.

Java, hier begint hij een koffieplantage, op een stuk braakliggend grond wat hij van de overheid heeft gekregen. Er wordt een huis bij gebouwd, met een veranda. Hier slijt Kwasi zijn laatste dagen.

Tijd
Het boek speelt vanaf 1837 tot 1900. Kwasi beschrijft zijn leven vanaf het eiland Java, waar hij een plantage heeft. Hij kijkt terug op zijn leven. Een deel van het boek bestaat dus uit flashbacks. Het boek begint in Java, gaat dan terug in de tijd, naar West-Afrika, en gaat dan weer terug naar Java. Zo is het hele boek opgebouwd. De verteltijd is 389 pagina’s, dit lees je in ongeveer 5 uur uit. Ik las het boek langzamer dan gewoonlijk omdat ik me helemaal in wilde leven in het verhaal. Ik deed er ongeveer 6 uur over.

Personages
Kwasi
De hoofdpersoon van het verhaal. Hij is de zoon van de Ashantijnse koning, Hij vertrekt op 10 jarige leeftijd naar Nederland. Het is een jongen die zich aanpast aan alle omstandigheden. Hij doet altijd zijn best om het mensen naar de zin te maken. Als mensen grappen over zijn anders zijn maken lacht hij meestal mee, of hij ze nou leuk vind of niet. Hij is vriendelijk tegen iedereen, en goed in leren. Het is een man met een donkere, bijna zwarte huid. Hij heeft in zijn jongere jaren een gespierd bovenlijf door het worstelen met Cornelius.

Kwame
Kwame is de neef van Kwasi, hij is de zoon van de legeraanvoerder van de Ashanti. Als zijn vader in een veldsalg overlijdt gaat hij samen met Kwasi naar Nederland. Kwame wil vooral zijn eigen cultuur behouden. Hij wil zich niet aanpassen en zo snel mogelijk terug naar het rijk van de Ashanti. Hij is heel creatief aangelegd en houdt van schilderen tekenen en muziek maken. Hij is een stugge jongen, die wel heel trouw is in zijn vriendschappen. Hij is altijd goudeerlijk, waar Kwasi nog wel eens een vriendelijk leugenntje wil spuien, zegt Kwame ronduit de waarheid.
Kwame is een dunne, donkere jongen. Zijn bovenlichaam is schriel, maar hij weigert om te gaan boksen.


Cornelius
De vroegere vriend van Kwasi, hij leerde hem worstelen en boksen. Als Kwasi hem ontzettend beledigd is hun vriendschap voorbij en wordt hij een vijand van Kwasi. Hij zet eerst het weeshuis tegen Kwasi en Kwame op. Later wordt hij Kwasi’s baas. Kwasi komt op Java aan na het afronden van zijn studie mijnbouwkunde, daar wordt hij toegeschreven aan Cornelius. Hij moet zijn secretaris worden, en krijgt geen kansen. Cornelius discrimineert Kwasi. Het is een bazige jongen die weet wat hij wil. Hij kan echter ook ontzettend aardig zijn. Hij is vooral erg eenzaam. Hij trouwt drie keer, en zijn vrouwen overlijden iedere keer jong. Door zijn onvoorspelbare karakter is Kwasi nogal op zijn hoede voor hem. Cornelius is stevig gebouwd, goed in worstelen en boksen en heeft rood haar.

Van Drunen
De afgezand van de Nederlandse regering die naar Goudkust reist. Het is een man die verliefd is op de tropen. Hij houdt niet van poeha en zegt altijd waar het op staat. Hij is goudeerlijk, en vriendelijk tegenover iedereen. Hij zette zijn cariere op het spel – en verloor deze – voor Kwasi.

Sophie
De kroonprinses, ze heeft lang blond haar, en is beeldschoon. Verder is ze ongeloofelijk nieuwsgierig naar ander landen en culturen. Ze wordt een goede vriendin van Kwasi en Kwame, en heeft een hart van goud.

Perspectief
Doordat het hele verhaal in het ik-perspectief geschreven is, krijgt het boek een persoonlijk tintje. Je bleeft alles precies zoals Kwasi het meemaakt. De verslagen van van Drunen bieden een heel andere kijk op de situatie. Het is vooral de tegenstelling tussen deze 2 die er voor zorgt dat je over het boek na gaat denken. Anders was het gewoon een leuk geschiedenisverhaaltje geweest.

Spanning
Er zit weinig spanning in het boek. Het levensverhaal van Kwasi bevat vele dingen, maar weinig spanning. Toch wil je doorlezen, je bent benieuwd hoe het boek verder gaat. Dit komt vooral door de tijd. Omdat Japin alles in flashback beschrijft, ben je benieuwd hoe Kwasi nou uiteindelijk op Java terecht gaat komen. Je weet al eerder dat Kwame doodgaat, je weet alleen nog niet hoe. Door verder te lezen vindt je het antwoord. In dit opzicht wordt er wel degelijk spanning opgebouwd. Je wilt weten of alles uiteindelijk in orde komt, en of Kwasi en Kwame uiteindelijk gelukkig worden.
Het boek heeft een gesloten eind. Kwasi gaat naar het feest ter ere van zijn tijd op Java, en Kwame is al jaren dood. Er wordt geen nieuwe spanning opgebouwd.


Titelverklaring
De zwarte met het witte hart slaat op Kwasi, die zwart van buiten is, maar probeert om van binnen wit te worden door zich volledig aan te passen aan Nederland. Een leuk stuk uit het boek dat dit beschrijft is dit: ‘… dan draait ze mijn hand. … Roze zijn ze vanbinnen, wit.’Ze draait ze om en terug en om en terug. ‘Zwart, wit, zwart, wit,’ lacht ze. ‘De buitenkant is nog uit Afrika en binnenin zit Holland al. Is het zo niet?’

Thematiek

Motieven
Discriminatie; Kwasi en Kwame worden het hele boek lang voor minderwaardig aangezien. Ze zouden dom zijn, en dingen minder goed kunnen dan blanken. Zwarte mensen worden gezien als ‘achterlijke wilden’
Eenzaamheid; de twee prinsen komen in een compleet vreemd land. Vaak blijkt door wat ze doen en zeggen, dat ze zich eigenlijk met niemand verbonden voelen. Ze hebben alleen elkaar, op kostschool vallen ze buiten de groep, en in de Koninklijke kringen zijn ze een bezienswaardigheid. Ze kunnen niet terug naar hun eigen land, en zijn hierdoor erg geisoleerd. Als Kwasi en Kwame dan ook nog eens uit elkaar groeien blijkt pas echt hoe eenzaam ze eigenlijk al die jaren zijn geweest.
Verraad; door het hele boek lijkt het alsof Kwasi, Kwame verraad, omdat hij zich wel aan wil passen aan het leven in Nederland. Het lijkt alsof Kwasi zich tegen zijn eigen land keert, en hiermee Kwame en zijn voorouders verraad.
Tegenstellingen; in het hele boek kom je tegenstellingen tegen. Tegenstellingen tussen zwart en wit. Dus tussen de prinsen en de Nederlanders. Maar ook tegenstellingen tussen Kwasi en Kwame, de een houdt van sport, de ander niet, de een past zich aan, de ander niet. De een wil terug, de ander niet. En als laatste is er ook nog de tegenstelling in de houding van de Nederlanders ten opzichte van de twee prinsen. De een behandeld ze alsof ze achterlijk zijn, en vind ze ‘wilden’ de ander ziet geen verschil met blanken en behandeld iedereen gelijk. En weer een ander ziet ze als een interessant studieobject.

Thema
Het thema van het boek is; De problemen die mensen ondervinden als ze emigreren. Dit hele boek is gebaseerd op het leven van de twee prinsen. Als zij niet als klein kind verhuisd waren naar Nederland, hadden ze al deze problemen niet gehad, ze waren niet vervreemd, ze vielen niet buiten de groep, en ze hadden een uitgestippelde toekomst gehad. Door het emigreren kregen ze te maken met veel onzekerheid en discriminatie. Ook hadden beide prinsen veel moeite met hun houding tegenover het Nederlandse volk. Aanpassen of niet? En kun je je wel volledig aanpassen? Deze problemen ondervindt iedereen die gaat emigreren.


Uitgebreide beoordeling
Structuur criterium
De opbouw van het boek is goed. Het boek is verdeeld in 5 delen. Ieder van deze delen verteld een andere periode in het leven van Kwasi. De delen lopen goed in elkaar over, en vormen een geheel. Er zitten af en toe stukken van het leven van Kwasi op Java tussendoor. Dit zorgt ervoor dat de delen opgesplitst worden. Hierdoor wordt het boek een beetje gebroken in 2 delen, verleden en heden. Door deze techniek wordt het boek niet een lange opsomming van alle dingen die Kwasi heeft gedaan, maar blijft het leuk om te lezen.

Expressiviteitcriterium
De emoties van de schrijver zijn niet terug te vinden in het verhaal. De mening van Japin over discriminatie daarentegen is wel terug te vinden. Iedere keer dat Kwasi en Kwame gediscrimineerd worden, wordt dit beschreven op een afkeurende toon, dit kan je verwachten van een man die in de 21e eeuw leeft. Wij denken allemaal negatief over discriminatie.

Realisme criterium
Het boek is zeer realistisch, het is gebaseerd op waargebeurde verhalen van Kwasi en Kwame. De beide prinsen hebben echt bestaan, en de verslagen van Van Drunen zijn te bezichtigen in het archief van Delft. Ook geeft het boek een goed beeld van de werkelijkheid, omdat het gebaseerd is op feiten, weet je zeker dat er in ieder geval een deel van waar is.

Cognitieve criterium
Ik heb zeker iets geleerd van dit boek. Het gaf mij een goed beeld van de werkelijkheid van de vorige 2 eeuwen, en van het racisme wat er toen nog was. Ook bood dit boek mij een nieuw beeld op het emigreren. Het liet mij zien dat het verlaten van je eigen land ontzettend moeilijk is. Dit wist ik eigenlijk al wel, maar door dit verhaal heeft deze kennis een gezicht gekregen. En dat is wat een goede roman hoort te doen vind ik. Het moet de kennis die je al het illustreren met een verhaal, zodat je je er een beeld bij kan vormen en het niet meer vergeet. Dit heeft Japin zeker gedaan. Ik heb een nieuwe manier van kijken gekregen door het lezen van dit boek.

Emotieve criterium
Ik kon me heel goed inleven in Kwasi. Mijn vader is vroeger als 7-jarig kind verhuisd van Suriname naar Nederland, en ik wil later ook verhuizen naar Suriname. Dit boek liet me heel goed zien hoe mijn vader zich gevoeld moet hebben toen hij voor het eerst in Nederland kwam, en dit boek liet me ook zien hoe moeilijk het is om je aan te passen aan een andere cultuur. Ik had al wel eerder verhalen gehoord over hoe het was, maar dit boek over het leven van Kwasi bood mij een betere kijk op de problemen die kunnen ontstaan als je emigreert.


Vernieuwings criterium
Ik heb nog nooit eerder een boek gelezen wat op deze manier, in de ik-stijl, het levensverhaal van een immigrant beschreef. Ook is het vrij origineel om je boek te baseren op originele feiten, en er toch nog een goed lopend, en leuk verhaal van te maken, in plaats van een droge opsomming van de feiten.

Morele criterium
Ik vind dat Arthur Japin goede opvattingen heeft over discriminatie. Hij laat duidelijk blijken dat hij het er niet mee eens is, en daar kan ik me alleen maar bij aansluiten. Ook zijn mening over de moeilijkheden die kunnen ontstaan bij emigratie kan ik me in vinden. Hij heeft het redelijk accuraat beschreven.

Verwerkingsopdracht
‘Schrijf een essay van ongeveer 400 woorden waarin jij jouw (anti)held karakteriseert. Maak duidelijk wat jouw personage tot (anti)held maakt. Eindig je essay met een goede raad voor je hoofdpersonage en maak duidelijk waarom je vindt dat jouw personage zal profiteren van je advies.’

Kwasi is een jonge Ashantijnse prins. Hij is een jongen die zich aanpast aan alle omstandigheden. Als hij in Nederland komt, wil hij dan ook zo goed mogelijk integreren in de Nederlandse cultuur. Hij wil niet opvallen tussen de andere Nederlanders. Hij is meestal vrolijk, kan goed met iedereen opschieten, en heeft er uiterlijk geen problemen mee als anderen grappen over hem maken. Natuurlijk heeft hij dat innerlijk wel.
Kwasi is een antiheld, omdat hij uiteindelijk niet slaagt in zijn streven om zich perfect aan te passen aan de Nederlandse cultuur. Hij verliest alles wat hem lief is, en eindig als een oude verbitterde man, die alleen nog wat liefde vind in zijn kinderen en bij zijn neger-minnaressen. De eerste verkeerde keuze die hij maakt, is de keuze om zich compleet aan te passen. Hij verloochende heel zijn identiteit en zijn wortels om maar in Nederland te passen. Hierdoor groeien hij en Kwame uit elkaar, en kan hij Kwame uiteindelijk, als het echt nodig is, niet meer helpen. Een volgende verkeerde keuze is, om Cornelius te laten stikken. Als hij een Cornelius op een dag aan het worstelen zijn, komt Van Drunen langs, die Kwasi meeneemt in een koets, terwijl Cornelius moet lopen. Dit lijdt tot een breuk in de vriendschap tussen Kwasi en Cornelius. Later ondervindt hij daar de gevolgen van, als hij Cornelius als een soort secretaris/ slaaf moet dienen. Een andere verkeerde keuze, is de keuze om niet naar Goudkust te gaan, als Kwame hem naar nodig heeft. Kwame wordt niet toegelaten tot het rijk Ashanti, en Kwasi krijgt de kans om ook naar Goudkust te gaan, en hem te steunen, en daar te werken. Hij doet dit niet, Kwame wordt gek van verdriet en wanhoop. Hij pleegt uiteindelijk zelfmoord.
Mijn raad aan Kwasi is deze: houdt vast aan je eigen identiteit, en stel zelf je grenzen.

Als Kwasi zich niet helemaal had aangepast, en niet zijn eigen identiteit compleet had verloochend, dan was hij misschien wel naar Kwame gegaan toen die hem nodig had. Dan had hij de moeilijkheden van Kwame misschien beter begrepen, en een betere keuze kunnen maken. Ook was hij dan later misschien minder ongelukkig geweest, omdat hij nog zijn jeugd had om op terug te vallen. Aan de andere kant had hij dan misschien niet in de groep van de kostschool gepast, maar ze werden toch al getolereerd, en niet geaccepteerd, dus eigenlijk maakte dat geen verschil.
Stel zelf je grenzen lijkt me duidelijk, ga nooit verder dan je zelf wilt gaan, leef volgens je eigen regels, zo wordt je niet andermans stokpaardje. Zo was hij misschien eerder van Cornelius afgeweest, toen hij hem diende als secretaris.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De zwarte met het witte hart door Arthur Japin"